20 SEPTEMBER 2018. - Besluit 2017/1692 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de pedagogische vervolmaking in de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de samenwerkingsovereenkomst afgesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, met betrekking tot de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en tot de voogdij over het Instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, goedgekeurd bij het decreet van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 september 1995, artikel 14 en artikel 20bis, 4°, vervangen door het aanhangsel van 4 juni 2003, goedgekeurd bij het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003200774 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende instemming met het aanhangsel van 4 juni 2003 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest i.v.m. de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en de voogdij over het Instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen sluiten;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 betreffende de pedagogische vervolmaking in de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26.01.2018;

Gelet op het advies van het Collegelid belast met Begroting, gegeven op 26.01.2018;

Gelet op het gunstige advies van de SFPME, gegeven op 23.07.2018;

Gelet op de aanvraag voor een advies binnen een termijn van 30 dagen, gericht aan de Raad van State op 25 april 2018, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Raad van State geen verlenging van de termijn gevraagd heeft;

Overwegende het feit dat het advies niet binnen deze termijn werd overgemaakt;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de opleiders die de lessen binnen een leerovereenkomst of binnen een opleiding tot bedrijfsleider verstrekken, hun pedagogische competenties moeten kunnen verwerven of verbeteren om hun opdrachten als opleider bij het opleidingscentrum beter te kunnen begrijpen;

Overwegende dat de opleiders doorgaans een verwante beroepsactiviteit uitoefenen en dat de tijd besteed aan pedagogische vervolmaking hen financieel niet mag benadelen, moet een vergoeding voorzien worden evenals voor de lesuren;

Op voorstel van het Collegelid belast met Beroepsopleiding, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 ervan.

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "Erkend opleider": opleider die voldoet aan de rekruteringsvoorwaarden vastgesteld door de SFPME en door die laatste erkend;2° "Opleiding": de lessen binnen een leerovereenkomst en de lessen binnen een opleiding tot bedrijfsleider zoals vermeld in de artikelen 14 en 40 van het besluit van 20 juli 2000 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de opleidingscursussen in de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;3° "SFPME": Service Formation PME die afhangt van de dienst voor beroepsopleiding en het schoolvervoer van het directiebestuur van onderwijs en beroepsopleiding van de Franse Gemeenschapscommissie;4° "Opleidingscentrum": Espace formation PME INFAC-INFOBO, Grande école des indépendants et des PME de la Région bruxelloise, Centre de formation permanente pour les classes moyennes et les PME.

Art. 3.De pedagogische vervolmaking bedoeld in artikel 14 van de samenwerkingsovereenkomst afgesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, met betrekking tot de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en tot de voogdij over het Instituut van permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, goedgekeurd bij het decreet van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 september 1995, gewijzigd bij het aanhangsel van 4 juni 2003, goedgekeurd bij het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003200774 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende instemming met het aanhangsel van 4 juni 2003 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest i.v.m. de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en de voogdij over het Instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen sluiten, omvat: 1° de pedagogische basisopleidingen die tot doel hebben de opleiders die geen pedagogische basisopleiding hebben genoten of geen pedagogisch diploma bezitten zoals bedoeld in § 1 van artikel 6, de noties van specifieke methodologie voor de permanente vorming van de middenklasse en de kleine en middelgrote ondernemingen bij te brengen;2° de pedagogische voortgezette opleidingen die tot doel hebben de opleiders die een pedagogische basisopleiding hebben genoten of een pedagogisch diploma bezitten zoals bedoeld in § 1 van artikel 6, een bijkomende pedagogische opleiding te verstrekken.

Art. 4.De pedagogische vervolmaking is gericht aan door de SFPME erkende opleiders die opleiding verstrekken bij het opleidingscentrum voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen.

Art. 5.De pedagogische vervolmaking wordt georganiseerd op initiatief van de SFPME. De SFPME stelt tweemaal per jaar een catalogus samen met het aanbod van opleidingen voor pedagogische vervolmaking en maakt die over aan het centrum voor 15 januari en 15 juni. Deze catalogus bevat de opleidingen die toegankelijk zijn voor het lopende kalenderjaar.

Ook worden de modules voor de pedagogische basisopleiding erin gepreciseerd.

De SFPME heeft de bevoegdheid om partnerschappen af te sluiten met instellingen of instanties die bevoegd zijn voor deze aangelegenheden.

Art. 6.§ 1. De erkende opleiders die geen diploma, getuigschrift of attest van pedagogische opleiding bezitten en van wie het aantal lesuren gelijk is aan of hoger ligt dan 128 uur les per academiejaar, moeten een pedagogische basisopleiding volgen van minstens 4 dagen volgens de voorwaarden en modaliteiten opgenomen in artikel 7.

Deze opleiding moet worden afgemaakt binnen de 3 jaar van de erkenning van de opleider door de SFPME. De erkenning van de erkende opleider die deze verplichting niet nakomt en voor zover hij zijn situatie niet in orde brengt binnen de twaalf maanden vanaf de waarschuwing die gezamenlijk door de SFPME en de directie van het centrum wordt betekend, kan door de SFPME ingetrokken worden. § 2. De erkende opleiders die geen pedagogische kwalificatie hebben zoals bedoeld in § 1 en van wie het aantal lesuren lager ligt dan 128 uur les per academiejaar, worden op vrijwillige basis toegelaten tot de pedagogische basisopleidingen. § 3. De erkende opleiders die een pedagogische kwalificatie hebben zoals bedoeld in § 1, worden op vrijwillige basis toegelaten tot de voortgezette pedagogische opleidingen. § 4. Op basis van een door de SFPME gemotiveerde beslissing en in overleg met het centrum kunnen de zoals in de § 'en 1, 2 en 3 bedoelde opleiders verplicht worden modules pedagogische basisopleiding of voortgezette opleiding te volgen.

De erkenning van de erkende opleider die dit bevel niet opvolgt en voor zover hij zijn situatie niet in orde brengt binnen de twaalf maanden vanaf de waarschuwing die gezamenlijk door de SFPME en de directie van het centrum wordt betekend, kan door de SFPME ingetrokken worden.

Art. 7.De tijd die besteed wordt aan pedagogische vervolmaking door erkende opleiders opgenomen in artikel 6, wordt gelijkgesteld met de lesuren, onder de volgende voorwaarden en modaliteiten: 1° deze mag niet meer bedragen dan 4 dagen per academiejaar, noch in totaal meer dan 9 dagen over een periode van drie jaar bedragen;2° er moet een aanwezigheidsattest worden afgeleverd door de instelling of instantie waar de pedagogische opleidingen worden gevolgd;3° de opleidingscycli, conferenties en pedagogische activiteiten die in aanmerking komen om de pedagogische waarde te verhogen, moeten opgenomen zijn in de door de SFPME opgestelde catalogus met opleidingen. De inschrijvingskosten voor de opleidingen zijn ten laste van het opleidingscentrum.

Art. 8.Het besluit 2000/778 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 betreffende de pedagogische vervolmaking in de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen wordt opgeheven.

Art. 9.Als overgangsmaatregel beschikken de door de SFPME erkende opleiders zoals bedoeld in artikel 6, § 1, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit over een termijn van 3 jaar om een pedagogische basisopleiding te volgen van minstens 4 dagen volgens de voorwaarden en modaliteiten opgenomen in artikel 7.

De erkenning van de erkende opleider die deze verplichting niet nakomt, en voor zover hij zijn situatie niet in orde brengt binnen de twaalf maanden vanaf de waarschuwing die gezamenlijk door de SFPME en de directie van het centrum wordt betekend, kan door de SFPME ingetrokken worden.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 20 september 2018.

Art. 11.Het Collegelid bevoegd voor Beroepsopleiding wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Opgesteld te Brussel, op 20 september 2018.

Vanwege het College : Didier GOSUIN, Lid van het College bevoegd voor Beroepsopleiding Fadila LAANAN, Voorzitster van het College