Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 maart 2019
gepubliceerd op 29 april 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoerende maatregelen betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019040922
pub.
29/04/2019
prom.
28/03/2019
ELI
eli/besluit/2019/03/28/2019040922/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 MAART 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoerende maatregelen betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 8;

Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 4;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, artikel 6, § 1;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 16, lid 2, ingevoegd door de ordonnantie van 23 juli 2018;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 mei 1993 houdende bepaling van het bestek waaraan de Haven van Brussel is onderworpen;

Gelet op de gendertest van de respectieve situatie van vrouwen en mannen, zoals bepaald in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen, uitgevoerd op 4 oktober 2018;

Gelet op de evaluatie uitgeoefend met het oog op het beginsel van handistreaming, als bedoeld in artikel 4, § 3, van de ordonnantie van 8 december 2016 betreffende de integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die niet heeft geleid tot de vaststelling van een weerslag op personen met een handicap;

Gelet op het advies 2018-12-12/01 van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 12 december 2018;

Gelet op het advies A-2018-094-CES van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 december 2018;

Gelet op het advies 0181219-276 van BRUGEL, gegeven op 19 december 2018;

Gelet op het advies 2018-1-30/21 Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 4 december 2018;

Gelet op het ontbreken van advies van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie, meegedeeld op 12 december 2018;

Gelet op het advies 65.284/1 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

Op voordracht van de Minister van leefmilieu en energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het huidige besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

Art. 2.Voor de toepassing van het huidige besluit wordt verstaan onder: 1° oplaadpunt voor normaal vermogen: een oplaadpunt met een vermogen van hoogstens 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig, met uitzondering van voorzieningen met een vermogen van hoogstens 3,7 kW, die in particuliere huishoudens zijn geïnstalleerd of waarvan de voornaamste doelstelling er niet in bestaat elektrische voertuigen op te laden, en die niet publiek toegankelijk zijn;2° oplaadpunt voor hoog vermogen: een oplaadpunt met een vermogen van meer dan 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig;3° exploitant: alle publieke en private rechtspersonen of alle natuurlijke personen, die een elektrische oplaaddienst aanbieden op een publiek toegankelijk oplaadpunt;4° inrichtingsklassen: de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Art. 3.§ 1. Een publiek toegankelijk oplaadpunt kan een oplaadpunt voor normaal vermogen zijn of een oplaadpunt voor hoog vermogen. § 2. Alle oplaadpunten voor normaal vermogen met wisselstroom (AC), met uitzondering van draadloze of inductieve apparaten, die met ingang van 18 november 2017 in gebruik worden genomen of worden vernieuwd, zijn vanwege de interoperabiliteit ten minste uitgerust met contactdozen of voertuigconnectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2. Deze contactdozen kunnen uitgerust zijn met onderdelen zoals mechanische kleppen, waarbij de type 2 compatibiliteit gewaarborgd blijft. § 3. Alle oplaadpunten voor hoog vermogen met uitzondering van draadloze of inductieve apparaten, die met ingang van 18 november 2017 in gebruik worden genomen of worden vernieuwd, voldoen ten minste aan de volgende technische specificaties: 1° oplaadpunten voor hoog vermogen met wisselstroom (AC) voor elektrische voertuigen zijn vanwege de interoperabiliteit ten minste uitgerust met connectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2;2° oplaadpunten voor hoog vermogen met gelijkstroom (DC) voor elektrische voertuigen zijn vanwege de interoperabiliteit ten minste uitgerust met connectoren van het gecombineerde AC/DC laadsysteem van het type « Combo 2 », zoals nader omschreven in norm EN62196-3. § 4. Vanwege de interoperabiliteit is een publiek toegankelijk oplaadpunt beheerd door een exploitant die over de volgende mogelijkheden beschikt: 1° de exploitant kan vrijelijk elektriciteit aankopen bij elke leverancier, onder voorbehoud van diens akkoord;2° de exploitant kan aan de cliënten oplaaddiensten van elektrische voertuigen aanbieden op contractuele basis, met inbegrip van diensten in naam en voor rekening van aanbieders van andere diensten.

Art. 4.Onverminderd andere voorwaarden opgelegd door de milieuvergunning, zijn de volgende uitbatingsvoorwaarden van toepassing op de waterstoftankpunten voor motorvoertuigen, als bedoeld in rubriek 70 van de inrichtingsklassen: 1° alle waterstoftankpunten in de open lucht waar gasvormige waterstof kan worden getankt voor gebruik in motorvoertuigen, voldoen aan de technische voorschriften van de ISO/TS 20100 -specificatie voor de brandstofvoorziening met gasvormige waterstof;2° de zuiverheid van de waterstof die bij waterstoftankpunten kan worden getankt voldoet aan de technische specificaties van de ISO 14687-2;3° waterstoftankpunten maken gebruik van algoritmen en apparatuur die voldoen aan de ISO/TS 20100-specificatie voor de brandstofvoorziening met gasvormige waterstof;4° connectoren voor motorvoertuigen voor het tanken van gasvormige waterstof voldoen aan de EN ISO 17268 -norm voor connectieapparatuur voor de brandstofvoorziening van motorvoertuigen op gasvormige waterstof.

Art. 5.Artikel 17.1 van de bijlage van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 mei 1993 houdende bepaling van het bestek waaraan de Haven van Brussel is onderworpen, wordt aangevuld, in fine, met de volgende alinea: « Is inbegrepen in de uitrustingen voor de distributie van elektriciteit, walstroomvoorzieningen voor zeeschepen, inclusief het ontwerp, de installatie en het testen van de systemen, die voldoen aan de technische specificaties van de IEC/ISO/IEEE 80005-1-norm. Men verstaat onder "walstroomvoorzieningen" de voorziening van elektrische stroom aan de wal voor zeeschepen of binnenschepen die aan de kade liggen, door middel van een gestandaardiseerde aansluiting. »

Art. 6.De minister die bevoegd is voor energie en leefmilieu en de Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 maart 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT

^