Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019
gepubliceerd op 07 mei 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de verzending van documenten tussen overheden vereist voor de behandeling van vergunnings- en attestaanvragen geregeld door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019041126
pub.
07/05/2019
prom.
25/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/25/2019041126/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de verzending van documenten tussen overheden vereist voor de behandeling van vergunnings- en attestaanvragen geregeld door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 8;

Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), gewijzigd door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen (hierna de ordonnantie van 30 november 2017 genoemd), inzonderheid artikelen 12/2, 124 à 126, 161, 176, 176/1, 177, 177/3, 178/2, 188/2, 188/9, 197/3 à 197/6, 200 en 201;

Gelet op de volgende besluiten : -het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 30 juli 1992 betreffende de behandeling door de gemachtigde ambtenaar van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en stedenbouwkundig attest aangevraagd door een publiekrechtelijke rechtspersoon of betreffende werken van openbaar nut; - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot bepaling van de vorm der beslissingen genomen door de gemachtigde ambtenaar inzake verkavelingsvergunningen aangevraagd door een publiekrechtelijke rechtspersoon; en - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling.

Gelet op het evaluatieverslag betreffende de gelijke kansen, `gelijkekansentest' genoemd, zoals vereist door artikel 2, § 1, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest en door artikel 1, § 1, van het besluit van 22 november 2018 tot uitvoering van deze ordonnantie, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis heeft genomen op 25 april 2019;

Overwegende dat, daar dit besluit geen aanzienlijke impact heeft op de ontwikkeling van het gewest in de betekenis van artikel 7 van het BWRO, het ontwerpbesluit niet voor advies werd voorgelegd aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie; dat dit besluit zich beperkt tot het bepalen van bepaalde communicatiemodaliteiten tussen administraties in het kader van de behandeling van vergunnings- en attestaanvragen;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 7 maart 2019 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het ontbreken van communicatie van het advies binnen die termijn;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor territoriale ontwikkeling, en in het bijzonder voor ruimtelijke ordening, en voor monumenten en landschappen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° aanvrager : de persoon die een dossier indient voor de aanvraag van een vergunning of attest in het kader van een procedure ingericht bij Titel IV van het BWRO;2° vergunning : stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen;3° attesten : stedenbouwkundige attesten en stedenbouwkundige attesten met het oog op verkaveling;4° BWRO : het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;5° ontvangstbewijs : het ontvangstbewijs voor het volledige dossier bedoeld in artikel 125, lid 3, 176, lid 3, of 197/2, lid 3, van het BWRO;6° openbaar onderzoek : de publieksraadpleging bedoeld in artikel 6 en 188/8 van het BWRO;7° overlegcommissie : raadgevende commissie bedoeld in artikel 9 van het BWRO;8° besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van stedenbouwkundige vergunning : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2013 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning;9° besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van verkavelingsvergunning : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvragen tot verkavelingsvergunning en tot stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;10° besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van stedenbouwkundig attest : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundig attest.

Art. 2.§ 1. De overheid die het ontvangstbewijs naar de aanvrager verzendt, verstrekt gelijktijdig hetzij aan de gemachtigde ambtenaar, hetzij aan de betrokken gemeente(s), de volgende documenten : 1° een kopie van het ontvangstbewijs;2° drie exemplaren van het dossier wanneer de gemachtigde ambtenaar dit aan de gemeente verstrekt en wanneer de aanvraag moet worden onderworpen aan hetzij een openbaar onderzoek, hetzij een advies van de overlegcommissie;3° een exemplaar in de overige gevallen. § 2. Indien de aanvrager een elektronische versie van zijn dossier ingediend heeft, stuurt de overheid bedoeld in § 1 eveneens een elektronische kopie hiervan naar het vooraf door de instanties meegedeelde mailadres. § 3. Bij een wijziging van het dossier terwijl het onderzoek lopende is, wordt dit artikel opnieuw toegepast voor de bij deze wijziging aan het dossier toegevoegde documenten.

Art. 3.§ 1. Indien de aanvraag de raadpleging vereist van administraties of instanties, verstuurt de overheid bedoeld in artikel 2 gelijktijdig met de verzending van het ontvangstbewijs een exemplaar van de documenten zoals, naargelang het geval, bedoeld in : - artikel 9 van het besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van stedenbouwkundige vergunning; - artikel 20 van het besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van verkavelingsvergunning; - artikel 4, eerste lid van het besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van stedenbouwkundig attest; § 2. Indien de aanvrager een elektronische versie van zijn dossier ingediend heeft, stuurt de overheid bedoeld in artikel 2 eveneens een elektronische kopie van de documenten bedoeld in § 1, naar het vooraf door de besturen of instanties meegedeelde mailadres . § 3. De geraadpleegde administraties en instanties versturen hun advies elektronisch naar de gemeente en de gemachtigde ambtenaar, op het mailadres dat hen vooraf meegedeeld werd. Bij het ontbreken ervan wordt het advies via aangetekende zending betekend.

Art. 4.§ 1. Indien de aanvraag het advies vereist van de overlegcommissie, verstuurt de overheid bedoeld in artikel 2, naar de organen waaruit de overlegcommissie bestaat en die niet bedoeld zijn in artikel 2, gelijktijdig met de verzending van het ontvangstbewijs, een exemplaar van de documenten zoals, naargelang het geval, bedoeld in : - artikel 8 van het besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van stedenbouwkundige vergunning; - artikel 19 van het besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van verkavelingsvergunning; - artikel 4, lid 3 van het besluit tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van stedenbouwkundig attest; § 2. Indien de aanvrager een elektronische versie van zijn dossier ingediend heeft, stuurt de overheid bedoeld in artikel 2 eveneens een elektronische kopie van de documenten bedoeld in § 1 naar het vooraf door de organen meegedeelde mailadres.

Art. 5.Indien de aanvraag onderworpen is aan een openbaar onderzoek en aan het advies van de overlegcommissie, verstuurt de gemeente of, in het geval bedoeld in artikel 197/5 van het BWRO, de gemachtigde ambtenaar naar elk van de organen waaruit de overlegcommissie is samengesteld, via elektronische weg, naar het vooraf door de instanties meegedeelde mailadres, bovenop de documenten bedoeld in artikel 4 : 1° voorafgaand aan de vergadering van de overlegcommissie : a) een kopie van de aankondiging van onderzoek;b) het attest van aanplakking van deze aankondiging;c) de opmerkingen en klachten geformuleerd in de loop van het openbaar onderzoek;d) het proces-verbaal van afsluiting van het openbaar onderzoek.2° na de vergadering van de overlegcommissie, een kopie van het verstrekte advies van deze commissie, alsook van de notulen van de vergaderingen indien deze zijn opgesteld.

Art. 6.Indien de publiekrechtelijke instellingen en de betrokken partijen deelnemen aan een gewestelijk informaticaplatform, wordt het elektronisch delen van documenten en de uitwisseling van informatie via dit platform geacht te beantwoorden aan de in dit artikel beschreven vereisen.

Art. 7.Worden opgeheven : 1° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 30 juli 1992 betreffende de behandeling door de gemachtigde ambtenaar van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en stedenbouwkundig attest aangevraagd door een publiekrechtelijke rechtspersoon of betreffende werken van openbaar nut.2° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot bepaling van de vorm der beslissingen genomen door de gemachtigde ambtenaar inzake verkavelingsvergunningen aangevraagd door een publiekrechtelijke rechtspersoon en het besluit;3° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als de bepalingen tot wijziging van titel III van het BWRO zoals opgenomen in de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen. Ze zijn slechts van toepassing op aanvragen die op deze datum al in behandeling zijn indien de onderzoeksfase nog moet worden uitgevoerd.

Art. 9.De Minister bevoegd voor ruimtelijke ordening wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 april 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT

^