Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 19 juli 2007
gepubliceerd op 26 oktober 2007

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende oprichting in de Duitstalige Gemeenschap van de Raadvoor Ontwikkelingssamenwerking, Solidariteit en Integratie

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2007033077
pub.
26/10/2007
prom.
19/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/19/2007033077/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2007. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende oprichting in de Duitstalige Gemeenschap van de Raadvoor Ontwikkelingssamenwerking, Solidariteit en Integratie (« RESI »)


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 december 1996, 18 december 1998, 4 mei 1999, 6 mei 1999, 25 mei 1999, 22 december 2000, 7 januari 2002, 24 december 2002, 5 mei 2003 en 3 juli 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 16 juli 2007;

Gelet op het gunstig advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 31 mei 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid door het feit wordt gerechtvaardigd dat elke vertraging, toe te schrijven aan een uitbreiding van het activiteitsgebied van de toenmalige raad voor ontwikkelingssamenwerking en die nadelige gevolgen zou kunnen hebben op een belangrijk gebiedgedeelte van de internationale betrekkingen van de Duitstalige Gemeenschap, moet worden vermeden en dat door deze wijzigingen voor de werking van de raad wordt gezorgd;

Op de voordracht van de Minister-President en van de Vice-Minister-President;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Oprichting van de Raad voor ontwikkelingssamenwerking, solidariteit en integratie In de Duitstalige Gemeenschap wordt een Raad voor ontwikkelingssamenwerking, solidariteit en integratie opgericht, hierna « RESI » genoemd.

Art. 2.Opdrachten van de RESI § 1. De RESI is ermee belast de ontwikkelingssamenwerking, de Noord-Zuid-solidariteit en de integratie van de buitenlandse bevolking in de Duitstalige Gemeenschap te organiseren.

De RESI adviseert de bevoegde ministers en neemt positie over socio-politieke thema's en thema's m.b.t. het ontwikkelingsbeleid. § 2. Behoren namelijk tot de opdrachten van de RESI : a) het continu opmaken van een toestandsbeschrijving van de ontwikkelingssamenwerking in de Duitstalige Gemeenschap en het vaststellen van de sectoren waar het nodig is te handelen;b) de uitwerking en uitvoering - op basis van die toestandsbeschrijving - van nieuwe duurzame projecten, inzonderheid op het gebied van het sensibilisatiewerk en het Noord-Zuid-partnerschap;c) het bepalen van jaarlijkse sleutelthema's in overleg met de bevoegde ministers;d) het houden - ten minste om de twee jaar - van een forum over één van de sleutelthema's;e) de behandeling van de thematiek « migratie »;f) de behandeling van de thematiek « integratie van de buitenlandse bevolking in de Duitstalige Gemeenschap »;g) de valorisatie van de ontwikkelingssamenwerking in de Duitstalige Gemeenschap; h) de bevordering van de samenwerking tussen de verschillende organisaties, o.a. door een netwerk te creëren; i) de bevordering van de samenwerking met de terzake bevoegde diensten van de Europese Unie, de Federale staat, de gewesten en de gemeenschappen. § 3. Op het einde van zijn mandaat stelt de RESI een verslag op over de toestand inzake ontwikkelingssamenwerking, solidariteit en integratie van de buitenlandse bevolking in de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 3.Samenstelling van de RESI § 1. De RESI is samengesteld uit organisaties die hun zetel of vestiging in het Duitse taalgebied hebben en daar sinds ten minste één jaar werkzaam zijn in één van de volgende sectoren : - de ontwikkelingssamenwerking; - de steun aan bewegingen voor de emancipatie en de rechten van de mens; - de bevordering van de eerlijke handel; - het vormings- en bewustmakingswerk op het vlak van het ontwikkelingsbeleid alsmede het intercultureel werk in de Duitstalige Gemeenschap; - de begeleiding en opvolging van immigranten en vluchtelingen; - de globalisering.

De Regering bepaalt de eerste lidorganisaties van de RESI. Op advies van de RESI beslist de Regering over aanvragen om opname van nieuwe lidorganisaties. § 2. De Regering wijst de leden van de RESI aan op voordracht van de in de RESI vertegenwoordigde organisaties, waarbij de zendingsgroepen per decanaat worden vertegenwoordigd. Voor elk lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.

Met toepassing van het decreet van 3 mei 2004 tot bevordering van de evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen stelt elke organisatie, voor elk mandaat, één man en één vrouw voor.

De leden van de RESI worden voor vier jaar aangewezen. Het mandaat is hernieuwbaar.

Zijn lid met raadgevende stem van de RESI : - ten hoogste twee vertegenwoordigers van de Regering; - ten hoogste twee vertegenwoordigers van het Ministerie. § 3. De uittreding van een organisatie heeft uitwerking één maand na de schriftelijke mededeling aan de Regering en brengt van rechtswege het ontslag van het lid met zich mee dat die organisatie binnen de RESI vertegenwoordigt.

Het ontslag van een lid heeft uitwerking één maand na de schriftelijke mededeling aan de Regering. In dit geval beëindigt het vervangend lid het mandaat van zijn voorganger, behalve als de Regering, overeenkomstig § 2, lid 1, een nieuw lid aanwijst dat het mandaat beëindigt.

Art. 4.Werkwijze van de RESI § 1. De RESI zetelt ten minste twee keer per jaar. Vóór 1 maart neemt hij telkens een jaarlijks werkprogramma met het oog op de uitvoering van de in artikel 2, § 2, vermelde opdrachten alsmede een activiteitsverslag over het afgelopen jaar aan.

De eerste zitting van de RESI vindt ten laatste twee maanden na de aanwijzing van de leden ervan plaats. § 2. Binnen twee maanden na deze eerste zitting neemt de RESI een huishoudelijk reglement aan dat door de Regering moet worden goedgekeurd. Dit reglement regelt de details van de werkwijze en van het financieel beheer van de RESI en van het bureau.

Art. 5.Bureau Onder zijn leden kiest de RESI voor vier jaar een voorzitter, een vice-voorzitter, alsmede vijf bijzitters, onder wie twee vertegenwoordigers van organisaties die op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking werkzaam zijn en twee vertegenwoordigers van organisaties die zich met de thematiek « migratie » bezighouden.

Onder zijn bijzitters kiest het bureau een secretaris en een geldbeheerder.

Zijn lid van het bureau met raadgevende stem : - één vertegenwoordiger van de Regering; - één vertegenwoordiger van het Ministerie; - ten hoogste drie deskundigen aangewezen door het bureau. Deze mogen geen lid zijn van een binnen de RESI vertegenwoordigde organisatie.

Het bureau is belast met de voorbereiding en de omzetting van de beslissingen van de RESI, alsmede met de concrete uitvoering van de in artikel 2, § 2, vermelde opdrachten.

Art. 6.Financiële bepalingen Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kent de Regering aan de RESI een jaarlijkse dotatie met het oog op de uitvoering van zijn opdrachten toe.

Jaarlijks vóór 1 maart van het daaropvolgend jaar legt het bureau verantwoording over de aanwending van de middelen en zendt de bewijsstukken aan de Regering mede.

De leden van de RESI en van het bureau hebben recht op presentiegeld en reiskostenvergoeding overeenkomstig het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 7.Opheffingsbepaling Het besluit van de Regering van 19 december 2001 houdende oprichting van een Raad voor de ontwikkelingssamenwerking in de Duitstalige Gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 8.Inwerkingtreding Voorliggend besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 9.Uitvoering De Minister-President en de Vice-Minister-President zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 19 juli 2007.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES

^