gepubliceerd op 20 oktober 2006
Besluit nr. 128 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 betreffende de loopbaan van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie
29 JUNI 2006. - Besluit nr. 128 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 betreffende de loopbaan van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op het besluit van 20 oktober 1994 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op de artikelen 3, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 32, 34, 35, zoals gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 april 1998, 25 oktober 2001 en 13 maart 2003;
Gelet op de adviezen van het Beheerscomité van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, gegeven op 19 december 2003 en 18 februari 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 06 juni 2005;
Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Openbaar Ambt, gegeven op 29 september 2005;
Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Begroting, gegeven op 20 maart 2006;
Gelet op protocol nr. 2005/19 van het Sectorcomité XV van de Franse Gemeenschapscommissie, ondertekend op 10 februari 2006;
Gelet op het advies 40.123/2 van de Raad van State, gegeven op 24 april 2006, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voordracht van het Lid van het College belast met Beroepsopleiding;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127 en 128 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 3 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 betreffende de loopbaan van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie worden de woorden « Het niveau 2+ bevat 4 rangen, genummerd van 26 tot 29 » vervangen door de woorden « Het niveau 2+ bevat 3 rangen, genummerd van 26 tot 28 ».
Art. 3.Artikel 13 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 betreffende de loopbaan van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « Op voorwaarde dat hij een gunstige beoordeling heeft gekregen, bekomt de ambtenaar die een vlakke loopbaan heeft de bevordering tot elk van de graden van die loopbaan zodra hij drie jaar graadanciënniteit telt in niveau 1 of vier jaar en dan acht jaar graadanciënniteit telt in de niveaus 2+ en 3.
Hij kan niet worden benoemd in een andere graad dan die welke behoren tot de vlakke loopbaan, tenzij hij : 1° bekleed is met de hoogste van de tot de vlakke loopbaan behorende graden;2° geslaagd is voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau ».
Art. 4.In afdeling 2 van hoofdstuk II van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Artikel 14 van onderafdeling 1 betreffende de loopbaan van het personeel van niveau 1 wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « De graad van eerstaanwezend attaché van rang 11 wordt toegekend volgens de regels van vlakke loopbaan.Hij wordt voorbehouden aan de attachés van rang 10 die drie jaar graadanciënniteit tellen en gunstige beoordeling hebben gekregen.
De graad van eerstaanwezend ingenieur van rang 11 wordt toegekend volgens de regels van vlakke loopbaan. Hij wordt voorbehouden aan de ingenieurs van rang 10 die drie jaar graadanciënniteit tellen en een gunstige beoordeling hebben gekregen »; 2° In artikel 16 van onderafdeling 2 betreffende de loopbaan van de maatschappelijk assistenten worden de woorden « Hij wordt voorbehouden aan de maatschappelijk assistenten van rang 26.» vervangen door de woorden « Hij wordt voorbehouden aan de maatschappelijk assistenten van rang 26 met een gunstige beoordeling »; 3° In artikel 17 van onderafdeling 2 betreffende de loopbaan van de maatschappelijk assistenten worden de woorden « Hij wordt voorbehouden aan de eerstaanwezend maatschappelijk assistenten van rang 27.» vervangen door de woorden « Hij wordt voorbehouden aan de eerstaanwezend maatschappelijk assistenten van rang 27 met een gunstige beoordeling »; 4° Het opschrift van onderafdeling 3 wordt vervangen door het volgende opschrift : « - De loopbaan van de administratief gegradueerden en de technisch gegradueerden »;5° Artikel 18 wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « De graden van administratief gegradueerde en technisch gegradueerde in rang 26 worden toegekend aan de laureaten van een vergelijkend wervingsexamen of aan de ambtenaren van niveau 2 die ten minste twee jaar niveau-anciënniteit tellen en geslaagd zijn voor het overgangsexamen tot het niveau 2 + »;6° Artikel 19 wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « De graden van eerstaanwezend administratief gegradueerde en eerstaanwezend technisch gegradueerde in rang 27 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan.Zij worden voorbehouden aan respectievelijk de administratief gegradueerden en de technisch gegradueerden van rang 27 met een gunstige beoordeling »; 7° Artikel 20 wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « De graden van gegradueerd bestuurschef en hoofd technisch gegradueerde in rang 28 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan.Zij worden voorbehouden aan de eerstaanwezend administratief gegradueerden en de eerstaanwezend technisch gegradueerden van rang 27 met een gunstige beoordeling »; 8° Onderafdeling 4 betreffende de loopbaan van de directie-assistenten en de artikelen 21, 22 en 23 die er betrekking op hebben, worden opgeheven;9° Het opschrift van onderafdeling 5 wordt vervangen door het volgende opschrift : « - De loopbaan van de bestuursadjuncten en adjunct-vakmannen »;10° Artikelen 24, 25 en 26 worden opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « art.24. De ambtenaren, titularis van de graad van bestuursadjunct in rang 30, die een gunstige beoordeling hebben gekregen, bekomen de graad van bestuursadjunct eerste klas van rang 32 volgens de regels van de vlakke loopbaan.
De ambtenaren, titularis van de graad van adjunct-vakman in rang 30, die een gunstige beoordeling hebben gekregen, bekomen de graad van adjunct-vakman eerste klas van rang 32 volgens de regels van de vlakke loopbaan.
De bestuursadjunct eerste klas van rang 32 die een gunstige beoordeling heeft gekregen, kan volgens de regels van de vlakke loopbaan benoemd worden tot eerstaanwezend bestuursadjunct van rang 34.
De adjunct-vakman eerste klas van rang 32 die een gunstige beoordeling heeft gekregen, kan volgens de regels van de vlakke loopbaan benoemd worden tot eerstaanwezend adjunct-vakman van rang 34 »; 11° Onderafdeling 6 alsook artikel 27 dat er betrekking op heeft, worden opgeheven.
Art. 5.Artikel 29, § 1 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « De benoemende overheid kan de betrekkingen overeenstemmend met de graden van rang 16, 15 en 13 bij mandaat toekennen.
Het mandaat voor een betrekking in rang 16 en 15 is toegankelijk voor de ambtenaren van rang 13. Het mandaat voor een betrekking in rang 13 is toegankelijk voor de ambtenaren van rang 11 en 12.
Art. 6.Het opschrift van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « De bevordering tot een graad van niveau 1 ».
Art. 7.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 32.Kunnen worden bevorderd : 1° tot een graad van rang 13, de ambtenaren van rang 12 met ten minste een jaar graadanciënniteit en negen jaar niveau-anciënniteit;2° tot een graad van rang 12, de ambtenaren van rang 11, met uitzondering van de graad van eerstaanwezend ingenieur, met ten minste zes jaar niveau-anciënniteit ».
Art. 8.In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de woorden « Indien er niet ten minste één kandidaat is die de voorwaarden inzake anciënniteit vervult om te worden benoemd tot een graad van rang 13 wordt de benoemende overheid gemachtigd van die voorwaarden af te wijken door de vereiste anciënniteit met één derde, en vervolgens met twee derde te verminderen indien er nog geen kandidaten zijn die de voorwaarden vervullen » vervangen door de woorden « Indien er geen kandidaten zijn die de voorwaarden inzake anciënniteit vervullen om te worden benoemd tot een graad van rang 13 of rang 12, wordt de benoemende overheid gemachtigd van die voorwaarden af te wijken door de vereiste anciënniteit met één derde te verminderen ».
Art. 9.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de ambtenaren van rang 23 of 22 » vervangen door de woorden « de ambtenaren van rang 22 »;2° rubriek 3° wordt opgeheven;3° in rubriek 4° worden de woorden « de ambtenaren van rang 21 of 20 » vervangen door de woorden « de ambtenaren van rang 20 »;4° rubriek 5° wordt opgeheven.
Art. 10.In artikel 35 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden « rang 10, 20, 21 of 26 » vervangen door de woorden « rang 10, 20 of 26 »;2° paragraaf 2, 2°, wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « voor bevordering tot de graden van administratief gegradueerde of technisch gegradueerde, rang 26, voor de titularissen van de graden van niveau 2 die ten minste twee jaar anciënniteit in het niveau tellen »;3° in paragraaf 2 wordt de rubriek 3° opgeheven;4° paragraaf 2, 4°, wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « voor bevordering tot een graad van rang 20, voor de titularissen van de graden van niveau 3 die ten minste twee jaar anciënniteit in het niveau tellen ».
Art. 11.De Minister-Voorzitter van het College, bevoegd voor Openbaar Ambt, en het Lid van het College, bevoegd voor Beroepsopleiding, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 juni 2006.
De Minister-Voorzitter van het College, belast met Openbaar Ambt en Gezondheid, B. CEREXHE De Minister, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding, Onderwijs, Cultuur en Leerlingenvervoer, Fr. DUPUIS