Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 01 juli 2021
gepubliceerd op 08 juli 2021

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de uitzonderingen op de verplichtingen inzake quarantaine en staalafname in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2021021267
pub.
08/07/2021
prom.
01/07/2021
ELI
eli/besluit/2021/07/01/2021021267/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


1 JULI 2021. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de uitzonderingen op de verplichtingen inzake quarantaine en staalafname in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 13/1, § 3;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 1 april 2021 betreffende de uitzonderingen op de verplichtingen inzake quarantaine en staalafname in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid die niet toelaat om het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State binnen een termijn teruggebracht tot vijf dagen af te wachten, met name omdat de maatregelen van het OCC worden overwogen op basis van de epidemiologische resultaten; omdat de beslissing van het OCC van 4 juni 2021 vermeldt dat de maatregelen in werking moeten treden met ingang van 1 juli 2021; omdat het niet meer mogelijk is het besluit met het advies van de Raad van State vóór 1 juli 2021 goed te keuren; omdat retroactiviteit hier niet verantwoord is en rechtszekerheid gewaarborgd dient te worden omdat er strafrechtelijke sancties mogelijk zijn; dat dus het dringend is om de maatregelen van het OCC zo snel mogelijk om te zetten in GGC-recht;

Overwegende dat de WHO op 11 maart 2020 COVID-19 als een pandemie heeft gekwalificeerd, en dat die tot op heden voortduurt;

Overwegende dat het Overlegcomité de federale regering en de regeringen van de deelstaten samenbrengt;

Overwegende dat op 4 juni 2021 het Overlegcomité (OCC) binnen het raamwerk van het EU-Digital COVID Certificate maatregelen heeft beslist met betrekking tot reizen;

Overwegende dat op 16 juni 2021 de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid nieuwe regels inzake testing en quarantaine voor volledig gevaccineerden in het kader van een hoogrisicocontact heeft goedgekeurd;

Op de voordracht van de leden van het Verenigd College, belast met de bevoegdheid inzake het Gezondheidsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "ordonnantie": de ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;2° "hoogrisicogebied": een gebied dat de bevoegde federale dienst heeft aangeduid als een gebied met een zeer hoog risico op besmetting met COVID-19;3° "hoogrisicogebied waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn": een gebied dat de bevoegde federale dienst heeft aangeduid als een hoogrisicogebied waar een aanzienlijk deel van de besmettingen met COVID-19 er met een zorgwekkende variant zijn of worden vermoed;4° "hoogrisicogebied waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is": een gebied buiten de Europese Unie dat niet door de Interministeriële conferentie Volksgezondheid is aangeduid als een hoogrisicogebied waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn en dat niet op de EU-lijst van veilige derde landen staat;5° "zorgwekkende variant": een variant van het SARS-CoV-2 virus die door de Wereldgezondheidsorganisatie als een Variant of Concern is gelabeld, met uitzondering van de Alpha variant;6° "personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest": personen die aankomen op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, afkomstig uit een stad, gemeente, district, regio of land die door de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken als rode zone is bestempeld in het kader van die pandemie, overeenkomstig artikel 13/1, § 1 van de ordonnantie.

Art. 2.§ 1. Een tijdelijke uitzondering op de verplichting voorzien in paragraaf 1, 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie kan worden toegestaan voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest en personen die beschouwd worden als contactpersoon die een hoog risicoprofiel vertoont door de geneesheer-gezondheidsinspecteur, behalve voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, om volgende noodzakelijke activiteiten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de termijn van de tijdelijke afzondering te vervullen, en mits het extra aandacht besteden aan hygiënische maatregelen, het afstand bewaren met andere personen en het dragen van een (chirurgisch) mondneusmasker: 1° verplaatsingen met betrekking tot dringende medische zorgen en toegang tot geneesmiddelen;2° verplaatsingen met betrekking tot de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, zoals voedsel, maar alleen als niemand anders hiervoor kan zorgen, en per uitzondering;3° verplaatsingen in het kader van dringende juridische of financiële aangelegenheden en ouderlijk gezag, mits staving;4° verplaatsingen in het kader van de dringende en noodzakelijke zorg voor (huis)dieren, als niemand anders hiervoor kan zorgen;5° verplaatsingen in het kader van een begrafenis. Een tijdelijke uitzondering op de verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie kan worden toegestaan voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn om volgende noodzakelijke activiteiten die niet kunnen worden uitgesteld tot na het verstrijken van de termijn van de tijdelijke afzondering te vervullen, en mits het extra aandacht besteden aan hygiënische maatregelen, het afstand bewaren met andere personen en het dragen van een (chirurgisch) mondneusmasker: 1° verplaatsingen met betrekking tot dringende medische zorgen en toegang tot geneesmiddelen;2° verplaatsingen met betrekking tot de aankoop van noodzakelijke basisbenodigdheden, zoals voedsel, maar alleen als niemand anders hiervoor kan zorgen, en per uitzondering. § 2. Een tijdelijke uitzondering op de verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie kan worden toegestaan voor de volgende personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn: 1° leerlingen, studenten en stagairs in het kader van een examen of een verplichte taak;2° gezondheidswerkers, onderzoekers op het gebied van gezondheid en beroepskrachten uit de ouderenzorg.Op deze uitzondering kan alleen beroep worden gedaan door personeel dat nodig is om een minimum aan basiszorg te waarborgen. Voor het ziekenhuispersoneel wordt de beslissing genomen in overleg met de ziekenhuisdirectie en de dienst hygiëne van het ziekenhuis. Voor het zorgpersoneel in de eerstelijnszorg, zoals huisartsen, wordt het besluit genomen in overleg met de wachtkring; 3° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen gevestigd in België, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;4° staatshoofden en regeringshoofden, regeringsleden, parlementariërs en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;5° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;6° seizoensarbeiders;7° personeel van de politiediensten, migratiediensten en douane;8° personen die reizen om dwingende gezinsredenen (ernstige ziekte met hospitalisatie, preterminale situatie, overlijden) voor zover nodig om deze gezinsredenen uit te oefenen;9° hooggekwalificeerde personen, als hun werk vanuit economisch standpunt noodzakelijk is en niet kan worden uitgesteld (voor zover relevant bepaald door de werkgever in overleg met de bedrijfsarts - aangezien deze laatste op de hoogte moet zijn van de mogelijke risico's op de werkplek).Daaronder worden ook beroepssporters, professionelen uit de cultuursector en wetenschappelijke onderzoekers begrepen die zich verplaatsen bij de uitoefening van hun professionele activiteit; 10° journalisten bij het uitoefenen van hun taken;11° passagiers op doorreis die minder dan 48 u in België verblijven;12° patiënten die reizen om dwingende medische redenen of de verderzetting van een dringende medische behandeling;13° personen die reizen om bijstand of zorg te verlenen aan een oudere, minderjarige, gehandicapte of kwetsbare persoon. Een tijdelijke uitzondering op de verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie kan worden toegestaan voor de volgende personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn: 1° leden van de diplomatieke en consulaire gemeenschap, titularissen van een functie, verkozenen en officiële vertegenwoordigers van de internationale organisaties en instellingen gevestigd in België, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;2° staatshoofden en regeringshoofden, regeringsleden, parlementariërs en hoge ambtenaren, diplomatiek, consulair en technisch personeel op professionele zending, in het kader van een essentiële activiteit die niet op afstand kan worden verricht, noch per videoconferentie;3° personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een dergelijke organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, inclusief inspecteurs van nucleaire installaties;4° vervoerspersoneel dat belast is met goederenvervoer en ander vervoerspersoneel die reizen voor de uitoefening van hun functie;5° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken. De personen, vermeld in het eerste en tweede lid, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° in algemene zin, geen symptomen hebben;2° geen hoogrisicocontact zijn van iemand bij wie de diagnose van COVID-19 infectie werd bevestigd die onder hetzelfde dak woont;3° niet positief getest zijn op COVID-19;4° het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;5° waar mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;6° niet in staat zijn om te telewerken;7° respecteren van afstandsregels en altijd dragen van (chirurgisch) mondneusmasker op de juiste manier op de werkplek;8° beperking van het contact met andere medewerkers: in de praktijk betekent dit zoveel mogelijk gescheiden in- en uitgangen, gescheiden kleedkamers en gescheiden pauze- en eetruimten. § 3. Een tijdelijke uitzondering op de verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie kan worden toegestaan voor volgende personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest en de volgende personen die beschouwd worden als contactpersoon die een hoog risicoprofiel vertoont door de geneesheer-gezondheidsinspecteur behalve voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn : 1° (mits attest van de werkgever voor zover relevant) hoogst uitzonderlijk, asymptomatische personen die een essentiële functie of opdracht uitvoeren en die: a) gezondheidsbeoefenaars of beroepsbeoefenaars zijn die bijstand en zorg verlenen aan kwetsbare personen;b) op voorwaarde dat de uitoefening van hun functie absoluut noodzakelijk is om een minimale basiszorg te kunnen garanderen;c) op voorwaarde van: 1) dragen (chirurgisch) mondneusmasker;2) naleving hygiënevoorschriften;3) actieve controle lichaamstemperatuur en symptomen COVID-19;4) houden van minimum 1,5 meter met personeel;5) beperking van sociale contacten buiten het werk;6) geen gebruik maken van het openbaar vervoer;7) reisverbod;2° (mits attest van de werkgever voor zover relevant) werknemers die door de aard van hun functie in laboratoria in contact komen met het virus dat COVID-19 veroorzaakt;3° personen tewerkgesteld in een essentiële sector in de zin van bijlage 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wanneer hun werk voldoet aan de volgende cumulatieve criteria: a) dringende vraag (bepaald door de werkgever in overleg met de bedrijfsarts - aangezien deze laatste op de hoogte moet zijn van de mogelijke risico's op de werkplek);b) noodzakelijke situatie (bepaald door de werkgever in overleg met de bedrijfsarts - aangezien deze laatste op de hoogte moet zijn van de mogelijke risico's op de werkplek);c) onmisbare en onvervangbare functie die beschreven staat in het continuïteitsplan van het bedrijf.De werknemers van bedrijven die niet over een Business ContinuityPlan beschikken zullen nooit van deze quarantaine-uitzondering kunnen genieten; d) de continuïteit van de essentiële dienstverlening van het bedrijf wordt op korte termijn (duur van de quarantaine) bedreigd;e) alle andere alternatieven tot oplossing werden overwogen en zijn ontoereikend. De werkgever bezorgt aan het Comité Preventie en Bescherming op het Werk en aan de bedrijfsarts een lijst van de personen waarvan sprake.

Na goedkeuring door het Comité Preventie en Bescherming op het Werk van het bedrijf wordt de uitzondering op de quarantaine geattesteerd en wordt er op dagelijkse basis een nominatieve lijst bijgehouden van de betreffende personen.

De personen, vermeld in het eerste lid, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° in algemene zin, geen symptomen hebben;2° geen hoogrisicocontact zijn van iemand bij wie de diagnose van COVID-19 infectie werd bevestigd die onder hetzelfde dak woont;3° niet positief getest zijn op COVID-19;4° het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken;5° waar mogelijk geen gebruikmaken van het openbaar vervoer;6° niet in staat zijn om te telewerken;7° respecteren van afstandsregels en altijd dragen van (chirurgisch) mondneusmasker op de juiste manier op de werkplek;8° beperking van het contact met andere medewerkers: in de praktijk betekent dit zoveel mogelijk gescheiden in- en uitgangen, gescheiden kleedkamers en gescheiden pauze- en eetruimten.

Art. 3.Voor kinderen jonger dan 12 jaar die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is en dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, gelden de verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 1° en 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie niet.

Voor kinderen jonger dan 6 jaar die beschouwd wordt als contactpersoon die een hoog risicoprofiel vertoont door de geneesheer-gezondheidsinspecteur gelden de verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 1°, van artikel 13/1 van de ordonnantie, tenzij de geneesheer-gezondheidsinspecteur in specifieke omstandigheden anders oordeelt.

Art. 4.§ 1. De verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 1° en 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie gelden niet voor personen die voor die beperkte duur in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn, of voor personen die voor die beperkte duur in België verblijven, tenzij na aankomst uit een hoogrisicogebied waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn.

Onder een beperkte duur wordt minder dan 48 uur verstaan. § 2. De verplichtingen voorzien in paragraaf 1, 1° en 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie gelden niet voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest bij wie de kans op besmetting in een hoogrisicogebied dat geen hoogrisicogebied is waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is en dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn laag wordt ingeschat omdat ze kunnen aantonen dat ze, volgens de modaliteiten bepaald door de geneesheer-gezondheidsinspecteur, tegen COVID-19 zijn ingeënt, negatief hebben getest of van COVID-19 zijn hersteld.

De verplichting voorzien in paragraaf 1, 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie geldt niet voor personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest bij wie de kans op besmetting in een hoogrisicogebied waar verhoogde aandacht voor zorgwekkende varianten is laag wordt ingeschat omdat ze kunnen aantonen dat ze, volgens de modaliteiten bepaald door de geneesheer-gezondheidsinspecteur, tegen COVID-19 zijn ingeënt en negatief hebben getest. § 3. De verplichting voorzien in paragraaf 1, 2°, van artikel 13/1 van de ordonnantie geldt niet voor essentiële redenen, voor de volgende personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn: 1° grensbewoners of grensarbeiders die reizen in deze hoedanigheid;2° vervoerspersoneel dat belast is met goederenvervoer en ander vervoerspersoneel die reizen voor de uitoefening van hun functie;3° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken;4° personen die reizen in het kader van grensoverschrijdend co-ouderschap;5° leerlingen, studenten en stagairs die zich dagelijks of wekelijks naar het buitenland verplaatsen in het kader van hun studies of een grensoverschrijdende stage;6° grensscholieren die reizen in het kader van leerplichtonderwijs of in het kader van hoger onderwijs en het volwassenonderwijs naar en van de locatie waar ze het onderwijs genieten;7° de "Border Force Officers" van het Verenigd Koninkrijk. De verplichting voorzien in paragraaf 1, 1°, van artikel 13/1 van de ordonnantie geldt niet voor essentiële redenen, voor de volgende personen die in een hoogrisicogebied zijn geweest dat geen hoogrisicogebied is waar zorgwekkende varianten sterk aanwezig zijn: 1° grensbewoners of grensarbeiders die reizen in deze hoedanigheid;2° vervoerspersoneel dat belast is met goederenvervoer en ander vervoerspersoneel die reizen voor de uitoefening van hun functie;3° zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken;4° personen die reizen in het kader van grensoverschrijdend co-ouderschap;5° leerlingen, studenten en stagairs die zich dagelijks of wekelijks naar het buitenland verplaatsen in het kader van hun studies of een grensoverschrijdende stage;6° grensscholieren die reizen in het kader van leerplichtonderwijs of in het kader van hoger onderwijs en het volwassenonderwijs naar en van de locatie waar ze het onderwijs genieten;7° De "Border Force Officers" van het Verenigd Koninkrijk.

Art. 5.Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 1 april 2021 betreffende de uitzonderingen op de verplichtingen inzake quarantaine en staalafname in kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2021.

Art. 7.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 juli 2021.

Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT

^