gepubliceerd op 23 december 2003
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat
8 OKTOBER 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het Rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1 gewijzigd bij de wetten van 27 juli 1971, 11 juli 1973 en 19 december 1974, bij het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september 1986 en bij de decreten van 27 december 1993, 24 juli 1997 en 20 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, voor het laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 oktober 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 augustus 2003;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 10 september 2003;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 25 september 2003, vastgesteld binnen het Comité van Sector IX en van het Comité voor de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten - Afdeling II, samen vergaderd;
Op de voordracht van de Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 oktober 2003, Besluit :
Artikel 1.In hoofdstuk A van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het schriftelijk onderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, voor het laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 oktober 2002, wordt tussen de rubrieken « Kleuteronderwijzeres » en « Hoofdkleuteronderwijzeres en hoofdkleuteronderwijzeres van een autonome kleuterschool » een rubriek ingevoegd, luidend als volgt : « Kleuteronderwijzer belast met de onderdompelingscursussen : a) houder van het bekwaamheidsbewijs 206/2;b) houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen : 206/2;1. het diploma leraar lager onderwijs of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van kleuteronderwijzer, uitgereikt in de onderdompelingstaal;2. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal, of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift, uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal uitgereikt door de Franse Gemeenschap;4. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;6. het diploma geaggregeerde in het hoger secundair onderwijs (GHSO) uitgereikt in de onderdompelingstaal of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van GHSO uitgereikt in de onderdompelingstaal;7. het diploma GHSO aangevuld met een getuigschrift HSO uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;8. het diploma GHSO aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;9. het diploma licentiaat (Germaanse filologie, Germaanse taal- en letterkunde of moderne taal- en letterkunde) aangevuld met een diploma GHSO;10. het diploma licentiaat vertaler of licentiaat tolk met vermelding van de onderdompelingstaal aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of cursussen in het middelbaar technisch normaalonderwijs;11. het diploma GLSO uitgereikt in de onderdompelingstaal of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van GLSO uitgereikt in de onderdompelingstaal;12. het diploma GLSO aangevuld met een getuigschrift HSO uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;13. het diploma GLSO aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;14. het diploma GLSO aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal;15. het diploma GLSO aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal;16. het diploma kleuteronderwijzeres aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van een tweede taal uitgereikt door de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens;c) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/1.»
Art. 2.In hoofdstuk B van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt tussen de rubrieken « leraar lager onderwijs » en « leraar lager onderwijs op de lagere oefenschool » een rubriek ingevoegd, luidend als volgt : « Leraar lager onderwijs voor de onderdompelingscursussen : a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs : 206/2;b) houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen : 206/2 : 1.het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;4. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs, aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal, uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;6. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van voorschools of kleuteronderwijzer, uitgereikt in de onderdompelingstaal;7. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met een getuigschrift hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift, uitgereikt in de onderdompelingstaal;8. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;9. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;10. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;11. het diploma lerares lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van een tweede taal uitgereikt door de Franse Gemeenschap zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens;c) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/1.»
Art. 3.In hoofdstuk C van artikel 2 van hetzelfde besluit, wordt tussen de rubrieken « Leraar algemene vakken » en « leraar algemene vakken op de middelbare oefenschool » een nieuwe rubriek ingevoegd, luidend als volgt : « Leraar algemene vakken belast met de onderdompelingscursussen : a) houder van het bekwaamheidsbewijs;216; b) houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen 216 : 1.het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen) uitgereikt in de onderdompelingstaal of een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen) uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen) aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;4. voor de onderdompelingscursussen in de Nederlandse taal, het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. voor de onderdompelingscursussen in de Duitse taal, het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal, uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;6. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen), uitgereikt in de onderdompelingstaal;7. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;8. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;9. het diploma licentiaat (Germaanse filologie, Germaanse talen en letteren of moderne talen en letteren) aangevuld met een diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs;10. het diploma licentiaat vertaler of licentiaat tolk met vermelding van de onderdompelingstaal aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of cursussen in het middelbaar technisch normaalonderwijs;11. voor de onderdompelingscursussen in de Nederlandse taal, het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;12. voor de onderdompelingscursussen in de Duitse taal, het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;13. het diploma licentiaat (alle kwalificaties) of een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van licentiaat (alle kwalificaties) uitgereikt in de onderdompelingstaal;14. het diploma licentiaat (alle kwalificaties) aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;15. het diploma licentiaat (Germaanse filologie, Germaanse taal- en letterkunde of moderne taal- en letterkunde);16. het diploma licentiaat (alle kwalificaties) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;17. het diploma licentiaat vertaler of licentiaat tolk met vermelding van de onderdompelingstaal;c) houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen : 206/3 : 1.het diploma leraar lager onderwijs of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van leraar lager onderwijs, uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met een getuigschrift hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift, uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;4. voor de onderdompelingscursussen in de Nederlandse taal, het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. voor de onderdompelingscursussen in de Duitse taal, het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;d) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair onderwijs 206/3;e) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/2.»
Art. 4.In hoofdstuk D van artikel 2 van hetzelfde besluit worden in de rubriek « Leraar algemene vakken » de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in punt b) worden de woorden « of van een diploma van burgerlijk ingenieur » vervangen door de woorden « van een diploma burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, licentiaat vertaler of licentiaat tolk, wat betreft de laatste drie bekwaamheidsbewijzen, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid »;2. in punt c) worden de woorden « industrieel ingenieur » ingevoegd tussen de woorden « handelsingenieur » en de woorden « licentiaat ».
Art. 5.In hoofdstuk D van hetzelfde artikel 2 van het besluit wordt tussen de rubrieken « leraar algemene vakken » en « Leraar katholieke of protestantse godsdienst » een rubriek ingevoegd, luidend als volgt : « Leraar algemene vakken belast met de onderdompelingscursussen : a) Houder van het bekwaamheidsbewijs 415;b) Houder van de volgende bekwaamheidsbewijzen 415 : 1.het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) uitgereikt in de onderdompelingstaal of een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;4. voor de onderdompelingscursussen in de Nederlandse taal, het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal, uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. voor de onderdompelingscursussen in de Duitse taal, het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs (alle groepen) aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;6. het diploma licentiaat vertaler of licentiaat tolk met de vermelding van de onderdompelingstaal, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of cursussen in het middelbaar normaalonderwijs;7. het diploma licentiaat (Germaanse filologie, Germaanse taal- en letterkunde of moderne taal- en letterkunde) met vermelding van de onderdompelingstaal, aangevuld met een diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs;c) houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen : 245 : 1.het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen), een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs, uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen), aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat van het getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen), aangevuld met een getuigschrift grondige kennis in de onderdompelingstaal;4. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen), aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs (alle richtingen), aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;d) houder van een ander bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad : 411;e) houder van een ander bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 2e graad : 340;f) houder van een ander bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 1e graad : 216;g) houder van een ander bekwaamheidsbewijs : 206/3.»
Art. 6.In hoofdstuk Dbis « Het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair onderwijs » van artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° letter f) van de rubriek « 2.Werkmeester » wordt geschrapt; 2° de tekst van de rubriek « 3.Werkmeester van een technisch en pedagogisch centrum » wordt vervangen door de volgende woorden : a) dat in het lager secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks tot het ambt van werkmeester van een technisch en pedagogisch centrum kon worden toegelaten 226/1;b) dat in het hoger secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft, ander dan dat van begeleider in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming, waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van werkmeester in een technisch en pedagogisch centrum : 1.houder van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad 416; 2. houder van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 2e graad 345;3. houder van een vereist bekwaamheidsbewijs ander dan de bekwaamheidsbewijzen bedoeld sub 1 en 2 231 c) dat in het hoger secundair onderwijs in vast verband het ambt van begeleider uitgeoefend heeft in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming, waarbij hij onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van werkmeester in een technisch en pedagogisch centrum en waarvan het bekwaamheidsbewijs het volgende is : 1.een bekwaamheidsbewijs van de 2e graad 249; 2. een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 1e graad 246;c) dat in het lager secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft, ander dan dat van begeleider in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming, waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van werkmeester in een technisch en pedagogisch centrum en waarvan het bekwaamheidsbewijs hem zou hebben toegelaten toegang te krijgen tot het overeenkomstige wervingsambt in het hoger secundair onderwijs : 1.als dat bekwaamheidsbewijs een bekwaamheidsbewijs is van het hogere niveau van de 3e graad 251; 2. als dat bekwaamheidsbewijs een bekwaamheidsbewijs is van het hogere niveau van de 2e graad 249;3. als dat bekwaamheidsbewijs een ander bekwaamheidsbewijs is dan dat bedoeld sub 1 en 2 231;e) dat in het lager secundair onderwijs in vast verband het ambt van begeleider uitgeoefend heeft in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming waarbij hij onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van werkmeester in een technisch en pedagogisch centrum en waarvan het vereiste bekwaamheidsbewijs hem zou hebben toegelaten toegang te krijgen tot het overeenstemmende wervingsambt in het hoger secundair onderwijs en : 1 - houder van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 2e graad 249 2 - houder van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 1e graad 246 » 3° de tekst van de rubriek « 9.Directeur van een technisch en pedagogisch centrum » wordt door de volgende tekst vervangen : a) dat in het lager secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft waarbij hij onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van directeur van een technisch en pedagogisch centrum 252;b) dat in het hoger secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van directeur van een technisch en pedagogisch centrum waarvan het vereiste bekwaamheidsbewijs het volgende is : 1.een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad 417; 2. een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 2e graad of van de 1e graad 418 »;4° de tekst van de rubriek « 10.Directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming » wordt door de volgende woorden vervangen : « a) dat in het lager secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft waarbij hij onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming 252; b) dat in het hoger secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming en waarvan het vereiste bekwaamheidsbewijs het volgende is : 1.een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad 417; 2. een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 2e graad of de 1e graad 418.»
Art. 7.Hetzelfde hoofdstuk Dbis « Het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair onderwijs » van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt met een punt 12 aangevuld, luidend als volgt : « 12. Directeur van een recreatie- en openluchtcentrum 167 ».
Art. 8.Hetzelfde hoofdstuk Dbis « Het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair onderwijs » van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt met een punt 13 aangevuld, luidend als volgt : « 13. Directeur van een technisch tuinbouwcentrum van het Franse Gemeenschapsonderwijs : a) dat in het lager secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft waarbij hij onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming 252;b) dat in het hoger secundair onderwijs in vast verband het wervingsambt uitgeoefend heeft waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks kon worden toegelaten tot het ambt van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming waarvan het vereiste bekwaamheidsbewijs is : 1.een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad 417; 2. een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 2e graad of van de 1e graad 418.»
Art. 9.Vanaf 1 september 2005, in hoofdstuk A van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt de rubriek « Kleuteronderwijzer belast met de onderdompelingscursussen » vervangen door : « Kleuteronderwijzer belast met de onderdompelingscursussen : a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216;b) houder van één van de volgende vereiste bekwaamheidsbewijzen : 216 : 1.leraar lager onderwijs of buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van leraar lager onderwijs, uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. leraar lager onderwijs aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift, uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. leraar lager onderwijs aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal uitgereikt door de Franse Gemeenschap;4. kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;6. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs in de onderdompelingstaal of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat diploma uitgereikt in de onderdompelingstaal;7. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met het getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;8. het diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;9. het diploma licentiaat (Germaanse filologie, Germaanse taal- en letterkunde of moderne taal- en letterkunde) aangevuld met een diploma geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs;10. het diploma licentiaat vertaler of licentiaat tolk met de vermelding van de onderdompelingstaal aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of cursussen in het middelbaar technisch normaalonderwijs;11. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat diploma uitgereikt in de onderdompelingstaal;12. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;13. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;14. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal;15. het diploma van GLSO aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal;16. het diploma kleuteronderwijzeres aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van een tweede taal uitgereikt door de Franse Gemeenschap zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens;c) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/1.
Art. 10.Vanaf 1 september 2005, in hoofdstuk B van hetzelfde artikel 2 van hetzelfde besluit wordt de rubriek « kleuteronderwijzer belast met de onderdompelingscursussen » vervangen door : « Kleuteronderwijzer belast met de onderdompelingscursussen » a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs : 216;b) houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen : 216 : 1.het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met een getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;4. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. het diploma geaggregeerde van het lager secundair onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;6. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat overeenstemt met dat van voorschools of kleuteronderwijzer uitgereikt in de onderdompelingstaal;7. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift hoger secundair onderwijs uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift uitgereikt in de onderdompelingstaal;8. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;9. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;10. het diploma voorschools of kleuteronderwijzer aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap;11. het diploma lerares lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van een tweede taal uitgereikt door de Franse Gemeenschap zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens;c) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/1.»
Art. 11.Vanaf 1 september 2005, in hoofdstuk C van artikel 2 van hetzelfde besluit, wordt punt c) van de rubriek « Leraar algemene vakken belast met de onderdompelingscursussen » vervangen door hetgeen volgt : c) Houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen : 216 : 1.het diploma kleuteronderwijzer of een buitenlands pedagogisch bekwaamheidsbewijs, uitgereikt in de onderdompelingstaal; 2. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, uitgereikt in de onderdompelingstaal of met een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat minstens overeenstemt met dat getuigschrift, uitgereikt in de onderdompelingstaal;3. het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de onderdompelingstaal;4. voor de onderdompelingscursussen in de Nederlandse taal het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal, uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;5. voor de onderdompelingscursussen in de Duitse taal, het diploma leraar lager onderwijs aangevuld met het getuigschrift grondige kennis van de Duitse taal uitgereikt door de Duitstalige Gemeenschap.»
Art. 12.Tussen 1 september 2003 en 31 augustus 2004, genieten de personeelsleden bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dit besluit, met uitzondering van die bedoeld in punt « c) houder van een ander bekwaamheidsbewijs » de rubrieken « kleuteronderwijzeres belast met onderdompelingscursussen » en « leraar lager onderwijs belast met onderdompelingscursussen », alsmede de personeelsleden bedoeld in punt c), in artikel 3 van dit besluit, een weddeverhoging gelijk aan 65 % van het verschil tussen de wedde ontvangen op basis van schaal 206/2 of 206/3, naargelang het geval, en deze verschuldigd op basis van schaal 216.
Tussen 1 september 2004 en 31 augustus 2005 genieten dezelfde personeelsleden een weddeverhoging gelijk aan 82,5 % van het verschil van de wedde verschuldigd bij toepassing van de voornoemde schalen.
Art. 13.In afwijking van artikel 7 blijft het personeelslid, dat benoemd is in het ambt van directeur van een recreatie- en openluchtcentrum op de datum van inwerkingtreding van het decreet van 20 december 2001 tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap, en dat vlak vóór zijn benoeming in het bedoelde ambt, voor het wervingsambt waarin het hij vastbenoemd werd, een weddeschaal genoot die hem een wedde bezorgde die hoger was dan die bedoeld in de schaal 167, de weddeschaal genieten verbonden aan het bedoelde wervingsambt.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2003 met uitzondering van de artikelen 6, 7 en 13, die uitwerking hebben met ingang van 1 februari 2002, en van artikel 8, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2003.
Art. 15.De Minister tot wiens bevoegdheid de statuten van de leden van het onderwijspersoneel behoren, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 oktober 2003.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitennormaalonderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Onderwijs voor Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS