gepubliceerd op 26 oktober 2020
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun aan hotels en aparthotels in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19
26 OKTOBER 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun aan hotels en aparthotels in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen, de artikelen 28, 30 en 49;
Gelet op de gelijke kansentest, opgesteld op 17 juli 2020 overeenkomstig artikel 2, § 1, 1°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juli 2020;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 22 juli 2020;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 29 juli 2020;
Gelet op advies 67.906/1 van de Raad van State, gegeven op 16 september 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de goedkeuring van de Europese Commissie, gegeven op 9 oktober 2020;
Op voorstel van de Minister-President, bevoegd voor Toerisme, en de Minister van Economie, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;2° hotel: de inrichting bedoeld in artikel 3, 4°, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristisch logies;3° aparthotel: de inrichting bedoeld in artikel 3, 5°, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristisch logies;4° tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 betreffende de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, gewijzigd bij de mededelingen van 3 april 2020, 8 mei 2020 en 29 juni 2020;5° verordening (EU) nr.651/2014: de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 6° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
Art. 2.De minister verleent steun aan de hotels en aparthotels voor het inkomensverlies en de vaste uitbatingskosten, in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.
De gezondheidscrisis COVID-19 wordt erkend als een buitengewone gebeurtenis, als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.
De steun wordt verleend onder de voorwaarden bedoeld in punt 22 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.
In afwijking van artikel 5, 8°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering kan de minister de premies bedoeld in dit besluit toekennen waarvan de financiële weerslag meer dan 500.000 euro bedraagt. HOOFDSTUK 2. - Steunvoorwaarden
Art. 3.De begunstigde: 1° is een exploitant van minstens één hotel of aparthotel gevestigd in het Gewest;2° beschikt, in overeenstemming met de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristisch logies, op 7 juli 2020 over een actief registratienummer en geldige stedenbouwkundige en brandveiligheidsattesten voor de hotels en aparthotels waarvoor de steun wordt aangevraagd;3° voldoet aan zijn verplichtingen inzake bekendmaking van zijn jaarrekeningen bij de Nationale Bank van België;4° voldoet minstens aan twee van de drie volgende voorwaarden inzake financiële gezondheid: a) het eigen vermogen, opgenomen in de boekhoudkundige code 10/15 vermeerderd met de code 101, is groter dan de helft van het geplaatst kapitaal, code 100, plus de uitgiftepremies, code 11, tenzij de begunstigde zijn kapitaal toereikend heeft wedersamengesteld sinds het einde van het afgelopen boekjaar;b) de omzet, code 70, van 2019 is groter dan die van 2018;c) het resultaat van de winst van het boekjaar voor belasting, code 9903, is positief;5° heeft, op het moment van de steunaanvraag, geen sociale en fiscale schulden, tenzij zij het voorwerp uitmaken van een afbetalingsplan overeengekomen met de bevoegde autoriteiten dat wordt nageleefd;6° verkeerde niet in moeilijkheden op 31 december 2019, in de zin van artikel 2, punt 18, van de verordening (EU) nr.651/2014; 7° heeft, in de hoedanigheid van onderneming, tot dusver onder punt 22 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatsteun, inclusief de premie bedoeld in dit besluit, niet meer dan 800.000 euro ontvangen.
De voorwaarden inzake financiële gezondheid voorzien in het eerste lid, 4°, worden bepaald aan de hand van de meest recente jaarrekeningen die werden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Indien de neergelegde jaarrekeningen nog niet werden bekendgemaakt op het moment van de aanvraag, voegt de begunstigde een kopie van de jaarrekeningen en een bewijs van neerlegging bij de steunaanvraag.
Indien de begunstigde, overeenkomstig de toepasselijke regelgeving, slechts één of geen jaarrekening heeft bekendgemaakt, is de voorwaarde voorzien in het eerste lid, 4°, b), niet van toepassing.
Indien de begunstigde een micro- of kleine onderneming is, mag hij, in afwijking van het eerste lid, 6°, en onverminderd het eerste lid, 4°, in moeilijkheden verkeerd hebben op 31 december 2019, voor zover hij niet aan een collectieve insolventieprocedure is onderworpen en dat hij geen reddingssteun of herstructureringssteun, in de zin van punt 22, c.bis, van de tijdelijke kaderregeling inzake staatsteun, heeft ontvangen.
Art. 4.De begunstigde die tussen 23 maart 2020 en 31 december 2020 overgaat tot een collectief ontslag in de zin van Hoofdstuk VII van de wet van 13 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/1998 pub. 19/02/1998 numac 1998012088 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling sluiten houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling, is uitgesloten van de steun of desgevallend gehouden tot de terugbetaling ervan. HOOFDSTUK 3. - Vorm en omvang van de steun
Art. 5.De steun bestaat uit een premie van 1.100 euro per logieseenheid, met name een hotelkamer of elke ruimte van een toeristisch logies waar een of meer toeristen kunnen verblijven, van elk hotel of aparthotel gevestigd in het Gewest waarvan de begunstigde de exploitant is.
Het aantal logieseenheden wordt bepaald aan de hand van de basiscapaciteit aangegeven in het formulier voor voorafgaande aangifte, ingediend bij BEW in het kader van de registratie van het hotel of aparthotel.
Indien de basiscapaciteit van het hotel of aparthotel 18 of minder logieseenheden betreft, bestaat de steun uit een forfaitaire premie van 20.000 euro.
Art. 6.De steun bedraagt maximaal 200.000 euro per hotel of aparthotel en 800.000 euro per begunstigde. HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun
Art. 7.De begunstigde dient de steunaanvraag in bij BEW door middel van een formulier dat BEW ter beschikking stelt op zijn website. Het formulier bepaalt de bewijsstukken die de begunstigde bij zijn aanvraag voegt.
BEW ontvangt de steunaanvraag ten laatste op 13 november 2020.
De begunstigde vermeldt in zijn aanvraag alle steun die hij onder de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun heeft ontvangen.
BEW kan per e-mail alle documenten of informatie opvragen die het voor het onderzoek van de aanvraag noodzakelijk acht. De begunstigde verstrekt de aanvullende documenten en informatie binnen de tien dagen. Indien binnen deze termijn geen antwoord wordt ontvangen, wordt de aanvraag geweigerd.
Art. 8.De toekenningsbeslissing wordt ten laatste op 31 december 2020 aan de begunstigde betekend.
BEW deelt de begunstigde mee dat de steun overeenkomstig de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun wordt verleend.
Art. 9.De steun wordt in één enkele schijf vereffend op een bankrekeningnummer op naam van de begunstigde.
Art. 10.BEW maakt binnen de twaalf maanden na de toekenning ervan de nodige informatie over elke steun van meer dan 100.000 euro toegekend op grond van dit besluit bekend op de uitgebreide staatssteunwebsite of via het IT-instrument van de Europese Commissie.
De nodige informatie is die bedoeld in bijlage III bij de verordening (EU) nr. 651/2014.
BEW bewaart gedurende een periode van tien jaar na de toekenning van de steun alle informatie die nodig is om te kunnen nagaan of aan de vastgestelde voorwaarden is voldaan. BEW verstrekt deze informatie aan de Europese Commissie indien zij daarom verzoekt.
Art. 11.§ 1. Het beheer en de controle van de aanvragen kan, om de in de aanvraag opgegeven gegevens te controleren of aan te vullen, de verwerking van de volgende categorieën van persoonsgegevens betreffen: 1° de identificatie- en contactgegevens van de personen die namens de begunstigden de aanvraag indienen;2° de identificatie-, adres- en contactgegevens van de zelfstandige ondernemingen natuurlijk persoon die de premie aanvragen;3° de gegevens betreffende strafrechtelijke en administratieve sancties en feiten van de begunstigden bedoeld in artikel 4, 1°. § 2. BEW is de verwerkingsverantwoordelijke voor de persoonsgegevens bedoeld in § 1.BEW kan de persoonsgegevens, en andere gegevens, bekomen van de aanvrager of van een andere overheidsinstantie. § 3. Onverminderd artikel 10 bedraagt de maximale bewaringstermijn voor persoonsgegevens die op grond van deze bepaling worden verwerkt, drie jaar, behalve voor persoonsgegevens die eventueel nodig zouden zijn voor de behandeling van geschillen met de steunaanvrager, gedurende de tijd die nodig is om dergelijke geschillen te behandelen HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen.
Art. 12.Treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad: 1° dit besluit;2° artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.
Art. 13.De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 oktober 2020.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Toerisme, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie, A. MARON