gepubliceerd op 10 september 2004
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding
28 APRIL 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding;
Gelet op de adviezen van de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding, gegeven op 10 december 2003 en 28 januari 2004;
Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 november 2003 en 25 februari 2004;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 maart 2004;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 28 april 2004;
Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de permanente opvoeding behoort, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In de zin van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding;2° de Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;3° de Minister : de Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid de permanente opvoeding behoort;4° de Administratie : de Dienst Permanente Opvoeding van de Algemene Directie Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;5° de Inspectie : de Dienst Algemene Inspectie van de Algemene Directie Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;6° de Raad : de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding;7° de Vereniging : de vereniging zonder winstoogmerk die erkend is of die een aanvraag om erkenning heeft ingediend in het kader van het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de erkenning in het kader van as 1, bedoeld in artikel 3, 1 van het decreet, en overeenstemmende puntencategorieën Afdeling 1. - Definities en algemene principes
Art. 2.In het kader van dit hoofdstuk, wordt verstaan onder : 1° actiethema : bepaling, door de vereniging, in volle onafhankelijkheid, van de belangrijkste doelstellingen voor de middellange of lange termijn, waarop activiteiten inzake permanente opvoeding gericht zullen zijn.Het actiethema stemt overeen met as 1, zoals bepaald in artikel 3, 1 van het decreet en aan de voorschriften van artikel 1 van het decreet. Het past in het maatschappelijk doel van de vereniging maar wordt met dat doel niet gelijkgesteld.
Elk actiethema wordt vermeld en toegelicht in het project houdende het vijfjarenactieplan zoals bedoeld in artikel 7, 3° van het decreet.
Elk actiethema wordt door ten minste 30 activiteitsuren geconcretiseerd. 2° Activiteit : concrete uitvoering van actiethema's die door de vereniging worden gepland.Ze is concreet en kwantificeerbaar. Ze stemt met as 1 overeen, zoals bepaald in artikel 3, 1, van het decreet, en aan de voorschriften van artikel 1 van het decreet.
Als activiteiten worden inzonderheid beschouwd, de sociaal-culturele animaties, programma's voor niet formele opvoeding, seminaries, conferenties, thematische vergaderingen, bezinningsgroepen, colloquia, tentoonstellingen, thematische bezoeken, internationale uitwisselingen en activiteiten inzake culturele verspreiding.
Als activiteiten worden eveneens beschouwd, de vergaderingen tot voorbereiding van de activiteiten bedoeld in vorig lid, en meer in het algemeen, projecten van de vereniging, alsook de vergaderingen voor de evaluatie van die activiteiten en projecten, voor zover die vergaderingen het publiek waarop de activiteit gericht is, daarbij betrekken.
Als activiteiten worden niet beschouwd, de vergaderingen voor de administratieve of technische werking, de interne organisatie en het dagelijkse beheer van de vereniging, de vergaderingen van de raad van bestuur en van de algemene vergadering van de vereniging, alsook de vergaderingen voor de voorbereiding en de evaluatie van de activiteiten en projecten die de deelneming van het publiek waarop de activiteit gericht is, niet tot gevolg hebben.
Art. 3.§ 1. Om in aanmerking te komen voor een erkenning in as 1 volgens de categorieën en vaste cijfers bepaald bij het decreet, moeten de activiteiten die in die as passen : - zich ontwikkelen in overeenstemming met het sociaal milieu en de omgeving waarop ze gericht zijn; - de middelen bepalen en ontwikkelen om de toegang en de werkelijke deelneming van het doelpubliek mogelijk te maken, door te zorgen voor de openbare zichtbaarheid en de publiciteit van de activiteiten en de doelstellingen van de vereniging; - zich onderscheiden door hun inhoud, hun methoden en, in voorkomend geval, het publiek waarop ze gericht zijn, voor de programma's inzake vorming van het schoolse, buitenschoolse, universitaire, buitenuniversitaire, academische en professionele type; - zich, door hun doelstellingen, onderscheiden van de opleidingen voor sociale promotie en sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces. § 2. Bij toepassing van artikel 3, 1., tweede lid van het decreet, bepaalt de vereniging, in het project bedoeld in artikel 7, 3° van het decreet, de strategieën en middelen die ze van plan is aan te wenden om haar activiteiten te voeren, inzonderheid met bevolkingsgroepen afkomstig uit volkskringen in de zin van het decreet.
De vereniging bepaalt, in het activiteitenverslag bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet, de resultaten die in verband met dat doel werden behaald. Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenstemmende
puntencategorieën
Art. 4.§ 1. Om krachtens artikel 4 van het decreet te worden erkend, in het kader van as 1, zoals bedoeld in artikel 3, 1, van het decreet, moet de vereniging waarvan het bedieningsgebied de gemeente, het dorp of de wijk is, ten minste aan volgende voorwaarden voldoen : a. ten minste één actiethema ontwikkelen in dat bedieningsgebied;b. die actiethema (s) door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 60 uur per jaar concretiseren, waarvoor een regelmatige informatie wordt verleend aan en een regelmatig overleg wordt gepleegd met de leden van de vereniging. Bij toepassing van artikel 11, § 1, van het decreet, is het forfaitair bedrag dat met die categorie overeenstemt 5.000 EUR. § 2. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 1, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een bedieningsgebied hebben dat overeenstemt met ten minste : - ofwel een gemeente en haar gehuchten; - ofwel een stadswijk; - ofwel een zone met 15.000 inwoners. b. ten minste twee actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;c. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 100 uur per jaar;d. ten minste één jaarlijkse activiteit ontwikkelen die bestemd is voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;e. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging. Bij toepassing van artikel 11, § 1, van het decreet, is het bedrag van het vast cijfer dat met die categorie overeenstemt 9.900 EUR. § 3. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 2, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een bedieningsgebied hebben dat overeenstemt met ten minste één zone met 30.000 inwoners; b. ten minste drie actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;c. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 150 uur per jaar;d. ten minste 2 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;e. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging. Bij toepassing van artikel 11, § 1 van het decreet, is het bedrag van het vast cijfer dat met die categorie overeenstemt 11.200 EUR.
Art. 5.§ 1. Om erkend te worden krachtens artikel 4 van het decreet, in het kader van as 1, zoals bedoeld in artikel 3, 1 van het decreet, moet de vereniging waarvan het bedieningsgebied in artikel 10, 1°, 1) van het decreet bepaald is, voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden : a. een bedieningsgebied hebben dat overeenstemt met ten minste : - ofwel een zone met 50.000 inwoners; - ofwel, voor de streken met minder dan 75 inwoners per vierkante kilometer, het grondgebied van zes gemeenten. b. ten minste twee actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;c. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 200 uur per jaar;d. ten minste 2 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;e. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging. Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1) a) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor die categorie 10. § 2. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 1, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een bedieningsgebied hebben dat overeenstemt met ten minste : - ofwel één zone met 100.000 inwoners - ofwel, voor de streken met minder dan 75 inwoners per vierkante kilometer, het grondgebied van acht gemeenten; b. ten minste drie actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;c. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 260 uur per jaar;d. ten minste 3 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;e. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging. Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1), b van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor die categorie 15. § 3. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 2, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een bedieningsgebied hebben dat overeenstemt met ten minste één zone met 500.000 inwoners; b. ten minste vier actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;c. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 290 uur per jaar;d. ten minste 3 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;e. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.f. de organisatie van één evenement per jaar, of één publicatie per jaar, voor een breed publiek, verwezenlijken, waarbij de zichtbaarheid van de vereniging, van haar doelstellingen, projecten en activiteiten tot stand komt;voor die verwezenlijkingen kunnen partnerschapverbanden met andere verenigingen worden georganiseerd.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1), c) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor die categorie 20. § 4. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 3, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een bedieningsgebied hebben dat overeenstemt met ten minste één zone met 1.000.000 inwoners; b. ten minste vier actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;c. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 320 uur per jaar;d. ten minste 4 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;e. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.f. de organisatie van één evenement per jaar, of één publicatie per jaar, voor een breed publiek, verwezenlijken, waarbij de zichtbaarheid van de vereniging, van haar doelstellingen, projecten en activiteiten tot stand komt;voor die verwezenlijkingen kunnen partnerschapverbanden met andere verenigingen worden georganiseerd.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1), d) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor die categorie 25.
Art. 6.§ 1. Om krachtens artikel 4 van het decreet erkend te worden in het kader van as 1, zoals bedoeld in artikel 3, 1 van het decreet, moet de vereniging waarvan het bedieningsgebied zich uitstrekt tot het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden : a. ten minste twee actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;b. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 320 uur per jaar;c. ten minste 3 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;d. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers, de leden en de partners voor de activiteiten van de vereniging;e. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten, alsook voor uitwisselingen tussen de verschillende groepen deelnemers;f. de organisatie van één evenement per jaar, of één publicatie per jaar, voor een breed publiek, verwezenlijken, waarbij de zichtbaarheid van de vereniging, van haar doelstellingen, projecten en activiteiten tot stand komt;voor die verwezenlijkingen kunnen partnerschapverbanden met andere verenigingen worden georganiseerd.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 2), a) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor die categorie 25. § 2. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 1, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : a. ten minste drie actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;b. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 450 uur per jaar;c. ten minste 4 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;d. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.e. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten, alsook voor uitwisselingen tussen de verschillende groepen deelnemers;f. de organisatie van één evenement per jaar, of één publicatie per jaar, voor een breed publiek, verwezenlijken, waarbij de zichtbaarheid van de vereniging, van haar doelstellingen, projecten en activiteiten tot stand komt;voor die verwezenlijkingen kunnen patnerschapverbanden met andere verenigingen worden georganiseerd.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 2), b) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor die categorie 35. § 3. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 2, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : a. ten minste drie actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen; b. die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 900 uur per jaar, in ten minste drie onderscheiden gebieden die, elk, ten minste 100.000 inwoners tellen, en die ten minste gelegen zijn : - ofwel in twee onderscheiden provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; - ofwel in drie onderscheiden provincies; c. ten minste 5 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen, in ten minste drie onderscheiden gebieden die, elk, ten minste 100.000 inwoners tellen, en die ten minste gelegen zijn : - ofwel in twee onderscheiden provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; - ofwel in drie onderscheiden provincies; d. een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging;e. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten, alsook voor uitwisselingen tussen de verschillende groepen deelnemers;f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten verricht in de verschillende gebieden bedoeld in de punten b.en c. van deze paragraaf; g. de organisatie van één evenement per jaar, of één publicatie per jaar, voor een breed publiek, verwezenlijken, waarbij de zichtbaarheid van de vereniging, van haar doelstellingen, projecten en activiteiten tot stand komt;voor die verwezenlijkingen kunnen samenwerkingsverbanden met andere verenigingen worden georganiseerd; h. haar activiteiten in verbinding met, en, in voorkomend geval, in samenwerking met andere verenigingen ontwikkelen, wat het bedieningsgebied van de activiteiten van die laatste ook is. Bij toepassing van artikel 10 1°, 2), c) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor die categorie 60.
Art. 7.§ 1. Teneinde een specifieke erkenning te genieten als « beweging » krachtens artikel 5 van het decreet in het kader van as 1, zoals bedoeld in artikel 3, 1 van het decreet, moet de vereniging die zes tot acht niet-zelfstandige verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de overkoepelende vereniging, hierna de « algemene vereniging » genoemd, en de overkoepelde verenigingen, hierna de « regionale verenigingen » genoemd : 1) tussen twee en vier actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 180 uur per jaar;3) minstens twee activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet, op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; a. voor het geheel van de overkoepelde verenigingen, hierna de « regionale verenigingen » genoemd : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 1.200 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 6 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;a. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 1), 2), a) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 70. § 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die drie tot vijf regionale verenigingen overkoepelt in minstens twee verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen twee en vier actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 180 uur per jaar;3) minstens twee activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; b. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 1.600 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 8 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;c. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 1), b) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 95. § 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die drie tot vijf regionale verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende Provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen twee en vier actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 180 uur per jaar;3) minstens twee activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; b. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 2.000 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 10 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;c. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 2), c) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 120.
Art. 8.§ 1. Teneinde een specifieke erkenning te genieten als « beweging » krachtens artikel 5 van het decreet in het kader van as 1, zoals bedoeld in artikel 3, 1 van het decreet, moet de vereniging die zes tot acht niet-zelfstandige verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen drie en vijf actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 240 uur per jaar;3) minstens drie activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; a. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 2.400 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 12 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;a. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één activiteit organiseren die zich richt tot een brede publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 2), a) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 145. § 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die zes tot acht regionale verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen drie en vijf actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 240 uur per jaar;3) minstens drie activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; b. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 2.800 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 14 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;c. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 2), b) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 170. § 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die zes tot acht regionale verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen drie en vijf actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 240 uur per jaar;3) minstens drie activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; b. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 3.200 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 16 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;c. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 2), c) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 195.
Art. 9.§ 1. Teneinde een specifieke erkenning te genieten als « beweging » krachtens artikel 5 van het decreet in het kader van as 1, zoals bedoeld in artikel 3, 1 van het decreet, moet de vereniging die negen niet-zelfstandige verenigingen en meer overkoepelt in minstens vier verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen vier en zes actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 320 uur per jaar;3) minstens vier activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; b. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 3.600 uur per jaar waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 18 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;c. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 3), a) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 220. § 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die negen regionale verenigingen en meer overkoepelt in minstens vier verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen vier en zes actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 320 uur per jaar;3) minstens vier activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich buiten de leden van de beweging tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; b. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 4.000 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 20 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;c. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 3), b) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 245. § 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die negen regionale verenigingen en meer overkoepelt in minstens drie verschillende Provincies en op het grondgebeid van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen : 1) tussen vier en zes actiethema's ontwikkelen;2) deze actiethema's in praktijk zetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 320 uur per jaar;3) minstens drie activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;4) een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;5) over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;6) zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;7) deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het net; b. voor het geheel van de regionale verenigingen : 1) plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 4.400 uur per jaar waarvan, als uitzondering van artikel 2, minstens 60 % de in punt a., 1) van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk zetten; 2) minstens 22 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;c. voor elke regionale vereniging : 1) per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren;deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt b. 1) van deze paragraaf; 2) minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt b. 2) van deze paragraaf; 3) een territoriaal activiteitenveld voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners; 4) naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen. Bij toepassing van artikel 10, 2°, 3), c) van het decreet, is het aantal punten betrekkingen toegekend aan de vereniging voor deze categorie 270. HOOFDSTUK III. - Erkenningsvoorwaarden in het kader van as 2 bedoeld in artikel 3, 2 van het decreet en overeenstemmende puntencategorieën Afdeling 1. - Algemene principes
Art. 10.Om in aanmerking te worden genomen in het kader van dit hoofdstuk moeten de opleidingen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1) zich richten tot animators, opleiders, leden, militanten of verantwoordelijken van de vereniging, al dan niet bezoldigd;2) zich onderscheiden door de inhoud, de methodologie voor de opleiding en in voorkomend geval, door de doelpublieken, door de schoolse, buitenschoolse, universitaire, academische, professionele opleidingsprogramma's alsmede opleidingen voor sociale promotie en sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces;3) als doel hebben de deelnemers de kans te bieden animatie-, analyse-, pedagogische, methodologische, communicatie- of beheersvaardigheden voor de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën te bekomen, op voorwaarde dat deze laatste gepaard gaan met een kritische bestudering van de rol en de plaats van de nieuwe technologieën in de maatschappij.
Art. 11.Opdat de opleidingen die ze organiseert in aanmerking zou kunnen komen in het kader van dit hoofdstuk, moet de vereniging : 1) in het project bedoeld in artikel 7, 3° van het decreet, de redenen bepalen waarom zij vindt dat deze voldoen aan de bepaling van artikel 1 en van artikel 3, 2.van het decreet; 2) in haar opleidingsaanbod het publiek aanduiden waartoe de opleidingen zich richten;3) een specifieke voorbereiding organiseren die specifiek is voor de opleiding;4) een analyse maken van de behoeften die ze ondervindt inzake opleiding;5) de toegang tot de opleidingen en de effectieve medewerking van het doelpubliek verzekeren;6) aan haar opleidingsaanbod een gepaste publiciteit geven, inzonderheid voor de verenigingen erkend krachtens het decreet alsmede, meer in het algemeen, voor verenigingen die in de sociaal-culturele sector werkzaam zijn;7) een gedetailleerde voorstelling maken van de doelstellingen van de voorgestelde opleidingen, van hun plannen, van hun duur, van het voorziene aantal deelnemers alsmede van de pedagogische en methodologische middelen die ze wil aanwenden in het kader van deze;8) pedagogische of methodologische hulpmiddelen verspreiden in verband met hun doel;9) de verworven vaardigheden van de deelnemers op het einde van de opleidingen meten;10) over het personeel beschikken dat specifiek is voor de organisatie van de opleidingen, welke bekwaam zal zijn voor deze taak;11) over een webstek beschikken.
Art. 12.De opleidingen die in aanmerking genomen zijn in het kader van dit hoofdstuk kunnen algemeen of gespecialiseerd zijn.
Ze kunnen van korte of van lange duur zijn.
Het aantal deelnemers aan deze opleidingen kan tussen 5 en 30 bedragen. Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenstemmende
puntencategorieën.
Art. 13.§ 1. Om erkend te worden krachtens artikel 4 van het decreet, in het kader van as 2, zoals bedoeld in artikel 3, 2 van het decreet, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een opleidingsprogramma oprichten; b. dat programma toepassen door opleidingen van een gemiddelde jaarlijkse duur van minstens 6.000 uur/deelnemer te organiseren.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 3), a) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 15. § 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een opleidingsprogramma oprichten; b. dat programma toepassen door opleidingen van een gemiddelde jaarlijkse duur van minstens 11.250 uur/deelnemers te organiseren.
Bij toepassing van artikel 10, 3°, b) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 30. § 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. een opleidingsprogramma oprichten; b. dat programma toepassen door opleidingen van een gemiddelde jaarlijkse duur van minstens 15.000 uur/deelnemers te organiseren; c. minstens één opleiding organiseren van lange duur van 120 uur per jaar en met minstens 10 deelnemers.Onder opleiding van lange duur wordt verstaan een ononderbroken opleidingscyclus waarvan de inhoud een geheel vormt en waarvoor de deelnemers zich verbinden voor het geheel van het proces. Deze opleiding telt voor de berekening van het aantal uren vereist in punt b. van deze paragraaf.
Bij toepassing van artikel 10, 3°, c) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 45. HOOFDSTUK IV. - Erkenningsvoorwaarden in het kader van as 3, bedoeld in artikel 3, 3 van het decreet en overeenstemmende puntencategorieën.
Art. 14.De vereniging die haar erkenning aanvraagt in deze as kiest om haar aanvraag in te schrijven in het kader van artikel 3, 3, 1° of in het kader van artikel 3, 3, 2° van het decreet.
Deze twee bepalingen zijn niet cumuleerbaar. Afdeling 1. - Dienstverlening - artikel 3, 3, 1° van het decreet
Onderafdeling 1. - Algemene principes
Art. 15.Om erkend te worden in het kader van deze afdeling, moet de vereniging : 1) pedagogische of didactische hulpmiddelen, materiaal, uitrusting die de krachtens het decreet erkende verenigingen de kans bieden om hun permanente opvoedingsactiviteiten uit te oefenen of die het publiek de kans bieden ervan te genieten, ter beschikking stellen van of leveren aan verenigingen en, in voorkomend geval, aan een publiek dat voornamelijk volwassen is;2) technische bekwaamheden en bekwaamheden voor animatie ter beschikking stellen van of leveren aan verenigingen en, in voorkomend geval, aan een voornamelijk volwassen publiek, voor het gebruik van de in 1) bedoelde hulpmiddelen;3) over het personeel beschikken dat specifiek is voor de diensten die ze biedt, dat over de vereiste bekwaamheidsgraad beschikt voor deze producties en diensten;4) een voorbereiding en een begeleidingswerk voeren die specifiek zijn voor de aangeboden diensten;5) de doelstellingen bepalen die ze beoogt in haar dienstenaanbod;6) over een webstek beschikken.
Art. 16.De verleende - individuele of collectieve - diensten zijn, behalve voor de leden van de vereniging, ook bedoeld voor gebruikers van andere verenigingen.
De activiteit van dienstverlening heeft een herhalend en systematisch karakter.
Art. 17.Om in aanmerking te worden genomen in het kader van deze afdeling, onderscheiden de verleende diensten zich duidelijk van een individuele, morele, sociale, medisch-sociale of psychologische hulpverlening.
Onderafdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenstemmende puntencategorieën
Art. 18.§ 1. Om erkend te worden krachtens artikel 4 van het decreet in het kader van as 3, zoals bedoeld in artikel 3, 3, 1° van het decreet, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. hulpmiddelen leveren die minstens tot 10 eigen realisaties van de vereniging per jaar leiden;b. ruime en regelmatige informatie geven betreffende de geleverde hulpmiddelen of aangeboden diensten;c. zorgen voor een zo breed mogelijke verspreiding van producten en diensten, zelfs als het om een specifiek doelpubliek gaat. Bij toepassing van artikel 10, 4°, a) van het decreet, is het aantal aan de vereniging toegekende punten/betrekking voor deze categorie 20. § 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : a. hulpmiddelen leveren die minstens tot 20 eigen realisaties van de vereniging per jaar leiden;b. ruime en regelmatige informatie geven betreffende de geleverde hulpmiddelen of aangeboden diensten;c. zorgen voor een zo breed mogelijke verspreiding van producten en diensten, zelfs als het om een specifiek doelpubliek gaat. Bij toepassing van artikel 10, 4°, b) van het decreet komt het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie overeen met 30.
Art. 19.Teneinde een specifieke erkenning te genieten als « beweging » krachtens artikel 5 van het decreet in het kader van as 3, zoals bedoeld in artikel 3, 3, 1° van het decreet, moet de vereniging minstens aan de voorwaarden bedoeld in artikel 18, § 2 voldoen.
Bij toepassing van artikel 10, 4°, b) van het decreet, is het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging voor deze categorie 30. Afdeling 2. - Productie van analyses en studies - artikel 3, 3, 2°
Onderafdeling 1. - Definities en algemene principes
Art. 20.Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder : - Analyse : uiteenzetting, die kort en omstandig kan zijn, met betrekking tot nauwkeurige thema's met minstens 8.000 tekens, en die het voorwerp uitmaakt van een communicatie ofwel door het woord te nemen in het openbaar zoals de deelname aan debatten, persconferenties of inhoudelijke interviews in de pers, ofwel door internet, ofwel door de publicatie van een geschreven stuk. - Studie : productie van een geschreven document dat het resultaat is van investigatie, van een onderzoek of een bezinning op lange termijn over de nauwkeurige thema's met minstens 60.000 tekens en gepubliceerd door een geschreven drager of door internet.
Art. 21.Opdat haar analyses in aanmerking zouden kunnen worden genomen in het kader van deze afdeling, maakt de vereniging het schriftelijk bewijs op van hun voorbereiding, ontwikkeling en verspreiding.
Art. 22.Opdat haar analyses en studies in aanmerking zouden kunnen worden genomen in het kader van deze afdeling : 1) voert de vereniging een uiterst nauwkeurige verwerking van gegevens uit, die gebaseerd is op een gediversifieerde en gecontroleerde informatie;de bovenvermelde verwerking verhindert niet de vrijheid van meningsuiting; 2) stelt de vereniging de analyses en studies voor en verspreidt ze die op zodanige wijze dat het gebruik ervan door de verenigingswereld en het doelpubliek vergemakkelijkt wordt;3) beschikt de vereniging over het personeel dat specifiek is voor de uitvoering van analyses en studies;het personeel in kwestie heeft de vereiste bevoegdheid om dit soort productie uit te voeren.
Onderafdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomende puntencategorieën
Art. 23.§ 1. Om erkend te worden krachtens artikel 4 van het decreet, in het kader van as 3, zoals bedoeld in artikel 3, 3, 2° van het decreet voldoet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden : a) ten minste 15 analyses per jaar uitvoeren die eigen zijn aan de vereniging;b) ten minste één studie per jaar uitvoeren die eigen is aan de vereniging;c) zorgen voor de publiciteit van deze producties, dit houdt de onlinestelling ervan in wanneer ze schriftelijk worden verspreid. Met toepassing van artikel 10, 4°, a) van het decreet wordt het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging die tot deze categorie behoort, op 20 vastgesteld. § 2. Om tot een puntencategorie over te gaan die hoger is dan deze bedoeld in § 1, voldoet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden : a) ten minste 30 analyses per jaar uitvoeren die eigen zijn aan de vereniging;b) ten minste 20 studies per jaar uitvoeren die eigen zijn aan de vereniging;c) zorgen voor de publiciteit van deze producties, dit houdt de onlinestelling ervan in wanneer ze schriftelijk worden verspreid. Met toepassing van artikel 10, 4°, b) van het decreet wordt het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging die tot deze categorie behoort, op 30 vastgesteld.
Art. 24.Om specifiek erkend te worden als « beweging » krachtens artikel 5 van het decreet, in het kader van as 3, zoals bedoeld in artikel 3, 3, 2° van het decreet, beantwoordt de vereniging ten minste aan de voorwaarden bepaald in artikel 23, § 2.
Met toepassing van artikel 10, 4°, b) van het decreet wordt het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging die tot deze categorie behoort, op 30 vastgesteld. HOOFDSTUK V. - Erkenningsvoorwaarden in as 4, bedoeld in artikel 3, 4 van het decreet et overeenkomende puntencategorie Afdeling 1. - Algemene principes
Art. 25.Opdat haar informatie- en communicatiecampagnes in aanmerking zou kunnen worden genomen in het kader van dit Hoofdstuk : 1) voert de vereniging grootschalige informatie-, bewustmakings- en communicatiecampagnes;2) is de vereniging gericht op de bewustmaking en aanspreking van het breedste publiek en de politieke wereld omtrent de overeenstemmming van bepaalde wetgevende of praktische werkelijkheden met de grondslagen die zij bevordert, met als doelstelling de gedragen, de mentaliteiten en de regelgevingen te doen evolueren;3) stelt de vereniging alles in het werk om te zorgen voor de bewustmaking van het publiek dat gemakkelijk uitgesloten of verwijderd wordt van de communicatiemiddelen, de openbare ruimtes voor debatten en deelneming;4) stelt de vereniging alles in het werk om te zorgen voor de informatie en de bewustmaking van de media;5) voert de vereniging haar activiteiten uit in samenwerking met, in partnership met en, in voorkomend geval, in netwerk met andere verenigingen, worden ze al dan niet erkend krachtens het decreet;6) voert de vereniging een werk uit in verband met : a.de analyse van de onderwerpen die zij aansnijdt; b. de animatie en de pedagogische exploitatie rond deze thema's;c. de opvolging van bewustmakings-, aansprekings- en communicatiecampagnes;7) richt de vereniging een brief, voor elke campagne, tot alle verenigingen erkend krachtens het decreet, aan alle erkende jeugdorganisaties, aan alle erkende culturele centra alsook aan het geheel van de parlementsleden van de Raad van de Franse Gemeenschap;8) beschikt de vereniging over een website.
Art. 26.De activiteiten die in aanmerking worden genomen in het kader van dit hoofdstuk, nemen de vorm van grootschalige bewustmakings-, informatie- of communicatiecampagnes aan die gevoerd worden op lange duur, en van welbepaalde acties over nauwkeurige thema's; deze kunnen de vorm van persberichten aannemen. Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomende puntencategorie
Art. 27.§ 1. Om erkend te worden krachtens artikel 4 van het decreet, in het kader van as 4, zoals bedoeld in artikel 3, 4 van het decreet, beantwoordt de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden : a) ten minste 2 brede bewustmakings-, aansprekings- of communicatiecampagnes per jaar voeren, die gericht zijn op nauwkeurige thema's, waarvan één eigen is aan de vereniging;b) ten minste 20 andere welbepaalde acties voeren. Met toepassing van artikel 10, 5° van het decreet wordt het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging die tot deze categorie behoort, op 20 vastgesteld. § 2. Om specifiek erkend te worden als « beweging » krachtens artikel 5 van het decreet, in het kader van as 4, zoals bedoeld in artikel 3, 4 van het decreet, beantwoordt de vereniging ten minste aan de voorwaarden bedoeld in § 1.
Met toepassing van artikel 10, 5° van het decreet wordt het aantal punten/betrekking toegekend aan de vereniging die tot deze categorie behoort, op 20 vastgesteld. HOOFDSTUK VI. - Waarde van het punt
Art. 28.Met toepassing van artikel 10 van het decreet wordt de waarde van het punt op 2.541 EUR vastgesteld.
De waarde van een punt wordt jaarlijks geïndexeerd door de waarde van het punt bedoeld in het eerste lid te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de twee laatste maanden van het jaar, gedeeld door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de twee laatste maanden van het vorige jaar.
Nochtans kan deze indexering niet hoger zijn dan de indexering van de algemene begroting van de oorspronkelijke uitgaven van de Franse Gemeenschap overeenkomstig het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen. HOOFDSTUK VII - Procedure en uitdrukkelijke erkenningsvoorwaarden Afdeling 1. - Uitdrukkelijke erkenningsvoorwaarden
Art. 29.§ 1. Om haar erkenning in één of meer assen aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 3 van het decreet, dient de vereniging bij de administratie een dossier in met : 1° haar statuten van vereniging zonder winstoogmerk, in de vorm van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad ;2° de samenstelling van de leidende organen;3° het adres van haar maatschappelijke zetel, het adres van haar activiteitenzetel, het nummer van de telefonische aansluiting, in voorkomend geval, het e-mailadres en, in voorkomend geval, het adres van de website alsook het bankrekeningnummer open op haar naam bij de financiële instelling alsook een attest van de financiële instelling dat deze informatie bevestigt;4° een resultatenrekening en een financiële balans van het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning alsook de begrotingsvooruitzichten van het boekjaar waarin de aanvraag tot erkenning ingediend wordt, goedgekeurd door de beslissingsorganen van de vereniging;5° een nota die haar maatschappelijk doel voorstelt en die beschrijft hoe de vereniging van plan is te beantwoorden aan de bepaling van artikel 1 van het decreet.Die nota omvat een argument over de gegrondheid van het project en het actieplan van de vereniging met verwijzing naar het doelpubliek en naar de territoriale, sociale, sociaal-culturele en, in voorkomend geval, economische context waarin ze haar project ontwikkelt; 6° Een uitdrukkelijke aanvraag tot erkenning die bepaalt op welke as(sen) ze betrekking heeft.a) indien de aanvraag tot erkenning betrekking heeft op as 1, bepaalt de vereniging ook, in deze aanvraag, het bedieningsgebied van haar activiteiten en van welke puntencategorie ze het genot aanvraagt;b) indien de aanvraag tot erkenning betrekking heeft op as 2, bepaalt de vereniging ook, in deze aanvraag, het bedieningsgbied van haar activiteiten en van welke puntencategorie ze het genot aanvraagt;c) indien de aanvraag tot erkenning betrekking heeft op as 3, bepaalt de vereniging ook, of het gaat om as 3, 1° of om as 3, 2°, het bedieningsgebied van haar activiteiten en van welke puntencategorie ze het genot aanvraagt.7° Een of meer bijlage(n) bij deze uitdrukkelijke aanvraag tot erkenning, die bepaalt : - de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 van dit besluit en, in voorkomend geval, de opleidingen die beantwoorden aan de bepalingen van de artikelen 10 tot 12 van dit besluit, de producties die beantwoorden aan de bepaling van de artikelen 15 tot 17 van dit besluit, of de analyses en studies zoals bedoeld in artikel 20 van dit besluit, de informatie- en communicatiecampagnes die beantwoorden aan de bepaling van artikel 25 van dit besluit, effectief uitgevoerd door de vereniging tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan haar aanvraag tot erkenning met inachtneming van de filosofie van het decreet en van de as(sen) waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, alsook het bewijs van hun uitvoering en hun evaluatie; - het territoriale actieveld dat effectief gedekt wordt door de vereniging tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan haar aanvraag tot erkenning. 8° een actieplan zoals bedoeld in artikel 7, 3° van het decreet dat overeenstemt met de assen waarvoor de erkenning wordt aangevraagd. Dit actieplan heeft betrekking op een periode van twee jaar voor een vereniging die een voorlopige erkenning aanvraagt zoals bedoeld in artikel 6, § 2 van het decreet.
Voor de verenigingen waarop artikel 37 van het decreet van toepassing is, heeft het actieplan betrekking op een periode van vijf jaar.
Het actieplan bepaalt voor elke as waarvoor de vereniging haar erkenning aanvraagt : a) de doelstellingen van de vereniging gedurende de periode van de programma-overeenkomst van vijf jaar of van de overeenkomst van twee jaar.b) de strategieën en methodes die de vereniging wil uitvoeren om te beantwoorden aan de verplichtingen gebonden aan de as of de assen waarvoor ze haar erkenning aanvraagt, alsook de puntencategorie waarvan ze het genot aanvraagt, zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 27 van dit besluit. Volgens de as(sen) waarin de vereniging haar erkenning aanvraagt, bepaalt het actieplan : a) voor een erkenning van as 1, de strategieën en de middelen die ze wil aanwenden om haar activiteiten te voeren inzonderheid met het publiek afkomstig uit volkskringen in de zin van het decreet;b) voor een erkenning van as 2, de uiteenzetting van de redenen waarom de vereniging van mening is dat haar opleidingen overeenstemmen met de bepalingen van de artikelen 1 en 3, 2 van het decreet. § 2. De beweging die haar erkenning aanvraagt, of de vereniging die haar erkenning aanvraagt in de puntencategorie bedoeld in artikel 6, § 3, dienen een enig dossier in dat de niet-zelfstandige overkoepelde verenigingen dekt.
Art. 30.Om specifiek erkend te worden als « beweging », krachtens artikel 5 van het decreet, beantwoordt de vereniging bovendien aan alle volgende uitdrukkelijke voorwaarden die ze bepaalt in haar erkenningsdossier : 1° de verenigingen die ze overkoepelt, identificeren alsook hun bedieningsgebied;2° een afschrift versturen van de statuten van deze verenigingen wanneer ze opgericht worden in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk.Deze moeten de onderschikkingsverbanden bepalen die ze hebben met de vereniging die ze overkoepelt; 3° indien de overkoepelde vereniging een feitelijke vereniging is, een afschrift versturen van een overeenkomst gesloten tussen de overkoepelende vereniging en de overkoepelde vereniging waarbij het onderschikkingsverband tussen deze verenigingen in het kader van het decreet vermeld wordt.
Art. 31.Indien de vereniging herhaaldelijk erkend, goedgekeurd, of een overeenkomst gesloten heeft of gesubsidieerd wordt door een andere overheidsmacht of in een andere sector van de Franse Gemeenschap, bepaalt de vereniging in haar aanvraag tot erkenning : a) de middelen waarover ze jaarlijks beschikt krachtens deze herhaaldelijke goedkeuring, erkenning, overeenkomst of subsidiëring;b) het voorwerp van deze herhaaldelijke goedkeuring, erkenning, overeenkomst of subsidiëring;c) wat verantwoordt, volgens haar, een specifieke erkenning krachtens het decreet. Afdeling 2. - Erkenningsprocedure
Onderafdeling 1. - Indiening van de aanvraag
Art. 32.Elke aanvraag tot erkenning wordt hoogstens op 31 maart van elk kalenderjaar, in viervoud ingediend, per brief aan de administratie, waarbij de postdatum als bewijs van verzending geldt.
De niet-naleving van deze termijn betekent de onontvankelijkheid van het dossier in het kader van het lopende boekjaar en het uitstel ervan tot het volgende boekjaar. In dit geval moet de vereniging een nieuwe bijgewerkte aanvraag indienen overeenkomstig het eerste lid van dit artikel.
Art. 33.Voor elk dossier stuurt de administratie een ontvangstbewijs binnen de dertig dagen na de ontvangst van het dossier. Deze geeft kennis aan de vereniging van de ontvankelijkheid van het dossier als het volledig is.
Indien het dossier ontvankelijk is, bepaalt het ontvangbewijs de naam van de ambtenaar van de administratie die belast is met de opvolging van het dossier alsook de naam, het adres en het beroepstelefoonnummer van de Inspecteur van de Algemene Dienst Inspectie van de cultuur die als opdracht heeft het verslag van de inspectie te geven. Het dossier wordt onverwijld door de Administratie naar de Inspectie en de Raad verstuurd.
Elk dossier waarin de bepaling van de artikelen 29 tot 31 van dit besluit niet wordt nageleefd, maakt het voorwerp van een aanvraag voor bijkomende informatie binnen de dertig dagen na de ontvangst. De vereniging heeft dertig dagen om de aangevraagde bijkomende informatie te verschaffen.
De Administratie beslist definitief over de ontvankelijkheid van het dossier binnen de maand na de ontvangst van de bijkomende informatie.
Indien het dossier niet aan de verplichtingen bepaald in de artikelen 29 tot 31 van dit besluit beantwoordt, wordt het geacht als onontvankelijk te zijn door de administratie die de vereniging ervan op de hoogte brengt en haar beslissing motiveert.
Onderafdeling 2. - Advies van de diensten van de Regering en van de Raad
Art. 34.§ 1. De Administratie en de Inspectie brengen hun advies uit aan de Raad en de Minister uiterlijk op 30 september van het boekjaar waarin het dossier als ontvankelijk geacht werd overeenkomstig artikel 32 van dit besluit.
Bij ontvangst van deze adviezen en vanaf de vervaldag bedoeld in § 1 van dit artikel, beschikt de Raad over een periode van drie maanden om zijn advies aan de Minister uit te brengen.
Art. 35.De administratie, de inspectie en de Raad zijn gerechtigd om de Minister een erkenning voor te stellen in een categorie die lager is dan die aangevraagd door de vereniging indien blijkt dat ze de territoriale en/of kwantitatieve criteria niet naleeft zoals bedoeld in de artikelen 2 tot 27 van dit besluit. Ze kunnen ook een vermindering van het aantal assen voorstellen. Deze voorstellen worden met redenen omkleed.
Art. 36.Bij ontvangst van de gezamenlijke adviezen van de Administratie, de Inspectie en de Raad, beschikt de Minister over een termijn van drie maanden om al dan niet te beslissen over de erkenning, voorlopig of van onbepaalde duur, van de vereniging krachtens de artikelen 6, § 2 en 37 van het decreet.
Indien de vereniging een beslissing tot weigering van de erkenning gekregen heeft om redenen die strikt verband houden met de begrotingsmiddelen, wordt ze geacht een aanvraag tot erkenning het jaar volgend op deze beslissing geldig te hebben ingediend, en dit zonder andere bijkomende formaliteit. De administratie en de inspectie beschikken over een termijn van drie maanden vanaf de beslissing van de Minister om, in voorkomend geval, aan deze vereniging bijkomende informatie aan te vragen die nodig is voor een bijwerking van haar dossier. In deze veronderstelling beschikt de vereniging over een termijn van twee maanden om de vereiste bijkomende informatie aan de administratie en de inspectie over te zenden.
Art. 37.Na de evaluaties bedoeld in artikel 6, § 2, 5° en 7° van het decreet, en ingeval deze evaluaties negatief zijn, beschikt de Raad over een termijn van drie maanden om zijn met redenen omklede advies over deze evaluaties aan de Minister over te zenden.
De Minister beschikt over een termijn van twee maanden om een met redenen omklede beslissing te nemen, binnen de perken bedoeld in artikel 6, § 2, 5° en 7° van het decreet. Deze termijn begint te lopen vanaf de ontvangst van de evaluatie uitgevoerd door de administratie of, in het geval bedoeld in het eerste lid, te rekenen vanaf de ontvangst van het met redenen omklede advies van de Raad.
Art. 38.De erkenning, voorlopig of van onbepaalde duur, wordt op één januari van het kalenderjaar toegekend waarin de Minister zijn beslissing neemt. HOOFDSTUK VII. - Uitbetaling en verantwoording van de subsidies
Art. 39.Vanaf 1 januari van elk jaar en voor zover de algemene uitgavenbegroting vooraf werd goedgekeurd, betaalt de Regering de subsidie bedoeld in artikel 9 van het decreet in twee schijven uit. De eerste schijf die gelijk is aan 85 % van de subsidie bedoeld in artikel 9 van het decreet, wordt uitbetaald voor hoogstens 31 maart.
De tweede schijf, dit is 15 % van de subsidie, wordt uitbetaald binnen uiterlijk drie maanden na de mededeling, door de vereniging, van haar balans en haar resultatenrekening betreffende het vorige kalenderjaar; de mededeling van deze jaarrekeningen opent het recht op de uitbetaling van het saldo van de subsidie.
Art. 40.Elke vereniging die subsidies in het kader van het decreet krijgt, voert haar boekhouding zoals bedoeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, in artikel 17 en de toepassingsbesluiten genomen met toepassing van die wet; de boekhouding moet worden gevoerd volgens deze principes te rekenen vanaf 1 januari van het eerste jaar waarvoor de vereniging krachtens het decreet erkend wordt.
Art. 41.De subsidie bedoeld in artikel 9 van het decreet die voor een jaar wordt toegekend, betreft hetzelfde kalenderjaar. Deze subsidie wordt verantwoord door de in aanmerking komende lasten van hetzelfde kalenderjaar. De lasten die in aanmerking worden genomen, zijn afhankelijk van een boekhoudkundige vastlegging tijdens ditzelfde boekjaar.
Art. 42.De vereniging deelt voor uiterlijk 30 juni haar activiteitenverslag, haar jaarrekeningen goedgekeurd door haar algemene vergadering en betreffende het vorige kalenderjaar aan de inspectie en de administratie mee.
De jaarrekeningen omvatten de documenten bedoeld bij de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.
Art. 43.De subsidies bedoeld in de artikelen 9, tweede lid en 10 van het decreet worden verantwoord door de lasten in verband met de bezoldiging, de sociale lasten of diverse lasten in verband met de betrekkingen van het personeel dat werkelijk wordt tewerkgesteld binnen de vereniging, overeenkomstig het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen.
Art. 44.De subsidies bedoeld in de artikelen 9, eerste lid en 11 van het decreet worden verantwoord door de lasten in verband met de werking en de activiteiten van de vereniging.
Bij wijze van uitzondering op het eerste lid, kan de vereniging, die dit aanvraagt bij de administratie en de inspectie, uiterlijk op 30 juni van het lopende kalenderjaar, voor hetzelfde kalenderjaar, ten hoogste 60 % van de subsidies bedoeld in de artikelen 9, eerste lid en 11 van het decreet verantwoorden door de lasten in verband met de bezoldiging, de sociale lasten of diverse lasten in verband met de betrekkingen.
Art. 45.De subsidies bedoeld in de artikelen 9, derde lid en 12, § 1 van het decreet worden verantwoord door de lasten in verband met de activiteiten van de vereniging die overeenstemmen met de as waarvoor deze subsidies worden toegekend.
Art. 46.De verenigingen bedoeld in artikel 12, § 3 van het decreet verantwoorden de subsidies die aan deze worden toegekend met toepassing van deze bepaling door de lasten in verband met hun werking en aan hun activiteiten; deze stemmen overeen met de as waarvoor deze subsidies worden toegekend.
Art. 47.De verenigingen die voorlopig worden erkend en die een subsidie genieten met toepassing van artikel 15 van het decreet, verantwoorden deze subsidie door de lasten in verband met hun werking en aan hun activiteiten; deze stemmen overeen met de as waarvoor deze subsidie wordt toegekend.
Deze verenigingen kunnen, in voorkomend geval, de subsidie die toegekend wordt met toepassing van artikel 15 van het decreet, verantwoorden door de uitgaven gebonden aan de bezoldiging, de sociale lasten en diverse lasten in verband met de betrekkingen van het personeel dat werkelijk binnen de vereniging wordt tewerkgesteld.
Art. 48.De verenigingen die erkend worden in het kader van as 3, zoals bedoeld in artikel 3, 3. van het decreet verantwoorden ten minste een voltijds equivalent toegewezen aan de opdrachten bedoeld in dit besluit voor deze as.
Art. 49.De verenigingen die erkend worden in het kader van as 4, zoals bedoeld in artikel 4, 4. van het decreet, verantwoorden ten minste een voltijds equivalent toegewezen aan de opdrachten bedoeld in dit besluit voor deze as.
Art. 50.De vereniging is ertoe gehouden, gedurende vijf jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op de toekenning van de erkenning, alle boekhoudkundige stukken te bewaren ter verantwoording van de aanwending van de toegekende subsidies en ze ter beschikking te stellen van de administratie en de inspectie voor nazicht, overeenkomstig de algemene bepalingen die van toepassing zijn op de begrotingen, op het toezicht op de subsidies en op de boekhouding van de Gemeenschappen en Gewesten alsook op de organisatie van het toezicht van het Rekenhof. HOOFDSTUK VIII. - Evaluatieprocedure
Art. 51.Met toepassing van artikel 19, eerste lid van het decreet, stuurt de vereniging de administratie en de inspectie uiterlijk op 30 juni van elk jaar, een activiteitenverslag en een boekhoudkundige balans betreffende het vorige kalenderjaar.
Met toepassing van artikel 19, tweede lid van het decreet, zendt de vereniging de administratie en de inspectie uiterlijk op 30 juni van het vervaljaar van de programma-overeenkomst, een algemeen verslag over de uitvoering van die programmaovereenkomst en, in voorkomend geval, een nieuw meerjarenactieplan over.
Art. 52.Met toepassing van artikel 20, eerste lid van het decreet stuurt de vereniging, die een overeenkomst geniet zoals bedoeld in artikel 15 van het decreet, uiterlijk op 1 april van elk jaar, een activiteitenverslag en een boekhoudkundige balans betreffende het vorige kalenderjaar aan de inspectie.
Met toepassing van artikel 20, tweede lid van het decreet stuurt de vereniging die een overeenkomst geniet zoals bedoeld in artikel 15 van het decreet, ten hoogste op 30 juni van het vervaljaar van de overeenkomst, een algemeen verslag over de uitvoering van deze overeenkomst en, in voorkomend geval, een nieuw meerjarenactieplan aan de administratie en de inspectie. HOOFDSTUK IX. - Beroepsprocedure
Art. 53.§ 1. De vereniging die het voorwerp uitmaakt van een beslissing van : a. weigering van erkenning;b. weigering van verandering van categorie krachtens artikel 26, § 2 van het decreet;c. ambtshalve verandering van categorie krachtens artikel 26, § 1 van het decreet;d. intrekking van de subsidie overeenkomstig artikel 24 van het decreet;e. intrekking van de erkenning; beschikt, na ontvangst van de kennisgeving van de beslissing, over een termijn van één maand om beroep bij de Minister aan te tekenen, met afschrift hiervan aan de administratie.
Dit beroep wordt bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs ingediend. Het bepaalt de gegevens waarop de vereniging zich baseert om de beslissing van de Minister te betwisten en of de vereniging door de Raad wenst gehoord te worden. § 2. De administratie stuurt onverwijld het beroep aan de Raad. Na ontvangst van dit beroep, stelt de Raad twee leden aan die belast worden met het onderzoek van dit beroep. Deze mogen het erkenningsdossier niet vooraf hebben behandeld.
Na aanstelling van de leden belast met het onderzoek van dit beroep beschikt de Raad over een termijn van twee maanden om een nieuw advies aan de Minister uit te brengen. Bij gebrek aan advies binnen deze termijn, wordt het geacht gunstig te zijn voor het beroep.
De Minister heeft één maand, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van de Raad om zijn beslissing te nemen. Bij gebrek aan beslissing binnen deze termijn wordt deze geacht in overeenstemming te zijn met het advies van de Raad. § 3. In geval van beroep betreffende de weigering van de erkenning, indien de Minister beslist de beslissing nietig te verklaren en de vereniging te erkennen, begint deze erkenning te lopen vanaf 1 januari van het boekjaar waarin de beslissing van de Minister genomen wordt. HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 54.Bij wijze van uitzondering op artikel 32, kunnen de verenigingen die een aanvraag tot erkenning in 2004 wensen in te dienen, deze aanvraag tot 30 september 2004 indienen, waarbij de postdatum als bewijs van verzending geldt.
In dit geval, in afwijking van artikel 38, kan de beslissing tot erkenning, voorlopig of van onbepaalde duur, uitwerking hebben vanaf één januari 2005 indien ze vóór 1 september 2005 genomen wordt.
Art. 55.§ 1. De verenigingen die vooraf erkend werden krachtens het decreet van 8 april 1976 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de organisaties voor permanente opvoeding van de volwassenen in het algemeen en aan de organisaties voor de sociaal-culturele bevordering van de arbeiders, genieten een buitengewone subsidie die overeenstemt met de periode tussen 1 juli 2003 en 31 december 2003.
De uitbetaling van deze buitengewone subsidie gebeurt als volgt, ter aanvulling van de subsidie bedoeld in artikel 9 van het decreet : - 23 % van de buitengewone subsidie wordt uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2004; - 38,5 % van de buitengewone subsidie wordt uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2005; - 38,5 % van de buitengewone subsidie wordt uitbetaald uiterlijk op 30 juni 2006. § 2. De buitengewone subsidie bedoeld in § 1 wordt vastgesteld als volgt : a) voor de verenigingen die in 2003 een vereenvoudigde subsidiëringsprocedure genoten op basis van een overeenkomst, zoals bedoeld in Hoofdstuk VII van het besluit van 18 mei 1995 genomen met toepassing van het decreet van 8 april 1976 : 50 % van de subsidie betreffende de werking en de activiteiten, uitbetaald in 2003 overeenkomstig de overeenkomst, met inbegrip van, in voorkomend geval, de niet-zelfstandige gewestelijke en plaatselijke verenigingen;b) voor de verenigingen die niet in 2003 een vereenvoudigde subsidiëringsprocedure genoten op basis van een overeenkomst, zoals bedoeld in Hoofdstuk VII van het besluit van 18 mei 1995 genomen met toepassing van het decreet van 8 april 1976 : 50 % van de subsidie betreffende de werking en de activiteiten, uitbetaald in 2003, berekend overeenkomstig de bepalingen van het besluit van 18 mei 1995 genomen met toepassing van het decreet van 8 april 1976. § 3. De buitengewone subsidie bedoeld in § 1 wordt verantwoord door de activiteiten uitgevoerd door de vereniging tussen 1 juli 2003 en 31 december 2003.
Art. 56.§ 1. De subsidies toegekend aan de verenigingen met toepassing van artikel 39 van het decreet, worden uitbetaald als volgt : - 80 % van het bedrag van de subsidie wordt uitbetaald uiterlijk op 30 april van elk jaar; - het saldo, dit is 20 % van het bedrag van de subsidie, wordt uitbetaald uiterlijk binnen de drie maanden na het verstuur door de vereniging aan de administratie en de inspectie van het jaarlijkse activiteitenverslag en de jaarrekeningen van het vorige jaar binnen de termijnen bedoeld in artikel 51. § 2. De vereniging die het jaarlijkse activiteitenverslag en de jaarrekeningen binnen de termijnen bedoeld in artikel 51 niet neerleggen, behoudens overmacht, verliest haar recht op de subsidie voor het lopende jaar.
Art. 57.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 mei 1995 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de organisaties voor permanente opvoeding van de volwassenen in het algemeen en van de organisaties voor de sociaal-culturele bevordering van de arbeiders, wordt opgeheven op de datum waarop dit besluit uitwerking heeft.
De Minister tot wiens bevoegdheid de permanente opvoeding behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 april 2004.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, Ch. DUPONT