gepubliceerd op 14 juli 1999
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het toezicht uitgeoefend door de ambtenaren van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap
7 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het toezicht uitgeoefend door de ambtenaren van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten, en inzonderheid op artikel 5bis, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, inzonderheid op de artikelen 1, 21 en 22;
Gelet op het decreet van 1 december 1997 betreffende het kijk- en luistergeld, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 augustus 1987 betreffende het kijk- en luistergeld;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 augustus 1987 betreffende het kijk- en luistergeld;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Begroting en Ambtenarenzaken;
Overwegende dat sommige personeelsleden van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap, voor de uitoefening van hun ambt, in staat moeten worden gesteld om inbreuken op de wetten en andere besluiten genomen in uitvoering van deze wetten te bepalen en op te sporen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In de zin van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, wat de Franse Gemeenschap betreft, dient verstaan te worden onder : Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld : De Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap zoals bepaald bij artikel 3 van het decreet van 1 december 1997 houdende oprichting van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap.
Art. 2.§ 1. Wat de Franse Gemeenschap betreft en onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 21, 2° tot 5°, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, wordt de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie toegekend aan de ambtenaren hierna vermeld voor het opsporen en betwisten via procesverbalen van inbreuken op de bepalingen van de voornoemde wet en van haar uitvoeringsbesluiten : 1° de heer Guy Brouvers, leidend ambtenaar;2° de heer Philippe Buelen, leidend ambtenaar adjunct;3° de heer Didier Marquet, attaché;4° de heer Hervé Bloom, gegradueerde;5° Mevr.Séverine Dadoumont, gegradueerde; 6° Mevr.Christine Guisse, gegradueerde; 7° de heer Frédéric Thomsin, gegradueerde;8° de heer Patrice Broeders, assistent;9° de heer Ivan Cox, assistent;10° de heer Freddy Crevin, assistent;11° de heer Robert Kremer, assistent;12° Mevr.Christelle Lempereur, assistent; 13° de heer Guy Molens, assistent;14° de heer Jean-Claude Philippet, assistent;15° de heer Victor Ramelot, assistent;16° de heer Pierre Verdoodt, assistent. § 2. De ambtenaren die, bij de inwerkingtreding van dit besluit regelmatig houder zijn van de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie, blijven, zolang de Regering er niet anders over beslist, de bevoegdheden inzake gerechtelijke politie uitoefenen in naleving van de bepalingen waarin voorzien is, naargelang het geval, door een wet of een decreet.
Art. 3.De Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegheid de Financiën behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 7 juni 1999.
De Minister van Financiën, Begroting en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE