gepubliceerd op 05 februari 1998
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende regeling van de vergoedingen voor reis- en verblijfkosten toegekend aan de leden van de Adviescommissie voor openbare bibliotheken
28 AUGUSTUS 1997. Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende regeling van de vergoedingen voor reis- en verblijfkosten toegekend aan de leden van de Adviescommissie voor openbare bibliotheken
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993 en 30 december 1993;
Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 15 juni 1994 over de openbare bibliotheken;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 27 augustus 1997;
Gelet op het advies van de Adviescommissie, gegeven op 30 juni 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat dit besluit op 1 januari 1997 in werking treedt en dat de vergoedingen voor de reis- en verblijfkosten m.b.t. de zittingen die reeds plaatsgevonden hebben, aan de betrokkenen onverwijld moeten worden betaald;
Op de voordracht van de Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Om zittingen van ten minste twéé uren bij te wonen, verkrijgen de leden van de Adviescommissie voor openbare bibliotheken een presentiegeld ten belope van F 350 (driehonderd vijftig Belgische frank) pro zitting. § 2. Het in § 1 vermelde presentiegeld wordt niet toegekend aan de personen die bij de Duitstalige Gemeenschap en in haar inrichtingen van openbaar nut tewerkgesteld zijn.
Art. 2.Wanneer de in § 1 vermelde personen een privé-voertuig gebruiken om naar de zittingen te gaan, verkrijgen ze een kilometervergoeding van 7,60 Belgische frank per kilometer.
Art. 3.De voorzit(s)ter van de Adviescommissie verkrijgt jaarlijks een vaste vergoeding van F 5 000 (vijfduizend Belgische frank) voor de administratieve kosten voortvloeiend uit die activiteit.
Art. 4.De Minister bevoegd inzake Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 5.Voor de in de artikelen 1, 2 en 3 vermelde vergoedingen dienen de betrokken personen een schuldvordering in bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat de geschikte formulieren ter beschikking stelt.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.
Eupen, 28 augustus 1997.
De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE