Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 07 maart 2024
gepubliceerd op 20 maart 2024

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan de voorzieningen voor ouderen moeten voldoen

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2024002466
pub.
20/03/2024
prom.
07/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


7 MAART 2024. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan de voorzieningen voor ouderen moeten voldoen


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen, artikelen 11, § 1, 7°, 12, § 1 en 19/5;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 maart 1974 tot vaststelling van de veiligheidsnormen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 4 juni 2009 tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor ouderen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 november 2020;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Financiën en Begroting, van 16 november 2020;

Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare van 25 januari 2022, met toepassing van artikel 4, § 2, en artikel 22, § 3, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan personen en Gezinsbijslag;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 20 december 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de notificatie van ontstentenis van advies van de Raad van State op 27 december 2023;

Gelet op artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat onderhavig besluit en zijn bijlages werden opgesteld in overleg met de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp;

Overwegende dat werd rekening gehouden met de opmerkingen geformuleerd in het advies van 16 november 2020 van Brulocalis betreffende de procedure tot toekenning van de brandveiligheidsattesten;

Overwegende dat voldaan is aan de formaliteiten die voorgeschreven zijn bij Richtlijn 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Op voorstel van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° voorziening: de voorzieningen bedoeld in artikel 2, 4°, van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen, met uitzondering van a) en b), ?;2° basisnormen: de normen opgenomen in de bijlages van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de gebouwen moeten voldoen;3° beheerder: de persoon of de personen die een voorziening vertegenwoordigen en die de voorziening juridisch kunnen binden;4° brandweer: de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp;5° brandpreventieverslag: een verslag van de brandweer dat opgesteld wordt conform artikel 5 van het koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones;6° Iriscare: de instelling van openbaar nut opgericht door de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;7° leidend ambtenaar: de leidend ambtenaar van Iriscare;8° de brandveiligheidscommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 19/5 van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen. HOOFDSTUK 2. - Bepaling van de specifieke brandveiligheidsnormen

Art. 2.Om de veiligheid van ouderen, personeel en bezoekers te waarborgen, moet de voorziening aan specifieke brandveiligheidsnormen voldoen. Deze normen zijn opgenomen in bijlagen 1 en 2, die bij dit besluit zijn gevoegd.

Indien de voorziening daarenboven moet voldoen aan de basisnormen, dan primeren de strengste normen. HOOFDSTUK 3. - Brandveiligheidsattesten

Art. 3.Om erkend te worden of te blijven moet een voorziening het bewijs leveren dat in haar gebouwen voldoende veiligheidsmaatregelen werden genomen.

De mate van inachtneming van de brandveiligheidsnormen wordt vastgesteld aan de hand van een brandveiligheidsattest A, B of C, waarvan de modellen opgenomen zijn in bijlagen 3, 4 en 5, die bij dit besluit zijn gevoegd.

Een erkenning of voorlopige werkingsvergunning kunnen enkel toegekend worden op basis van een brandveiligheidsattest A of een brandveiligheidsattest B. Een brandveiligheidsattest C of het niet in het bezit zijn van een geldig brandveiligheidsattest leiden tot het inzetten van de procedure tot intrekking of weigering van de erkenning of voorlopige werkingsvergunning.

De burgemeester kan een brandveiligheidsattest uitreiken voor een deel van een voorziening.

De burgemeester reikt het brandveiligheidsattest uit volgens de procedure vermeld in hoofdstuk 4.

Art. 4.§ 1. Brandveiligheidsattest A vervalt van rechtswege na verloop van acht jaar na de datum van de ondertekening van het brandveiligheidsattest of bij de uitreiking van een nieuw brandveiligheidsattest voor dezelfde voorziening.

Tenzij de uitbating van de voorziening wordt stopgezet, dient de beheerder uiterlijk drie maanden voor die geldigheidsduur verstreken is, een aanvraag in tot het verkrijgen van een nieuw brandveiligheidsattest volgens de procedure vermeld in hoofdstuk 4. § 2 . De initiële geldigheidsduur van een brandveiligheidsattest B bedraagt één jaar. Het brandveiligheidsattest kan door de burgemeester verlengd worden, maar de totale geldigheidsduur mag niet langer zijn dan acht jaar. Het vervalt van rechtswege na verloop van de geldigheidsduur of bij de uitreiking van een nieuw brandveiligheidsattest voor dezelfde voorziening.

Tenzij de uitbating van de voorziening wordt stopgezet, dient de beheerder uiterlijk drie maanden voor die geldigheidsduur verstreken is, een aanvraag in tot het verkrijgen van een nieuw brandveiligheidsattest volgens de procedure vermeld in hoofdstuk 4. § 3. Brandveiligheidsattest C vervalt alleen bij de uitreiking van een nieuw brandveiligheidsattest voor dezelfde voorziening.

Art. 5.Onverminderd artikel 4, vervalt brandveiligheidsattest A of B van rechtswege zes maanden na ingrijpende wijzigingen aan de voorziening die de veiligheid rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen beïnvloeden en betrekking hebben op: 1° de inplanting en de toegangswegen voor de brandweer;2° de vluchtwegen en evacuatievoorzieningen;3° de gemeenschappelijke ruimtes bedoeld voor de ouderen;4° de kamers;5° de technische installaties. HOOFDSTUK 4. - Procedure voor het uitreiken van brandveiligheidsattesten

Art. 6.De beheerder van een voorziening dient een aanvraag in bij de gemeente waar de voorziening gelegen is voor het uitvoeren van een controlebezoek door de brandweer met het oog op het verkrijgen van een brandveiligheidsattest. De aanvraag wordt ingediend via een formulier dat beschikbaar is op de website van de brandweer.

De gemeente vraagt aan de brandweer om een controlebezoek uit te voeren.

De brandweer voert een controlebezoek uit, maakt daarvan een brandpreventieverslag op en bezorgt dat aan de burgemeester binnen zestig dagen na de ontvangst van de aanvraag van de gemeente.

Het brandpreventieverslag bevat, in voorkomend geval, een duidelijke opsomming van de niet-nageleefde normen en geeft aan in welke mate de feitelijke toestand niet conform is ten opzichte van de normen. Als daardoor de veiligheid van ouderen, personeel en bezoekers ernstig in het gedrang komt, moet dat in het brandpreventieverslag vermeld worden.

Art. 7.Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de voorziening aan de brandveiligheidsnormen voldoet, reikt de burgemeester een brandveiligheidsattest A uit.

De gemeente bezorgt het brandveiligheidsattest met het bijbehorende brandpreventieverslag aan de beheerder en Iriscare binnen negentig dagen na de ontvangst van de aanvraag van de voorziening.

Art. 8.§ 1. Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de voorziening niet volledig aan de brandveiligheidsnormen voldoet, maar dat de veiligheid van ouderen, personeel en bezoekers niet ernstig in het gedrang komt, reikt de burgemeester een brandveiligheidsattest B uit waarvan de geldigheidsduur bij de aanvang één jaar bedraagt.

De gemeente bezorgt het brandveiligheidsattest met het bijbehorende brandpreventieverslag aan de beheerder en Iriscare binnen negentig dagen na de ontvangst van de aanvraag van de voorziening. § 2. De voorziening beschikt over een termijn van maximaal zes maanden na ontvangst van het brandveiligheidsattest om een uitgewerkt stappenplan tot remediëring van de vastgestelde tekorten aan de gemeente te bezorgen.

Het stappenplan omvat minstens een duidelijke omschrijving van de mate waarin de tekorten verholpen zijn of verholpen zullen worden, met in dat laatste geval een opgave van de uitvoeringstermijn en de aan te wenden middelen. Desgevallend vermeldt de beheerder voor welke tekorten ze een aanvraag zal indienen tot afwijking van de brandveiligheidsnormen, volgens de procedure vermeld in hoofdstuk 5. § 3. De burgemeester bezorgt het stappenplan ter advies aan de brandweer.

De brandweer onderzoekt het ingediende stappenplan en voert desgewenst een nieuw controlebezoek uit. Ze bezorgt vervolgens een nieuw brandpreventieverslag aan de burgemeester binnen zestig dagen na de ontvangst van de adviesvraag van de gemeente. § 4. Als uit het brandpreventieverslag, vermeld in paragraaf 3, blijkt dat het ingediende stappenplan voldoende garanties bevat om op termijn aan de brandveiligheidsnormen te voldoen, verlengt de burgemeester het bij aanvang uitgereikte brandveiligheidsattest B met minstens een jaar, voor zover de totale termijn van acht jaar vermeld in artikel 4 niet overschreden wordt.

De gemeente bezorgt het verlengde brandveiligheidsattest B met het bijbehorende brandpreventieverslag aan de beheerder en Iriscare binnen negentig dagen na de ontvangst van het stappenplan van de voorziening. § 5. Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat het ingediende stappenplan onvoldoende garanties bevat om op termijn aan de brandveiligheidsnormen te voldoen, of als de voorziening binnen de termijn vermeld in paragraaf 2 geen stappenplan aan de gemeente heeft bezorgd, kan het bij aanvang uitgereikte brandveiligheidsattest B niet verlengd worden. De burgemeester deelt dit mee aan de beheerder en Iriscare. In voorkomend geval wordt het brandpreventieverslag bijgevoegd.

Art. 9.Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de voorziening niet volledig aan de brandveiligheidsnormen voldoet én dat de veiligheid van ouderen, personeel en bezoekers in ernstige mate in het gedrang komt, reikt de burgemeester een brandveiligheidsattest C uit.

De gemeente bezorgt het brandveiligheidsattest met het bijbehorende brandpreventieverslag aan de beheerder en Iriscare binnen negentig dagen na de ontvangst van de aanvraag van de voorziening.

Art. 10.§ 1. Na de uitvoering van het stappenplan of uiterlijk drie maanden vóór het aflopen van de geldigheidsduur van brandveiligheidsattest B dient de beheerder een aanvraag in bij de gemeente voor een nieuw controlebezoek. De aanvraag wordt ingediend via een formulier dat beschikbaar is op de website van de brandweer.

De gemeente vraagt aan de brandweer om een nieuw controlebezoek uit te voeren.

De brandweer voert een controlebezoek uit, maakt daarvan een brandpreventieverslag op en bezorgt dat aan de burgemeester binnen zestig dagen na de ontvangst van de aanvraag van de gemeente. § 2. Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de voorziening aan de brandveiligheidsnormen voldoet, reikt de burgemeester een brandveiligheidsattest A uit.

De gemeente bezorgt het brandveiligheidsattest met het bijbehorende brandpreventieverslag aan de beheerder en Iriscare vóór het aflopen van de geldigheidsduur van brandveiligheidsattest B. § 3. Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de voorziening geheel of gedeeltelijk nog dezelfde tekorten op de brandveiligheidsnormen vertoont, kan de burgemeester het brandveiligheidsattest B nogmaals met minstens een jaar verlengen, voor zover de totale termijn van acht jaar, vermeld in artikel 4 niet overschreden wordt.

De gemeente bezorgt het brandveiligheidsattest met het bijbehorende brandpreventieverslag aan de beheerder en Iriscare vóór het aflopen van de geldigheidsduur van brandveiligheidsattest B. § 4. Als uit het brandpreventieverslag blijkt dat de voorziening de tekorten verholpen heeft, maar intussen niet voldoet aan andere brandveiligheidsnormen, geldt de procedure vermeld in, naargelang het geval, artikel 8 of 9. HOOFDSTUK 5. - Procedure voor het aanvragen en toekennen van afwijkingen

Art. 11.Op gemotiveerde aanvraag van de beheerder kan de leidend ambtenaar voor sommige brandveiligheidsnormen een afwijking van onbepaalde duur toestaan. Het toekennen van een afwijking is enkel mogelijk als alternatieve maatregelen voorgesteld worden die een gelijkwaardig veiligheidsniveau garanderen.

De beheerder dient een aanvraag tot afwijking in bij het secretariaat van de brandveiligheidscommissie via een formulier dat ter beschikking gesteld wordt op de website van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en voegt de noodzakelijke bijlages toe. De aanvraag omvat minstens: 1° een motivatie voor de aanvraag van afwijking en een voorstel met de alternatieve maatregelen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau garanderen;2° een beschrijving van het gebouw aangevuld met plannen;3° als de aanvraag betrekking heeft op een bestaande constructie: het laatste brandpreventieverslag, desgevallend aangevuld met het brandveiligheidsattest en het stappenplan;4° als de aanvraag betrekking heeft op een op te richten gebouw: het bijhorende brandpreventieverslag. Binnen vijftien dagen na de ontvangst van de aanvraag van afwijking bezorgt het secretariaat van de brandveiligheidscommissie een bewijs van ontvangst aan de aanvrager, met de vermelding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is, en in voorkomend geval met de vermelding van de datum van ontvankelijkheid. De ontvankelijkheid houdt in dat de aanvraag voldoet aan de formele vereisten vermeld in het tweede lid.

Uiterlijk zes maanden na de datum van ontvankelijkheid van de aanvraag van afwijking bezorgt het secretariaat de beslissing van de leidend ambtenaar en het advies van de brandveiligheidscommissie aan de beheerder, en aan de brandweer. HOOFDSTUK 6. - Opheffingsbepalingen

Art. 12.Het koninklijk besluit van 12 maart 1974 tot vaststelling van de veiligheidsnormen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen wordt opgeheven.

Art. 13.In artikel 8 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 4 juni 2009 tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren wordt 5° vervangt als volgt: "5° Behalve voor de voorzieningen bedoeld in artikel 2, 4°, a) en b), bèta, van de ordonnantie, een brandveiligheidsattest A of B dat geldig is op de datum van de indiening van de erkenningsaanvraag;".

Art. 14.Bijlage 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Overgangs -en slotbepalingen

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2024.

Art. 16.§ 1. In afwijking van artikel 15, moeten de voorzieningen die, vóór 1 september 2024, reeds in het bezit waren van een voorlopige werkingsvergunning of van een erkenning, uiterlijk tegen 1 september 2026 een brandveiligheidsattest A of B aan Iriscare bezorgen.

Art. 17.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan personen worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 maart 2024.

Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan personen, A. MARON E. VAN DEN BRANDT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^