gepubliceerd op 16 april 2019
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen
4 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende de oprichting van een Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 7, derde lid, ingevoegd door de ordonnantie van 12 maart 1998.
Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de artikelen 10, eerste lid, 6°, 13, § 1, en 62, § 3, lid 2;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 20/05/1999 pub. 18/08/1999 numac 1999031285 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen sluiten tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 19 april 2017;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 april 2017;
Gelet op de neutraliteit van deze regelgeving voor de respectieve toestand van vrouwen en mannen die blijkt uit de beoordeling van de impact ervan, verwezenlijkt op 4 januari 2017 conform artikel 3 van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op advies nr. 61.579/2 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2017, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de minister van Leefmilieu, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder: 1° DBDMH : de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp;2° de ordonnantie: de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;3° bevoegde overheid: de overheid zoals bepaald door art.3, 11°, van de ordonnantie; 4° aanvrager: de persoon zoals bepaald door art.3, 8°, van de ordonnantie; 5° uitbater: de persoon zoals bepaald door art.3, 9°, van de ordonnantie.
Art. 2.§ 1. Het advies van de DBDMH is vereist tijdens het onderzoek van de aanvragen om een milieu-attest of een milieuvergunning of in het kader van het onderzoek van voorafgaande aangiften betreffende : 1° de inrichtingen opgenomen in bijlage I bij dit besluit;2° de inrichtingen van klasse 1A. § 2. Het adviesverzoek wordt ingediend door middel van het formulier waarvan de inhoud door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2019 tot bepaling van het formulier bij te voegen aan de aanvragen voor stedenbouwkundige en/of milieuattesten en -vergunningen en de aanvragen voor verkavelingenvergunningen met de informatie die nodig is opdat de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp zijn advies kan uitbrengen. Dit formulier, ingevuld en ondertekend door de aanvrager, zal bij iedere aanvraag voor een attest, milieuvergunning of verlenging van de milieuvergunning gevoegd worden die ingedeelde inrichtingen omvatten die aan het advies van de DBDMH onderworpen zijn. § 3. De kosten betreffende de behandeling van het adviesverzoek zijn ten laste van de aanvrager.
Art. 3.Buiten de gevallen zoals bedoeld in artikel 2, § 1, kan de bevoegde overheid bij de DBDMH een met redenen omklede aanvraag indienen opdat deze laatste een advies zou uitbrengen wanneer zij dit nodig acht gezien de eigenschappen van de betrokken inrichting(en), zoals het brand- of ontploffingsgevaar.
In dit laatste geval zijn de kosten voor de behandeling van de adviesaanvraag ten laste van de bevoegde overheid.
Art. 4.Het advies heeft betrekking op alle veiligheidsmaatregelen die iedere uitbater dient te nemen om : 1° mensen en goederen tegen brandgevaar te beschermen;2° het ontstaan van brand te vermijden, elke beginnende brand op te sporen en de uitbreiding ervan te verhinderen;3° de hulpdiensten te verwittigen en zowel de redding van personen als de bescherming van goederen in geval van brand te vergemakkelijken. In het advies wordt rekening gehouden met de omgeving waarin de inrichting zich bevindt.
Art. 5.Het advies wordt opgenomen in een typeverslag waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is vastgelegd.
De informatie in dit typeverslag moet aangepast zijn aan de aanvrager, samenhangend en objectief zijn.
Art. 6.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 20/05/1999 pub. 18/08/1999 numac 1999031285 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen sluiten tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen wordt opgeheven.
Art. 7.Onderhavig besluit treedt in werking op 1 september 2019, met uitzondering van artikel 2, § 1, dat in werking treedt op 20 april 2019.
In afwijking van lid 1, treedt de opheffing van artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 20/05/1999 pub. 18/08/1999 numac 1999031285 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen sluiten tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen in werking op 20 april 2019.
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de aanvragen voor een milieu-attest of milieuvergunning waarvan de datum van het indieningsbewijs dat aan de aanvrager werd bezorgd, na hun inwerkingtreding valt.
Art. 8.De minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 april 2019.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT De Minister van Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN
Bijlage I. - Inrichtingen onderworpen aan het advies van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp
Rub. Nr
Benamingen
Kl.
13 B
Werkplaatsen voor het plaatsen van mechanische, elektrische of elektronische hulpstukken (open daken, alarmsystemen, airconditioning, hifi,...) op motorvoertuigen;
Werkplaatsen voor het onderhoud (olieverversing, afstellen van de motor, afstellen van de stuurgeometrie, vervangen van banden, schokdempers, beglazing...), voor het testen en het herstellen van motorvoertuigen (met uitzondering van lakwerk); met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
17 A
Opslagplaatsen voor bitumen, pek, teer, asfalt met een totale capaciteit op de site van 5 tot en met 50 ton
2
17 B
Opslagplaatsen voor bitumen, pek, teer, asfalt met een totale capaciteit op de site van meer dan 50 ton
1 B
18 B
Werkplaatsen voor houtbewerking en voor de fabricage van artikelen uit hout of gerestaureerd hout, met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
19 A
Opslagplaatsen voor artikelen in hout, gezaagd hout of stukken hout (behalve de meubelzaken) met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte van meer dan 100 m2 tot en met 2.000 m2
2
19 B
Opslagplaatsen voor artikelen in hout, gezaagd hout of stukken hout (behalve de meubelzaken) met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte van meer dan 2.000 m2
1 B
21 B
Werkplaatsen voor de bereiding en de conditionering van dranken, bierbrouwerijen, mouterijen, stokerijen en werkplaatsen waar bijbehorende activiteiten plaatsvinden met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
23 B
Werkplaatsen voor brood-, banket- en koekjesbakkerijen, met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
25 B
Wasserijen, wassalons met het totaal elektrisch vermogen van meer dan 100 kW
1 B
31
Productie van cement en kalk (kalk-, cementovens). Productie van magnesiumoxide in ovens
1 B
32
Overdekte omlopen, overdekte race- of trainingsbanen voor voertuigen met ontploffingsmotoren met inbegrip van kartings, met uitsluiting van omlopen die in hun geheel op verkeerswegen liggen
1 B
34 A
Cokesfabrieken, industriële inrichtingen voor het chemisch omzetten van vaste, niet in rubriek 39 bedoelde brandstoffen, tot en met 500 ton/dag
1 B
37 A
Inrichtingen voor de verwerking en mechanische omzetting van vaste brandstoffen, met een drijfkracht: tussen 2 tot en met 20 kW
2
37 B
Inrichtingen voor de verwerking en mechanische omzetting van vaste brandstoffen, met een drijfkracht groter dan 20 kW Industrieel briketteren van steenkool en bruinkool
1 B
38 A
Opslagplaatsen voor vaste brandstoffen met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte tussen 100 tot en met 2.000 m2
2
38 B
Opslagplaatsen voor vaste brandstoffen met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte groter dan 2.000 m2
1 B
39 A
Industriële inrichtingen voor het vergassen en vloeibaar maken van alle koolstofhoudende producten tot 500 t/dag
1 B
40 B
Verbrandingsinrichtingen (die niet in andere rubrieken zijn opgenomen) met een nominaal ingangsvermogen van minimaal 100 kW en motoren van warmtekrachtkoppeling inrichtingen van nominaal ingangsvermogen van minimaal 20 kW, wanneer ze voor het verwarmen van lokalen en/of voor de productie van sanitair warm water zijn bestemd, en wanneer de som van de vermogens per verwarmingslokaal gelijk of hoger is dan 1 MW
2
40 C
Verbrandingsinrichtingen (die niet in andere rubrieken zijn opgenomen) met een nominaal ingangsvermogen van minimaal 100 kW en motoren van warmtekrachtkoppeling inrichtingen van nominaal ingangsvermogen van minimaal 20 kW, wanneer ze niet voor het verwarmen van lokalen en/of voor de productie van sanitair warm water zijn bestemd
2
40 D
Verbrandingsinrichtingen, motoren met inwendige verbranding, turboreactoren en gasturbines met een nominaal ingangsvermogen op een site waar het globaal vermogen van de verbrandingsinrichtingen begrepen tussen 20 MW en 300 MW
1 B
41-1B
Composteercentra met een capaciteit van meer dan 1.000 t/jaar
1B
41-2
Biomethaniseercentra
1B
44 B
Inrichtingen voor het sorteren en/of voor het voorbereiden met het oog op hergebruik van afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 tot en met 1.000 t/jaar
2
44 C
Inrichtingen voor het sorteren en/of voor het voorbereiden met het oog op hergebruik van afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 1.000 tot en met 100.000 t/jaar
1 B
45-1 B
Opslagplaatsen voor gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van opslagplaatsen die onder andere rubrieken vallen, met een voor opslag bestemde totale oppervlakte van meer dan 5 m2
1B
45-2 A
Opslagplaatsen voor vloeibare gevaarlijke afvalstoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 21° C met een capaciteit van 50 tot en met 500 l
2
45-2 B
Opslagplaatsen voor vloeibare gevaarlijke afvalstoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 21° C met een capaciteit van meer dan 500 l
1B
45-3 A
Opslagplaatsen voor vloeibare gevaarlijke afvalstoffen niet opgenomen in rubriek 45-2 met een capaciteit van 100 tot en met 5.000 l
2
45-3 B
Opslagplaatsen voor vloeibare gevaarlijke afvalstoffen niet opgenomen in rubriek 45-2 met een capaciteit van meer dan 5.000 l
1B
46
Inrichtingen of uitrusting voor de verwerking van gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van inrichtingen die onder andere rubrieken vallen
1B
47 A
Opslagplaatsen voor niet gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van opslagplaatsen die onder andere rubrieken vallen, met een voor opslag bestemde totale oppervlakte van 100 tot en met 2.000 m2
2
47 B
Opslagplaatsen voor niet gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van opslagplaatsen die onder andere rubrieken vallen, met een voor opslag bestemde totale oppervlakte van meer dan 2.000 m2
1 B
48 B
Inrichtingen of uitrustingen voor de mechanische verwerking van niet gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van inrichtingen die onder rubriek 44 vallen, met een totale drijfkracht van meer dan 20 kW
1 B
49 B
Inrichtingen of uitrustingen voor de verwerking van niet gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van inrichtingen die onder andere rubrieken vallen met een capaciteit van meer dan 100 t/jaar
1 B
50
Verbrandingsinrichting van niet gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit kleiner dan of gelijk aan 12 t/dag
1 B
53 A
Opslagplaatsen voor stoffen, producten, materiaal dat niet in andere rubrieken is opgenomen, met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte van 500 tot en met 5.000 m2
2
53 B
Opslagplaatsen voor stoffen, producten, materiaal dat niet in andere rubrieken is opgenomen, met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte groter dan 5.000 m2
1 B
55-1B
Generatoren, ontvangers (met uitzondering van zonnecelpanelen) met een nominaal vermogen: groter dan 250 tot en met 1.000 kVA
2
55-1C
Generatoren, ontvangers (met uitzondering van zonnecelpanelen) met een nominaal vermogen: groter dan 1.000 kVA
1 B
59 A
Opslagplaatsen voor feest- en seinvuurwerk van 0,5 tot en met 25 kg pyrotechnische sas Opslagplaatsen voor springstoffen met een opgeslagen hoeveelheid: - tussen 2 tot en met 50 kg salpeterkruit en rookvrij kruit - tussen 10 tot en met 500 kg veiligheidslonten voor mijnwerkers - tussen 10 tot en met 500 kg kruit in veiligheidspatronen voor draagbare wapens - tussen 5.000 tot en met 200.000 Flobertpatronen zonder kruit en slaghoedjes voor veiligheidspatronen voor draagbare wapens
2
59 B
Explosievenfabrieken: (inrichtingen voor de productie, de behandeling of de bewerking van alle soorten springstoffen behalve de werkplaatsen bedoeld in rubriek 60) Opslagplaatsen voor springstoffen met een opgeslagen hoeveelheid hoger dan deze vermeld in rubriek 59 A
1 B
60
Werkplaatsen voor het laden van jachtpatronen bij wapenhandelaars en andere kleinhandelaars
2
63
Industriële smederijen, draadtrekkerijen, walserijen
1 B
68 A
Parkings al dan niet overdekt, gelegen buiten de openbare weg, voor motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...) of aanhangwagens, van 10 tot en met 50 parkeerplaatsen (1)
2
68 B
Parkings al dan niet overdekt, gelegen buiten de openbare weg, voor motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...) of aanhangwagens, van 51 tot en met 400 parkeerplaatsen (1)
1 B
70 A
Inrichtingen en compressoren voor het vullen van verplaatsbare recipiënten, van welke aard ook, met samengeperst, vloeibaar gemaakt of onder een druk hoger dan 1kg/cm2 opgelost gehouden gas (met uitzondering van luchtcompressoren en inrichtingen voor het vullen van aircosystemen van voertuigen): van 2 tot 20 kW (2)
2
70 B
Inrichtingen en compressoren voor het vullen van verplaatsbare recipiënten, van welke aard ook, met samengeperst, vloeibaar gemaakt of onder een druk hoger dan 1kg/cm2 opgelost gehouden gas (met uitzondering van luchtcompressoren en inrichtingen voor het vullen van aircosystemen van voertuigen) van meer dan 20 kW (2)
1 B
71 C
Gassamenpersingsstations (met uitzondering van luchtcompressoren en inrichtingen opgenomen in rubr. 70) Gasuitzettingsstations (met uitzondering van uitzettingsposten waarvoor het gas niet verwarmd hoeft te worden)
1 B
71 D
Industriële inrichtingen voor gasscheiding, fysische gasverwerking
1 B
72-1A
Gashouders, opslagplaatsen voor vaste recipiënten van samengeperst, vloeibaar gemaakt of in oplossing gehouden gassen, (met uitzondering van opslagplaatsen voor blusgassen) met een totale capaciteit op de site: van 300 tot 3.000 liter
2
72-1B
Gashouders, opslagplaatsen voor vaste recipiënten van samengeperst, vloeibaar gemaakt of in oplossing gehouden gassen, (met uitzondering van opslagplaatsen voor blusgassen) met een totale capaciteit op de site van meer dan 3.000 liter tot en met 1.000.000 liter
1 B
72-2A
Gastanks en-of -flessen voor blusgassen verbonden met een automatisch blussysteem met een totale capaciteit op de site: van 300 tot en met 3.000 liter
2
72-2B
Gastanks en-of -flessen voor blusgassen verbonden met een automatisch blussysteem met een totale capaciteit op de site: van meer dan 3.000 liter
1B
73 A
Vaste inrichtingen voor gasproductie (met uitzondering van cokesfabrieken) met een capaciteit tussen 1 Nm3/u en 1.000 Nm3/u
1 B
74-1A
Opslagplaatsen voor verplaatsbare recipiënten van samengeperst, vloeibaar gemaakt of in oplossing gehouden gas (met uitzondering van aerosols) met een totale capaciteit op de site: van 300 tot en met 3.000 liter
2
74-1B
Opslagplaatsen voor verplaatsbare recipiënten van samengeperst, vloeibaar gemaakt of in oplossing gehouden gas (met uitzondering van aerosols) met een totale capaciteit op de site: van meer dan 3.000 liter
1 B
74-2A
Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden aersols met een totale capaciteit op de site: van 300 tot en met 3.000 liter
2
74-2B
Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden aersols met een totale capaciteit op de site van meer dan 3.000 liter
1B
75 A
Gelatine-opslagplaatsen, met een totale capaciteit op de site tussen 5 tot en met 50 ton
2
75 B
Gelatine-opslagplaatsen, met een totale capaciteit op de site groter dan 50 ton
1 B
76
Werkplaatsen voor de bereiding van gelatine en osseïne
1 B
77 A
Opslagplaatsen voor vetten, was, oliën of andere gelijkaardige dierlijke stoffen met een totale capaciteit op de site van 5 tot en met 50 ton
2
77 B
Opslagplaatsen voor vetten, was, oliën of andere gelijkaardige dierlijke stoffen met een totale capaciteit op de site van meer dan 50 ton
1 B
78 A
Artisanale zeepziederijen met een drijfkracht kleiner dan of gelijk aan 20 kW
2
78 B
Vervaardiging van dierlijke en plantaardige oliën en vetten, zeepziederijen met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
79
Ziekenhuizen, klinieken en andere inrichtingen waar zieken ondergebracht en verzorgd worden
1 B
82 B
Drukkerijen en alle soorten drukwerk op papier, stof, metaal, synthetisch materiaal, met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
85 A
Inrichtingen (laboratoria, productie-eenheden) die biologisch of scheikundig werk van welke aard ook uitvoeren, in het bijzonder onderzoeken, experimenten, analyses, toepassingen of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole van producten voor didactische of diagnostische doeleinden, en die niet genoemd worden in de van toepassing zijnde wetgeving inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen en/of pathogene organismen
2
85 B
Inrichtingen (laboratoria, productie-eenheden) die biologisch of scheikundig werk van welke aard ook uitvoeren, in het bijzonder onderzoeken, experimenten, analyses, toepassingen of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole van producten voor didactische of diagnostische doeleinden, en die genoemd worden in de van toepassing zijnde wetgeving inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen en/of pathogene organismen
1 B
88-1A
Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 21° C: - opslagplaatsen tot en met 500 l bij ingegraven tank, - opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 50 tot en met 500 l in de andere gevallen (3)
2
88-1B
Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 21° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van meer dan 500 l (3)
1 B
88-2B
Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 21° C maar niet hoger dan 55° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van meer dan 500 tot en met 10.000 l (3)
2
88-2C
Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 21° C maar niet hoger dan 55° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van meer dan 10.000 l (3)
1 B
88-3B
Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55° C maar niet hoger dan 100° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 10.000 tot en met 50.000 (3)
2
88-3C
Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55° C maar niet hoger dan 100° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site groter dan 50.000 l (3)
1 B
88-4C
Opslagplaatsen voor zware stookolie, minerale of synthetische olie en voor gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt in een volgens de norm NBN 52017 gesloten recipiënt van meer dan 100 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site groter dan 100.000 l (3)
1 B
89
Kansspelinrichtingen (casino's, speelzalen met meer dan 10 speelautomaten) met uitzondering van kermisattracties of inrichtingen op liefdadigheidsfeesten
2
90
Winkels voor de kleinhandel waarvan de verkoopruimtes en de hieraan aangrenzende ruimtes en die dienen voor goederenopslag een totale oppervlakte hebben gelijk of hoger dan 1.000 m2, met inbegrip van de oppervlakte die door de toonbanken en andere meubelen ingenomen wordt
1D
92 B
Werkplaatsen voor leerbewerking, werkplaatsen voor de vervaardiging van artikelen uit leer of huiden, met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
93 B
Werkplaatsen voor de synthese, de productie, de vulkanisering, de bewerking van synthetische materialen, kunststof, rubber of soortgelijke materialen, met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
94 A
Opslagplaatsen voor synthetische materialen, kunststof, rubber (banden,...) of soortgelijke materialen met een totale voor opslag bestemde oppervlakte op de site van 100 tot en met 2.000 m2
2
94 B
Opslagplaatsen voor synthetische materialen, kunststof, rubber (banden,...) of soortgelijke materialen met een totale voor opslag bestemde oppervlakte op de site van meer dan 2.000 m2
1 B
96 B
Werkplaatsen voor de omzetting, de productie van voorwerpen op basis van plantaardige stoffen (mandenwerk, productie van borstels, vezelbewerking, ...) of van dierlijke stoffen (pees, been, hoorn, darmen,...), met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
97 B
Installaties voor oppervlaktebehandeling door onderdompeling van metalen of kunststoffen door middel van een elektrolytisch, chemisch of fysisch procedé in kuipen met een totale inhoud van meer dan 200 l
1 B
97 C
Niet in een andere rubriek vermelde inrichtingen voor het bewerken van materiaaloppervlakken, voorwerpen of producten met behulp van organische solventen, met name voor de aanmaak, het bedrukken, het bekleden, het ontvetten, het waterdichtmaken, het lijmen, het verven, het reinigen of impregneren, met een solventenverbruik van meer dan 150 kg per uur of meer dan 200 ton per jaar
1 B
98 A
Las- en snijbrandwerkplaatsen met meer dan 5 las- of snijbrandersposten
2
98 B
Werkplaatsen voor het thermisch bewerken van metalen en andere materialen (met uitzondering van smeltovens) Roosten en sinteren van ertsen, inclusief zwavelhoudende ertsen
1 B
102
Inrichtingen voor het smelten van metalen, met uitzondering van werkplaatsen met minder dan 3 werkposten en horend bij juwelenzaken
1 B
103
Inrichtingen voor de winning van ruwe non-ferrometalen uit erts, ertsconcentraat of een ander materiaal (met uitzonderng van afvalstoffen) met metallurgische, elektrolytische of chemische processen met een capaciteit van minder dan of gelijk aan 100.000 t/jaar ruwe non-ferrometalen Installaties voor het roosten en sinteren van ertsen
1 B
104 B
Motoren met inwendige verbranding, met uitzondering van motoren van warmtekrachtkoppeling inrichtingen, turboreactoren en gasturbines met een nominaal ingangsvermogen groter dan 250 kW
2
105 B
Werkplaatsen voor textielontvetting (chemisch reinigen) met behulp van ontvlambare organische solventen Werkplaatsen voor textielontvetting (chemisch reinigen) met behulp van organische solventen: waarbij meer dan één machine wordt gebruikt (4)
1 B
107
Werkplaatsen voor de productie van houtvezelplaten en andere platen uit hout, karton, plantaardige of dierlijke vezels
1 B
108
Opslagplaatsen voor papier of karton met een totale capaciteit van meer dan 1.000 m2
2
109 B
Inrichtingen bestemd voor de productie van papier of karton of voor de verwerking van papier of karton met een drijfkracht groter dan 20 kW maar een productiecapaciteit van minder dan 200 ton per dag voor de inrichtingen bestemd voor de productie van papier of karton
1 B
109 D
Werkplaatsen voor de productie van voorwerpen uit papier of bestaande uit karton met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
112 B
Opslagplaatsen van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met een totale capaciteit: - groter dan 100 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik; - groter dan 1.000 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik
1 B
113
Fabrieken, werkplaatsen voor de productie, het formuleren, het conditioneren van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
1 B
121 B
Opslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen of bereidingen (voorzien van een gevarenaanduiding H) die niet in een andere rubriek zijn opgenomen, met een totale capaciteit op de site: - van meer dan 1.000 tot en met 5.000 kg voor als ontvlambaar, schadelijk of irriterend beschouwde materialen of bereidingen met uitzondering van deze vermeld in rubriek 121 D - van meer dan 300 tot en met 1.000 kg voor andere materialen of bereidingen met uitzondering van deze vermeld in rubriek 121 D
2
121 C
Opslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen of bereidingen (voorzien van een gevarenaanduiding H) die niet in een andere rubriek zijn opgenomen, met een totale capaciteit op de site: - van meer dan 5.000 kg voor als ontvlambaar, schadelijk of irriterend beschouwde materialen of bereidingen met uitzondering van deze vermeld in rubriek 121 D - van meer dan 1.000 kg voor andere materialen of bereidingen met uitzondering van deze vermeld in rubriek 121 D
1 B
121 D
Opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van meer dan: 100 kg arseentrioxide, arseen (III) zuur of de zouten daarvan, 10 kg poedervormige 4,4-methyleen-bis (2-chlooraniline) en/of de zouten daarvan, 150 kg methylisocyanaat, 300 kg kooloxychloride (fosgeen), 200 kg arseentrihydride (arsine), 200 kg fosfortrihydride (fosfine), 1 kg polychloordiben-zofuranen en polychloordiben-zodioxinen (met inbegrip van TCDD, uitgedrukt in TCDD-equivalent), 1 kg van de volgende carcinogenen: 4-aminobifenyl en/of de zouten daarvan, benzidine en/of de zouten daarvan, di(chloormethyl)-ether, chloormethyleter en methyleter, dimethylcar-bamoylchloride, dimethylni-trosamine, hexamethylfosforzuurtriamide 2-naftylamine en/of de zouten daarvan en 1,3-propaansultan 4-nitrodi-fenyl
1 B
122 A
Opslagplaatsen voor producten van plantaardige oorsprong (met uitzondering van afvalstoffen), met een totale capaciteit op de site tussen 5 tot en met 50 ton
2
122 B
Opslagplaatsen voor producten van plantaardige oorsprong (met uitzondering van afvalstoffen), met een totale capaciteit op de site van meer dan 50 ton
1 B
125 A
Opslagplaatsen voor cosmetica of farmaceutische producten (met uitzondering van stockering in de apotheek) met een totale voor opslag bestemde oppervlakte tussen 100 en 2.000 m2
2
125 B
Opslagplaatsen voor cosmetica of farmaceutische producten (met uitzondering van stockering in de apotheek) met een totale voor opslag bestemde oppervlakte groter dan 2.000 m2
1 B
126 B
Werkplaatsen voor de bereiding, het conditioneren of het formuleren van farmaceutische producten of cosmetica (met uitzondering van apotheken) met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
130
Niet in een andere rubriek vermelde industriële inrichtingen voor de productie, omzetting of verwerking van organische of anorganische chemische producten en tussenproducten
1 B
135 A
Evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, concertzalen met een totale oppervlakte van meer dan 200 m2 en die een totale capaciteit hebben van 3.000 personen of minder.
2
135 B
Evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, concertzalen met een totale oppervlakte van meer dan 200 m2 en die een totale capaciteit hebben van 3.000 personen of minder.
1 B
137 B
Werkplaatsen voor de bereiding van producten op basis van suiker, suikerstroop of cacao, werkplaatsen voor ijsbereiding, met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
140 B
Fabrieken voor tabaksbewerking of voor de productie van artikelen die tabak bevatten, met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
142 A
Opslagplaatsen voor textiel en textielartikelen, met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte tussen 100 en 2.000 m2
2
142 B
Opslagplaatsen voor textiel en textielartikelen, met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte groter dan 2.000 m2
1 B
143 B
Werkplaats voor de fabricage, confectie van textielartikelen, producten uit vilt, touw, draad, tapijten, enz.
Werkplaats voor het mechanisch bewerken van textiel, spinnerijen, weverijen met een drijfkracht groter dan 20 kW
1 B
146 B
Schietstanden en -terreinen voor vuurwapens (inclusief kleiduifschieten)
1 B
147 B
Branderijwerkplaatsen met een totale inhoud van de trommel of de trommels groter dan 25 kg
1 B
148 C
Statische transformatoren met een nominaal vermogen van meer dan 5.000 kVA
1 B
150 C
Tentoonstellingsruimten, al dan niet overdekte opslagplaatsen voor nieuwe motorvoertuigen (motorfietsen, personenauto's, bestelauto's, vrachtwagens, autobussen,...), met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen, met meer dan 50 parkeerplaatsen (5)
1 B
151 B
Tentoonstellingsruimten, al dan niet overdekte opslagplaatsen voor gebruikte en afgedankte motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen,...), met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen, met meer dan 50 parkeerplaatsen (5)
1 B
155 B
Werkplaatsen voor de productie van vernis, lak, verf, lijmen, drukinkt en/of pigmenten, met een drijfkracht hoger dan 20 kW
1 B
157
Glasblazerijen en kristalfabrieken Fabricage van glasvezels, glaswol, kunstmatige minerale vezels, en andere
1 B
159
Opslagplaats en afvalvoorzieningen van winningsindustrieën in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 28/05/2009 pub. 02/06/2009 numac 2009031326 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën sluiten betreffende het beheer van winningsafval
1 B
160 B
Luchtvaartterrein waarop het aantal wekelijkse bewegingen hoger ligt dan 20
1 B
161
Depollutiecentrum voor afgedankte voertuigen
1 B
164
Winning van mineralen door uitbaggering van de zee- of rivierbodem
1 B
165
Automobielfabrieken en assemblagebedrijven en fabrieken van automobielmotoren Scheepswerven Inrichtingen voor de bouw en reparatie van luchtvaartuigen Spoorwegmaterieelfabrieken
1 B
166
Uitstampen door middel van springstoffen
1 B
167
Installaties voor de terugwinning of vernietiging van explosieve stoffen
1 B
168
Installaties voor het produceren en bewerken van celstof
1 B
169
Projecten voor de overbrenging van water
1 B
170
Testbanken voor motoren, turbines of reactoren
1 B
171
Vilderijen
1 B
172
Themaparken
1 B
173
Vervaardiging, gebruik of opslag van chemische stoffen, als zodanig of ingehouden in een mengsel, vermeld in bijlage XIV bij de Verordening nr. 1907/2006, van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH)
1 B
176
Fabricage van koolstof (harde gebrande steenkool) of elektrografiet door verbranding of grafitisering
1 B
(1) met uitzondering van niet-overdekte parking (2) indien inrichting voor het vullen van CNG-voertuigen (3) met uitzondering van ingegraven tanks (4) bij gebruik van ontvlambare solventen in de machines (gevaarmelding H224 - H225 - H226) (5) met uitzondering van niet-overdekte tentoonstellingsruimten en niet-overdekte opslagplaatsen Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 april 2019 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen. De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT De Minister belast met Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN
Bijlage II. - Inhoud van het typeverslag 1° Gegevens van de DBDMH Naam van de officier die de aanvraag behandeld heeft: e-mail: telefoon: 2° Kenmerk van het aanvraagdossier Naam en functie van de aanvrager: optredend voor de overheid/organisatie: Adres: e-mail: telefoon: 3° Geografische situering van de exploitatiezetel Naam van het goed/de locatie: Adres: eventueel kadastrale of andere gegevens voor de plaatsbepaling: 4° Kader en doel, regelgeving Kader en doel van de aanvraag: Rubrieknummers, benaming en klasse van de inrichtingen waarvoor een advies wordt gevraagd. Regelgeving: 5° Eindconclusie o A: Gunstig brandpreventieverslag o B: Gunstig brandpreventieverslag mits naleving van volgende voorwaarden: o C: Ongunstig brandpreventieverslag 6° Motivering Het verslag mag voorschriften bevatten in verband met: - maatregelen betreffende gebouwen (Brandweerstand,....); - maatregelen om het optreden van de hulpdiensten in geval van brand te vergemakkelijken.
Het verslag kan eveneens verwijzen naar: - de normen en verordeningen waarvan de toepassing verplicht is; - de vaststellingen bij een bezoek (bestaande inrichtingen); - de adviezen die de Dienst voordien heeft uitgebracht. 7° Opmerkingen 8° Dossierbehandelaar Ondertekend op: door: Contactgegevens: Medeondertekend door: Handtekeningen Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 april 2019 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen. De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT De Minister belast met Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN