gepubliceerd op 12 augustus 2019
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot bepaling van de procedure van erkenning, intrekking van erkenning en sluiting van de ziekenhuizen, samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen en ziekenhuisactiviteiten
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
9 JULI 2019. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot bepaling van de procedure van erkenning, intrekking van erkenning en sluiting van de ziekenhuizen, samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen en ziekenhuisactiviteiten
Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 4 april 2019 betreffende de erkenning, de programmatie en de erkenningsprocedures van de ziekenhuizen, vormen van samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen of ziekenhuisactiviteiten, artikel 5, 6 en 8;
Gelet op het besluit van het Verenigd College van 5 mei 1994 tot bepaling van nadere regels voor de erkenning en de sluiting van de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën van 14 maart 2019 ;
Gelet op het begrotingsakkoord van 2 april 2019 van de leden van het Verenigd College bevoegd voor de financiën, en de begroting;
Gelet op het advies nr. 65.895/3 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2019 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de wet: de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen van 10 juli 2008;2° de Ministers: de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;3° de administratie: de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;4° de instelling: het ziekenhuis of de vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen die een erkenningsaanvraag heeft ingediend voor het geheel van of voor één van zijn ziekenhuisactiviteiten;5° ziekenhuisdienst: ziekenhuisdienst zoals bedoeld in titel III van de wet. HOOFDSTUK II. - Erkenningsaanvraag en voorlopige erkenning
Art. 2.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag om erkenning van een ziekenhuis of een ziekenhuisdienst naar de administratie gericht zijn en de volgende elementen omvatten: 1° de vergunning bedoeld in artikel 39 van de wet;2° een nota met vermelding van de naam van de beheerder en de directeur van de instelling alsmede van de hoofdgeneesheer en ondertekend door de betrokkenen;3° een nota met vermelding van de namen van de artsen-diensthoofden van dienst;4° een nota met vermelding van de samenstelling van de medische raad van het ziekenhuis indien hij al is samengesteld;5° de lijst van de artsen en van het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel met naam, kwalificatie en inschrijvingsnummer, waaruit blijkt dat het ziekenhuis of de ziekendienst aan de gestelde normen beantwoordt;6° een afschrift van de algemene regeling, bedoeld in artikel 144 van de wet;7° een plan dat de interne verbindingswegen van het ziekenhuis of de ziekenhuisdienst aanduidt, de bestemming van de lokalen en, in voorkomend geval, het aantal bedden in de kamers voor de ziekenhuisverpleging;8° een beschrijvende nota die aanduidt op welke wijze de normen inzake technische uitrusting worden nageleefd;9° in voorkomend geval een kopie van de overeenkomst gesloten tussen het ziekenhuis waarvoor de erkenning of de erkenning van een dienst wordt gevraagd en de instellingen waarmee er een functionele verbinding moet gegarandeerd worden overeenkomstig de geldende erkenningsnormen;10° een behoorlijk ondertekend en gedateerd attest van de burgemeester van de gemeente waar het ziekenhuis of de ziekenhuisdienst is gelegen waaruit moet blijken dat voldaan wordt aan de brandveiligheidsnormen. Dit attest wordt opgemaakt op basis van een door de brandweer uitgebracht verslag over de brandveiligheid van de instelling; § 2. Deze documenten moeten nog geldig zijn.
Wat het in paragraaf 1, 10° bedoelde attest betreft, wanneer architectonische wijzigingen die de veiligheid in de instelling kunnen bedreigen later werden uitgevoerd dan de toekenningsdatum van het attest, moet een attest met betrekking tot de uitgevoerde wijzigingen bij het dossier worden gevoegd.
Art. 3.Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag om een erkenning van een andere ziekenhuisactiviteit dan een ziekenhuisdienst of een vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen aan de administratie gericht zijn en alle documenten bevatten, waaruit de conformiteit van de andere ziekenhuisactiviteit dan een ziekenhuisdienst of de vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen met de geldende erkenningsnormen blijkt.
Art. 4.§ 1. De Ministers kunnen, na het advies van de afdeling : 1° de lijst vaststellen van de in artikel 3 bedoelde documenten voor elke andere ziekenhuisactiviteit dan een ziekenhuisdienst of voor elke samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen;2° de nadere indieningsregels van de in artikel 2 en 3 bedoelde documenten vaststellen. § 2. Binnen één maand volgend op de ontvangstdatum van de aanvraag zendt de administratie een ontvangstbevestiging naar de instelling. § 3. Wanneer het dossier van erkenningsaanvraag onvolledig is, deelt de administratie dit aan de aanvrager mee en vermeldt zij de reden.
Art. 5.De administratie onderzoekt het dossier en vergewist er zich van dat het ziekenhuis, de vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de ziekenhuisactiviteit kan werken in omstandigheden verenigbaar met de normen waaraan zij moeten voldoen.
Art. 6.Binnen vier maanden volgend op de ontvangstdatum van de ontvankelijke aanvraag sturen de Ministers naar de instelling de beslissing tot voorlopige erkenning of hun gemotiveerde voornemen om de toekenning van voorlopige erkenning te weigeren.
Bij een dringende noodzaak kunnen de Ministers deze termijn één keer voor een duur van vier maanden verlengen.
Art. 7.§ 1 De instelling kan de Ministers binnen vijftien dagen volgend op de kennisgeving van deze beslissing haar opmerkingen meedelen over het in artikel 6 bedoelde voornemen tot weigering. Op haar vraag, wordt ze door de administratie gehoord. § 2. De Ministers nemen binnen dertig dagen volgend op de verzending van deze opmerkingen of, in voorkomend geval, het verhoor van de instelling, hun definitieve beslissing tot weigering van erkenning.
Art. 8.De beslissing tot voorlopige erkenning heeft uitwerking met ingang van de datum van de aanvraag ofwel een latere datum zonder dat het overschrijdt zes maanden na de ontvangstdatum van de aanvraag. HOOFDSTUK III. - Erkenning
Art. 9.Tijdens de duur van de voorlopige erkenning gaat de administratie na of het ziekenhuis, de vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de ziekenhuisactiviteit werkt overeenkomstig alle normen waaraan zij moeten voldoen.
De administratie stelt een verslag over deze uitgevoerde controles op.
Art. 10.Het in artikel 9 bedoelde verslag wordt naar de instelling gestuurd. Deze beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verslag, om haar opmerkingen aan de administratie te bezorgen.
Na afloop van deze termijn wordt het verslag en, in voorkomend geval, de door de instelling geformuleerde opmerkingen ter advies aan de bevoegde afdeling voorgelegd.
Art. 11.§ 1. De Ministers bezorgen de instelling de beslissing tot erkenning of hun gemotiveerde voornemen om de toekenning van de erkenning te weigeren binnen dertig dagen volgend op de datum waarop het in artikel 10, tweede lid bedoelde advies werd uitgebracht. § 2. Bij een beslissing tot voornemen van weigering van erkenning kan de instelling de Ministers binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van deze beslissing haar opmerkingen meedelen. Op haar vraag, wordt ze door de administratie gehoord.
De opmerkingen en, in voorkomend geval, de notulen van het verhoor worden naar de bevoegde afdeling gestuurd.
De bevoegde afdeling brengt binnen dertig dagen vanaf de aanvraag haar advies uit. Na deze termijn wordt de formaliteit geacht om vervuld te zijn. § 3. De Ministers nemen hun definitieve beslissing tot weigering van erkenning binnen dertig dagen volgend op het advies van de bevoegde afdeling.
Art. 12.De erkenning wordt toegekend voor onbepaalde duur.
Art. 13.Als in de loop van de erkenningsperiode, er wijzigingen aan de in artikel 2 of 3 bedoelde gegevens worden aangebracht, en die afbreuk kunnen doen aan de naleving van de erkenningsnormen, worden ze onmiddellijk aan de Ministers meegedeeld.
Wanneer de instelling beslist om vrijwillig de instelling of een bepaalde ziekenhuisactiviteit te sluiten, deelt ze haar beslissing ten minste drie maanden vóór de inwerkingtreding ervan aan de Ministers mee. HOOFDSTUK IV. - Toezicht op de naleving van de toekennings- voorwaarden
Art. 14.§ 1. De administratie controleert de naleving van de erkenningsvoorwaarden. In dit verband stuurt de administratie ten minste om de zes jaar vanaf de toekenning van de erkenning een vragenlijst naar de instelling. Deze vragenlijst moet binnen zestig dagen na ontvangst zorgvuldig ingevuld en ondertekend worden teruggestuurd.
De instelling voegt bij de vragenlijst de in artikel 2, § 1, 1° tot 9° of in artikel 3 bedoelde documenten bij indien er wijzigingen werden aangebracht en een nieuw brandveiligheidsattest wanneer het vorige attest meer dan zes jaar oud is of wanneer er aan de gebouwen of uitrustingen veranderingen werden aangebracht die de veiligheid in de instelling kunnen bedreigen. § 2. De Ministers stellen de inhoud van de vragenlijst na het advies van de afdeling vast.
Met de vragenlijst kan de naleving van de erkenningsnormen door het ziekenhuis, de vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de ziekenhuisactiviteit opnieuw worden geëvalueerd. HOOFDSTUK V. - Intrekking van erkenning
Art. 15.§ 1. Wanneer de administratie vaststelt dat de instelling niet meer aan de erkenningsnormen beantwoordt, stellen de Ministers de instelling in gebreke om zich te conformeren met de geldende erkenningsnormen binnen een termijn die zij vastleggen.
De Ministers kunnen de duur van de ingebrekestelling verlengen. § 2. Indien de geldende normen niet volgens de nadere regels en binnen de vastgelegde termijnen worden nageleefd, stellen de Ministers de instelling in kennis van hun voornemen om de erkenning in te trekken.
De instelling kan haar opmerkingen meedelen aan de Ministers binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van deze beslissing. Op haar vraag, wordt ze door de administratie gehoord.
De opmerkingen en, in voorkomend geval, de notulen van het verhoor, worden naar de bevoegde afdeling gestuurd. § 3. De Ministers nemen hun definitieve beslissing tot weigering van erkenning binnen dertig dagen volgend op het advies van de bevoegde afdeling.
Art. 16.Onmiddellijk na de kennisgeving van de in artikel 15, §§ 2 en 3 bedoelde beslissingen van de Ministers brengt de instelling alle betrokken patiënten van de inhoud van deze beslissingen op de hoogte. HOOFDSTUK VI. - Sluiting
Art. 17.De definitieve beslissing van de Ministers tot weigering van de voorlopige erkenning of intrekking van de erkenning brengt van rechtswege de sluiting van het ziekenhuis, het samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de desbetreffende ziekenhuisactiviteit met zich mee.
Vanaf de kennisgeving van deze beslissing mogen er geen patiënten in het ziekenhuis, het samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de ziekenhuisactiviteit meer worden opgenomen, noch nieuwe activiteiten worden ontwikkeld.
De instelling moet ervoor zorgen dat de opgenomen patiënten de desbetreffende diensten hebben verlaten alsook dat deze patiënten binnen dertig dagen na de kennisgeving van deze beslissing naar geschikte structuren worden overgeplaatst.
De Ministers kunnen deze termijn verlengen.
Art. 18.De beslissingen tot intrekking van erkenning en sluiting worden tezelfdertijd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Art. 19.§ 1. Bij een dwingende reden van volksgezondheid kunnen de Ministers een onmiddellijk verbod opleggen om patiënten op te nemen, het bevel geven om de activiteiten in het ziekenhuis, het samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de desbetreffende ziekenhuisactiviteit stop te zetten, onder voorbehoud van de dringende noodzaak in verband met de continuïteit van de zorg.
Binnen tien dagen volgend op de kennisgeving van deze beslissing stellen de Ministers het ziekenhuis, het samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de desbetreffende ziekenhuisactiviteit in gebreke om de nodige maatregelen te nemen voor de bescherming van de Volksgezondheid en, in voorkomend geval, zich met de erkenningsnormen te conformeren binnen een termijn die zij vastleggen. § 2. Indien de vastgestelde voorwaarden niet worden nageleefd, stellen de Ministers de instelling in kennis van hun voornemen om de erkenning in te trekken en/of het ziekenhuis, het samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de desbetreffende ziekenhuisactiviteit te sluiten.
De instelling kan haar opmerkingen aan de Ministers meedelen binnen vijftien dagen volgend op de kennisgeving van deze beslissing. Op haar vraag wordt ze door de administratie gehoord.
De opmerkingen en, in voorkomend geval, de notulen van het verhoor, worden naar de bevoegde afdeling gestuurd.
De bevoegde afdeling brengt haar advies binnen vijftien dagen uit. Na deze termijn wordt de formaliteit geacht vervuld te zijn. § 3. De Ministers nemen hun definitieve beslissing tot intrekking van erkenning en/of tot sluiting binnen dertig dagen volgend op de verzending van de in paragraaf 2, derde lid bedoelde documenten.
Art. 20.Onmiddellijk na de kennisgeving van de beslissingen van de Ministers bedoeld in artikel 18 en 19, brengt de instelling alle betrokken patiënten op de hoogte van de inhoud van deze beslissingen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 21.De erkenningsaanvragen en de verlengingen van erkenning bedoeld in het besluit van het Verenigd College van 5 mei 1994 tot bepaling van nadere regels voor de erkenning en de sluiting van de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren, die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit hangende zijn, worden verder afgehandeld overeenkomstig dit besluit.
Art. 22.§ 1. Het ziekenhuis, de vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of de ziekenhuisactiviteit die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit beschikt over een erkenning of een voorlopig erkenning overeenkomstig hoofdstuk I, II of III van het besluit van het Verenigd College van 5 mei 1994 tot bepaling van nadere regels voor de erkenning en de sluiting van de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren behoudt deze erkenning tot de toekenning van een nieuwe erkenning overeenkomstig dit besluit, onder voorbehoud van een intrekkingsbeslissing. § 2. Ten laatste zes maanden voor de afloop van de erkenning van een ziekenhuis, van een vorm van samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen of van een ziekenhuisactiviteit stuurt de administratie de vragenlijst bedoeld in artikel 14. Deze vragenlijst moet binnen dertig dagen na ontvangst zorgvuldig ingevuld en ondertekend worden teruggestuurd.
De administratie stelt een verslag over de naleving van de erkenningsnormen op. § 3. Artikelen 10 tot 13 zijn van toepassing.
Art. 23.Het besluit van het Verenigd College van 5 mei 1994 tot bepaling van nadere regels voor de erkenning en de sluiting van de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren, wordt opgeheven.
Art. 24.Dit besluit en de ordonnantie van 4 april 2019 betreffende de erkenning, de programmatie en de erkenningsprocedures van de ziekenhuizen, vormen van samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen of ziekenhuisactiviteiten treden op 1 september 2019 in werking.
Art. 25.De Ministers worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 juli 2019.
Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, G. VANHENGEL .