Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 29 juni 2006
gepubliceerd op 26 oktober 2006

Besluit nr. 2005/127 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot invoering van een toelage aan de rekenplichtigen en een projecttoelage bij het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding

bron
franse gemeenschapscommissie van het brusselshoofdstedelijk gewest
numac
2006031521
pub.
26/10/2006
prom.
29/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/29/2006031521/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2006. - Besluit nr. 2005/127 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot invoering van een toelage aan de rekenplichtigen en een projecttoelage bij het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, zoals gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, gegeven op 19 december 2003;

Gelet op protocolakkoord nr. 2005/26 van het Sectorcomité XV van 10 februari 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juni 2005;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Begroting, gegeven op 20 maart 2006;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Openbaar Ambt, gegeven op 1 september 2005;

Gelet op het advies 40.122/2 van de Raad van State, gegeven op 24 april 2006, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat daar voor bepaalde betrekkingen zoals die van rekenplichtige de beloning niet marktconform is, het moeilijk is kandidaten met het geschikte profiel in dienst te nemen en te houden;

Overwegende dat om aan deze situatie te verhelpen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ervoor gekozen heeft een « toelage aan de rekenplichtigen » toe te kennen en bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002, art.27, een « Hoofdstuk III bis. - De toelagen aan de rekenplichtigen » heeft ingelast in boek II, titel II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat in een streven naar samenhang en met het oog op billijkheid de bovengenoemde toelage voor het rekenplichtig personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding dient te worden goedgekeurd;

Op voordracht van het Lid van het College belast met Beroepsopleiding;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities

Artikel 1.Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren, stagiaires en contractuelen van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, hierna het Instituut genoemd.

Art. 3.De rekenplichtige is de persoon die ermee belast is op directe wijze de continuïteit van het budgettaire, boekhoudkundige en financiële beheer te verzekeren. HOOFDSTUK II. - De toelage aan de rekenplichtigen

Art. 4.§ 1. Een forfaitaire toelage waarvan het jaarbedrag is vastgesteld op 900 EUR wordt op beslissing van het Beheercomité toegekend aan de rekenplichtigen of aan hun plaatsvervangers.

De toelage wordt maandelijks en samen met de wedde uitbetaald. Zij wordt gekoppeld aan de schommelingen van de spilindex 138,01 en komt niet in aanmerking voor de berekening van het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en het pensioen. § 2. De toelage wordt aan de plaatsvervangend rekenplichtige toegekend naar rato van de periode waarin hij zijn functie daadwerkelijk vervult. § 3. De toelage is niet verschuldigd indien de verschillende rekeningen waarvoor de rekenplichtige verantwoordelijk is, niet het bedrag van 30.000 EUR per jaar bereiken. § 4. De Directieraad buigt zich jaarlijks over de toekenning van de toelage aan de rekenplichtigen. Naar aanleiding hiervan wordt besloten om ofwel de toekenning voor een jaar te verlengen ofwel de toelage niet langer toe te kennen. HOOFDSTUK III. - De projecttoelagen

Art. 5.Er kan een projecttoelage worden toegekend aan de vastbenoemde en contractuele ambtenaren belast met het ontwikkelen van tijdelijke projecten met een strategisch en transversaal karakter voor het Instituut.

De toelage is slechts verschuldigd als er zich geen onderbreking van de ambtsvervulling van meer dan dertig opeenvolgende werkdagen heeft voorgedaan.

Art. 6.De directeur-generaal bereidt een projectdossier voor en legt het vervolgens ter goedkeuring voor aan het Beheercomité.

Het dossier bevat minstens de volgende gegevens : - de beschrijving van het project; - het strategisch en transversaal karakter van het project; - de nagestreefde doelstellingen; - de verdeling van de taken onder de projectleider en de projectleden en de omvang van ieders prestatie; - de duur van het project in de wetenschap dat een project niet langer dan twee jaar mag duren; - de regels inzake rapportering en evaluatie van het project; - de specifieke middelen die voor het project bestemd worden, met inbegrip van een begrotingsvoorstel dat het bedrag van de projecttoelagen en een boeking op de begroting omvat.

Op voordracht van de directeur-generaal duidt het Beheercomité de projectleider(s) en het projectlid/de projectleden aan die over de vereiste kennis beschikken om het project tot een goed einde te brengen. Het Beheercomité kan ten alle tijde een einde stellen aan een project of aan de deelname van een projectleider of projectlid.

Het kan ook overgaan tot de vervanging van een van hen.

De aanduiding van een personeelslid als projectleider veronderstelt de voltijdse uitoefening van de functie.

De aanduiding van een personeelslid als projectlid veronderstelt minstens de halftijdse uitoefening van de functie.

Art. 7.§ 1. - Het jaarlijks bedrag van de projecttoelage is als volgt vastgesteld : - 3500 EUR of 5500 EUR voor de projectleider; - 2500 EUR voor het projectlid;

Het Beheercomité bepaalt het bedrag van de projecttoelage van de projectleider in functie van de duur van het project en het volume van de prestaties die van de projectleider gevraagd worden. § 2. - De projecttoelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald tot op het einde van het project. Ze wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01. Zij is gelijk aan 1/12 van het in § 1 bedoelde bedrag en wordt samen met en in dezelfde mate als de wedde uitbetaald.

Zij komt niet in aanmerking voor de berekening van het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en het pensioen. § 3. Ingeval het project voortijdig beëindigd wordt, is de toelage in evenredigheid met de gepresteerde tijd verschuldigd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 8.De Minister-Voorzitter van het College, bevoegd voor Openbaar Ambt, en het Lid van het College, bevoegd voor Beroepsopleiding, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 juni 2006.

De Minister-Voorzitter van het College, belast met Openbaar Ambt en Gezondheid, B. CEREXHE De Minister, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding, Onderwijs, Cultuur en Leerlingenvervoer, Mevr. F. DUPUIS

^