Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 07 februari 2002
gepubliceerd op 02 maart 2002

Besluit 2000/600 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende reglementering inzake parkoerskosten

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031081
pub.
02/03/2002
prom.
07/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/07/2002031081/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 FEBRUARI 2002. - Besluit 2000/600 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende reglementering inzake parkoerskosten


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 betreffende de hervorming van de instellingen, inzonderheid artikel 87, § 3, zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het reglement van de Franse Cultuurcommissie van 16 januari 1979 resulterend uit de verplaatsingen uitgevoerd door de personeelsleden;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën uitgebracht op 8 september 2000;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met de Begroting uitgebracht op 11 oktober 2001;

Gelet op de beraadslaging van het College van 25 oktober 2001 op het verzoek tot advies te geven door de Raad van State binnen een termijn die één maand niet overschrijdt;

Gelet op het advies 32.450/2 van de Raad van State uitgebracht op 10 december 2001;

Gelet op het protocol nr. 2001/7 van 9 oktober 2001 van het Sectorcomité XV van de Franse Gemeenschapscommissie;

Op voorstel van het Lid van het College belast met Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen

Artikel 1.Onderhavig besluit regelt, in toepassing van het artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 ervan.

Art. 2.Onderhavig besluit is van toepassing op de ambtenaren, stagedoende en contractuelen, van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 3.De parkoerskosten resulterend uit de verplaatsingen uitgevoerd voor de behoeften van de dienst worden gedekt door de Administratie in de vorm en de voorwaarden bepaald door onderhavig besluit.

Art. 4.Worden beschouwd als verplaatsingen voor de behoeften van de dienst : De verplaatsing tussen de administratieve verblijfplaats, hetzij de plaats waar de beambte zijn beroepsbedrijvigheid in hoofdzaak uitvoert, en de plaats naar waar de ambtenaar of het personeelslid zich moet begeven om dienstredenen;

De verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van de opdracht, indien de afstand aldus afgelegd korter is dan vanaf de administratieve verblijfplaats en indien de plaats van opdracht verschillend is van die van de administratieve verblijfplaats.

Art. 5.De beambte die zijn fiets gebruikt voor dienstredenen heeft recht op een vergoeding zoals bepaald in het artikel 22.

Art. 6.Iedere verplaatsing voor dienstredenen is ondergeschikt aan de voorfagaande toestemming van de Adviseur. - Diensthoofd of de hiërarchische overste waarvan de beambte afhangt.

Deze toelating kan algemeen zijn, zoals meer bepaald in de gevallen waarbij de betrokken regelmatig geroepen zijn zich te verplaatsen.

De Leidend ambtenaar weigert de terugbetaling van de parkoerskosten indien blijkt dat het om niet-verantwoorde verplaatsingen gaat; hij beperkt ze, voor zover ze overdreven zijn of normaal gezien hadden kunnen worden vermeden.

Art. 7.Elke verplaatsing voor de behoeften van de dienst moet gebeuren aan de hand van het goedkoopste transportmiddel. Er mag aan dit principe maar worden afgeweken indien het belang van de dienst dit vereist.

Art. 8.In het belang van de dienst, kunnen sommige personen de toelating krijgen om een persoonlijk vervoermiddel te gebruiken in onderstaande gevallen : 1. Gebrek aan openbaar vervoer;2. Hoogdringendheid in de verplaatsingen;3. Vervoer van omvangrijke of grote objecten;4. Aanzienlijk verschil tussen de duur van de verplaatsing met het openbaar vervoer en de duur van de verplaatsing met een persoonlijk vervoermiddel;5. Als de ambtenaar of het personeelslid een handicap verantwoordt die het gebruik vergt van een persoonlijk vervoermiddel.6. Specifieke toelating van de Leidend Ambtenaar. HOOFDSTUK II. - Bijzondere Bepalingen Afdeling 1. - Gebruik van het openbaar vervoer

Art. 9.De ambtenaren of de personeelsleden die niet in het bezit zijn van een geldig abonnement voor het gebruikte vervoermiddel bekomen een volledige terugbetaling van hun vervoersbewijs. Afdeling 2. - Gebruik van de vervoermiddelen behorende tot de

administratie

Art. 10.De parkoersen afgelegd met een voertuig behorende tot de administratie geven geen recht tot een vergoeding; alle kosten resulterend uit het gebruik en het onderhoud van de voertuigen vallen ten laste van de administratie.

Art. 11.Voor elk motorvoertuig van de administratie, wordt een boordboekje bijgehouden, waarvan het model wordt bepaald door het Lid van het College belast met het Openbaar Ambt. Afdeling 3. - Gebruik van de persoonlijke vervoermiddelen

Art. 12.De toelatingen om gebruik te maken, om dienstredenen, van een persoonlijk motorvoertuig, maken het voorwerp uit van een besluit genomen door het lid van het College belast met het Openbaar Ambt, op gunstig advies van de Inspecteur van Financien. Dit besluit bepaalt jaarlijks voor de centrale diensten en voor de buitensites een maximum kilometeraantal.

Deze toelatingen zijn ondergeschikt aan het bijhouden van een boordboekje dat identiek is als dit voorzien in het artikel 11 dat voor elke verplaatsing melding maakt van de datum, de reden, de vertrek- en aankomsturen, de verplaatsing(en) en het aantal afgelegde kilometers.

De ambtenaren behorende tot een graad onder rang 16 of 15 zijn evenwel vrijgesteld van het bijhouden van een dergelijk boordboekje.

Art. 13.De leidend ambtenaar verdeelt het gebruik van het kilometeraantal beoogd in voorgaand artikel onder de beambten in functie van de behoeften van de dienst en kijkt na of de voorwaarden wel degelijk zijn vervuld.

Art. 14.In uitzonderlijk verantwoorde gevallen, mits de naleving van de procedures beschreven in het artikel 12, kan een bijkomend kilometeraantal worden toegekend in de loop van het 4de trimester van het beschouwde jaar.

Art. 15.De leidend ambtenaar dient bij het Lid van het College belast met het Openbaar Ambt voor 1 september van het voorafgaande jaar, een aanvraag in betreffende het maximum kilometeraantal beoogd in het artikel 12.

Art. 16.De beambten die voor hun dienstverplaatsingen een persoonlijk voertuig gebruiken, hebben recht, om alle kosten te dekken resulterend uit het gebruik van het voertuig, op een kilometervergoeding waarvan het bedrag is vastgesteld op 26 cent per kilometer.

Dit bedrag wordt jaarlijks herzien op datum van 1 juli.

De vergoeding dekt alle kosten die resulteren uit het gebruik van het persoonlijk voertuig, behoudens de verzekeringskosten all-risk die ten laste worden genomen door de administratie indien de beambte hierom verzoekt.

Art. 17.In geval van verplaatsingen om dienstredenen met een vervoermiddel ander dan een auto of een fiets, bepaalt het Lid van het College belast met Openbaar Ambt de kilometervergoeding. Afdeling 4. - Gebruik van een privé-vervoermiddel

Art. 18.Mits de voorafgaande toestemming van de Directie van de instelling of de leidend ambtenaar en in uitzonderlijke omstandigheden, kan een personeelslid de toelating krijgen verplaatst te worden in een taxi voor dienstredenen.

Art. 19.De kosten voor de verplaatsing worden in dit geval en op voorlegging van een ontvangstbewijs, integraal terugbetaald aan het personeelslid. Afdeling 5. - Uitbetaling van de onkosten

Art. 20.De aangegane onkosten voor verplaatsingen voor dienstredenen worden terugbetaald op basis van de officiële tarieven in geval van gebruik van het openbaar vervoer of, in het geval van gebruik van een persoonlijk voertuig, op basis van de werkelijk afgelegde kilometers.

Art. 21.De uitbetaling van de verplaatsingsonkosten gebeurt maandelijks, ten vroegste in de maand die volgt op die van de betrokken verplaatsingen.

In het geval van een verzoek tot terugbetaling van onkosten voor het gebruik van de middelen van openbaar vervoer, wordt het vervoersbewijs bijgevoegd aan de schuldvordering voorzien in bijlage 1 van onderhavig besluit.

De vergoeding voorzien in artikel 15 wordt uitbetaald op voorlegging van de bovenstaande schuldvordering, gesteund met een gedetailleerde opmeting met het aantal kilometers afgelegd voor de dienst.

Art. 22.De beambte die zich met de fiets verplaatst om dienstredenen heeft recht op een vergoeding die forfaitair is vastgesteld op 15 cent per kilometer.

De vergoeding wordt berekend volgens de kortste en veiligste weg.

Ze wordt uitbetaald op voorlegging van een verklaring op de eer, gesteund door een driemaandelijkse opmeting. HOOFDSTUK III. - Overgangs- en eindbepalingen

Art. 23.Het reglement van de Franse Cultuurcommissie van 16 januari 1979 houdende de vergoedingen ingevolge de verplaatsingen uitgevoerd door de personeelsleden wordt geschrapt.

Art. 24.Van 1 januari 2001 tot 30 juni 2001, wordt de kilometervergoeding beoogd in artikel 16 bepaald op 10 frank per kilometer. Van 1 juli 2001 tot 31 december 2001, wordt ze bepaald op 10,63 frank per kilometer.

Art. 25.Onderhavig besluit wordt van kracht op 1 januari 2001.

Art. 26.Het Lid van het College bevoegd voor het Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 februari 2002.

Namens het College : Lid van het College, belast met Openbaar Ambt, F.-X. de DONNEA Voorzitter van het College, E. TOMAS Lid van het College, belast met Begroting, A. HUTCHINSON

Bijlage 1 Dienstverplaatsingen door middel van een persoonlijk voertuig Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van het College van de Frane Gemeenschapscommissie houdende reglementering inzake parkoerkosten.

Namens het College : Lid van het College, belast met het Openbaar Ambt, F.-X. de DONNEA Voorzitter van het College, E. TOMAS Lid van het College, belast met de Begroting, A. HUTCHINSON

Bijlage 2 Dienstverplaatsingen uitgevoerd met het openbaar vervoer Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van het College van de Frane Gemeenschapscommissie houdende reglementering inzake parkoerkosten.

Namens het College : Lid van het College, belast met het Openbaar Ambt, F.-X. de DONNEA Voorzitter van het College, E. TOMAS Lid van het College, belast met de Begroting, A. HUTCHINSON

^