gepubliceerd op 11 mei 2023
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 april 2023 betreffende de interne mobiliteit, de intraregionale mobiliteit en de externe mobiliteit
20 APRIL 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 april 2023 betreffende de interne mobiliteit, de intraregionale mobiliteit en de externe mobiliteit
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 40, § 1, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur ;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, gewijzigd door de wet van 24 december 2002 ;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 8, tweede lid, gewijzigd door de ordonnantie van 9 juli 2015 ;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, artikel 8, § 2 ;
Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven, en de aanhorigheden ervan in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17, gewijzigd door de ordonnanties van 29 maart 2001 en 6 november 2003;
Gelet op de ordonnantie van 2 december 2021 betreffende Brupartners, artikel 35, § 2;
Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, artikelen 23, derde lid en 34, eerste paragraaf, gewijzigd door de ordonnantie van 8 december 2016 ;
Ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 30quinquies, § 1;
Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van innoviris, artikel 9;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, artikel 40 ingevoegd door de ordonnantie van 1 april 2004;
Gelet op de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, artikel 28;
Gelet op de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht en tot oprichting van de Gewestelijke School voor de Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen - Brusafe, artikelen 6, § 2 en 9, eerste lid;
Gelet op de ordonnantie van 29 juli 2015 houdende oprichting van het Brussels Planningsbureau, artikel 10;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van Leefmilieu Brussel, artikel 1, § 2, gewijzigd door de ordonnantie van 3 mei 2018 en bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen, artikel 41;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014031409 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
Gelet op de gelijke kansentest, uitgevoerd op 27 mei 2022 conform artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkenkansentest;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 december 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 december 2022;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van Brupartners gegeven op 14 maart 2023;
Gelet op het advies van het beheerscomité van Actiris, gegeven op 22 september 2022;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 26 september 2022;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de haven van Brussel, gegeven op 30 september 2022;
Gelet op het protocol nr. 2022-26 van het Sectorcomité XV;
Gelet op advies 72.865/4 van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister van Openbaar Ambt, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel
Artikel 1.In Boek I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, wordt het opschrift van Titel V vervangen als volgt : "De interne mobiliteit".
Art. 2.In boek I, titel V van hetzelfde besluit wordt het opschrift van Hoofdstuk II vervangen als volgt: "De vrijwillige interne mobiliteit".
Art. 3.In boek I, titel V van hetzelfde besluit wordt het opschrift van Hoofdstuk III vervangen als volgt: "De ambtshalve interne mobiliteit".
Art. 4.In de artikelen 2/2, 2/3, 38, 75, 118, 123 en 140 van hetzelfde besluit wordt het woord "mutatie" telkens vervangen door het woord "mobiliteit".
Art. 5.In artikel 118 van hetzelfde besluit worden de woorden "van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel" vervangen door de woorden "vallend onder dit besluit.".
Art. 6.In artikel 120 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° De woorden "interne mutatie" worden vervangen door de woorden "interne mobiliteit";2° De woorden "vrijwillige mutatie" worden vervangen door de woorden "vrijwillige interne mobiliteit" ;3° De woorden "ambtshalve mutatie" worden vervangen door de woorden "ambtshalve interne mobiliteit ".
Art. 7.Artikel 121 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 121.§ 1 Een aanvraag tot interne mobiliteit die wordt ingediend door een ambtenaar die het slachtoffer is van de in § 2 vermelde feiten, wordt prioritair behandeld. § 2 In het geval van pesterijen, een gewelddaad of discriminatie waarvan de ambtenaar het slachtoffer is, ten gevolge van een advies van de welzijnsverantwoordelijke van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, of in de volgende gevallen: - de pesterijen moeten erkend zijn door een rechterlijke beslissing of een verslag van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, bedoeld in boek II, titel III van de Codex met betrekking tot welzijn op het werk van 28 april 2017; - de gewelddaad moet erkend zijn door een rechterlijke beslissing, door een tuchtrechtelijke beslissing, door een bewijs van arbeidsongeval of een verslag van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, bedoeld in boek II, titel III van de Codex met betrekking tot welzijn op het werk van 28 april 2017; - de discriminatie moet erkend zijn door een rechterlijke beslissing of door een tuchtrechtelijke beslissing. § 3. Het verval van de strafvordering door toepassing van artikel 216bis of 216ter van het Wetboek van Strafvordering leidt evenzeer tot de erkenning van de gevallen geviseerd in paragraaf 2.".
Art. 8.In artikel 122 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In paragraaf 1 worden de woorden "interne mutatie" vervangen door de woorden "interne mobiliteit";2° in punten 1° en 2° van paragraaf 1 worden het woord "mutatieaanbod" vervangen door de woorden "aanbod van interne mobiliteit".
Art. 9.Artikel 124 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "De vrijwillige interne mobiliteit wordt geformaliseerd aan de hand van een door de leidende ambtenaren ondertekend document.".
Art. 10.In artikel 125 van hetzelfde besluit worden de derde en vierde zin, die aanvangen met de woorden "Die termijn kan tot een maximum van zes maanden opgevoerd worden" en eindigen met de woorden "Deze laatste motiveert haar beslissing." opgeheven.
Art. 11.Artikel 126 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 126.§ 1. De leidende ambtenaar kan over een ambtshalve interne mobiliteit beslissen in de volgende vier gevallen: 1° De procedure van de vrijwillige interne mobiliteit heeft geen resultaat opgeleverd;2° Er zijn bijzondere eisen inzake kennis of ervaring vereist om een betrekking te bekleden;3° Er werd op een gemotiveerde wijze vastgesteld dat de ambtenaar niet meer over de vereiste kwalificaties beschikt om zijn betrekking te bekleden;4° De beslissing wordt gerechtvaardigd door dienstbehoeften of noodwendigheid. § 2. De ambtenaar wordt gehoord door de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde. § 3. De beslissing wordt gemotiveerd aan de hand van de functiebeschrijving en het gewenste profiel om de betrekking te kunnen bekleden. § 4. Indien het gaat om de ambtshalve interne mobiliteit tussen twee verschillende overheidsdiensten die vallen onder dit besluit, wordt de beslissing genomen in samenspraak tussen de leidende ambtenaren van deze twee overheidsdiensten.
Hiervoor wordt een document opgesteld dat door de betrokken leidende ambtenaren wordt ondertekend.
De ambtshalve interne mobiliteit kan plaatsvinden binnen een termijn van 30 dagen na ondertekening van het bovenvermelde document.
Deze paragraaf is niet van toepassing op contractuele personeelsleden."
Art. 12.Artikel 127 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 13.Artikel 128 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 5° en 6°, luidende: "5° indien de betrekking van de ambtenaar na afwezigheid wegens langdurige ziekte, niet langer bestaat; 6° indien de ambtenaar na afwezigheid wegens langdurige ziekte zich in de onmogelijkheid bevindt terug te keren naar zijn huidige betrekking. ".
Art. 14.In Boek I van hetzelfde besluit wordt een Titel V/1 ingevoegd, die het artikel 130/1 bevat, luidend als volgt: "Titel V/1. - De conventionele tijdelijke terbeschikkingstelling van een ambtenaar
Art. 130/1.§ 1. Een ambtenaar mag ter beschikking worden gesteld van iedere federale, gewestelijke, gemeenschaps-, provinciale, gemeentelijke overheidsorganisatie, van een sociale dienst of van een rechtspersoon, ongeacht hun vorm en aard, die specifiek zijn opgericht om te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, die rechtspersoonlijkheid bezitten en die afhankelijk zijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hetzij door de meerderheidsfinanciering van hun activiteiten, hetzij door de controle op hun beheer, hetzij door de benoeming van meer dan de helft van de leden van hun bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen),voor een tijdelijke duur van maximaal 12 maanden. § 2 De ambtenaar dient zijn verzoek voor een tijdelijke terbeschikkingstelling in: 1° hetzij door te antwoorden op een aanbod van tijdelijke terbeschikkingstelling dat door het HRM minstens per dienstnota wordt meegedeeld;2° hetzij door zijn kandidatuur in te dienen bij het HRM zonder dat er een aanbod tot tijdelijke terbeschikkingstelling bestaat; § 3 De onder § 2, 1° vermelde dienstnota vermeldt het volgende: 1° de functiebeschrijving;2° het gewenste profiel van de kandidaten;3° binnen welke termijn de ambtenaar zijn belangstelling voor de betrekking moet kenbaar maken. Zij wordt ter kennis gebracht aan alle ambtenaren. § 4. De ambtenaar die voor een tijdelijke duur ter beschikking wordt gesteld, begint zijn nieuwe opdracht uit te oefenen na afloop van een termijn die zijn overheid en de ontvangende organisatie in onderlinge overeenstemming vaststellen. De twee organisaties leggen de voorwaarden van de terbeschikkingstelling, met inbegrip van een eventuele proefperiode, vast in een overeenkomst.
Deze overeenkomst bevat verder de regeling waarop de ontvangende organisatie de overheid van herkomst terugbetaalt indien van toepassing voor het door deze laatste aan de ambtenaar uitbetaalde brutowedde en andere financiële voordelen. § 5. De periode van de tijdelijke terbeschikkingstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. § 6. De arbeidsvoorwaarden van de ontvangende organisatie zijn van toepassing. § 7. De functionele chef in de overheid van herkomst evalueert de ambtenaar voor zijn vertrek naar de ontvangende organisatie in het kader van de tijdelijke terbeschikkingstelling.
Een nieuwe evaluatie periode begint te lopen bij aanvang van de tijdelijke terbeschikkingstelling in de ontvangende organisatie.
De evaluatieregels van de ontvangende organisatie zijn bij aanvang van toepassing.
Op het einde van de tijdelijke terbeschikkingstelling wordt de ambtenaar geëvalueerd door zijn functionele chef in de ontvangende organisatie.
Op het ogenblik dat de ambtenaar terugkeert naar de overheid van herkomst begint een nieuwe evaluatie periode te lopen. § 8. Dit artikel is niet van toepassing op mandaathouders.".
Art. 15.In Boek I, Titel VII, Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt een afdeling 4 ingevoegd, die artikel 233/1 bevat, luidend als volgt: "Afdeling 4. Het verlof wegens intraregionale mobiliteit
Art. 233/1.§ 1. De ambtenaar die in het kader van de intraregionale mobiliteit uit dienst treedt, bevindt zich in een verlof wegens intraregionale mobiliteit gedurende maximum zes maanden na indiensttreding bij de ontvangende instelling in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014031409 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Dit verlof bedraagt maximaal zes maanden.
Indien de ambtenaar binnen deze termijn niet terug in dienst treedt bij de instelling die hem het verlof voor intraregionale mobiliteit heeft toegekend, wordt de overplaatsing definitief. § 3. Dit verlof is niet bezoldigd en wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit bij terugkeer uit dit verlof.".
Art. 16.Artikel 457 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: 2 "13° geen verlof krijgen voor intraregionale mobiliteit."
Art. 17.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 5 ingevoegd die als bijlage I is gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 18.In boek I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt het opschrift van Titel V vervangen als volgt : "De interne mobiliteit".
Art. 19.In boek I, titel V van hetzelfde besluit wordt het opschrift van Hoofdstuk II vervangen als volgt: "De vrijwillige interne mobiliteit".
Art. 20.In boek I, titel V van hetzelfde besluit wordt het opschrift van Hoofdstuk III vervangen als volgt: "De ambtshalve interne mobiliteit".
Art. 21.In de artikelen 2/2, 2/3, 31, 68, 111, 116, en 133 van hetzelfde besluit wordt het woord "mutatie" telkens vervangen door het woord "mobiliteit".
Art. 22.In artikel 113 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° De woorden "interne mutatie" worden vervangen door de woorden "interne mobiliteit";2° De woorden "vrijwillige mutatie" worden vervangen door de woorden "vrijwillige interne mobiliteit" ;3° De woorden "ambtshalve mutatie" worden vervangen door de woorden "ambtshalve interne mobiliteit ".
Art. 23.Artikel 114 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 114 § 1 Een aanvraag tot interne mobiliteit die wordt ingediend door een ambtenaar die het slachtoffer is van de in § 2 vermelde feiten, wordt prioritair behandeld. § 2 In het geval van pesterijen, een gewelddaad of discriminatie waarvan de ambtenaar het slachtoffer is, ten gevolge van een advies van de welzijnsverantwoordelijke, of in de volgende gevallen: - de pesterijen moeten erkend zijn door een rechterlijke beslissing of een verslag van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, bedoeld in boek II, titel III van de Codex met betrekking tot welzijn op het werk van 28 april 2017. - de gewelddaad moet erkend zijn door een rechterlijke beslissing, door een tuchtrechtelijke beslissing, door een bewijs van arbeidsongeval of een verslag van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, bedoeld in boek II, titel III van de Codex met betrekking tot welzijn op het werk van 28 april 2017. - de discriminatie moet erkend zijn door een rechterlijke beslissing of door een tuchtrechtelijke beslissing. § 3. Het verval van de strafvordering door toepassing van artikel 216bis of 216ter van het Wetboek van Strafvordering leidt evenzeer tot de erkenning van de gevallen geviseerd in paragraaf 2.".
Art. 24.In artikel 115 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In paragraaf 1 worden de woorden "interne mutatie" vervangen door de woorden "interne mobiliteit";2° in punten 1° en 2° van paragraaf 1 wordt het woord "mutatieaanbod" vervangen door de woorden "aanbod van interne mobiliteit".
Art. 25.Artikel 117 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "De vrijwillige interne mobiliteit wordt geformaliseerd aan de hand van een door de leidende ambtenaren ondertekend document.".
Art. 26.In artikel 118 van hetzelfde besluit worden de derde en vierde zin, die aanvangen met de woorden "Die termijn kan tot een maximum van zes maanden opgevoerd worden" en eindigen met de woorden "Deze laatste motiveert haar beslissing." opgeheven.
Art. 27.Artikel 119 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 119.§ 1. De leidende ambtenaren kunnen over een ambtshalve interne mobiliteit beslissen in de volgende vier gevallen: 1° De procedure van de vrijwillige interne mobiliteit heeft geen resultaat opgeleverd;2° Er zijn bijzondere eisen inzake kennis of ervaring vereist om een betrekking te bekleden;3° Er werd op een gemotiveerde wijze vastgesteld dat de ambtenaar niet meer over de vereiste kwalificaties beschikt om zijn betrekking te bekleden;4° De beslissing wordt gerechtvaardigd door dienstbehoeften of noodwendigheid. § 2. De ambtenaar wordt gehoord door de leidende ambtenaren. § 3. De beslissing wordt gemotiveerd aan de hand van de functiebeschrijving en het gewenste profiel om de betrekking te kunnen bekleden.
Art. 28.Artikel 120 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 29.Artikel 121 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 5° en 6°, luidende: "5° indien de betrekking van de ambtenaar na afwezigheid wegens langdurige ziekte, niet langer bestaat; 6° indien de ambtenaar na afwezigheid wegens langdurige ziekte zich in de onmogelijkheid bevindt terug te keren naar zijn huidige betrekking.".
Art. 30.In Boek I van hetzelfde besluit wordt een Titel V/1 ingevoegd, die artikel 123/1 bevat, luidend als volgt: "Titel V/1. - De conventionele tijdelijke terbeschikkingstelling van een ambtenaar
Art. 123/1.§ 1. Een ambtenaar mag ter beschikking worden gesteld van iedere federale, gewestelijke, gemeenschaps-, provinciale,of gemeentelijke overheidsorganisatie, van een sociale dienst of van een rechtspersoon, ongeacht hun vorm en aard, die specifiek zijn opgericht om te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, die rechtspersoonlijkheid bezitten en die afhankelijk zijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hetzij door de meerderheidsfinanciering van hun activiteiten, hetzij door de controle op hun beheer, hetzij door de benoeming van meer dan de helft van de leden van hun bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen), voor een tijdelijke duur van maximaal 12 maanden. § 2 De ambtenaar dient zijn verzoek voor een tijdelijke terbeschikkingstelling in : 1° hetzij door te antwoorden op een aanbod van tijdelijke terbeschikkingstelling dat door het HRM minstens per dienstnota wordt meegedeeld;2° hetzij door zijn kandidatuur in te dienen bij het HRM zonder dat er een aanbod tot tijdelijke terbeschikkingstelling bestaat; § 3 De onder § 2, 1° vermelde dienstnota vermeldt het volgende: 1° de functiebeschrijving;2° het gewenste profiel van de kandidaten;3° binnen welke termijn de ambtenaar zijn belangstelling voor de betrekking moet kenbaar maken. Zij wordt ter kennis gebracht aan alle ambtenaren. § 4. De ambtenaar die voor een tijdelijke duur ter beschikking wordt gesteld, begint zijn nieuwe opdracht uit te oefenen na afloop van een termijn die zijn overheid en de ontvangende organisatie in onderlinge overeenstemming vaststellen. De twee organisaties leggen de voorwaarden van de terbeschikkingstelling, met inbegrip van een eventuele proefperiode, vast in een overeenkomst.
Deze overeenkomst bevat verder de regeling waarop de ontvangende organisatie, de overheid van herkomst terugbetaalt indien van toepassing voor het door deze laatste aan de ambtenaar uitbetaalde brutowedde en andere financiële voordelen. § 5. De periode van de tijdelijke terbeschikkingstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. § 6. De arbeidsvoorwaarden van de ontvangende organisatie zijn van toepassing. § 7. De functionele chef in de overheid van herkomst evalueert de ambtenaar voor zijn vertrek naar de ontvangende organisatie in het kader van de tijdelijke terbeschikkingstelling.
Een nieuwe evaluatie periode begint te lopen bij aanvang van de tijdelijke terbeschikkingstelling in de ontvangende organisatie.
De evaluatieregels van de ontvangende organisatie zijn bij aanvang van toepassing.
Op het einde van de tijdelijke terbeschikkingstelling wordt de ambtenaar geëvalueerd door zijn functionele chef in de ontvangende organisatie.
Op het ogenblik dat de ambtenaar terugkeert naar de overheid van herkomst begint een nieuwe evaluatie periode te lopen. § 8. Dit artikel is niet van toepassing op mandaathouders.".
Art. 31.In Boek I, Titel VII, Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt een afdeling 4 ingevoegd, die artikel 226/1 bevat, luidend als volgt: "Afdeling 4. Het verlof wegens intraregionale mobiliteit
Art. 226/1.§ 1. De ambtenaar die in het kader van de intraregionale mobiliteit uit dienst treedt, bevindt zich in een verlof wegens intraregionale mobiliteit gedurende maximum zes maanden na indiensttreding bij de ontvangende instelling in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014031409 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Dit verlof bedraagt maximaal zes maanden.
Indien de ambtenaar binnen deze termijn niet terug in dienst treedt bij de instelling die hem het verlof voor intraregionale mobiliteit heeft toegekend, wordt de overplaatsing definitief. § 3. Dit verlof is niet bezoldigd en wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit bij terugkeer uit dit verlof.".
Art. 32.Artikel 450 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: "13° geen verlof krijgen voor intraregionale mobiliteit."
Art. 33.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 5 ingevoegd die als bijlage II is gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014031409 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 34.In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014031409 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de woorden "het ministerie" vervangen door de woorden "de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel".
Art. 35.In artikel 2, 1° van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden ", de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel" worden ingevoegd tussen de woorden "een ministerie" en de woorden ", de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Openbaar Ambt, »;b) in de Franse versie wordt het woord « le » ingevoegd voor de woorden « Service Public Régional Bruxelles Fonction Publique, ».
Art. 36.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;" vervangen door de woorden "van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;"; b) in de bepaling onder 3° worden de woorden "van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest." vervangen door de woorden "van Brupartners;"; c) in de bepaling onder 6° wordt het woord "van" ingevoegd voor de woorden "Brussel-Preventie & Veiligheid;" ; d) het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende: "7° van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GOMB).".
Art. 37.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° De woorden ", die een graadanciënniteit van ten minste twee jaar hebben" worden opgeheven; 2° Er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende: "indien de ambtenaar nog geen evaluatie heeft gekregen, vindt er een tussentijds voorafgaand gesprek plaats binnen de instelling van herkomst.".
Art. 38.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 aangevuld met een tweede lid, luidende: "In dit geval zijn de bepalingen betreffende de bevordering in het statuut van de ontvangende instelling eveneens van toepassing.".
Art. 39.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "en op de website van Brussel Openbaar Ambt" ingevoegd tussen de woorden "Belgisch Staatsblad" en de woorden "en wordt".
Art. 40.In artikel 10, § 2 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 41.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art. 42.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 13.§ 1. De intraregionale mobiliteit wordt definitief na afloop van een termijn van zes maanden na indiensttreding.
De ambtenaar vallende onder het toepassingsgebied van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel of het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevindt zich inmiddels in verlof voor intraregionale mobiliteit, overeenkomstig artikel 233/1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel of overeenkomstig artikel 226/1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Binnen de in de eerste paragraaf omschreven termijn kan de ambtenaar terugkeren naar de instelling van herkomst. Hij moet hiervoor binnen de vijf maanden na indiensttreding de HRM van de ontvangende instelling op de hoogte brengen van zijn ondubbelzinnig besluit om terug te keren naar de instelling van herkomst.
De terugkeer naar de instelling van herkomst vindt plaats dertig dagen nadat de ontvangende instelling op de hoogte werd gebracht. Deze termijn kan worden ingekort indien de instelling van herkomst, de ontvangende instelling en de betrokken ambtenaar hiermee akkoord zijn. § 3. Binnen de in de eerste paragraaf omschreven termijn kan de ontvangende instelling beslissen dat de ambtenaar moet terugkeren naar zijn instelling van herkomst. Deze beslissing moet worden genomen door de leidende ambtenaren van de ontvangende instelling en moet worden gemotiveerd.
De ambtenaar dient in kennis gesteld te worden van deze beslissing ten laatste vijf maanden na zijn indiensttreding bij de ontvangende instelling.
De terugkeer naar de instelling van herkomst vindt plaats dertig dagen nadat de ambtenaar op de hoogte werd gebracht. Deze termijn kan worden ingekort indien de instelling van herkomst, de ontvangende instelling en de betrokken ambtenaar hiermee akkoord zijn.".
Art. 43.In artikel 14, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij beslissing van de pensioencommissie van de Administratieve Gezondheidsdienst" opgeheven.
Art. 44.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin: "Artikel 13 is niet van toepassing op de externe mobiliteit.".
Art. 45.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "De ambtenaar behoudt in zijn nieuwe functie het recht op de dagen jaarlijks verlof naar rato van het saldo dat hij genoot in zijn instelling van herkomst op de datum van indiensttreding.". HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 46.De minister bevoegd voor het Openbaar ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 april 2023.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing, toerisme, de promotie van het imago van Brussel en biculuturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met financiën, begroting, openbaar ambt, de promotie van meertaligheid en van het imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met mobiliteit, openbare werken en verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met klimaattransitie, leefmilieu, energie en participatieve democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met werk en beroepsopleiding, digitalisering en de plaatselijke besturen, B. CLERFAYT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld