Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 29 maart 1999
gepubliceerd op 06 mei 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij de bevordering van de culturele activiteiten in het basisonderwijs en het secundair onderwijs met volledig leerplan, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt nagestreefd

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029205
pub.
06/05/1999
prom.
29/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/29/1999029205/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MAART 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij de bevordering van de culturele activiteiten in het basisonderwijs en het secundair onderwijs met volledig leerplan, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt nagestreefd


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, inzonderheid op de artikelen 8, 8°, 9, 5° en 7°, 11, 30 en 54;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 9 juli 1998 en 25 februari 1999;

Gelet op het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 8 maart 1999;

Gelet op de beraadslaging van 5 oktober 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 6 januari 1999, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster belast met het Onderwijs en van de Minister belast met de Cultuur en de Permanente Opvoeding;

Gelet op de beraadslaging van 1 maart 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit heeft tot doel de ontplooiing van de leerling door middel van culturele activiteiten en tussen cultuur en school een brug te leggen om culturele activiteiten te bevorderen en de belangstelling van de leerlingen van het basis- en secundair onderwijs met volledig leerplan te wekken.

Dit besluit is een hulpmiddel om de toegang tot de cultuur te verzekeren van de leerlingen en in het bijzonder van de minst bedeelden om dit essentieel bestanddeel van de sociale band opnieuw te weven.

Dit besluit heeft betrekking op de inrichtingen met positieve discriminatie zoals bepaald bij decreet.

Art. 2.De culturele domeinen betrokken bij dit besluit zijn prioritair de domeinen inzake letterkunde, beeldende kunsten, toneelkunst, audiovisuele kunsten.

Art. 3.De onderwijsinrichtingen kunnen elk cultureel project voorstellen dat in de lijn ligt van de doelstellingen en de domeinen waarvan sprake in de voorgaande artikelen.

De voorgedragen projecten moeten verplicht ontworpen worden op basis van een samenwerking met de beroepsmensen van de betrokken culturele domeinen en prioritair met auteurs, ontwerpers of kunstenaars van de Franse Gemeenschap.

De samenwerking met erkende culturele verenigingen of instellingen wordt als een positief element beschouwd.

Een ontwerp van begroting moet bij de aanvraag gevoegd worden.

Art. 4.Een selectiecomité is belast met het onderzoek en de selectie, vóór 1 september 1999, van de voorgelegde projecten en met het voorstel aan de bevoegde Ministers van het bedrag van de toe te kennen financiële tegemoetkoming.

Dit comité kiest uitsluitend de projecten die aan de in artikel 1 bedoelde doelstellingen beantwoorden.

Het opgegeven bedrag houdt rekening met de volgende criteria : - voor de gekozen projecten kan een geldelijke tegemoetkoming bekomen worden ten bedrage van ten hoogste 150 000 frank; - komen in aanmerking : het aantal betrokken leerlingen, het pedagogisch en cultureel belang van het project, de duur ervan, de inspeling op de beroepsmilieus van de Cultuur; - er wordt ook rekening gehouden met de complementariteit van de projecten met de reeds bestaande activiteiten.

Art. 5.Het selectiecomité bestaat uit de volgende leden : de Administrateur-generaal van het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek of zijn afgevaardigde; de Administrateur-generaal van cultuur en informatica of zijn afgevaardigde; vier vertegenwoordigers van de Commissie voor positieve discriminatie; een vertegenwoordiger per commissie voor plastische kunsten en letteren; een vertegenwoordiger van de Hoge Raad voor toneelkunst en toneel; een vertegenwoordiger van Jeugd en Muziek;

Het voorzitterschap van het comité wordt waargenomen door de Secretaris-general van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of zijn afgevaardigde.

Ieder lid is stemgerechtigd. De beraadslagingen hebben als doel een consensus te bereiken. Bij ontstentenis worden de beslissingen met een meederheid van twee derde genomen.

Art. 6.Voor het schooljaar 1999-2000 worden de uitgaven aangerekend op de begroting 1999 van de Franse Gemeenschap. De Kredieten worden als volgt verdeeld : - voor de sector « onderwijs » : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.De scholen worden uiterlijk 31 maart 1999 per omzendbrief ingelicht om hun projecten voor het schooljaar 1999-2000 uiterlijk 1 juni 1999 te kunnen indienen.

Een gedetailleerd deelnemingsformulier uitgewerkt door het Selectiecomité wordt samen met de in vorig lid bedoelde omzendbrief opgezonden.

Art. 8.Dit besluit doet geen afbreuk aan de reeds bestaande activiteiten. Niettemin blijft een complementariteit van de projecten wenselijk.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De Minister-Voorzitster en de Minister van Cultuur zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 maart 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE

^