gepubliceerd op 05 juni 2020
Bijzonderemachtenbesluit van het verenigd college van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie nr. 2020/008 tot vrijwaring van de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de COVID-19-Gezondheidscrisis
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
29 MEI 2020. - Bijzonderemachtenbesluit van het verenigd college van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie nr. 2020/008 tot vrijwaring van de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de COVID-19-Gezondheidscrisis
Het Verenigd College, Gelet op artikel 135 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 5, § 1, II, 2°, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 63;
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, artikel 2;
Overwegende dat de uitzonderlijke gezondheidscrisis in verband met COVID-19 in België vandaag en de huidige en toekomstige maatregelen, genomen door de verschillende overheidsniveaus om de verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken, van dien aard zijn elke vorm van activiteit op het grondgebied van het Gewest te vertragen, of zelfs om bepaalde diensten te verlammen;
Overwegende dat deze van dien aard is de goede werking van de verschillende openbare diensten en met name de plaatselijke besturen die de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn (hierna OCMW), te beïnvloeden;
Overwegende dat op grond van artikel 2 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, het Verenigd College bevoegd is om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om situaties te voorkomen en te behandelen die een probleem vormen binnen het strikte kader van de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan, en die dringend moeten worden geregeld op straffe van ernstig gevaar;
Dat het raadzaam is om de werking van de organen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn te organiseren zonder het risico te nemen dat hun optreden tijdens de pandemie volledig verlamd zal zijn;
Overwegende dat, overeenkomstig artikel 24 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de raden voor maatschappelijk welzijn alles regelen wat tot de bevoegdheid van het openbare centrum voor maatschappelijk welzijn behoort, tenzij de wet anders bepaalt;
Overwegende dat, gezien de ongeziene gezondheidscrisis waarmee het Brussels Gewest en heel België te maken hebben, en afgezien van de door de federale Regering genomen voorzorgsmaatregelen, niet kan worden uitgesloten dat de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn niet meer in staat zijn om in de raad bijeen te komen, hetzij om de verspreiding van COVID-19 te voorkomen, hetzij omdat hun gezondheidstoestand dit niet langer toelaat;
Dat het bovendien van essentieel belang is ervoor te zorgen dat de taken die zijn gedelegeerd aan het in het kader van het OCMW opgerichte Bijzonder Comité voor maatschappelijk welzijn, ook in deze periode kunnen worden gewaarborgd, zo nodig op virtuele wijze;
Dat het niet uitgesloten is dat de burgemeesters ertoe worden gebracht zeer snel specifieke politiereglementen aan te nemen die met name gericht zijn op het voorkomen van inbreuken op de openbare orde als gevolg van de bovengenoemde gezondheidscrisis, en het nemen van maatregelen die elke bijeenkomst op hun grondgebied zou beïnvloeden;
Overwegende dat in deze uitzonderlijke omstandigheden en om de continuïteit van de openbare dienstverlening en de uitoefening van de essentiële taken van het OCMW te waarborgen, de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn die hoogdringend moeten worden uitgeoefend, kunnen worden uitgeoefend door het Vast Bureau, voor een periode van 60 dagen;
Overwegende dat het Vast Bureau de hoogdringendheid en tegelijk de dwingende noodzakelijkheid moet motiveren, die haar optreden op basis van dit besluit rechtvaardigt;
Overwegende dat niet-hoogdringende besluiten die onder de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn vallen, dienvolgens door zichzelf zullen worden uitgeoefend indien het in staat is om te vergaderen, al is het op virtuele wijze, of wanneer het opnieuw bijeenkomt;
Aangezien het Vast Bureau dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij toepassing van dit besluit vervangt, zijn haar besluiten onderworpen aan het toezicht zoals dit zou worden toegepast op een besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn, behalve voor de uitzondering voorzien in artikel 6, vierde lid, van dit besluit;
Gezien de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat de OCMW's hun essentiële taken moeten kunnen blijven vervullen ondanks de huidige omstandigheden die verband houden met de gezondheidscrisis van COVID-19, en dat het daarom van fundamenteel belang is om de noodzakelijke aanpassingen aan de organieke wetgeving aan te brengen die de OCMW's toelaat om snel te kunnen reageren op de situaties waarmee ze worden geconfronteerd en om de noodzakelijke beslissingen te nemen met de snelheid en flexibiliteit die nodig is om in de behoeften te voorzien;
Overwegende dat een soortgelijk besluit is aangenomen op 6 april 2020 voor de periode van 16 maart tot 14 mei;
Overwegende dat de gezondheidssituatie die de goedkeuring van dat besluit rechtvaardigde, identiek blijft en dat de evolutie ervan nog onzeker is;
Dat het dus is aangewezen het bijzonderemachtenbesluit betreffende de werking van de OCMW's te verlengen, van 15 mei 2020.
Dat, indien nodig en in geval van verlenging of verergering van de bovengenoemde uitzonderlijke gezondheidsomstandigheden, deze uitzonderlijke maatregelen zullen worden herzien of verlengd;
Op voorstel van de leden van het Verenigd College belast met Bijstand aan personen, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Gedurende een periode van 60 dagen vanaf 15 mei 2020, worden de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn, anders dan die bedoeld in artikel 110, § 1 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, uitgeoefend door het Vast Bureau, dit alleen voor zover de hoogdringendheid van haar optreden gemotiveerd is in het licht van de gezondheidscrisis van COVID-19.
De beslissingen aangenomen op basis van het eerste lid worden binnen de zeven dagen nadat ze werden aangenomen verstuurd via elektronische weg aan de leden van de Raad voor maatschappelijk welzijn. § 2. Tijdens de in § 1 bedoelde periode kunnen de bevoegdheden die door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zijn gedelegeerd, door het Vast Bureau worden uitgeoefend, voor zover het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zich in de onmogelijkheid bevindt om op fysieke en virtuele wijze te vergaderen. § 3. Gedurende de in § 1 bedoelde periode kan het Vast Bureau personeel aanwerven buiten het personeelskader, met inbegrip van personeel van niveau A, bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een maximale duur van zes maanden, voor zover de beslissing tot aanwerving schriftelijk wordt gemotiveerd inzake de hoogdringendheid om te voorzien in dwingende behoeften als gevolg van de gezondheidscrisis van COVID-19.
De uitgaven die eventueel voortvloeien uit de aanwervingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen zo nodig worden vergoed op grond van artikel 6 van dit besluit.
Art. 2.De door het Vast Bureau aangenomen beslissingen, overeenkomstig artikel 1, § 1, worden binnen de door artikel 110, § 1, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn vastgestelde termijn aan de toezichthoudende overheid verzonden.
De regels voor de uitoefening van het toezicht zoals vastgelegd in artikel 111 van dezelfde wet zijn van toepassing.
Art. 3.Gedurende een periode van 60 dagen, te rekenen vanaf 15 mei 2020, worden de vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Vast Bureau en het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op virtuele wijze gehouden, dat wil zeggen via uitwisseling van e-mails of via videoconferentie, voor zover het betreffende orgaan van het OCMW zich in de onmogelijkheid bevindt om op fysieke wijze te vergaderen.
De onmogelijkheid om fysiek te vergaderen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst betreft uitsluitend de twee volgende situaties: a) De meerderheid van de leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, van het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst verklaart niet in staat te zijn deel te nemen aan de vergadering met als reden gezondheidsrisico's die voortvloeien uit de COVID-19-crisis;b) De maatregelen van openbare orde aangenomen door de bevoegde overheden verhinderen, direct of indirect, het houden van vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, van het Vast Bureau of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Het betrokken orgaan stelt formeel de onmogelijkheid om fysiek te vergaderen vast alvorens de virtuele vergadering te openen. Deze vaststelling wordt opgenomen in de notulen van de bewuste vergadering.
De verklaring bedoeld in punt a) hierboven wordt, op elektronische wijze verstuurd aan de Secretaris-generaal.
In afwijking van artikel 30, derde lid van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden, wanneer de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of van het Vast Bureau op virtuele wijze plaatsvindt, de uitnodiging alsook alle documenten met betrekking tot de agendapunten uitsluitend op elektronische wijze aan de betrokken leden meegedeeld.
In afwijking van artikel 31 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden, wanneer de vergadering van het Vast Bureau op virtuele wijze plaatsvindt, is de regel van vergadering achter gesloten deuren niet van toepassing. Niettemin zijn de leden van de betrokken organen ertoe gehouden te zorgen dat niemand kennis kan nemen van de inhoud van de beraadslagingen en de vertrouwelijke stukken van de dossiers op de agenda.
Wanneer het tijdens een virtuele vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of van het Vast Bureau nodig is om artikel 33, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, toe te passen, wordt het geheime karakter van de stemming verzekerd door het verzenden, door elk lid, van een individuele e-mail aan de Secretaris-generaal, die de stemmen telt en het resultaat vermeldt in de notulen van de vergadering, met behoud van de anonimiteit van de kiezers.
Wanneer de vergadering van een van de organen van het OCMW, bedoeld in het eerste lid, op virtuele wijze plaatsvindt op basis van een uitwisseling van e-mails, is de Secretaris-generaal verantwoordelijk voor het telefonisch verifiëren van de authenticiteit van de uitgewisselde e-mails. Hij geeft in de notulen van de vergadering aan dat hij deze verificatie heeft uitgevoerd. Een dergelijke verificatie moet niet worden uitgevoerd wanneer de vergadering wordt gehouden via videoconferentie.
De beslissingen die worden genomen bij een virtuele vergadering van een van de organen van het OCMW, bedoeld in het eerste lid, worden vastgelegd in de notulen van de vergadering, naar behoren ondertekend door de Secretaris-generaal. De notulen vermelden het kanaal via hetwelk de virtuele bijeenkomst plaatsvond. Desgevallend worden de stemmen van elk lid vermeld in de notulen.
Alle beslissingen die worden genomen tijdens de virtuele vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of van het Vast Bureau, moeten volledig worden verstuurd aan het Verenigd College binnen de termijn bepaald in artikel 110, § 1 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, tenzij deze beslissingen betrekking hebben op individuele gevallen van sociale bijstand. De bepalingen van artikel 111 van dezelfde wet zijn van toepassing.
Art. 4.§ 1. Gedurende een periode van 60 dagen vanaf 15 mei 2020, wordt in afwijking van artikel 32, tweede lid, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn is het recht om te beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden van toepassing wanneer de leden voor de eerste maal zijn bijeengeroepen zonder dat zij in aantal zijn geweest, dit alleen wat betreft de onderwerpen die voor de tweede keer op de agenda zijn geplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de Secretaris-generaal er zich, voordat de nieuwe oproeping wordt verzonden, telefonisch van te vergewissen dat de eerste oproeping door de betrokken leden is ontvangen. De Secretaris-generaal vermeldt de uitvoering van deze formaliteit in het proces-verbaal van de vergadering.
Art. 5.Onverminderd de verplichtingen voorzien in artikel 26bis van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt de verplichting om minstens eenmaal per kwartaal een overlegcomité bijeen te roepen tussen een delegatie van de gemeenteraad en een delegatie van de Raad voor maatschappelijk welzijn, bedoeld in artikel 26, § 2, van dezelfde wet, geschorst voor een periode van 60 dagen vanaf 15 mei 2020.
Art. 6.Gedurende een periode van 60 dagen vanaf 15 mei 2020, wanneer er geen toereikende kredieten zijn opgenomen in de begroting, kan het Vast Bureau in een uitgave voorzien, op voorwaarde dat deze uitgave absoluut noodzakelijk is om een reden die rechtstreeks voortvloeit de gezondheidscrisis van COVID-19, dat wil zeggen wanneer de minste vertraging gevaar zou opleveren voor personen.
Het is aan het Vast Bureau om zijn beslissing om beroep te doen op een dergelijke uitgave te rechtvaardigen.
Deze uitgaven worden opgenomen in de eerstvolgende wijziging van de begroting die uiterlijk drie maanden na het einde van de periode van 60 dagen vanaf 15 mei 2020 plaatsvindt.
In afwijking van artikel 112bis, § 4, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, kan de in het vorige lid bedoelde beslissing alleen worden afgekeurd indien de begrotingswijziging voortvloeiende uit de beslissing die is genomen overeenkomstig het eerste lid duidelijk niet werd genomen om een dwingende reden die rechtstreeks voortvloeit uit de gezondheidscrisis van COVID-19.
Art. 7.De leden van het Verenigd College, belast met het Beleid inzake Bijstand aan Personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 mei 2020.
Het Verenigd College: S. GATZ E. VAN DEN BRANDT