Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 30 april 2020
gepubliceerd op 06 mei 2020

Bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/03 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit nr. 2020/02 tot vrijwaring van de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2020041101
pub.
06/05/2020
prom.
30/04/2020
ELI
eli/besluit/2020/04/30/2020041101/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


30 APRIL 2020. - Bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/03 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit nr. 2020/02 tot vrijwaring van de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis


Het Verenigd College, Gelet op artikel 135 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 5, § 1, II, 2°, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 5;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 63;

Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, artikel 2;

Gelet op advies nr. 67.266/1 van de Raad van State, afdeling Wetgeving, gegeven op 24 april 2020;

Overwegende dat het Verenigd College op 6 april 2020, op grond van de voornoemde ordonnantie van 19 maart 2020, een bijzonderemachtenbesluit heeft aangenomen met als doel de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn te verzekeren in de context van de gezondheidscrisis als gevolg van de COVID-19-pandemie;

Dat de maatregelen zoals opgenomen in het besluit van 6 april 2020 meer bepaald tot doel hebben opgewassen te zijn tegen het risico dat de verschillende organen van het OCMW niet langer fysiek kunnen samenkomen;

Dat, voor de beslissingen betreffende de sociale bijstand in de brede betekenis, de Vereniging van Secretarissen-generaal van OCMW's, de aandacht van het Verenigd College had gevestigd op de onmisbare vertrouwelijkheid die kenmerkend is voor de dossiers van sociale bijstand; dat er, om deze vertrouwelijkheid te verzekeren, door het besluit van 6 april 2020 werd beslist om niet toe te laten dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (hierna "het BCSD") op virtuele wijze zou vergaderen;

Overwegende echter dat als gevolg van de bekendmaking van voornoemd besluit in het Belgisch Staatsblad, op 10 april 2020, meerdere OCMW's hun bezorgdheid hebben geuit betreffende het verbod voor het BCSD om op virtuele wijze te vergaderen, meer bepaald rekening gehouden met het aantal beslissingen dat dit orgaan dient te nemen en met het belang van die beslissingen voor de begunstigden van de sociale bijstand, terwijl de moeilijkheden voor de leden van het BCSD om op fysieke wijze samen te komen reëel zijn;

Dat, bovendien, deze bezorgdheid onmiddellijk ter kennis werd gebracht van het Verenigd College door middel van een brief van de Federatie van de Brusselse OCMW's die is opgericht binnen de vzw Brulocalis; dat deze Federatie te kennen geeft dat ze "wenst" dat de vergaderingen van het BCSD op virtuele wijze kunnen worden georganiseerd, zonder dat er wordt geraakt aan de vertrouwelijkheid van de dossiers die aan dit orgaan worden overgelegd;

Overwegende dat het noodzakelijk is om de OCMW's in staat te stellen snel beslissingen te nemen met betrekking tot de aanvragen van sociale bijstand in de brede betekenis; dat, zoals benadrukt in artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de OCMW's, de sociale bijstand het voor eender wie mogelijk moet maken een menswaardig bestaan te leiden; dat, bijgevolg, de mechanismen die de toekenning van dergelijke bijstand regelen steeds moeten functioneren, inzonderheid in de context van een gezondheidscrisis die de waardigheid van de meest behoeftige personen bedreigt;

Overwegende, bijgevolg - met dien verstande dat de mogelijkheid voor het BCSD om op virtuele wijze te vergaderen, gelet op de toestand op het terrein zoals die wordt gemeld door de Federatie van de OCMW's, een garantie voor de continuïteit van de sociale bijstand vormt - dat er reden is om voornoemd besluit van het Verenigd College te wijzigen en aldus virtuele vergaderingen van het BCSD mogelijk te maken;

Dat, met hetzelfde doel voor ogen, de mogelijkheid voor het Vast Bureau om de bevoegdheden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst uit te oefenen wordt gehandhaafd, in laatste instantie, voor het geval waarin het BCSD in de onmogelijkheid zou verkeren om fysiek en virtueel te vergaderen;

Dat, om tegemoet te komen aan de relevante opmerking van de afdeling Wetgeving van de Raad van State, volgens welke het lot moet worden geregeld van eventuele beslissingen die al door het Vast Bureau zouden zijn genomen ter vervanging van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst, met als enige reden dat dit laatste niet fysiek kon vergaderen, wordt toegevoegd dat de beslissingen die het Vast Bureau in dergelijke omstandigheden heeft genomen tussen 16 maart 2020 en de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, geldig blijven;

Dat de mogelijkheid voor het BCSD om virtueel samen te komen op zich geen afbreuk doet aan de verplichtingen inzake geheimhouding die rusten op de leden van het BCSD en op de betrokken OCMW-medewerkers; dat de OCMW's de nodige praktische schikkingen dienen te treffen met het oog op het behoud van de vertrouwelijkheid van de dossiers van sociale bijstand en, aldus, de bescherming van de privacy van de begunstigden;

Overwegende, tot slot, dat een marginale wijziging wordt aangebracht aan artikel 6 van voornoemd besluit om het, in voorkomend geval, voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn mogelijk te maken een budgettaire wijziging door te voeren als gevolg van een uitzonderlijke uitgave zoals bedoeld in deze bepaling en dit binnen een redelijker termijn dan de termijn die momenteel is vastgesteld;

Overwegende dat de redenen die zijn genoemd ter rechtvaardiging van de terugwerkende kracht van het besluit van 6 april 2020 van het Verenigd College mutatis mutandis verantwoorden dat het huidige besluit uitwerking heeft vanaf 16 maart 2020 en dit voor een periode van 60 dagen;

Op voorstel van de leden van het Verenigd College belast met Bijstand aan Personen, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Artikel 1, § 2, lid 1 van het bijzonderemachtenbesluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nr. 2020/02 tot vrijwaring van de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, wordt vervangen door wat volgt: "Tijdens de in § 1 bedoelde periode kunnen de bevoegdheden die door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zijn gedelegeerd, door het Vast Bureau worden uitgeoefend, voor zover het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zich in de onmogelijkheid bevindt om op fysieke en virtuele wijze te vergaderen.

Echter, wanneer, tussen 16 maart 2020 en de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, beslissingen over individuele sociale bijstand zijn genomen door het Vast Bureau in de plaats van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, met als enige reden dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst niet fysiek kon vergaderen, worden deze beslissingen als geldig beschouwd." § 2. In artikel 1, § 2, van hetzelfde besluit worden de leden 2 tot 4 geschrapt.

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "Gedurende een periode van 60 dagen, te rekenen vanaf 16 maart 2020, worden de vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Vast Bureau en het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op virtuele wijze gehouden, dat wil zeggen via uitwisseling van e-mails of via videoconferentie, voor zover het betreffende orgaan van het OCMW zich in de onmogelijkheid bevindt om op fysieke wijze te vergaderen.

De onmogelijkheid om fysiek te vergaderen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst betreft uitsluitend de twee volgende situaties: a) De meerderheid van de leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, van het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst verklaart niet in staat te zijn deel te nemen aan de vergadering met als reden gezondheidsrisico's die voortvloeien uit de COVID-19-crisis;b) De maatregelen van openbare orde aangenomen door de bevoegde overheden verhinderen, direct of indirect, het houden van vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, van het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Het betrokken orgaan stelt formeel de onmogelijkheid om fysiek te vergaderen vast alvorens de virtuele vergadering te openen. Deze vaststelling wordt opgenomen in de notulen van de bewuste vergadering.

De verklaring bedoeld in punt a) hierboven wordt, op elektronische wijze verstuurd aan de Secretaris-generaal.

In afwijking van artikel 30, derde lid van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden, wanneer de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of van het Vast Bureau op virtuele wijze plaatsvindt, de uitnodiging alsook alle documenten met betrekking tot de agendapunten uitsluitend op elektronische wijze aan de betrokken leden meegedeeld.

In afwijking van artikel 31 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden, wanneer de vergadering van het Vast Bureau op virtuele wijze plaatsvindt, is de regel van vergadering achter gesloten deuren niet van toepassing. Niettemin zijn de leden van de betrokken organen ertoe gehouden te zorgen dat niemand kennis kan nemen van de inhoud van de beraadslagingen en de vertrouwelijke stukken van de dossiers op de agenda.

Wanneer het tijdens een virtuele vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of van het Vast Bureau nodig is om artikel 33, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, toe te passen, wordt het geheime karakter van de stemming verzekerd door het verzenden, door elk lid, van een individuele e-mail aan de Secretaris-generaal, die de stemmen telt en het resultaat vermeldt in de notulen van de vergadering, met behoud van de anonimiteit van de kiezers.

Wanneer de vergadering van een van de organen van het OCMW, bedoeld in het eerste lid, op virtuele wijze plaatsvindt op basis van een uitwisseling van e-mails, is de Secretaris-generaal verantwoordelijk voor het telefonisch verifiëren van de authenticiteit van de uitgewisselde e-mails. Hij geeft in de notulen van de vergadering aan dat hij deze verificatie heeft uitgevoerd. Een dergelijke verificatie moet niet worden uitgevoerd wanneer de vergadering wordt gehouden via videoconferentie.

De beslissingen die worden genomen bij een virtuele vergadering van een van de organen van het OCMW, bedoeld in het eerste lid, worden vastgelegd in de notulen van de vergadering, naar behoren ondertekend door de Secretaris-generaal. De notulen vermelden het kanaal via hetwelk de virtuele bijeenkomst plaatsvond. Desgevallend worden de stemmen van elk lid vermeld in de notulen.

Alle beslissingen die worden genomen tijdens de virtuele vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of van het Vast Bureau, moeten volledig worden verstuurd aan het Verenigd College binnen de termijn bepaald in artikel 110, § 1 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, tenzij deze beslissingen betrekking hebben op individuele gevallen van sociale bijstand. De bepalingen van artikel 111 van dezelfde wet zijn van toepassing."

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het 3de lid vervangen door wat volgt: "Deze uitgaven worden opgenomen in de eerstvolgende wijziging van de begroting die uiterlijk drie maanden na het einde van de periode van 60 dagen vanaf 16 maart 2020 plaatsvindt."

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 16 maart 2020.

Brussel, 30 april 2020.

Het Verenigd College: S. GATZ E. VAN DEN BRANDT

^