14 APRIL 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen;

Gelet op het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 februari 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 31 maart 2004;

Gelet op het overleg met de representatieve studentenorganisaties erkend op het gemeenschapsniveau van 2 maart 2004;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van hoogstens vijf dagen;

Gelet op het advies 36.885/4 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen worden de woorden « minstens 30 weken » vervangen door de woorden « twee viermaandelijkse tijdvakken » zoals bepaald in het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten.

Art. 2.Artikel 4bis, 5°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 5° tijdens de zomervakantie, die begint ten vroegste de maandag die volgt op de afsluiting van de examenzittijd volgend op het tweede viermaandelijkse tijdvak ».

Art. 3.Artikel 16, tweede lid wordt aangevuld als volgt : « behalve voor de studenten voor wie ze uitzonderlijk open blijft ».

Art. 4.De subafdeling VI van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Subafdeling VI. - De vrijstellingen

Art. 10.Een student moet niet meer proeven en examens afleggen van een studiejaar waarvoor hij tijdens hetzelfde academiejaar ten minste 10/20 behaald heeft.

Een student moet niet meer proeven en examens afleggen van een cursus waarvoor hij tijdens de vijf vorige academiejaren ten minste 12/20 behaald heeft, ongeacht de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogeschool waar hij zich daarna inschrijft. De student die dergelijke punten behaald heeft, geniet dus een vrijstelling.

Wanneer een student overgaat naar een andere hogeschool of afdeling of examen aflegt voor een commissie voor hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, blijft hij de vrijstelling voor de examens genieten voor vakken of activiteiten waarvan de overheid van de hogeschool beslist dat ze gelijkaardig en gelijkwaardig zijn met die van zijn nieuw programma.

In de afdelingen normaal voorschools onderwijs, normaal lager onderwijs, normaal secundair onderwijs en normaal technisch middelbaar onderwijs georganiseerd in de pedagogische categorie wordt er geen enkele vrijstelling gegeven voor de stages aan de studenten die hetzelfde studiejaar herbeginnen. »

Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) § 1, 1° wordt geschrapt;b) § 1, 2° wordt § 1, 1°;c) in § 1, 3° worden de woorden « sub 2 » vervangen door de woorden « sub 1 »;d) § 1, 3° wordt § 1, 2°;e) § 1, 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° De onderwijsactiviteiten waarvoor de student het minimum 10/20 niet verkreeg, overschrijden met niet meer dan één vijfde het aantal uren van het studiejaar of dekken niet meer dan 12 kredieten.»; f) in § 2, eerste lid, worden de woorden « minstens 12/20 » vervangen door de woorden « minstens 10/20 ».

Art. 6.In artikel 11bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 1 worden de woorden « ten minste 12/20 » vervangen door de woorden « ten minste 10/20 »;b) § 1, 1° wordt geschrapt;c) § 1, 2° wordt § 1, 1°;d) in § 1, 3° worden de woorden « sub 2° » vervangen door de woorden « sub 1° »;e) § 1, 3° wordt § 1, 2°;f) § 1, 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : 3° De onderwijsactiviteiten waarvoor de student het minimum 10/20 niet verkreeg, overschrijden met niet meer dan één vierde het aantal uren van het studiejaar of dekken niet meer dan 15 kredieten.»;

Art. 7.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Een student die zonder van afdeling te veranderen, naar een andere hogeschool overgaat, kan een persoonlijk programma krijgen dat het geheel van het studieprogramma vormt dat in de eerste zittijd moet worden voorgelegd om het verschil tussen de programma's te verhelpen ».

Art. 8.In artikel 18, derde lid van hetzelfde besluit worden de woorden « of voor examens van de tweede zittijd » ingevoegd tussen de woorden « voor het examen » en de woorden « , datum ».

Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 15 september 2004.

Brussel, 14 april 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, F. DUPUIS