13 OKTOBER 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toepassing van artikel 11 van het decreet van 13 juli 1998 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs en tot wijziging van de onderwijswetgeving

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 13 juli 1998 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs en tot wijziging van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 augustus 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 11 augustus 1998;

Gelet op de onderhandelingsprotocollen van 21 september 1998 van het Sectorcomité IX en het Comité van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het nodig is de schooldirecties en de inrichtende machten de gelegenheid te geven van deze maatregel kennis te nemen om vanaf 1 oktober 1998 de goede toepassing te kunnen verzekeren van al de bepalingen van het reeds vermelde decreet van 13 juli 1998;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie;

Gelet op de beraadslaging van 1 oktober 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.Bij de aanvang van elk schooljaar en vóór 1 oktober bezorgt de directeur, in het onderwijs van de Franse Gemeenschap, de inrichtende macht, in het gesubsidieerd onderwijs, volgens de in de artikelen 3 tot 6 beschreven procedure, de formulieren A, B, C betreffende de uurregelingen van de leerlingen en de leraars, waarvan een model als bijlage bij dit besluit.

Art. 2.Wanneer een nieuwe berekening van de begeleiding op 1 oktober wordt gedaan overeenkomstig artikel 27 van het decreet van 13 juli 1998 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs en tot wijziging van de onderwijswetgeving, worden de wijzigingen wat betreft de bij artikel 1 vermelde uurregelingen die voortvloeien uit deze nieuwe berekening vóór 1 november medegedeeld via dezelfde formulieren A, B, C met de vermelding dat het gaat om een bescheid dat wijzigingen meebrengt en volgens dezelfde procedure als deze die in de artikelen 3 tot 6 wordt beschreven.

Art. 3.Het formulier A geeft de globale uurregeling van de leerlingen op, m.a.w. de uren van het begin en van het einde van de lestijden `s morgens en is namiddags alsook het aantal lestijden gegeven tijdens elke halve schooldag.

Een lestijd bedraagt 50 minuten. De lestijden die per week aan de leerlingen moeten gegeven worden zijn gespreid over negen halve dagen vanaf de maandagmorgen tot de vrijdagavond.

De lestijden zijn onsplitsbaar. De directeur, in het onderwijs van de Franse Gemeenschap, de inrichtende macht, in het gesubsidieerd onderwijs, kan na raadpleging van de instanties, waarvan sprake in het laatste lid van artikel 6 van dit besluit, evenwel een afwijking vragen aan de Minister tot wiens bevoegdheid het Onderwijs behoort, om : - ofwel een wekelijkse lestijd op te splitsen in zoveel delen als nodig die over verschillende halve dagen moeten gespreid worden; - ofwel elke dag een lestijd in twee te delen die over de dag waarvan sprake moet gespreid worden.

De afwijking waarvan sprake in vorig lid wordt via het formulier A aangevraagd.

Het formulier A wordt per school ingevuld, per onderwijsniveau en, in geval de school meer dan een vestiging omvat en niet alle vestigingen dezelfde globale uurregeling hebben, per groep vestigingen die dezelfde globale uurregeling gebruiken.

Art. 4.Op het formulier B staan de personeelsleden vermeld die verschillende vakken onderwijzen. Het wordt ingevuld per school, per vestiging en per klas, voor het lager onderwijs alleen.

Art. 5.Op formulier C worden de prestaties van iedere leraar vermeld.

Het wordt opgesteld per school, per vestiging en per leraar.

Art. 6.Al de formulieren A, B, C worden naar de betrokken inspectie gestuurd : - voor de kleuterscholen, in tweevoud, naar de inspectie voor kleuteronderwijs van de Franse Gemeenschap wat het onderwijs van de Franse Gemeenschap betreft of naar de cantonale inspectie voor kleuteronderwijs wat het gesubsidieerd onderwijs betreft; - voor de lagere scholen in tweevoud, naar de inspectie voor lager onderwijs van de Franse Gemeenschap wat het onderwijs van de Franse Gemeenschap betreft of naar de cantonale inspectie voor lager onderwijs wat het gesubsidieerd onderwijs betreft; - voor de fundamentele scholen, in een enkel exemplaar naar de inspectie voor kleuteronderwijs van de Franse Gemeenschap wat het onderwijs van de Franse Gemeenschap betreft of naar de cantonale inspectie voor kleuteronderwijs wat wat het gesubsidieerd onderwijs betreft en in tweevoud, naar de inspectie voor lager onderwijs van de Franse Gemeenschap wat het onderwijs van de Franse Gemeenschap betreft of naar de cantonale inspectie voor lager onderwijs wat het gesubsidieerd onderwijs betreft;

Samen met de formulieren A, B en C wordt een copij opgezonden van de notulen over de raadplegingen bedoeld bij de artikelen 3, 4, 18 en 19 van het decreet van 13 juli 1998 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs en tot wijziging van de onderwijswetgeving.

Art. 7.De inspectie bewaart een exemplaar van al de formulieren A,B,C. De inspecteur die twee exemplaren van deze formulieren ontvangt, zendt een exemplaar van al de documenten naar het bestuur tegen 15 oktober en, voor de in artikel 2 vermelde gevallen, tegen 15 november.

Art. 8.In afwijking van artikel 1 wordt de datum van 1 oktober vervangen door 1 november voor het schooljaar 1998-1999.

Art. 9.In afwijking van artikel 7 wordt de datum van 15 oktober vervangen door 15 november voor het schooljaar 1998-1999.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1998.

Art. 11.De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 oktober 1998.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld