Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 20 januari 2022
gepubliceerd op 04 februari 2022

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot uitvoering van de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2022030420
pub.
04/02/2022
prom.
20/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


20 JANUARI 2022. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot uitvoering van de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's, de artikelen 5, §§ 2 en 3, 6, 7, tweede lid, en 9, § 1;

Gelet op het voorstel van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag van 26 oktober 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 14 november 2021;

Gelet op het akkoord van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, gegeven op 29 november 2021;

Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 25 november 2021;

Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, uitgevoerd op 25 november 2021;

Gelet op het advies nr. 70.555/3 van de Raad van State, gegeven op 28 december 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° Beheerraad: de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare;2° Consumptiezaal: een consumptiezaal met laag risico;3° Dienst: een dienst die actief is op het vlak van risicobeperking;4° Inspectieambtenaren: de ambtenaren van Iriscare, belast met de controle op de diensten, bedoeld in artikel 9 van de ordonnantie;5° Ministers: de Leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid;6° Ordonnantie: de ordonnantie van 22 juli 2021 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's.

Art. 2.§ 1. De samenwerking met één of meer ziekenhuizen, bedoeld in artikel 5, § 2, eerste lid, 2°, van de ordonnantie, wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen de dienst en het betreffende ziekenhuis, die onder meer een schriftelijke procedure voor dringende medische interventies, en een telefoonnummer dat bereikbaar is tijdens de openingsuren van de zaal voorziet.

Het huishoudelijk reglement van de dienst, bedoeld in artikel 5, § 2, eerste lid, 4°, van de ordonnantie, voorziet onder meer: a) een hoofdstuk met een overzicht van de activiteiten van een dienst, en de praktische modaliteiten hiervan, zoals de openingsuren, begeleidingsmogelijkheden, beschikbaar materiaal, regels van toegankelijkheid en veiligheid;b) een hoofdstuk dat de verplichtingen van de gebruikers van een dienst bevat;c) een hoofdstuk dat de modaliteiten van de stuurgroep van een dienst bevat, zoals de regels voor de samenstelling, het voorzitterschap, het secretariaat, de wijze van samenroeping en beraadslaging;d) enige andere schikking die de organisatie en de werkzaamheden van een dienst verduidelijkt. De overeenkomst die vooraf ondertekend moet worden door elke gebruiker van een consumptiezaal van de dienst, bedoeld in artikel 5, § 2, eerste lid, 5°, van de ordonnantie, voorziet onder meer: a) het aanmaken van een unieke identificatiepseudoniem gebruikt door de gebruiker in de consumptiezaal;b) de verbintenis van de gebruiker om de werkingsregels van de consumptiezaal en het huishoudelijk reglement van de dienst na te leven;c) de ordemaatregelen die van toepassing zijn bij het niet naleven van sommige bepalingen van het huishoudelijk reglement;d) de medeondertekening door een lid van het team van de consumptiezaal;e) de datum van ondertekening van het document;f) de verantwoordelijke uitgever van het document. § 2. De hoofdstukken a) en b) van het huishoudelijk reglement van de dienst, evenals de erkenning bedoeld in artikel 5, §§ 3 en 5, worden zichtbaar uitgehangen aan de ingang van de dienst.

De overeenkomst die vooraf ondertekend moet worden door elke gebruiker van een consumptiezaal van de dienst moet in overeenstemming zijn met eventuele instructies van de gerechtelijke autoriteiten of van de politie. § 3. De Beheerraad kan, rekening houdend met de bepalingen van §§ 1 en 2, en met de voorwaarden vermeld in de artikelen 3, §§ 2 en 3, en 5, § 2, eerste lid, van de ordonnantie, de volgende modellen vastleggen: 1° een model van samenwerkingsovereenkomst die een dienst afsluit met één of meer ziekenhuizen;2° een model van huishoudelijk reglement van een dienst;3° een model van overeenkomst die vooraf ondertekend moet worden door elke gebruiker van een consumptiezaal van een dienst;4° een model van financieel plan waarmee een dienst de financiële levensvatbaarheid van het project garandeert.

Art. 3.Een dienst organiseert minstens 2 keer per jaar een ontmoeting met de omwonenden van een consumptiezaal, waarvan minstens een ontmoeting in het eerste of het tweede kwartaal van het jaar en een ontmoeting in het derde of het vierde kwartaal van het jaar.

Voor de toepassing van dit artikel moet onder omwonenden worden verstaan, de bewoners van de aanpalende straten, of van delen ervan, van een consumptiezaal waarvan de lijst door de Beheerraad wordt vastgelegd.

De uitnodiging voor de ontmoetingen bedoeld in het eerste lid gebeurt door middel van de verdeling van een flyer in iedere brievenbus in de straten opgenomen in de lijst bedoeld in het vorige lid, uiterlijk veertien dagen voor de ontmoeting, evenals via aanplakking en sociale media.

Een dienst opent uiterlijk in de vierde maand na de voorlopige erkenning bedoeld in artikel 5, § 3, een rechtstreekse telefoonlijn waarop de omwonenden of iedere andere persoon de verantwoordelijken voor de dienst tijdens de kantooruren kunnen contacteren, evenals een noodnummer voor noodgevallen dat bereikbaar is tijdens de openingsuren van de consumptiezaal. Deze telefoonlijnen blijven gedurende de hele duur van de erkenning actief.

Art. 4.§ 1. Een dienst beschikt over een multidisciplinair team, waar minstens één hoofdverpleegkundige deel van uitmaakt. De leden van het team beschikken over de volgende diploma's of kwalificaties: 1° hoofdverpleegkundige : houder van het diploma van verpleegkundige die beschikt over minimum 5 jaar klinische praktijk in een multidisciplinair team gespecialiseerd in het behandelen van verslavingen of in de geestelijke gezondheidszorg;2° andere leden van het team: sociaal assistent, verpleegkundige, opvoeder. § 2. In een consumptiezaal zijn op ieder ogenblik tijdens de openingsuren minstens twee tussenkomende personen aanwezig in de verbruikersruimte, waarvan minstens één verpleegkundige. § 3. Een dienst beschikt over een secretariaat en zal beschikken over een bewakingsdienst. § 4. De Beheerraad kan de criteria vermeld in §§ 1 tot 3 nader omschrijven. § 5. De Ministers kunnen andere criteria vastleggen met betrekking tot de samenstelling, de omvang et de kwalificaties van het team dat een dienst beheert.

Art. 5.§ 1. Om erkend te worden dient de inrichtende macht van een dienst per aangetekend schrijven en per elektronische post een erkenningsaanvraag in op het volgende adres: De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid P/a Iriscare Departement beleid zorginstellingen Belliardstraat 71 bus 2 1040 Brussel professionals@iriscare.brussels § 2. Om ontvankelijk te zijn dient de erkenningsaanvraag de volgende gegevens te bevatten: 1° Een motivatiedossier waarin uiteen wordt gezet op welke manier de kandidaat de opdrachten en activiteiten vermeld in artikel 3 van de ordonnantie vervult of denkt te zullen vervullen.Dit dossier beschrijft onder meer: a) de ervaring en de expertise waarover de kandidaat beschikt in de verschillende materies; b) de werking van het project (coördinatie, vergaderingen, openingsuren, etc.); c) een beschrijving van het team belast met de uitvoering van het project;d) het netwerk waarover de kandidaat beschikt;e) de waarden die de kandidaat verdedigt, en de strategie van diens tussenkomst als actor van laagdrempelige toegang.2° Een administratief dossier waarin uiteen wordt gezet op welke manier de kandidaat tegemoet komt aan de voorwaarden vermeld in artikel 5 van de ordonnantie, en dat alle hiertoe nuttige administratieve, verklarende documenten of stukken bevat. De leidend ambtenaar van Iriscare meldt de ontvangst van de erkenningsaanvraag, binnen vijftien dagen na de ontvangst van het aangetekend schrijven, en geeft aan dat het volledig is of niet en, in voorkomend geval, welke bijkomende gegevens nog moeten worden ingediend binnen een termijn van drie maanden.

Indien de erkenningsaanvraag binnen de termijn van drie maanden, bedoeld in het vorige lid, niet werd vervolledigd, wordt ze als niet ontvankelijk beschouwd. § 3. Binnen twee maanden na ontvangst van een ontvankelijke erkenningsaanvraag, delen de Ministers per aangetekend schrijven aan de inrichtende macht van de dienst hun beslissing mee om al dan niet een voorlopige erkenning af te leveren.

De voorlopige erkenning geldt voor één jaar, en is éénmaal verlengbaar voor een nieuwe periode van één jaar. § 4. De Beheerraad maakt, uiterlijk vier maanden voor het einde van de voorlopige erkenning, een advies over aan de Ministers met betrekking tot de definitieve erkenning van de betreffende dienst, op basis van de voorkomende evaluatieverslagen bedoeld in artikel 6, § 1.

De Ministers leggen, op basis van het advies van de Beheerraad, en op basis van de voorkomende evaluatieverslagen, een voorstel van beslissing voor aan het Verenigd College om al dan niet een definitieve erkenning af te leveren aan de betreffende dienst.

Uiterlijk twee maanden voor het einde van de voorlopige erkenning delen de Ministers per gemotiveerd aangetekend schrijven aan de inrichtende macht van de dienst de beslissing van het Verenigd College mee om al dan niet een definitieve erkenning af te leveren.

De definitieve erkenning bedoeld in het vorige lid geldt voor onbepaalde duur.

Art. 6.§ 1. Tijdens de duur van de voorlopige en definitieve erkenning gaan de inspectieambtenaren na of de dienst werkt overeenkomstig alle voorwaarden bepaald door de ordonnantie en dit besluit. Ze stellen hun conclusies vast in een evaluatieverslag. Ze stellen evenveel verslagen op dan ze nuttig achten. Tijdens de voorlopige erkenning stellen ze minstens één evaluatieverslag op.

De leidend ambtenaar van Iriscare maakt elk evaluatieverslag per aangetekend schrijven over aan de inrichtende macht van de dienst.

Deze beschikt over dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst ervan, om haar opmerkingen op het verslag per aangetekend schrijven en per elektronische post te doen toekomen, op het volgende adres: Iriscare Departement beleid zorginstellingen Belliardstraat 71 bus 2 1040 Brussel professionals@iriscare.brussels Na de termijn van dertig dagen, bedoeld in het vorige lid, maakt de leidend ambtenaar van Iriscare het evaluatieverslag, en, in voorkomend geval, de opmerkingen van de inrichtende macht hierop, over aan de Beheerraad en aan de Ministers. § 2. De inspectieambtenaren worden aangeduid door de Beheerraad. Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan iedere dienst en aan de Ministers.

Art. 7.§ 1. Als wordt vastgesteld in één of meerdere evaluatieverslagen, bedoeld in artikel 6, § 1, dat een voorwaarde bepaald door de ordonnantie en dit besluit door een dienst niet wordt nageleefd, of wanneer redenen van uiterst dringende noodzakelijkheid inzake volksgezondheid of veiligheid het rechtvaardigen, kunnen de Ministers de voorlopige erkenning schorsen of intrekken. De Ministers houden hierbij rekening met, in voorkomend geval, de opmerkingen van de inrichtende macht van de dienst bij het evaluatieverslag, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid. § 2. Als wordt vastgesteld in één of meerdere evaluatieverslagen, bedoeld in artikel 6, § 1, dat een voorwaarde bepaald door de ordonnantie en dit besluit door een dienst niet wordt nageleefd, of wanneer redenen van uiterst dringende noodzakelijkheid inzake volksgezondheid of veiligheid het rechtvaardigen, kan het Verenigd College de definitieve erkenning schorsen of intrekken. Het Verenigd College houdt hierbij rekening met, in voorkomend geval, de opmerkingen van de inrichtende macht van de dienst bij het evaluatieverslag, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid. § 3. De schorsing bedoeld in de §§ 1 en 2 geldt voor een termijn van maximum zes maanden, en is eenmaal verlengbaar met een nieuwe termijn van maximum zes maanden. De leidend ambtenaar van Iriscare brengt per aangetekend schrijven de inrichtende macht van de dienst, en de burgemeester van iedere gemeente waar een consumptiezaal van de dienst is gevestigd, van de schorsing op de hoogte.

De schorsing neemt een einde indien de Ministers, in geval van § 1, of het Verenigd College, in geval van § 2, vaststellen dat de problemen die aanleiding gaven tot de schorsing verholpen zijn. De leidend ambtenaar van Iriscare brengt per aangetekend schrijven de inrichtende macht van de dienst, en de burgemeester van iedere gemeente waar een consumptiezaal van de dienst is gevestigd, hiervan op de hoogte. De dienst hervat zijn activiteiten de eerste werkdag volgend op de ontvangst van dit schrijven.

Indien een evaluatieverslag vaststelt dat de problemen die aanleiding gaven tot de schorsing op het einde van de schorsingstermijn niet verholpen zijn, kunnen de Ministers, in het geval van een voorlopige erkenning, of het Verenigd College, in het geval van een definitieve erkenning, de erkenning intrekken, rekening houdend met, in voorkomend geval, de opmerkingen van de inrichtende macht van de dienst bij het evaluatieverslag, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid.

Onverminderd hetgeen is bepaald in het tweede en derde lid, neemt de schorsing van rechtswege een einde indien de vastgestelde schorsingstermijn verstreken is, zonder betekening van een beslissing tot verlenging van de schorsing, of van een beslissing tot definitieve intrekking van de erkenning, ten laatste 15 dagen vóór het verstrijken van de vastgestelde schorsingstermijn. § 4. De leidend ambtenaar van Iriscare brengt per aangetekend schrijven de inrichtende macht van de dienst, en de burgemeester van iedere gemeente waar een consumptiezaal van de dienst is gevestigd, van de intrekking bedoeld in de §§ 1, 2, of 3, derde lid, op de hoogte. De intrekking heeft uitwerking de eerste werkdag volgend op de ontvangst van de betekening ervan. De intrekking van de erkenning is definitief. § 5. Overeenkomstig artikel 3, § 4, van de ordonnantie, mag de dienst tijdens de schorsing van de voorlopige of definitieve erkenning of na de intrekking ervan geen van de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 1, 5° en 6°, van de ordonnantie uitoefenen.

Art. 8.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 20 januari 2022.

Voor het Verenigd College, De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, E. VAN DEN BRANDT

^