Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 22 oktober 1998
gepubliceerd op 03 december 1998

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten uitgereikt tijdens de secundaire studies met volledig leerplan

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1998029525
pub.
03/12/1998
prom.
22/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/22/1998029525/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 OKTOBER 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten uitgereikt tijdens de secundaire studies met volledig leerplan


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op artikel 6bis ingevoegd bij de wet van 31 juli 1975;

Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 5, § 3.

Gelet op het ministerieel besluit van 5 juni 1987 betreffende de kwalificatiegetuigschriften die de studies van kinderverzorging bekrachtigen;

Gelet op het besluit van 24 april 1990 van de Executieve van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten, getuigschriften en diploma die de secundaire studies met volledig leerplan bekrachtigen, gewijzigd bij de besluiten van 27 maart 1995, 15 mei 1995 en 2 april 1998;

Gelet op het besluit van 31 maart 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen in toepassing van artikel 3, § 1 van het besluit van 6 maart 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) en dat van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) - richting geestelijke gezondheid en psychiatrie wordt toegekend;

Gelet op het besluit van 15 mei 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten en getuigschriften die de secundaire studies met volledig leerplan bekrachtigen;

Gelet op het besluit van 12 maart 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de modellen voor brevetten van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) ) en van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) - richting geestelijke gezondheid en psychiatrie;

Gelet op het besluit van 10 april 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van het model van het getuigschrift van het secundair onderwijs van de tweede graad;

Gelet op de beraadslaging van 13 juli 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies dat door de Raad van State binnen een maand moet uitgebracht worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 september 1998 in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, Besluit :

Artikel 1.Het verslag over de verworven bekwaamheden uitgereikt op het einde van het 1e jaar A of van het 1e jaar onderwijs van het type II in toepassing van de artikelen 23, § 6 en 48, § 6 van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage 1.

Art. 2.Het studiebewijs uitgereikt op het einde van het 1e jaar B in toepassing van artikel 24, § 1bis van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage 2.

Art. 3.Het getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van basisstudies uitgereikt op het einde van het 2e jaar secundair onderwijs in toepassing van de artikelen 24, § 1ter en 49, § 1bis van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage 3.

Art. 4.De oriënteringsattesten uitgereikt in toepassing van de artikelen 23 en 48 van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 worden opgesteld overeenkomstig de modellen in de bijlagen 4 tot 21.

Bijlagen 4 tot 6 betreffen de oriënteringsattesten uitgereikt op het einde van : 1° de 1e graad met het gemeenschappelijk 2e jaar;2° de eerste twee jaren algemeen of technisch onderwijs van het type II;3° het aanvullend jaar georganiseerd op het einde van de 1e graad. De bijlagen 7 tot 9 betreffen de attesten uitgereikt « onder voorbehoud », in toepassing van de artikelen 56, 3° en 56bis van hetzelfde koninklijk besluit, op het einde van : 1° de 1e graad met het gemeenschappelijk 2e jaar;2° de eerste twee jaren algemeen of technisch onderwijs van het type II;3° het aanvullend jaar georganiseerd op het einde van de 1e graad. De bijlagen 10 tot 12 betreffen de oriënteringsattesten uitgereikt op het einde van het 2e jaar secundair beroepsonderwijs en het 3e, 4e en 5e jaar secundair onderwijs. Bijlage 12 betreft eveneens het oriënteringsattest uitgereikt in geval men niet met vrucht het 6e of 7e jaar secundair onderwijs heeft gevolgd alsook het 1e, 2e en 3e jaar van de 4e graad aanvullend secundair beroepsonderwijs.

De bijlagen 13 tot 15 betreffen de oriënteringsattesten « onder voorbehoud » uitgereikt in toepassing van de artikelen 56, 3° en 56bis van hetzelfde koninklijk besluit, op het einde van het 2e jaar secundair beroepsonderwijs en het 3e, 4e en 5e jaar secundair onderwijs.

De bijlagen 16 tot 18 betreffen de oriënteringsattesten uitgereikt op het einde van de 2e graad secundair beroepsonderwijs bedoeld bij artikel 22, § 3 van hetzelfde koninklijk besluit.

De bijlagen 19 tot 21 betreffen de oriënteringsattesten « onder voorbehoud » uitgereikt in toepassing van de artikelen 56, 3° en 56bis van hetzelfde koninklijk besluit, op het einde van de 2e graad secundair beroepsonderwijs bedoeld bij artikel 22, § 3 van hetzelfde koninklijk besluit.

Art. 5.Het verslag over de verworven bekwaamheden op het einde van het 1e jaar van de 2e graad secundair beroepsonderwijs georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 22, § 3 van het voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 22 opgenomen model.

Art. 6.Het bewijs voor schoolbezoek dat een gedeelte van het schooljaar dekt wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 23 opgenomen model.

Art. 7.Het getuigschrift van secundair onderwijs van de tweede graad uitgereikt in toepassing van de artikelen 25, § 1 en 50, § 1 van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 24 opgenomen model.

Art. 8.De studiegetuigschriften uitgereikt in toepassing van de artikelen 24, §§ 2 en 3, en 49, §§ 2 en 3, van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 worden opgesteld overeenkomstig de in bijlagen 25 en 27 opgenomen modellen.

Art. 9.Het attest van slagen uitgereikt op het einde van het 7e jaar dat op het hoger onderwijs voorbereidt, bedoeld bij de artikelen 4, § 1, 3° en 29, § 3 van voormeld koninkljk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 28 opgenomen model.

Art. 10.De kwalificatiegetuigschriften uitgereikt enerzijds in toepassing van de artikelen 26, § 1 en 51, § 1 van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 en anderzijds in toepassing van het koninklijk besluit van 24 februari 1987 houdende bijzondere regeling betreffende de studies van kinderverzorgster worden opgesteld overeenkomstig de in bijlagen 29 tot 33 opgenomen modellen.

Art. 11.Het getuigschrift van hoger secundair onderwijs uitgereikt in toepassing van de artikelen 25, § 2 en 50, § 2 van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig de in bijlagen 34, 34bis en 35 opgenomen modellen.

Bijlage 34bis wordt bij overgangsmaatregel uitgereikt aan hen die enkel maar titularis zijn van het getuigschrift van lager secundair onderwijs.

Art. 12.Het aanvullend getuigschrift van kennis inzake beheer uitgereikt in toepassing van de artikelen 26, § 2 en 51, § 2 van voormeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 36 opgenomen model.

Art. 13.De attesten van slagen uitgereikt in toepassing van artikel 3, § 1 van het besluit van de Regering van 6 maart 1995 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) en dat van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) - richting geestelijke gezondheid en psychiatrie wordt toegekend, worden opgesteld overeenkomstig de in bijlagen 37 tot 40 opgenomen modellen.

Het brevet van aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling « verpleegkundige zorgen » bedoeld bij artikel 3, § 2 van hetzelfde besluit wordt opgesteld overeenkomstig de in bijlagen 41 en 42 opgenomen modellen.

Art. 14.Het bewijs voor schoolbezoek als vrije leerling afgeleverd ten gevolge onverantwoorde afwezigheden van meer dan 30 halve dagen, in toepassing van artikel 85 of van artikel 93 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 43 opgenomen model.

Het bewijs voor schoolbezoek als vrije leerling, niet bedoeld bij artikel 4, §§ 3, 5 en 7 alsook bij het eerste lid van dit artikel, wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 44 opgenomen model.

Art. 15.Op de modellen verwijzen de nummers tussen haakjes naar de richtlijnen die in bijlage 45 vermeld zijn.

Art. 16.In de modellen slaat de benaming « onderverdeling » zowel : 1° op de studierichting gevolgd in het onderwijs van type I en bepaald in artikel 5, § 3, 1° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs;2° als op de afdelingen gevolgd in het onderwijs van type II en bedoeld bij artikel 29, § 1 van hetzelfde besluit.

Art. 17.In het onderwijs van type I, in de rubriek « onderverdeling » worden opgenomen : 1° in de 2e graad algemeen onderwijs, de gewone basisoptie(s);2° in de 3e graad algemeen onderwijs, de gekozen hoofdoptie met vermelding van de leergangen die de verplichte opleiding in de moderne taal en de verplichte optie-opleiding vormen alsook elke gewone basisoptie gekozen in het kader van de opleiding naar keuze.Voor de leerlingen die gekozen hebben voor een opleiding met combinatie van opties, moeten de verschillende hierboven bedoelde elementen ook tot uiting gebracht worden. De uitdrukking « opleiding met combinatie van opties » wordt niet heropgenomen. 3° in de 3e of 2e graad technisch overgangsonderwijs, de gegroepeerde basisoptie en de gewone basisoptie(s);4° in de 3e graad technisch overgangsonderwijs, de gegroepeerde basisoptie, de leergangen die de verplichte opleiding in de moderne taal en de verplichte optie-opleiding vormen alsook gelijk welke andere gewone basisoptie gekozen in het kader van de opleiding naar keuze;5° in de 2e en 3e graad technisch kwalifiacatie- en beroepsonderwijs, de gegroepeerde basisoptie. Na elke optie volgt de vermelding van het aantal wekelijkse lestijden die eraan besteed wordt. Dit aantal kan tussen haakjes vermeld worden.

Art. 18.De attesten, getuigschriften en brevetten moeten worden ondertekend vooraleer ze desgevallend aan het Ministerie van de Franse Gemeenschap of aan de Commissie voor de homologatie van de getuigschriften van secundair onderwijs worden voorgelegd.

Art. 19.De facultatieve vermelding op de modellen van kwalificatiegetuigschriften kan alleen voor het gesubsidieerd onderwijs worden gebruikt.

Art. 20.Wanneer een leerling van inrichting verandert : 1° moeten de verslagen over de verworven bekwaamheden alsook de bewijzen voor schoolbezoek en de oriënteringsattesten gepaard gaan met de lesregelingen die ermee overeenstemmen en waarin de leergangen vermeld zijn die door de leerling werkelijk gevolgd werden;2° moet bij het gedeeltelijk studiebewijs bedoeld in bijlage 23 van dit besluit de lesregelingen gevoegd worden van de leergangen die de leerling gedurende het door het schoolbewijs gedekte gedeelte van het schooljaar gevolgd heeft.

Art. 21.Het hoofd van de inrichting die een nieuwe leerling opvangt vraagt binnen de acht dagen de oriënteringsattesten en de verslagen over de verworven bekwaamheden.

Het hoofd van de inrichting aan wie deze bescheiden gevraagd worden, stuurt die binnen dezelfde termijn door.

Wat de veranderingen van inrichting betreft die zich tussen 25 september en 1 oktober inbegrepen voordoen en tussen de 1e dag die volgt op het winterverlof en 20 januari, vraagt het hoofd van de inrichting dezelfde dag nog bij aangetekende brief het dossier van de opgevangen leerling.

In geen geval worden deze bescheiden overgemaakt via de betrokken leerling of via de persoon aan wie in rechte of in feite het toezicht op de leerling werd toevertrouwd.

Art. 22.De attesten, getuigschriften en brevetten moeten het formaat A4 hebben en gedrukt zijn overeenkomstig de modellen als bijlagen bij dit besluit. De getuigschriften en de brevetten worden gedrukt op papier van een minimaal gewicht van 135 grammen, uitgezonderd het getuigschrift van hoger secundair onderwijs waarvoor het minimaal gewicht vastgesteld is op 180 grammen.

Art. 23.Op de attesten, uitgezonderd deze die in bijlagen 23 en 43 zijn opgenomen, de getuigschriften en de brevetten staat vermeld dat de leergangen als regelmatig ingeschreven of als vrije leerling, naar gelang van het geval, vanaf 1 september tot 30 juni werden gevolgd en zij worden gedateerd op 30 juni tenzij : 1° ze uitgereikt werden na de herkansingsexamens;in dat geval dragen de titels de datum van 15 september; 2° ze uitgereikt werden in toepassing van een beslissing van de Raad van Beroep ingesteld krachtens het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;in dat geval staat op de titels de datum waarop de Raad van beroep zijn beslissing heeft genomen.

De in bijlagen 23 en 24 opgenomen attesten dekken de effectieve studieperiode en de datum die erop vermeld staat is deze van de dag waarop zij werden uitgereikt.

Art. 24.Worden opgeheven : 1° het ministerieel besluit van 5 juni 1987 betreffende de kwalificatiegetuigschriften die de studies van kinderverzorging bekrachtigen;2° het besluit van 24 april 1990 van de Executieve van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten, getuigschriften en diploma die de secundaire studies met volledig leerplan bekrachtigen, gewijzigd bij de besluiten van 27 maart 1995, 15 mei 1995 en 2 april 1998;3° het besluit van 15 mei 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten en getuigschriften die de secundaire studies met volledig leerplan bekrachtigen;4° het besluit van 10 april 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van het model van het getuigschrift van het secundair onderwijs van de tweede graad;5° artikel 1 van het besluit van 31 maart 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen in toepassing van artikel 3, § 1 van het besluit van 6 maart 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) en dat van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) - richting geestelijke gezondheid en psychiatrie wordt toegekend;6° het besluit van 12 maart 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de modellen voor brevetten van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) ) en van ziekenhuisverpleger (-verpleegster) - richting geestelijke gezondheid en psychiatrie;

Art. 25.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 26.De Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 oktober 1998.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster tot wier bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, Mevr. L. ONKELINX

Annexes Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^