gepubliceerd op 20 mei 2019
Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wijziging van het Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen met het oog op de vaststelling van de modellen van aangifteformulier voor de belastingen bedoeld in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende de afvalstoffen en tot aanstelling van de ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning en invordering van deze belastingen
25 APRIL 2019. - Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wijziging van het Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen met het oog op de vaststelling van de modellen van aangifteformulier voor de belastingen bedoeld in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende de afvalstoffen en tot aanstelling van de ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning en invordering van deze belastingen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen, de artikelen 40, tweede lid, 41, § 1, derde lid, en § 5, tweede lid, en 44, § 2; eerste en derde lid;
Gelet op de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de artikelen 7, 10, tweede lid, 15, § 1, tweede lid, 23, eerste lid, en 23/1, § 1, eerste lid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 december 2017;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad, gegeven op 19 april 2018;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 18 april 2018 Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 20 maart 2019;
Gelet op de krachtens artikel 3 van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerde gendertest;
Gelet op de krachtens artikel 4, § 3 van de ordonnantie van 8 december 2016 betreffende de integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerde handistreamingtest;
Gelet op advies van de Raad van State 63.570/1, gegeven op 25 juni 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie.
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In titel III, hoofdstuk 8, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 01/12/2016 pub. 13/01/2017 numac 2016031801 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen sluiten betreffende het beheer van afvalstoffen wordt een afdeling 2 ingevoegd, luidende: "Afdeling 2. Belasting op het verbranden van afvalstoffen Onderafdeling 1. Definities Artikel 3.8.2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder: 1° ordonnantie van 21 december 2012: de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° Agentschap: Gewestelijk Agentschap voor Netheid, opgericht door de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;3° ontvanger: de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken;4° afvalstoffen uit de gezondheidszorg: afval afkomstig van activiteiten inzake gezondheidszorg in de zin van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 maart 1994 betreffende het beheer van afvalstoffen afkomstig van activiteiten in de gezondheidszorg. Art. 3.8.3. De ambtenaren die worden bedoeld in artikel 44, § 1, 3de lid van de ordonnantie afvalstoffen, in de artikelen 7 en 9 van de ordonnantie van 21 december 2012, die respectievelijk belast zijn met het bezorgen, de ontvangst en het nazicht van de aangifte en in voorkomend geval met het overgaan tot ambtshalve heffing in het kader van de belasting bedoeld in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie afvalstoffen, zijn de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel. § 2. De gegevens van de contactpersoon van de betrokken ondernemingen die door de in § 1 betreffende ambtenaren verwerkt moeten worden: 1° naam en voornaam;2° de taal;3° het telefoonnummer;4° de faxnummer, wanneer bestaande;5° het mailadres, wanneer bestaande;6° het adres van de onderneming;7° de functie. Deze gegevens worden gedurende 5 jaar bewaard vanaf ontvangst door de in § 1 betreffende ambtenaren.
Art. 3.8.4. § 1. Het model van aangifteformulier bedoeld in artikel 40, 2de lid van de ordonnantie afvalstoffen wordt vastgesteld: 1° in bijlage 13 van dit besluit voor wat betreft de afvalstoffen verbrand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° in bijlage 14 van dit besluit voor wat betreft de afvalstoffen verbrand buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Het model van aangifteformulier bedoeld in artikel 41, § 1, 3de lid van de ordonnantie afvalstoffen wordt vastgesteld in bijlage 17 van dit besluit.
Het formulier wordt ingevuld rekening houdende met de inhoud van de bijlagen 15 en 16. § 3. Het aangifteformulier bedoeld in artikel 41 van de ordonnantie afvalstoffen dat aan de belastingplichtige verzonden wordt, geeft de gegevens voor de vakjes C, D en E weer, voor zover Leefmilieu Brussel over volledige gegevens beschikt. In bijlage van het aangifteformulier voegt Leefmilieu Brussel de informatie per subcategorie (C1, C2, ..., D1, D2, ... en E1, E2 ...) die toeliet om de berekeningen van de globale tonnages C, D en E te bekomen. Leefmilieu Brussel duidt de gegevens aan waarover het bij de verzending van de aangifte niet beschikt.
Indien het detail van de informatie in subcategorieën kan uitmonden in het onthullen van vertrouwelijke informatie die een legitiem economisch belang beschermt, dan wordt Leefmilieu Brussel ontslaan van het gedetailleerd weergeven van de hoeveelheden per subcategorieën. § 4. Indien een afvalstroom die in de referenties C1, C2, ..., D1, D2, ... en E1, E2.... opgenomen is, uit afzonderlijk ingezamelde onderstromen samengesteld is, duidt Leefmilieu Brussel de opgenomen onderstromen aan zonder echter het gewicht ervan te vermelden. § 5. Voor de tonnage die in F opgenomen is, wordt het jaar waarmee de gegevens overeenkomen, aangeduid.
Art. 3.8.5 § 1. De ingevulde en ondertekende aangiften moeten door de belastingplichtige naar Leefmilieu Brussel worden gestuurd binnen de vijfenveertig dagen nadat ze hem werden ter beschikking gesteld wat de belastingen betreft die worden bedoeld in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie afvalstoffen.
Leefmilieu Brussel bevestigt de ontvangst van de aangifte binnen de tien dagen na de ontvangst ervan. § 2. De belastingplichtigen die op 1 juli van het jaar volgend op het belastingjaar nog geen aangifteformulier hebben ontvangen, dienen er zelf een aan te vragen voor 1 augustus van het jaar volgend op het belastingjaar.
Indien de belastingplichtige deze verplichting niet naleeft, kan worden overgegaan tot een ambtshalve heffing volgens de procedure zoals omschreven in artikel 9 van de ordonnantie van 21 december 2012. § 3. De minister kan tegen de voorwaarden die hij vaststelt toestaan dat de aangiften en de documenten of inlichtingen waarvan het overleggen door het model wordt vereist, geheel of gedeeltelijk elektronisch worden ingediend.
Art. 3.8.6. De ambtenaren bedoeld in artikel 3.8.3 berekenen het bedrag van de belasting en sturen aan de ambtenaar bedoeld in artikel 3.8.7 voor elke aangifte of ambtshalve gevestigde belasting de informatie bedoeld in artikel 10, § 2 van de ordonnantie van 21 december 2012, uiterlijk op 15 september van het jaar dat volgt op het belastingjaar of, in geval van ambtshalve heffing, uiterlijk op 15 september van het derde jaar dat volgt op het belastingjaar waarvoor de belasting verschuldigd is.
Onderafdeling 2. Kohieren Art. 3.8.7. § 1. De kohieren bedoeld in artikel 10 van de ordonnantie van 21 december 2012 worden, bij toepassing van artikel 44 van de ordonnantie afvalstoffen in het kader van de belastingen voorzien in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie afvalstoffen, vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door de directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit. § 2. Indien de functie van directeur van de Directie Inkohiering niet is ingevuld worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de hoogste dienstanciënniteit binnen die Directie.
Bij afwezigheid van de directeur van de Directie Inkohiering worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de hoogste dienstanciënniteit binnen die Directie.
Onderafdeling 3. Inning en invordering Art. 3.8.8. De belasting moet aan de ontvanger worden betaald door storting of overschrijving op de lopende rekening van de ontvanger.
De belasting waarvan de betaling, met toepassing van artikel 16 van de ordonnantie van 21 december 2012, wordt vervolgd door een gerechtsdeurwaarder, kan worden betaald in handen van deze gerechtsdeurwaarder.
Art. 3.8.9. De betaling van de belasting heeft uitwerking op de datum van het rekeninguittreksel van de ontvanger waarin de betaling werd gecrediteerd.
Art. 3.8.10. § 1. De ontvanger is, in toepassing van artikel 44 van de ordonnantie van 14 juni 2012 in het kader van de belastingen voorzien in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie afvalstoffen, belast met de invordering van de gewestbelasting bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie van 21 december 2012. Hij is bevoegd om het dwangbevel waarin het bovenvermelde artikel voorziet uit te vaardigen, te viseren en uitvoerbaar te verklaren, overeenkomstig artikel 15, § 1, van de ordonnantie van 21 december 2012. § 2. Bij afwezigheid van de ontvanger worden de bevoegdheden die in de vorige paragraaf worden bedoeld uitgeoefend door de plaatsvervangende rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Onderafdeling 4. Oplossing van moeilijkheden Art. 3.8.11. § 1. De directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit is, in toepassing van artikel 44 van de ordonnantie afvalstoffen in het kader van de belastingen voorzien in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie afvalstoffen, bevoegd voor het oplossen van de moeilijkheden die kunnen rijzen met betrekking tot de inning van de belastingen, zoals bepaald door artikel 23 van de ordonnantie van 21 december 2012. § 2. Indien de functie van directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit niet is ingevuld worden de bevoegdheden die aan deze ambtenaar worden verleend, uitgeoefend door de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Bij afwezigheid van de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit worden de bevoegdheden die aan deze ambtenaar worden verleend, uitgeoefend door de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 3.8.12. § 1. De schriftelijke bezwaren, zoals bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie van 21 december 2012 moeten worden ingediend bij de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit, in toepassing van artikel 44 van de ordonnantie afvalstoffen in het kader van de belastingen voorzien in de artikelen 40 en 41 van de ordonnantie afvalstoffen. § 2. Indien de functie van directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit niet is ingevuld, worden de bevoegdheden die aan deze ambtenaar worden verleend, uitgeoefend door de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Bij afwezigheid van de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit worden de bevoegdheden die aan deze ambtenaar worden verleend, uitgeoefend door de adjunct-directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit."
Art. 2.In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 01/12/2016 pub. 13/01/2017 numac 2016031801 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen sluiten betreffende het beheer van afvalstoffen wordt: 1° een bijlage 13 ingevoegd die als bijlage I is gevoegd bij dit besluit;2° een bijlage 14 ingevoegd die als bijlage II is gevoegd bij dit besluit;3° een bijlage 15 ingevoegd die als bijlage III is gevoegd bij dit besluit;4° een bijlage 16 ingevoegd die als bijlage IV is gevoegd bij dit besluit;5° een bijlage 17 ingevoegd die als bijlage V is gevoegd bij dit besluit.
Art. 3.§ 1. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van de 13 mei 2004 betreffende de betoelaging van de gemeenten voor de aanleg en de exploitatie van containerparken wordt opgeheven bij het van kracht worden van huidig besluit. § 2. De regels vervat in artikel 1 van dit besluit zijn van toepassing op de belasting voorzien in artikel 40 van de ordonnantie afvalstoffen vanaf het belastingjaar 2017.
Het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 september 2014 tot vaststelling van het model van aangifteformulieren voor de belasting op het verbranden van afvalstoffen en houdende de aanstelling van de ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning en invordering van deze belasting, is niet langer van toepassing voor de in artikel 40 van dezelfde ordonnantie vervatte belasting vanaf het belastingjaar 2018. § 3. De regels vervat in artikel 1 van dit besluit zijn van toepassing op de belasting voorzien in artikel 41 van de ordonnantie afvalstoffen vanaf het belastingjaar 2018.
Art. 4.De minister bevoegd voor Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie en de minister bevoegd voor Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 april 2019.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, R. VERVOORT De Minister van Leefmilieu, C. FREMAULT De Minister van Begroting, G. VANHENGEL
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .