gepubliceerd op 26 september 2008
Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van 18 oktober 2001 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling
11 SEPTEMBER 2008. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2001/549 van 18 oktober 2001 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling
Het College, Gelet op het decreet van 12 juli 2001 van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling;
Gelet op het besluit van 18 oktober 2001 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling, gewijzigd op 23 oktober 2003, 4 december 2003, 18 november 2004 (niet bekendgemaakt), 29 juni 2006 (niet bekendgemaakt) en 26 april 2007;
Gelet op de adviezen van de afdelingen « Gehandicapte Personen », « Bijstand en Verzorging aan Huis », « Ambulante Diensten » en « Huisvesting » van de Franstalige Brusselse Adviesraad voor Bijstand aan Personen en Gezondheid, gegeven op 18, 19, 24 en 26 juni 2008;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli 2008;
Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met de Begroting;
Gelet op het advies van de Raad van State 44.939/2/V, gegeven op 13 augustus 2008, in toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende : Dat, in 2007, de sector van de dagcentra en van de verblijfscentra voor gehandicapte personen een artikel 85bis heeft toegevoegd aan het « non-profit » besluit betreffende de betaling van vergoedingen voor vervroegd pensioen, dat stelt dat : « Een toelage wordt toegekend om de vergoedingen voor vervroegd pensioen te dekken die aan de werknemers die vóór 31 december 2006 met vervroegd pensioen vertrekken worden uitbetaald in de sector van de dagcentra en de verblijfcentra, op volgende voorwaarde : het vervroegd pensioen wordt toegekend aan werknemers van meer dan 58 jaar die tegemoet komen aan de voorwaarden voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot instelling van een regime van bijkomende vergoeding voor bepaalde bejaarde werknemers, in het geval van afdanking, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in het geval van conventioneel vervroegd pensioen, zoals gewijzigd, en door de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende maatregelen bedoeld om werkgelegenheid te bevorderen van de paritaire subcommissie van de inrichtingen en diensten voor educatie en verblijf van de Franse Gemeenschap, de Waalse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap (319.02).
Het bedrag van de toegekende toelage voor de bijkomende vergoeding uitbetaald aan de werknemer die met vervroegd pensioen vertrekt wordt berekend in verhouding tot de betoelaagde werktijd voor de genoemde werknemer. Het bedrag van de bijkomende vergoeding dat in overweging wordt genomen voor de berekening van de toelage staat gelijk met de helft van het verschil tussen het bedrag van de nettobezoldiging en de ontvangen werkloosheidsuitkering.
Verantwoordingsstukken van de toelage die jaarlijks voorgelegd moeten worden zijn de betalingsbewijzen van de bijkomende vergoedingen, samen met een berekeningsblad betreffende elke vergoeding ».
Overwegende : Dat, om het genot van de uitbetaling van bijkomende vergoedingen voor vervroegd pensioen uit te breiden tot de betoelaagde werknemers uit de erkende « non-profit » sectoren, uitgezonderd de sector van de ondernemingen met aangepast werk, artikel 85bis gewijzigd moet worden.
Op voorstel van de Voorzitter van het College, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Onderhavig artikel regelt een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet, krachtens de artikelen 138 en 178 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 85bis van het besluit van 18 oktober 2001 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling, ingelast door het besluit van 26 april 2007 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Een toelage wordt toegekend om de vergoedingen voor vervroegd pensioen te dekken die aan de werknemers die met vervroegd pensioen vertrekken worden uitbetaald, op volgende voorwaarde : 1° het vervroegd pensioen wordt toegekend aan werknemers die tegemoet komen aan de voorwaarden voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974 tot instelling van een regime van bijkomende vergoeding voor bepaalde bejaarde werknemers, in het geval van afdanking, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in het geval van conventioneel vervroegd pensioen, zoals gewijzigd, en door de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende maatregelen bedoeld om werkgelegenheid te bevorderen van de paritaire subcommissies bevoegd voor de bedoelde diensten (318, 319.02, 329.2, 332,330). 2° Tijdens de periode van het vervroegd pensioen wordt de vervanging van de vervroegd gepensioneerde werknemer verzekerd door een werknemer van minder dan 40 jaar en met minder den 5 jaar NM-anciënniteit bij de indienstneming, behoudens individuele, door het College toegekende individuele afwijking voor de directie-, coördinatie- en geneeskundige posten.3° Het bedrag van de toegekende toelage voor de bijkomende vergoeding uitbetaald aan de werknemer die met vervroegd pensioen vertrekt wordt berekend in verhouding tot de betoelaagde werktijd voor de genoemde werknemer.Het bedrag van de bijkomende vergoeding dat in overweging wordt genomen voor de berekening van de toelage is geplafonneerd op een bedrag dat overeenstemt met 6 uren compenserende aanwerving voor 1 VTE voor het referentiejaar. 4° Verantwoordingsstukken van de toelage die jaarlijks voorgelegd moeten worden zijn de betalingsbewijzen van de bijkomende vergoedingen, samen met een berekeningsblad betreffende elke vergoeding.5° In de sectoren van de dag- en de verblijfcentra voor gehandicapten, in afwijking van punt 2 van onderhavig artikel, blijven de lopende vervangingen van toepassing ».
Art. 3.Onderhavig besluit treedt in werking op 1 oktober 2008.
Art. 4.De Voorzitter van het College, bevoegd voor Gezondheid, wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Brussel, op 11 september 2008.
Door het College : De Voorzitter van het College, belast met het Openbaar Ambt en het Gezondheidsbeleid, B. CEREXHE Het Lid van het College, belast met Sociale Cohesie, Ch. PICQUE Het Lid van het College, belast met Begroting, Bijstand aan Gehandicapte Personen en Toerisme, Mevr. E. HUYTEBROECK Het Lid van het College, belast met Beroepsopleiding, Onderwijs Cultuur en Schoolverkeer, Mevr. F. DUPUIS Het Lid van het College, belast met Sociale Acties, Gezinnen en Sport, E. KIR