gepubliceerd op 26 oktober 1999
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een toelage voor het schooljaar 1999-2000 aan het gesubsidieerd confessioneel vrij onderwijs, in toepassing van artikel 8 van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie
11 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een toelage voor het schooljaar 1999-2000 aan het gesubsidieerd confessioneel vrij onderwijs, in toepassing van artikel 8 van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de artikelen 55 en volgende van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit;
Gelet op het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie;
Gelet op het decreet van 17 juli 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 december 1995 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 juni 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van de Regering van de Franse Gemeenschap, gegeven op 10 juni 1999;
Gelet op het akkoord van 7 juni 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :
Artikel 1.Een globale toelage van negentien miljoen vijfhonderd eenentwintigduizend zevenhonderd tweeëntwintig frank (19 521 722 BEF) ten laste van het krediet uitgetrokken op de basisallocatie 01.01 van het activiteitenprogramma 90 van de organisatie-afdeling 51 wordt toegekend aan de inrichtende machten van het gesubsidieerd confenssioneel vrij onderwijsnet die de positieve discriminatie toepassen.
Art. 2.De bij artikel 1 bedoelde toelage is bestemd om de werkingsuitgaven te dekken.
Art. 3.De bij artikel 1 bedoelde toelage wordt verdeeld tussen de basisscholen van de hierna vermelde zones : 1. Zone Brussel, overeenkomstig de synthesetabel als bijlage voorgedragen door het Coördinatiecomité, voor een totaal bedrag van 5 230 962 BEF.2. Zone Namen, overeenkomstig de synthesetabel als bijlage voorgedragen door het Coördinatiecomité, voor een totaal bedrag van 859 246 BEF.3. Zone Dinant, overeenkomstig de synthesetabel als bijlage voorgedragen door het Coördinatiecomité, voor een totaal bedrag van 185 974 BEF.4. Zone Charleroi, overeenkomstig de synthesetabel als bijlage voorgedragen door het Coördinatiecomité, voor een totaal bedrag van 2 819 979 BEF.5. Zone Bergen, overeenkomstig de synthesetabel als bijlage voorgedragen door het Coördinatiecomité, voor een totaal bedrag van 1 322 596 BEF.6. Zone Doornik, overeenkomstig de synthesetabel als bijlage voorgedragen door het Coördinatiecomité, voor een totaal bedrag van 1 432 015 BEF.7. Zone Nijvel, overeenkomstig de synthesetabel als bijlage voorgedragen door het Coördinatiecomité, voor een totaal bedrag van 57 950 BEF.
Art. 4.een aanvullende werkingstoelage voor een globaal bedrag van zeven miljoen zeshonderd dertien duizend frank (7 613 00 BEF) wordt toegekend aan de leerlingen die regelmatig ingeshreven zijn in de basisscholen of -vestigingsplaatsen die de positieve discriminatie genieten, ten belope van tweehonderd vijftig frank (250 BEF) per leerling
Art. 5.De toelagen van minder dan tweehonderdduizend frank worden uitbetaald in een enkele schijf vanaf 1 september 1999.
Art. 6.De toelagen boven de tweehonderduizend frank worden in twee schijven uitbetaald, respectievelijk van 80 % en 20 % op 1 september 1999 en 1 januari 2000.
Art. 7.Op het einde van de voorziene activiteiten en uiterlijk 30 september 2000, stuurt de gerechtigde inrichtende macht een activiteitenverslag naar de Commissie voor positieve discriminatie waarin begrepen een synthesenota.
Art. 8.De gerechtigde inrichtende macht houdt gedurende vijf jaar een afzonderlijke boekhouding ter beschikking van de dienst voor Verificatie van de Franse Gemeenschap, waarin de gedetailleerde rekening van de inkomsten en uitgaven, samen met alle originele bewijsstukken die chronologisch zijn gerangschikt.
Art. 9.De gerechtigde inrichtende macht is verplicht elk niet opgebruikt bedrag aan de Franse Gemeenschap terug te storten alsook elke uitgave die niet overeenstemt met het register als bijlage of waarvoor de bewijsstukken niet als overeenstemmend zijn erkend of die reeds door een andere toelage zijn gedekt.
Brussel, 11 juni 1999.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, Mevr. L. ONKELINX