gepubliceerd op 27 maart 1999
Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie
4 MAART 1999. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de hervorming der instellingen, inzonderheid op artikelen 79 en 79bis, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet II van de Franse Gemeenschapsaad van 19 juli 1993 houdende toekenning van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het decreet III van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 juli 1993 houdende toekenning van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op de protocols 97/29 van 23 december 1997, 98/16 van 9 juli 1998 en 99/2 van 11 februari 1999 van het Sectorcomité XV Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 april 1998;
Gelet op het akkoord van het Lid van het College, belast met Begroting, gegeven op 14 mei 1998;
Gelet op de beraadslaging van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 over het verzoek om advies binnen de maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 december 1998, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;
Op voordracht van het Lid van het College belast met Openbaar Ambt;
Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127 en 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° « diensten van het College », de diensten bedoeld in artikel 3 van het besluit van 13 april 1995 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;2° « het besluit van het College betreffende de opleiding » het besluit van 4 maart 1999 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende de bepalingen betreffende de opleidingen die toegang geven tot een graad van rang 25, 22 en 35;3° « het besluit van het College betreffende de hiërarchische rangschikking » het besluit van 4 maart 1999 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de hiërarchische rangschikking van de graden die ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie kunnen bekleden.
Art. 3.Onverminderd de bepalingen van artikel 4, worden de ambtenaren die opgenomen zijn in de tabel vermeld in bijlage I van dit besluit aangesteld als hiërarchische meerderen die in tuchtrechtelijke aangelegenheden bevoegd zijn de blaam te geven en een voorlopig voorstel voor de andere sancties te doen. HOOFDSTUK II. - Algemene regels inzake bevordering Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 4.§ 1. De loopbaan van de ambtenaren van de diensten verloopt in hiërarchische graden, niveaus en rangen. § 2. De niveaus van de graden die de ambtenaren kunnen bekleden zijn genummerd volgens hun hiërarchisch belang, waarbij het hoogste cijfer toegekend wordt aan de hoogste rang. § 3. Iedere rang wordt aangeduid met een getal van twee cijfers waarbij het cijfer links het niveau aanduidt en het cijfer rechts de rang binnen het niveau.
Het niveau 1 bevat 5 rangen, genummerd als volgt : 10, 11, 13, 15 en 16; het niveau 2+ omvat 3 rangen, genummerd van 26 tot 28; het niveau 2 omvat 3 rangen, genummerd als volgt : 20, 22, 24 en 25; het niveau 4 omvat 4 rangen, genummerd als volgt : 30, 32, 34 en 35.
Art. 5.De bevorderingen worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan, verhoging in graad of door overgang naar het hogere niveau.
Er kan worden voorzien in bepaalde betrekkingen bij wege van benoeming door verandering van graad.
Art. 6.Behalve de betrekkingen die in de vlakke loopbaan zijn voorzien, verklaart het College elke open betrekking vacant alvorens zij kan worden begeven bij wege van bevordering of bij benoeming door verandering van graad.
Bij de vacantverklaring van een betrekking van niveau 1 bepaalt het College de met redenen omklede omschrijving van de functie, de diploma's of kwalificaties die eventueel vereist zijn voor de te begeven betrekking, op basis van een voorstel vanwege de Directieraad.
Wanneer de Directieraad specifieke behoeften vaststelt, kan het College, bij gebrek aan een kandidaat die voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld bij de vacantverklaring van een betrekking zoals bedoeld in het tweede lid, beslissen om een of meerdere betrekkingen van rang 15 of 13 open te stellen voor de ambtenaren van de Franse taalrol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie alsook van de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen en van de instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschapscommissie, mits de voorwaarden vermeld in bijlage II van dit besluit worden nageleefd.
Art. 7.§ 1. De vacature van de betrekkingen die bij wege van bevordering worden begeven, wordt via een een dienstnota ter kennis gebracht aan alle ambtenaren die voldoen aan de statutaire bevorderingsvoorwaarden.
De dienstnota geeft een nauwkeurige omschrijving van de betrekking alsook de algemene en bijzondere voorwaarden die gelden voor de bevordering tot de bedoelde betrekking.
De paraaf van de betrokkenen is verplicht.
Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende brief verstuurd, met ontvangsbewijs, naar de woonplaats van de ambtenaar die om eender welke reden tijdelijk niet op de dienst aanwezig is. § 2. Enkel de kandidaturen van de ambtenaren die bij een ter post aangetekende brief aan de leidend ambtenaar zijn verstuurd binnen een termijn van 15 werkdagen worden in aanmerking genomen. Deze termijn loopt vanaf de eerste werkdag die volgt op de dag dat de vacantverklaring van de betrekking overhandigd is aan de betrokkene of hem per post is verstuurd. Het ontvangstbewijs van de post geldt als bewijs. Er wordt melding gemaakt van de ontvangst van de kandidaturen.
Elke kandidaatstelling voor een betrekking van niveau 1 omvat een uiteenzetting van de diploma's en verdiensten die de kandidaat nuttig acht. § 3. De voorstellen tot bevordering worden via een dienstnota ter kennis gebracht aan de ambtenaren die zich overeenkomstig de vormvereisten en binnen de opgelegde termijn kandidaat hebben gesteld.
Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende brief verstuurd, met ontvangsbewijs, naar de woonplaats van de ambtenaar die om eender welke reden tijdelijk niet op de dienst aanwezig is. § 4. De kennisgevingen van vacatures en voorstellen tot bevordering worden aangekondigd op verschillende zichtbare plaatsen op de werkplaatsen van de personeelsleden van de diensten van het College. § 5. De ambtenaren mogen zich op voorhand kandidaat stellen voor elke betrekking die gedurende hun afwezigheid vacant kan worden verkaard.
De geldigheid van een dergelijke kandidatuur is beperkt tot twee maanden. Ze moet bij een ter post aangetekende brief worden verstuurd aan de leidend ambtenaar.
Art. 8.De bevorderingen volgens de regels van de vlakke loopbaan, door verhoging in graad, overgang naar het hogere niveau en de benoemingen bij verandering van graad worden begeven : 1° door het College voor de graden van niveau 1;2° door het Lid van het College belast met Openbaar Ambt voor de graden van niveau 2+, 2 en 3. Afdeling 2. - Bevordering volgens de regels van de vlakke loopbaan
Art. 9.De ambtenaar wordt automatisch bevorderd tot elk van de graden die hij kan bekomen volgens de regels van de vlakke loopbaan zodra hij 4 en vervolgens 8 jaar graadanciënniteit telt en inzoverre hij een « positieve » of « gemiddelde » globale evaluatievermelding heeft behaald.
Wanneer de ambtenaar een « negatieve » of een globale evaluatievermelding « met voorbehoud » heeft gekregen, wordt het recht op bevordering in een vlakke loopbaan opgeschort tot hij een « positieve » of « gemiddelde » evaluatievermelding heeft gekregen.
De bevordering volgens de regels van de vlakke loopbaan kan gekoppeld worden aan het welslagen van een opleiding.
Art. 10.De graden van rang 11 worden begeven volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbouden voor de ambtenaren van rang 10 met 4 jaar graadanciënniteit.
De graden van rang 28 worden begeven volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbouden voor de ambtenaren van rang 27 met 8 jaar graadanciënniteit.
De graden van rang 27 worden begeven volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbouden voor de ambtenaren van rang 26 met 4 jaar graadanciënniteit.
De graden van rang 24 worden begeven volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbouden voor de ambtenaren van rang 22 met 8 jaar graadanciënniteit De graden van rang 22 worden begeven volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbouden voor de ambtenaren van rang 20 met 4 jaar graadanciënniteit.
De graden van rang 34 worden begeven volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbouden voor de ambtenaren van rang 32 met 8 jaar graadanciënniteit.
De graden van rang 32 worden begeven volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbouden voor de ambtenaren van rang 30 met 4 jaar graadanciënniteit Afdeling 3. - Bevordering door verhoging in graad en benoeming door
verandering van graad
Art. 11.Indien er niet minstens één kandidaat is die voldoet aan de vereiste anciënniteitsvoorwaarden om te worden bevorderd door verhoging in graad, is het College gemachtigd af te wijken van de voorwaarden door eerst de anciënniteit met één derde te verminderen en vervolgens met twee derden indien er nog altijd geen kandidaat aan de voorwaarden voldoet.
De beslissing van het College wordt vermeld in het bericht over de vacante betrekking en in de inleiding van het besluit tot bevordering.
Onderafdeling 1. - Bevordering in niveau 1
Art. 12.Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6, derde lid, worden de graden van adviseur-hoofd van dienst (rang 13) en bestuursdirecteur (rang 15) begeven volgens de regels van de bevordering door verhoging in graad.
Art. 13.§ 1. Voor elke bevordering door verhoging in graad in niveau 1 geeft de Directieraad een met redenen omkleed advies. § 2. Diegenen die zich kandidaat stellen via interne weg kunnen vragen om te worden gehoord door de Directieraad.
De kandidaten afkomstig uit de besturen bedoeld in artikel 6, derde lid, worden door de Directieraad gehoord.
Na de kandidaten desgevallend te hebben gehoord en hun dossier te hebben onderzocht, geeft de Directieraad voor elk van hen een advies dat rekening houdt met : 1° de omschrijving van de functie, de algemene en bijzondere voorwaarden;2° de diploma's en ervaring die de kandidaat nuttig acht om een benoeming of een bevordering in de vacante betrekking te bekomen;3° het evaluatiedossier van de kandidaat. De Directieraad stelt een gemotiveerde voorlopige rangschikking van de kandidaten op.
De voorkeur wordt gegeven aan de ambtenaren met de meest positieve evaluatie.
Wanneer de kandidaten geen ambtenaar zijn van de diensten van het College waar de betrekking te begeven is, houdt de Directieraad rekening met de evaluatie die de kandidaat in zijn oorspronkelijk bestuur heeft gekregen.
De voorlopige rangschikking wordt ter kennis gebracht van de ambtenaren die zich kandidaat hebben gesteld voor de te begeven betrekking. § 3. De ambtenaar die zich benadeeld acht kan binnen de 15 werkdagen na de kennisgeving bezwaar indienen bij de Directieraad.
Deze termijn neemt een aanvang bij de eerste werkdag die volgt op de dag van de overhandiging van de kennisgeving aan de desbetreffende ambtenaar of de dag waarop de kennisgeving via de post is verzonden.
Op zijn verzoek kan de ambtenaar worden gehoord door de Directieraad.
Hij kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze. § 4. De Directieraad stelt de definitieve rangschikking op en motiveert deze. § 5. Behoudens de speciale motivering van de keuze voor een andere kandidaat onder de eerste zes kandidaten, benoemt het College unaniem bij prioriteit de kandidaat die als eerste is gerangschikt.
Onderafdeling 2. - Bevordering in de niveaus 2 en 3
Art. 14.Voor de bevordering door verhoging in graad dient de kandidaat minstens de « gemiddelde » globale evaluatievermelding te hebben verkregen; de voorkeur wordt gegeven aan de kandidaat met een « positieve » globale evaluatievermelding.
Art. 15.§ 1. De bevordering door verhoging in graad die afhangt van het welslagen van een opleiding wordt verleend in deze orde : 1° aan de geslaagde voor de opleiding waarvan het proces-verbaal de oudste sluitingsdatum heeft;2° tussen de geslaagden voor eenzelfde opleiding, aan de geslaagde met een « positieve » globale evaluatievermelding;3° tussen de geslaagden met eenzelfde evaluatievermelding, aan de geslaagde met : a) de grootste graadanciënniteit;b) de grootste dienstanciënniteit bij gelijke graadanciënniteit;c) de hoogste leeftijd bij gelijke dienstanciënniteit. § 2. De voorstellen worden ter kennis gebracht aan de ambtenaren die zich kandidaat hebben gesteld voor de te begeven betrekking. § 3. De ambtenaar die zich benadeeld acht kan binnen de 15 werkdagen na de kennisgeving bezwaar indienen bij de Directieraad.
Deze termijn neemt een aanvang bij de eerste werkdag die volgt op de dag van de overhandiging van de kennisgeving aan de desbetreffende ambtenaar of de dag waarop de kennisgeving via de post is verzonden.
Op zijn verzoek kan de ambtenaar worden gehoord door de Directieraad.
Hij kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze. § 4. De Directieraad stelt haar definitief voorstel op. Bij een met redenen omklede beslissing kan hij overgaan tot de herindeling van de kandidaten zonder evenwel te mogen afwijken van de regel betreffende evaluatievermelding bedoeld in § 1.
Art. 16.De ambtenaren met rang 24 die minstens 3 jaar graadanciënniteit tellen, kunnen worden bevorderd door verhoging in graad tot een graad van rang 25.
De ambtenaren met rang 34 die minstens 3 jaar graadanciënniteit tellen, kunnen worden bevorderd door verhoging in graad tot een graad van rang 35.
Onderafdeling 3. - Benoeming door verandering van graad
Art. 17.Voor elke benoeming door verandering van graad in niveau 1 geeft de Directieraad een met redenen omkleed advies overeenkomstig de procedure, beschreven in artikel 13, § 2.
Art. 18.Enkel de ambtenaren met minstens een `gemiddelde' evaluatievermelding en die minstens 6 maand graadanciënniteit tellen, kunnen aanspraak maken op een verandering van graad.
Art. 19.De tabel in bijlage II van dit besluit geeft de graden die kunnen worden begeven bij wege van benoeming door verandering van graad alsook de graden die er toegang tot geven.
De tabel kan eveneens een grotere graadanciënniteit voorschrijven dan die welke is vastgesteld in artikel 18 alsook bijkomende voorwaarden opleggen voor de beroepskwalificatie die vereist voor de uitoefening van de betrekking en voorzien in een controle van de beroepsgeschiktheid en de regels ervan vastleggen.
Een commissie, belast met deze controle, wordt opgericht.
De commissie is samengesteld uit : 1° een voorzitter, hier de leidend ambtenaar of de ambtenaar die door hem gemachtigd is;2° twee leden, ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, gekozen in functie van de discipline van de te begeven betrekking;3° een vertegenwoordiger van elk van de representatieve syndicale organisaties;4° een vertegenwoordiger van de Vaste Wervingssecretaris. Afdeling 4. - Bevordering door overgang naar het hogere niveau
Art. 20.De overgangsexamens voor het hogere niveau worden georganiseerd voor de bevordering tot bepaalde graden van rangen 10, 26 en 20.
Het overgangsexamen voor het hogere niveau is toegankelijk voor : 1° de bevordering tot een graad van rang 10 voor de ambtenaren van niveau 2+ en 2 die 4 jaar anciënniteit tellen in niveau 2+ of 2 of in beide;2° de bevordering tot een graad van de rangen 26 en 20 voor de ambtenaren die een anciënniteit van 2 jaar tellen in het niveau dat onmiddellijk onder het niveau van de te begeven graad staat. De deelnemingsvoorwaarden die zijn vastgesteld krachtens het tweede lid dienen te worden vervuld op de datum die door de Vaste Wervingssecretaris is bepaald. De ambtenaar die niet langer voldoet aan een van de voorwaarden gedurende eender welke proef van het examen kan niet meer slagen. HOOFDSTUK III. - Algemene regels inzake de loopbaan Afdeling 1. - Organiek stelsel
Onderafdeling 1. - Loopbanen in niveau 3
Art. 21.De graden van administratief adjunct en adjunct-vakman (rang 30) worden begeven aan de laureaten van een aanwervingsexamen.
Art. 22.Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 30, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 32 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De bevorderingen bedoeld in dit artikel worden begeven volgens de regels van de bevordering in de vlakke loopbaan.
Art. 32.§ 1. De ambtenaren met een graad van rang 11 die minstens één jaar graadanciënniteit en 9 jaar niveau-anciënniteit tellen, kunnen worden bevorderd door verhoging in graad tot de graad van adviseur-hoofd van dienst (rang 13). § 2. De ambtenaren met de geschrapte graad van directeur of adviseur (rang 13) kunnen worden benoemd door verandering van graad tot graad van adviseur-hoofd van dienst (rang 13). § 3. De ambtenaren met de geschrapte graad van eerste adviseur (rang 13) kunnen worden benoemd door verandering van graad tot graad van adviseur-hoofd van dienst (rang 13). § 4. De ambtenaren van de Franse taalrol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie alsook van de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen en die van de instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschapscommissie, die volgens de bepalingen van het statuut waaronder ze vallen al minstens één jaar een graad hebben die volgens de bepalingen van hun statuut toegang verleent tot de equivalente graad van adviseur-hoofd van dienst in de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en die minstens 9 jaar niveau-anciënniteit tellen, kunnen eveneens worden bevorderd door verhoging in graad tot de graad van adviseur-hoofd van dienst (rang 13).
Het College bepaalt de equivalentie van de graden zoals bedoeld in het vorige lid. §. 5. De ambtenaren van de Franse taalrol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie alsook van de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen en die van de instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschapscommissie, en die volgens de bepalingen van hun statuut ze vallen een graad hebben die toegang verleent tot de equivalente graad van adviseur-hoofd van dienst in de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en die minstens 9 jaar niveau-anciënniteit tellen, kunnen eveneens worden benoemd tot de graad van adviseur-hoofd van dienst (rang 13).
Het College bepaalt de equivalentie van de graden zoals bedoeld in het vorige lid. § 6. De ambtenaren die krachtens §§ 4 of 5 zijn bevorderd of benoemd behouden de niveau- en dienstanciënniteit die ze hebben verworven in hun oorspronkelijk bestuur. § 7. De bij dit artikel bedoelde ambtenaren dienen houder te zijn een brevet van de 3de cyclus. Een besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie bepaalt het onderwerp van de opleiding en erkent de opleidingsinstituten alsook de equivalentie van andere opleidingen.
Art. 33.§ 1. De ambtenaren met een rang van rang 13 die minstens één jaar graadsancienniteit en 12 jaar niveau-anciënniteit tellen kunnen worden bevorderd door verhoging in graad tot de graad van bestuursdirecteur (rang 15). § 2. De ambtenaren van de Franse taalrol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie alsook van de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen en die van de instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschapscommissie, die al minstens één jaar een graad hebben die toegang verleent tot een graad van rang 15 en die 12 jaar niveau-anciënniteit tellen, kunnen eveneens worden bevorderd door verhoging in graad tot de graad van bestuursdirecteur (rang 15). § 3. De ambtenaren van de Franse taalrol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie alsook van de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen en die van de instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschapscommissie, die volgens de bepalingen van hun statuut een graad hebben die equivalent is aan die van bestuursdirecteur in de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en die minstens 12 jaar niveau-anciënniteit tellen, kunnen eveneens worden benoemd tot de graad van bestuursdirecteur (rang 15).
Het College bepaalt de equivalentie van de graden zoals bedoeld in het vorige lid. § 4. De ambtenaren die krachtens §§ 2 of 3 zijn bevorderd of benoemd behouden de niveau- en dienstanciënniteit die ze hebben verworven in hun oorspronkelijk bestuur. § 5. De ambtenaren die bij dit artikel zijn bedoeld dienen houder te zijn een brevet van de 3de cyclus. Een besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie bepaalt het onderwerp van de opleiding en erkent de opleidingsinstituten alsook de equivalentie van andere opleidingen.
Art. 34.§ 1. De graden van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal (rang 16) worden toegekend bij mandaat. § 2. Het mandaat is een tijdelijke aanstelling binnen een vacante betrekking die overeenstemt met een hogere graad dan die van de ambtenaar. Het wordt toegekend voor een duur van vijf jaar. § 3. Voor de duur van het mandaat geniet de ambtenaar de voorrechten alsook de wedde en geldelijke voordelen die zijn verbonden aan de graad die hem tijdelijk is toegekend.
Daarenboven valt hij onder het administratief en geldelijk statuut van die graad.
De aangestelde ambtenaar behoudt de graadanciënniteit die hij genoot in zijn oorspronkelijke graad. Hij behoudt zijn aanspraken op bevordering gedurende de uitoefening van het mandaat. § 4. Voor de duur van het mandaat mag de ambtenaar geen verminderde prestaties vervullen. Hij krijgt ook niet langer verlof om een functie uit te oefenen in een kabinet van een minister of staatssecretaris of in het kabinet van de voorzitter of een lid van de Regering van een Gemeenschap, Gewest, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
De ambtenaar krijgt geen verlof voor een opdracht, loopbaanonderbreking of afwezigheid om persoonlijke redenen.
Ingeval de aangestelde ambtenaar het mandaat niet kan uitoefenen wegens langdurige ziekte of zwangerschapsverlof, kan het College van de Franse Gemeenschapscommissie het mandaat tijdelijk toevertrouwen aan een andere ambtenaar onder de bij dit besluit bedoelde voorwaarden. § 5. De ambtenaar kan het College van de Franse Gemeenschapscommissie vragen een einde te stellen aan zijn mandaat. Zo het College akkoord gaat, is een vooropzeg van zes maand vereist, tenzij het College op verzoek van de betrokkene akkoord gaat met een kortere termijn. § 6. Voor iedere aanstelling voor de duur van een mandaat stelt het College van de Franse Gemeenschapscommissie een opdrachtbrief op met vermelding van de doelstellingen, rekening houdend met de beschikbare middelen. De opdrachtbrief kan worden aangepast tijdens de duur van het mandaat. De mandaathouders bezorgen jaarlijks in september een evaluatieverslag van hun activiteiten aan het College van de Franse Gemeenschapscommissie. § 7. Voor elke aanstelling bij mandaat voor een graad van rang 16 richt het College van de Franse Gemeenschapscommissie zich tot de kandidaten via een bericht in het Belgisch Staatsblad.
Het bericht vermeldt minstens de vacante betrekking, de overheid waarbij en de termijn waarbinnen de kandidaatstelling dient te worden ingediend alsook de algemene voorwaarden om over te gaan tot een graad van rang 16. Het bericht omvat ook een omschrijving van de functies met betrekking tot de te begeven betrekking en verzoekt de kandidaten hun kwaliteiten inzake het beheer van de overheidsdiensten te vermelden.
De termijn, bedoeld in het tweede lid, bedraagt 15 werkdagen. Hij neemt een aanvang op de eerste werkdag die volgt op de dag van de bekendmaking van het bericht in het Belgisch Staatsblad. § 8. De ambtenaren van de Diensten van het College kunnen worden aangesteld voor een mandaat voor een graad van rang 16 als zij voldoen aan de volgende voorwaarden : 1. een graad hebben van minstens rang 13;2. functies van niveau 1uitoefenen sinds minstens 9 jaar. De aanstelling bij mandaat alsook de hernieuwing van een mandaat gebeuren bij een besluit waarover het het College van de Franse Gemeenschapscommissie heeft beraadslaagd na vergelijking van de diploma's en verdiensten van de kandidaten op voordracht van het Lid van het College bevoegd voor Openbaar Ambt.
Art. 35.Onverminderd de wettelijke bepalingen tot regeling van de loopbaan van de ambtenaren gebeurt de benoeming, bevordering of aanstelling tot elke graad die aan een ambtenaar van de diensten van het College bij dit besluit kan worden verleend, onder de voorwaarden die zijn bepaald in bijlage II van dit besluit. Afdeling 2. - Overgangsregeling
Onderafdeling 1. - Loopbanen in niveau 3
Art. 36.De ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de graad hebben van bode-kamerbewaarder (rang 41), telefonist (rang 42), eerstaanwezend telefonist (rang 43) en hoofdbeambte (rang 44) worden ambtshalve benoemd tot de graad van administratief adjunct (rang 30), administratief adjunct 1ste klasse (rang 32) of eerstaanwezend administratief adjunct (rang 34) naargelang ze een niveau-anciënniteit in niveau 4 tellen van respectievelijk minder dan 8 jaar, tussen 8 en 24 jaar en minstens 24 jaar. De ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de graad hebben van onderhoudsbeambte, hulparbeider (rang 40), adjunct-vakman (rang 41), werkman (rang 42) en eerste werkman-specialist (rang 43) worden ambtshalve benoemd tot de graad van adjunct-vakman (rang 30), adjunct-vakman 1ste klasse (rang 32) of eerstaanwezend adjunct-vakman (rang 34) naargelang ze een niveau-anciënniteit in niveau 4 tellen van respectievelijk minder dan 8 jaar, tussen 8 en 24 jaar en minstens 24 jaar.
In afwijking op de vorige leden worden de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit houder zijn van een getuigschrift van lager secundair onderwijs ambtshalve benoemd tot de graden 30, 32 of 34 naargelang ze een niveau-anciënniteit in niveau 4 tellen van respectievelijk minder dan 4 jaar, tussen 4 en 12 jaar en minstens 12 jaar.
De ambtenaren bedoeld in de leden 1 tot 3 brengen hun niveau-anciënniteit die ze hebben bekomen in niveau 4 over naar niveau 3.
De graadanciënniteit van de ambtenaren bedoeld in de leden 1 tot 3, wordt ambtshalve aangerekend vanaf de datum van de benoeming.
De geldelijke anciënniteit die deze ambtenaren hebben bekomen, wordt geacht te zijn bekomen in de nieuwe weddeschaal.
Art. 37.§ 1. In afwijking van artikel 10 worden de ambtenaren die ambtshalve benoemd zijn in een graad van rang 30 overeenkomstig artikel 32 van dit besluit, bevorderd tot één van de graden van rang 32 zodra ze een niveau-anciënniteit van 8 jaar tellen en inzoverre ze een « positieve » of « gemiddelde » evaluatievermelding hebben behaald.
In geval de ambtenaren een « negatieve » evaluatievermelding of de evaluatievermelding « met voorbehoud » hebben, wordt het recht op deze bevordering via de vlakke loopbaan opgeschort tot ze een « positieve » of « gemiddelde » evaluatievermelding hebben behaald. § 2. In afwijking van artikel 10 worden de ambtenaren die ambtshalve benoemd zijn in een graad van rang 32 overeenkomstig artikelen 36 en 37, §1, van dit besluit, bevorderd tot één van de graden van rang 34 zodra ze een niveau-anciënniteit van 24 jaar tellen en inzoverre ze een « positieve » of « gemiddelde » evaluatievermelding hebben behaald.
In geval de ambtenaren een « negatieve » evaluatievermelding of de evaluatievermelding « met voorbehoud » hebben, wordt het recht op deze bevordering via de vlakke loopbaan opgeschort tot ze een « positieve » of « gemiddelde » evaluatievermelding hebben behaald. § 3. In afwijking op de twee vorige paragrafen vallen de ambtenaren die ambtshalve benoemd zijn in een graad van rang 30 of 32 overeenkomstig artikel 36, derde lid, onder de bepalingen van artikelen 22 en 23.
Art. 38.In afwijking van artikel 22, eerste lid, worden de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit houder zijn van de graden van kassier en van redder en die een graadanciënniteit van minstens 4 jaar tellen, ambtshalve benoemd in de graad van administratief adjunct 1ste klasse (rang 32).
Art. 39.In afwijking van artikel 22, eerste lid, worden de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit houder zijn van de graad van gespecialiseerd werkman en die een graadanciënniteit van minstens 4 jaar tellen, ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-vakman 1ste klasse (rang 32).
Art. 40.In afwijking van artikel 22, tweede lid, worden de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de graden hebben van eerstaanwezend klerk-stenotypist, eerstaanwezend klerk-typist, eerstaanwezend klerk, badmeester, rekenplichtig hulpbediende, klerk-stenotypist en klerk-typist en die een niveau-anciënniteit van minstens 12 jaar tellen, ambtshalve benoemd in de graad van eerstaanwezend administratief adjunct (rang 34).
Voor de toepassing van het eerste lid en in afwijking op artikel 88, §3, van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, wordt voor de vaststelling van de niveau-anciënniteit rekening gehouden met de verrichte diensten voor de berekening van de niveau-anciënniteit, geleverd in niveau 4 door de ambtenaar die bevorderd is door de overgang tot het hogere niveau in niveau 3 en die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de graad heeft van eerstaanwezend klerk.
Art. 41.In afwijking van artikel 22, tweede lid, worden de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de graden hebben van werkman, eerstaanwezend werkman, 1ste werkman-specialist-autobestuurder-mechanicien, overgeschoold werkman en gespecialiseerd werkman en die een niveau-anciënniteit van minstens 12 jaar tellen, ambtshalve benoemd in de graad van eerstaanwezend adjunct-vakaman (rang 34).
Art. 42.In afwijking van artikel 23 kunnen de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de graden hebben van eerstaanwezend klerk-stenotypist, eerstaanwezend klerk-typist, eerstaanwezend klerk en die een niveau-anciënniteit van minstens 15 jaar tellen, binnen de begrenzingen van de vacante betrekkingen worden benoemd in de graad van hoofd-administratief adjunct (rang 35) mits ze een opleiding hebben gevolgd zoals georganiseerd bij besluit van het College betreffende de opleiding.
Art. 43.In afwijking van artikel 22, tweede lid, kunnen de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de graden hebben van werkman, 1ste werkman-specialist- autobestuurder-mechanicien en overgeschoold werkman werkman en die een niveau-anciënniteit van minstens 15 jaar tellen, binnen de begrenzingen van de vacante betrekkingen worden benoemd in de graad van hoofd-administratief adjunct (rang 35) mits ze een opleiding hebben gevolgd zoals georganiseerd bij besluit van het College betreffende de opleiding.
Art. 44.Onverminderd de bepalingen van artikelen 42 en 43 zijn de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit een van de graden hebben die zijn vermeld in de linkerkolom, ambtshalve benoemd in een van de graden die zijn ingericht in artikel 2 van het besluit van het College betreffende de hiërarchische rangschikking en die zijn opgenomen in de rechterkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De ambtenaren die krachtens het eerste lid zijn benoemd, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die ze hebben verworven in hun vorige graad.
De geldelijke anciënniteit van deze ambtenaren wordt geacht te zijn verworven in de nieuwe weddeschaal.
Art. 64.Na toepassing van de artikelen 62 en 63 kunnen de graden van wetenschappelijk directeur (rang 16), directeur en adviseur (rang 13) niet meer worden begeven door aanwerving, bevordering of verandering in graad.
De graden van bestuurdirecteur, adjunct bij de Kanselarij (rang 15) en eerste adviseur (rang 14) kunnen niet meer worden begeven door aanwerving, bevordering of verandering in graad.
Art. 65.Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 betreffende de loopbaan van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 tot vaststelling van het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, worden opgeheven.
Art. 66.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998, met uitzondering van de artikelen 32, §7 en 33,§5, die ten vroegste in werking treden op 1 januari 2002.
Art. 67.Het Lid van het College belast met Openbaar Ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, Namens het College, H. HASQUIN, Voorzitter van het College E. TOMAS, Lid van het College belast met Openbaar Ambt.
Bijlage I bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 maart 1999 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan an de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Namens het College, H. HASQUIN, Voorzitter van het College.
E. TOMAS, Lid van het College belast met Openbaar Ambt.
Bijlage II bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan an de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Namens het College, H. HASQUIN, Voorzitter van het College.
E. TOMAS, Lid van het College belast met Openbaar Ambt.