Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 21 juni 1999
gepubliceerd op 27 juli 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de aankoop, het huren en het gebruiken van voertuigen bestemd voor de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, voor sommige instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschap en voor de Kabinetten van de Ministers die lid zijn van de Regering van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029375
pub.
27/07/1999
prom.
21/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/21/1999029375/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de aankoop, het huren en het gebruiken van voertuigen bestemd voor de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, voor sommige instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschap en voor de Kabinetten van de Ministers die lid zijn van de Regering van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 maart 1999 en 21 mei 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 2 juni 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 2 juin 1999;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van 31 mei 1999 van de Regering, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, op de instellingen van openbaar nut die afhangen van het Comité van Sector XVII alsook op de Kabinetten van de Ministers die lid zijn van de Regering van de Franse Gemeenschap, hierna het bestuur genoemd.

Art. 2.De functie- en de dienstwagens waaruit het wagenpark van het bestuur bestaat worden ofwel in volle eigendom gekocht ofwel gehuurd.

De aankoop op de huur van een functie- of een dienstwagen bedoeld bij lid 1 is ondergeschikt aan de volgende beperkingen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onder maximale prijs bedoeld bij vorig lid moet verstaan worden de aankoopprijs, basisprijs en eventuele opties, exclusief BTW. Deze prijs is gekoppeld aan de schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de reglementering bepaald door de wet van 1 maart 1977, houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Deze prijs is gekoppeld aan de spilindex 138, 01.

Elke aankoop van een wagen moet vooreerst het advies krijgen van de Inspectie van Financïen.

Art. 3.Elk jaar wordt er aan de Minister van Ambtenarenzaken en aan de Inspectie van Financiën een inventaris overgemaakt van het voertuigenpark waaruit het wagenpark van het bestuur bestaat.

In de inventaris wordt er onder meer nota genomen van de kilometerstand van elke wagen.

De trajecten afgelegd met een van die wagens geven geen recht op een vergoeding. Alle kosten voortvloeiend uit het gebruik en het onderhoud van bedoelde wagens vallen ten laste van de begroting van de Gemeenschap.

Wat de ministeriële kabinetten betreft, worden de behoeften inzake wagens bij de aanvang bepaald rekening gehouden met de lijst van de wagens die van de vorige kabinetten zijn overgenomen en rekening gehouden met het aantal, de kenmerken, de ouderdom en de kilometerstand van de wagens die zich in elk kabinet bevinden.

Art. 4.De directeurs van de kabinetten, de voorzitter van de raad van bestuur van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", de leidend ambtenaren en adjunct-leidend ambtenaren van ten minste rang 16 van de bij artikel 1 bedoelde instellingen alsook de leden van het beperkt College van ambtenaren-generaal bedoeld bij artikel 12 van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap hebben de keuze : ofwel bestendig beschikken over een functiewagen met autobestuurder eigendom van het bestuur, ofwel hun eigen wagen gebruiken voor hun verplaatsingen in dienstverband, in toepassing van artikel 16 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Wat de aankoop of het huren van een functiewagen betreft bedoeld bij lid 1, kan er gebruik gemaakt worden van de langdurige huur (leasing) op voorwaarde dat dit contract een gebruik van ten minste 100 000 km dekt.

De langdurige huur met uitoefening van het optierecht op aankoop wordt gelijkgesteld op het ogenblik van de uitoefening van het optierecht op aankoop met een aankoop in volle eigendom.

De langdurige huur zonder uitoefening van het optierecht op aankoop wordt gelijkgesteld met een gewone huur.

Wat het gebruik van een eigen wagen betreft in toepassing van lid 1, wordt artikel 16 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten als volgt onderverdeeld : 1° de gerechtigden beschikken over een jaarlijks forfaitair quotum van 25 000 kilometers en krijgen de bijstand van een autobestuurder;2° de belastbare kracht van de wagen die het cijfer van de kilometervergoeding bepaalt is ten hoogste 11 PK. Voor de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap kan de secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap het jaarlijks forfaitair quotum van de kilometers bedoeld bij vorig lid inkorten, rekening houdend met de specifieke toestand van ieder gerechtigde.

Art. 5.De dienstwagens die tot het bestuur behoren, met of zonder autobestuurder, mogen enkel door de personeelsleden worden gebruikt voor verplaatsingen in beroepsverband en onder de voorwaarden bepaald ofwel door de secretaris-generaal op de voordracht van het beperkt College van ambtenaren-generaal, ofwel door de ambtenaar die de leiding heeft van de instelling van openbaar nut ofwel door de Minister of lid van zijn Kabinet dat hij daartoe aanstelt, ieder wat het wagenpark betreft dat van het bestuur afhangt dat onder zijn leiding staat.

Art. 6.Op het einde van een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, kan de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, na advies van de Inspectie van Financiën, andere maximale prijzen vaststellen dan deze bedoeld in de tabel van artikel 2 wanneer een verhoging van de marktprijzen van de wagens zich heeft voorgedaan.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 juni 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-CL. VAN CAUWENBERGHE

^