Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 28 maart 2024
gepubliceerd op 19 april 2024

Besluit 2023/2138 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de opdrachten en de voorwaarden tot uitoefening van de opdrachten van de referentiepersoon voor de permanente vorming ten behoeve van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2024003389
pub.
19/04/2024
prom.
28/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2024. - Besluit 2023/2138 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de opdrachten en de voorwaarden tot uitoefening van de opdrachten van de referentiepersoon voor de permanente vorming ten behoeve van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de artikelen 138 en 127 van de Grondwet;

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst, afgesloten op 20 februari 1995 tussen de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, met betrekking tot de permanente vorming ten behoeve van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en tot het toezicht op het "Institut de formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", goedgekeurd bij het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003200774 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende instemming met het aanhangsel van 4 juni 2003 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest i.v.m. de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en de voogdij over het Instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen sluiten;

Gelet op de kaderovereenkomst tot samenwerking, afgesloten op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, met betrekking tot de alternerende opleiding, goedgekeurd bij het decreet van 5 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/03/2009 pub. 10/06/2010 numac 2010031278 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie sluiten, gewijzigd bij de samenwerkingsovereenkomst van 27 maart 2014, goedgekeurd bij het decreet van 28 april 2014;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 betreffende de erkenningsvoorwaarden van de toezichthoudende afgevaardigde in de permanente vorming ten behoeve van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 28 maart 2024 betreffende de erkenning van ondernemingen, de stageovereenkomst, het opleidingsplan, de stageovereenkomst professionele praktijkervaring, de stage voor het vertrouwd maken met ambachten en de verplichte observatiestage in de alternerende opleiding en in de opleiding van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 oktober 2023;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 19 november 2023;

Gelet op het akkoord van de minister van Openbaar Ambt, gegeven op 19 november 2023;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen;

Gelet op het advies van de SFPME, gegeven op 28 november 2023, in toepassing van artikel 8, § 2, van de samenwerkingsovereenkomst van 20 februari 1995;

Gelet op het syndicaal protocol 2013/16 afgesloten op 10 januari 2024 in sectorcomité XV;

Gelet op het advies van Brupartners, gegeven op 18 januari 2024;

Gelet op het verzoek om advies aan de Raad van State ingediend op 15 maart 2024 onder het nummer 75.914/2 en geschrapt van de rol van de afdeling wetgeving op dezelfde dag als in toepassing van artikel 84, § 5, van de gecoördineerde wetten "op de Raad van State" van 12 januari 1973;

Overwegende de beleidswerf 2.3.3 "Het alternerend leren en werken en de beroepsopleiding in de onderneming bevorderen" van de Strategie Go4Brussels 2030 goedgekeurd door de Brusselse Regering op 9 januari 2020, en ondertekend met de sociale gesprekspartners tijdens de Sociale Top van 16 januari 2020;

Overwegende de oriëntatienota goedgekeurd door het College van de Franse Gemeenschapscommissie bijeengekomen op 1 juni 2023 betreffende de hervorming van het Franstalige instrument van het alternerend leren in het Brussels Gewest;

Overwegende dat de referentiepersoon de referentiepersoon is voor de uitvoering van het instrument van het alternerend leren, zowel wat de alternerende overeenkomst als de stageovereenkomst betreft;

Overwegende dat de referentiepersoon een ondersteuningsopdracht vervult voor de leerling die van essentieel belang is bij de verschillende aspecten van de opleiding en die zorgt voor het faciliteren van het slagen voor de opleiding evenals de integratie van de jongere binnen de onderneming;

Overwegende dat de evolutie van de wetgevingen met betrekking tot het alternerend onderwijs een harmonisatie en een actualisering van de aan de referentiepersoon toegekende opdrachten vereist.

Op voordracht van het lid van het College belast met Beroepsopleiding, Na beraadslaging:

Artikel 1.In dit besluit verstaat men onder: 1° "SFPME": de "Service Formation PME" die afhangt van de dienst voor beroepsopleiding van het directiebestuur van onderwijs en beroepsopleiding van de Franse Gemeenschapscommissie, opgericht overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst afgesloten op 20 februari 1995, artikel 15bis, zoals gewijzigd bij de samenwerkingsovereenkomst van 4 juni 2003;2° "Opleidingscentrum": de vereniging bedoeld in artikel 16 van de samenwerkingsovereenkomst, afgesloten op 20 februari 1995, betreffende de permanente vorming ten behoeve van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en het toezicht op het "Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises" door de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;3° "Leerling": iedere persoon gebonden door een contract of overeenkomst zoals bepaald in 4° en 5° ;4° "Alternerende overeenkomst": overeenkomst waarmee de onderneming zich verbindt tot het verstrekken van een praktische opleiding in de onderneming aan de alternerende leerling, en waardoor de leerling verplicht wordt te leren onder gezag en met een bezoldiging van de praktische vaardigheden in de onderneming en de noodzakelijke opleiding te volgen bij een opleidingsoperator;5° "Stageovereenkomst": stageovereenkomst in de zin van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de erkenning van ondernemingen, de stageovereenkomst, het opleidingsplan, de stageovereenkomst professionele praktijkervaring, de stage voor het vertrouwd maken met ambachten en de verplichte observatiestage in de alternerende opleiding en in de opleiding van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, de artikelen 13 en 14;6° "Onderneming": elke privaatrechtelijke of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die een alternerende leerling tewerkstelt op grond van een alternerende overeenkomst of een stageovereenkomst zoals bepaald in 4° en 5° ;7° "Opleidingsplan": document met het opleidingstraject van de alternerende leerling en de te verwerven competenties;8° "Mentor": de persoon die binnen de onderneming verantwoordelijk is voor de opleiding en de begeleiding van een alternerende leerling;9° "Opleidingsfilière bedrijfsleider": de opleidingsfilière die met name de opleiding tot bedrijfsleider, de opleiding inzake coördinatie en begeleiding, alsook de opleiding tot gekwalificeerde professionals, omvat.

Art. 2.De referentiepersoon is een medewerker van de dienst SFPME, aangeworven overeenkomstig de rekruteringsregels van de Administratie van de Franse Gemeenschapscommissie, belast met het bijstaan en begeleiden van de leerlingen met een alternerende overeenkomst of een stageovereenkomst in hun vormingstraject overeenkomstig de opdrachten opgenomen in artikel 3.

Art. 3.De referentiepersoon heeft de volgende opdrachten: - 1° de bemiddelaar zijn bij het afsluiten van de alternerende overeenkomst of de stageovereenkomst, erop toezien dat zij tot een goed einde gebracht wordt en met name instaan voor de administratieve aspecten in het kader van de opvolging van de alternerende leerling tijdens zijn opleiding in de onderneming; - 2° het globale opleidingsplan opstellen, via open communicatie met het opleidingscentrum; - 3° toezien op de naleving van de alternerende overeenkomst of de stageovereenkomst, van het opleidingsplan en van het goede verloop van de opleiding: a) door de leerlingen verschillende keren per jaar te ontmoeten in het opleidingscentrum, met name bij de evaluatie van de praktische opleiding, en in de onderneming tijdens de uitvoering van de alternerende overeenkomst of de stageovereenkomst overeenkomstig de prioriteitentabel die de SFPME jaarlijks vaststelt;b) door een opvolgingsverslag op te stellen over het verloop van de opleiding bij elk opvolgingsbezoek in de onderneming;c) door deel te nemen aan de evaluatiesessies;d) door zich te verzekeren van het juiste gebruik van de pedagogische hulpmiddelen;e) door de mentor te adviseren wanneer hij moeilijkheden ondervindt bij de opleidingsactiviteiten; - 4° waarborgen dat de alternerende leerling en de onderneming aan de verplichtingen voldoen zoals bedoeld in de kaderovereenkomst tot samenwerking met betrekking tot de alternerende opleiding, afgesloten in Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, artikel 2, § 2 tot 3bis, § 4 en het besluit betreffende de erkenning van ondernemingen, de stageovereenkomst, het opleidingsplan, de stageovereenkomst professionele praktijkervaring, de stage voor het vertrouwd maken met ambachten en de verplichte observatiestage in de alternerende opleiding en in de opleiding van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen; - 5° toezien op het verzekeren van een efficiënte samenwerking tussen de alternerende leerling, de onderneming, de mentor, de opleidingsoperator en het opleidingscentrum voor alternerend onderwijs en, indien nodig, de bemiddelaar in geval van moeilijkheden ondervonden in het kader van de alternerende opleiding, door de onderneming of door de leerling, begeleid indien nodig door zijn wettelijke vertegenwoordiger; - 6° nuttige informatie betreffende de sociale rechten meedelen aan de alternerende leerling, zijn ouders of een van zijn mentoren, en de leerling, indien nodig, begeleiden bij de stappen die moeten worden gezet; - 7° de leerling informeren over de certificeringsvoorwaarden en hun rechtsgevolgen en hem informeren over de mogelijkheden om aanvullende opleiding te volgen, de opleiding voort te zetten of te kiezen voor beroepsinschakeling op de arbeidsmarkt in samenwerking met de bevoegde overheidsdienst voor tewerkstelling; - 8° elke persoon bijstaan die een alternerende opleiding wil volgen via permanente vorming ten behoeve van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, in het zich oriënteren in zijn beroepskeuze, alsook in zijn keuze van een opleidingsinstelling; - 9° communiceren met elke onderneming die een leerling wenst aan te werven met een alternerende overeenkomst of een stageovereenkomst, over de nadere regels van de erkenning, over de rechten en plichten van iedere partij, over de mogelijkheden tot pedagogische volmaking en over de steun bij tewerkstelling, in samenwerking met de bevoegde overheidsdienst voor tewerkstelling, evenals de onderneming inlichten; - 10° begeleiding, ondersteuning en supervisie van de leerlingen verzekeren; - 11° samenwerken met de personeelsleden van het opleidingscentrum, in het bijzonder door: a) deel te nemen aan de raden van opleiders en aan de werkzaamheden van de organen die werden samengesteld om de problemen in verband met begeleiding en ondersteuning voorzien in punt 5° te evalueren;b) de opleiders te ontmoeten en met hen van gedachten te wisselen;c) onverminderd 3°, deel te nemen aan de gezamenlijke initiatieven rond onderzoek, begeleiding en opvolging inzake stage, voorlichting en oriëntering; - 12° de erkenning van de ondernemingen voorstellen overeenkomstig de kaderovereenkomst tot samenwerking met betrekking tot de alternerende opleiding, afgesloten in Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, artikel 2, § 2 tot 3bis, § 4 en tot het besluit van 28 maart 2024 betreffende de erkenning van ondernemingen, de stageovereenkomst, het opleidingsplan, de stageovereenkomst professionele praktijkervaring, de stage voor het vertrouwd maken met ambachten en de verplichte observatiestage in de alternerende opleiding en in de opleiding van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen; - 13° de wezenlijke activiteiten van de onderneming controleren en eventuele verdenkingen en vaststellingen in verband met de niet-naleving van de veiligheids- en hygiëneregels aan de bevoegde diensten melden; - 14° de opvolging en het beheer van de evaluaties van de leerresultaten die georganiseerd worden in de onderneming, waarborgen; - 15° in de volgende gevallen uitvoerige verslagen opstellen over: a) tekortkomingen van de bedrijfsleider, van de mentor of van de leerling vastgesteld bij een bezoek aan de onderneming of als gevolg van een klacht van een van de partijen;b) moeilijkheden, met name pedagogische, ondervonden door de mentor in het kader van de alternerende opleiding;c) onenigheid tussen de bedrijfsleider of de mentor en de leerling;d) contractbreuk;e) de opschortingsprocedure of de beëindiging van de erkenning;f) over individuele of specifieke gevallen, op vraag van de directie; - 16° de nodige maatregelen nemen als de tekortkomingen, moeilijkheden of onenigheden blijven duren of wanneer er ernstige twijfels bestaan over de veiligheid van de leerling, na het advies van de directie van de SFPME; - 17° de alternerende opleiding uitgewerkt door de SFPME globaal vertegenwoordigen en promoten door: a) infosessies over de nadere regels in verband met de stage in de onderneming te verzekeren binnen ondernemingen, het opleidingscentrum of elke andere instelling;b) bij te dragen aan de creatie, de ontwikkeling en het onderhoud van het Brusselse netwerk van ondernemingen die bereid zijn leerlingen te begeleiden;c) deel te nemen aan de initiatieven ter bevordering van de alternerende opleiding;d) actief deel te nemen aan de bijeenkomsten en acties georganiseerd in het kader van sectorale en institutionele partnerschappen.

Art. 4.§ 1. De referentiepersoon voert de in artikel 3 bedoelde opdrachten uit volgens de nadere regels die werden vastgesteld alsook de door de SFPME bepaalde doelstellingen. Hij beschikt over een beoordelingsbevoegdheid bij de uitoefening van zijn opdrachten, onder voorbehoud van de controle van de SFPME. § 2. De referentiepersoon die een van zijn opdrachten niet kan uitvoeren of de vastgestelde doelstellingen niet kan behalen, brengt de directie van de SFPME daarvan onmiddellijk op de hoogte. § 3. De referentiepersoon zendt een jaarverslag door aan de SFPME over de situatie van de alternerende opleiding binnen zijn rechtsgebied.

Een jaarlijkse synthese van de verslagen wordt doorgestuurd in de loop van de maand oktober aan het lid van het College bevoegd voor Beroepsopleiding. § 4. De referentiepersoon geeft blijk van objectiviteit bij het vervullen van zijn opdrachten en onthoudt zich van elke activiteit of houding die het vertrouwen van de leerling of de onderneming tegenover de SFPME zou kunnen ondermijnen.

De referentiepersoon mag, noch rechtstreeks, noch door een tussenpersoon, zelfs buiten zijn ambtsuitoefening, maar op basis ervan, giften, beloningen of enig voordeel vragen, eisen of aannemen.

De referentiepersoon plaatst zich niet en laat zich niet plaatsen in een toestand van belangenconflicten, dat wil zeggen in een toestand waarin hij door zichzelf of door een tussenpersoon een persoonlijk voordeel heeft dat van die aard is om de onpartijdige en objectieve uitoefening van zijn ambt te beïnvloeden of de gewettigde verdenking te doen ontstaan van zulke invloed.

Art. 5.De SFPME geeft de referentiepersoon de nodige administratieve ondersteuning. De dienst legt de plaats vast waar de referentiepersoon zijn opdrachten moet uitvoeren, evenals het aantal alternerende overeenkomsten en stageovereenkomsten die hij beheert.

Art. 6.De nadere regels voor de toepassing van dit besluit worden bepaald door de SFPME.

Art. 7.Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden voor de referentiepersoon voor de permanente vorming ten behoeve van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen wordt opgeheven.

Art. 8.De opdrachten van de referentiepersoon kunnen niet gedelegeerd worden. Deze bepaling mag de samenwerking en de gezamenlijke acties met het opleidingscentrum niet verhinderen.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2024.

Art. 10.Het lid van het College bevoegd voor Beroepsopleiding wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Opgemaakt te Brussel, 28 maart 2024.

Voor het College : B. CLERFAYT Lid van het College belast met Beroepsopleiding B. TRACHTE Voorzitster van het College

^