Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 04 juli 2019
gepubliceerd op 12 juli 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de procedure volgend op de schorsing van een stedenbouwkundige vergunning, een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundig attest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019041348
pub.
12/07/2019
prom.
04/07/2019
ELI
eli/besluit/2019/07/04/2019041348/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 JULI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de procedure volgend op de schorsing van een stedenbouwkundige vergunning, een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundig attest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, meer bepaald op artikel 6, § 1, punt I, 1° en op artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, met name artikel 8;

Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), gewijzigd door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, en op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen (hierna 'ordonnantie van 30 november 2017'), in het bijzonder de artikelen 161 en 201;

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 maart 1993 tot vaststelling van de procedure volgend op de schorsing van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen of stedenbouwkundige attesten;

Gelet op het evaluatieverslag over de gelijkheid van kansen, de 'gelijkekansentest' genaamd, die vereist wordt door artikel 2, § 1 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, en door artikel 1, § 1 van het besluit van 22 november 2018 tot uitvoering van deze ordonnantie, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis genomen heeft op 4 juli 2019 ;

Overwegende dat het huidige besluit geen noemenswaardige impact heeft op de ontwikkeling van het Gewest in de zin van artikel 7 van het BWRO, zodat zijn ontwerp niet ter advies voorgelegd werd aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie; dat het huidige besluit zich immers beperkt tot de verduidelijking van bepaalde proceduremodaliteiten die van toepassing zijn in het kader van het onderzoek van de aanvragen tot vergunningen en tot attesten;

Gelet op het advies nr. 66.109/4 van de Raad van State, uitgebracht op 3 juni 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Territoriale Ontwikkeling, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wanneer een stedenbouwkundige vergunning, een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundig attest geschorst wordt met toepassing van artikel 161 of 201 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke ordening, kan de begunstigde van de geschorste beslissing of het college van burgemeester en schepenen die deze goedgekeurd heeft, binnen de vijftien dagen volgend op de betekening van de schorsing, vragen om door het Stedenbouwkundig College gehoord te worden.

De aanvraag tot hoorzitting wordt via digitale weg of via de post aan het Stedenbouwkundig College gericht.

Art. 2.Zodra het Stedenbouwkundig College een aanvraag tot hoorzitting ontvangt, roept het de personen samen, bedoeld in artikel 1, uiterlijk acht dagen voor de datum van de hoorzitting.

De oproep wordt via de digitale weg gericht aan de gemeente en de gemachtigde ambtenaar, en kan via dezelfde weg naar de begunstigde van de geschorste beslissing gestuurd worden in een van volgens situaties: 1° als hij via de digitale weg gevraagd heeft om gehoord te worden;2° mits zijn voorafgaande uitdrukkelijke toestemming om digitale communicatie uit te wisselen die juridische gevolgen voor hem heeft. De afwezigheid van een behoorlijk opgeroepen partij doet geen afbreuk aan de geldigheid van het advies van het Stedenbouwkundig College.

Art. 3.Het Stedenbouwkundig College stuurt zijn advies via de digitale weg naar de Regering binnen de veertig dagen, te rekenen vanaf de betekening van de schorsingsbeslissing.

Deze termijn wordt op vijftig dagen gebracht als een hoorzitting gevraagd werd.

Art. 4.Als het college van burgemeester en schepenen de geschorste beslissing intrekt, verwittigt hij onmiddellijk: 1° de gemachtigde ambtenaar en het Stedenbouwkundig College via de digitale weg;2° de begunstigde van de ingetrokken beslissing, via aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of, in de veronderstelling bedoeld in artikel 2, 2e lid, 2°, via de digitale weg.

Art. 5.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 maart 1993 tot vaststelling van de procedure volgend op de schorsing van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen of stedenbouwkundige attesten, wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking dezelfde dag als de bepalingen tot wijziging van titel IV van het BWRO zoals opgenomen in de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen.

Procedures met betrekking tot aanvraagdossiers van een vergunning of attest die vóór de inwerkingtreding van dit besluit werden ingediend blijven onderworpen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 maart 1993 tot vaststelling van de procedure volgend op de schorsing van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen of stedenbouwkundige attesten.

Art. 7.De minister bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juli 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid.

R. VERVOORT

^