gepubliceerd op 15 november 2002
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 oktober 1978 houdende bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen in de voortdurende vorming van de Middenstand
4 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 oktober 1978 houdende bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen in de voortdurende vorming van de Middenstand
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's, gewijzigd bij de decreten van 20 mei 1997, 29 juni 1998, 14 februari 2000 (I), 14 februari 2000 (II), 23 oktober 2000 en 25 juni 2001;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 oktober 1978 houdende bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen in de voortdurende vorming van de Middenstand, inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij de besluiten van 7 juni 1989, 8 november 2001 en 11 juli 2002;
Gelet op het advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's, gegeven op 20 maart 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 augustus 2002;
Gelet op het akkoord van de Minister bevoegd inzake Begroting, gegeven op 21 augustus 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de verdragspartners van leerovereenkomsten in de Middenstand en de sociale secretariaten bevoegd voor het houden van de sociale documenten onverwijld de mogelijkheid moeten krijgen om, vanaf het begin van het opleidingsjaar 2002-2003, rekening te kunnen houden met nieuwe genormeerde bedragen voor de uitbetaling van de minimale maandelijkse leertoelage;
Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Punt 13° van artikel 13 van het ministerieel besluit van 27 oktober 1978 houdende bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen in de voortdurende vorming van de Middenstand, gewijzigd bij de besluiten van 7 juni 1989, 8 november 2001 en 11 juli 2002, wordt vervangen door de volgende tekst : « 13° de leerling een maandelijkse minimumtoelage overeenkomstig volgende bedragen uit te betalen : a) euro 180 voor het eerste jaar van de technische cursussen, tussen 1 juli en 31 december;b) euro 180 voor het eerste jaar van de technische cursussen, tussen 1 januari en 30 juni;c) euro 220 voor het tweede jaar van de technische cursussen, tussen 1 juli en 31 december;d) euro 320 voor het tweede jaar van de technische cursussen, tussen 1 januari en 30 juni;e) euro 375 voor het derde jaar van de technische cursussen, tussen 1 juli en 31 december;f) euro 409 voor het derde jaar van de technische cursussen, tussen 1 januari en 31 juli;g) euro 409 voor het vierde jaar van de technische cursussen. Moet een leerling overzitten, dan wordt de ten laatste uitbetaalde leertoelage tot het einde van de kalendermaand toegepast waar de doeleinden van de overeenstemmende klas bereikt worden.
De leerling die de cursussen van toegepast bedrijfsleer in het stadium van de leertijd of het zesde studiejaar in het technisch of beroepssecundair onderwijs of een leertijd in een verwant beroep met vrucht heeft beëindigd, verkrijgt de toelage voor de leerlingen waarin littera g) voorziet ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 3.De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 4 september 2002.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES