Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 16 juni 1999
gepubliceerd op 22 september 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de organisatie en de werking van de commissies voor de evaluatiemiddelen in het basisonderwijs en in het secundair onderwijs en de verspreiding van de evaluatiemiddelen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029516
pub.
22/09/1999
prom.
16/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/16/1999029516/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de organisatie en de werking van de commissies voor de evaluatiemiddelen in het basisonderwijs en in het secundair onderwijs en de verspreiding van de evaluatiemiddelen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, inzonderheid op de artikelen 19, 29, 38, 52 en 62, § 3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 april 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 mei 1999;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 1999 over de aanvraag om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 juni 1999, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het onderwijs behoort;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 1999, Besluit :

Artikel 1.De commissie voor de evaluatiemiddelen betreffende de basisvaardigheden, de commissie voor de evaluatiemiddelen voor de algemene en technische humaniora, de commissie voor de evaluatiemiddelen voor de beroeps- en technische humaniora ingesteld bij het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Algemene Dienst Algemene Zaken, Onderzoek inzake Onderwijs en Sturing van het onderwijs tussen de netten.

Art. 2.Wanneer de commissie voor de evaluatiemiddelen betreffende de basisvaardigheden per niveau opgesplitst wordt, zijn beide subcommissie als volgt samengesteld : 1° de subcommissie voor de evaluatiemiddelen voor het basisonderwijs bestaat uit acht leden aangewezen door de Minister op de voordracht van de Algemene Raad voor het basisonderwijs, de vertegenwoordiger(s) van de inspectie van het basisonderwijs en de afgevaardigde van het bestuur;2° de subcommissie voor de evaluatiemiddelen voor de eerste graad van het secundair onderwijs bestaat uit acht leden aangewezen op de voordracht van de Algemene Overlegraad voor het secundair onderwijs, de vertegenwoordiger(s) van de inspectie van het secundair onderwijs en de afgevaardigde van het bestuur.

Art. 3.De commissies en de subcommissies voor de evaluatiemiddelen kunnen in hun midden werkgroepen oprichten en deskundigen uitnodigen om eraan deel te nemen. De werkgroepen brengen verslag uit aan de commissie of aan de subcommissie voor de programma's waaruit zij voortgekomen zijn.

Art. 4.Het lid van de commissie dat een lid vervangt dat met zijn activiteiten stopt, voleindigt het mandaat van zijn voorganger.

Art. 5.Het secretariaat van de commissies en de subcommissies en van hun werkgroepen wordt waargenomen door personeelsleden van de Algemene Dienst Algemene Zaken, Onderzoek inzake Onderwijs en Sturing van het onderwijs tussen de netten of door de opdrachtgelastigden bedoeld bij artikel 16 van het besluit van 29 oktober 1997 betreffende de organisatie en de werking van de begeleidingscommissies opgericht bij het decreet.

Art. 6.De commissies en de subcommissies worden door de voorzitter samengeroepen, het zij op hun initiatief, hetzij op het verzoek van ten minste een derde van de leden.

De oproepingsbrieven worden tien werkdagen vóór de datum van de vergadering naar de leden gezonden. De agenda wordt erin vermeld.

De commissies en de subcommissies kunnen alleen over de punten van de agenda beraadslagen en beslissen.

De commissies en de subcommissies beraadslagen en beslissen geldig ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 7.De notulen van de vergaderingen worden naar de betrokken leden van de commissies of de subcommissies gestuurd en naar de leden van het bureau van de gemeenschappelijke begeleidingscommissie.

Art. 8.De commissies voor het programma kunnen gezamenlijk een huishoudelijk reglement opmaken dat zij ter goedkeuring aan de gemeenschappelijke begeleingscommissie voorleggen.

Art. 9.De vergaderingen van de commissies en de subcommissies hebben plaats in de lokalen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art. 10.De commissies kunnen hun werkzaamheden baseren op voorstellen van gestandardiseerde tests die opgemaakt werden : 1° in het kader van opzoekingen op onderwijsvlak, gesubsidieerd door de Minister van de Franse Gemeenschap;de leden van die begeleidingscomités voor die opzoekingen worden aangewezen door de Minister van Onderwijs of zijn afgevaardigde op de voordracht van de Gemeenschappelijke Begeleidingscommissie; 2° door de pedagogische diensten van de Franse Gemeenschap en de inrichtende machten.

Art. 11.De commissie stellen elk jaar tegen 30 juni een activiteitenverslag op waarin de werkvooruitzichten voor het volgend jaar opgenomen zijn.

De commissie voor de evaluatiemiddelen betreffende de basisvaardigdheden deelt haar verslag aan de centrale begeleidingscommissies mede.

De commissie voor de evaluatiemiddelen voor de algemene en technische humaniora en de commissie voor de evaluatiemiddelen voor de beroeps- en technische humaniora zenden hun verslag naar de centrale begeleidingscommissie van het secundair onderwijs.

Art. 12.Wanneer zij aan de vergaderingen van de commissies en de subcommissies of van hun werkgroepen deelnemen, worden de leden als in dienstactiviteit beschouwd voor zover die administratieve stand op hen kan toegepast worden.

De leden van de commissies en de deskundigen krijgen hun reis- en verblijfkosten terugbetaald onder dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van rang 12 van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 13.De Algemene Dienst Algemene Zaken, Onderzoek inzake Onderwijs en Sturing van het Onderwijs tussen de netten verspreidt reeksen van gestandardiseerde tests via de pedagogische site die hij op het net Internet ontwikkelt.

Art. 14.De Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 juni 1999.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, Mevr. L. ONKELINX

^