4 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse hoofdstedelijke Regering van 21 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/11/2006 pub. 19/12/2006 numac 2006031598 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot goedkeuring van de Titels I tot VIII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, van toepassing op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten tot goedkeuring van de Titels I tot VIII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, van toepassing op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid, de artikelen 2, 8 en 13;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, met name artikel 8, eerste lid;

Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, de artikelen 88 tot 90 en 97;

Gelet op het rapport van april 2018 dat besluit dat de ontwerpverordening geen wezenlijke effecten heeft op het leefmilieu ;

Gelet op het advies van Leefmilieu Brussel met betrekking tot het feit dat dat de ontwerpverordening geen wezenlijke effecten heeft op het leefmilieu, verstrekt op 3 juli 2018;

Gelet op het gebrek aan advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie met betrekking tot het feit dat de ontwerpverordening geen wezenlijke effecten heeft op het leefmilieu;

Gelet op de bezwaren en opmerkingen die zijn gemaakt door particulieren tijdens het openbaar onderzoek dat verliep van 5 november 2018 tot 4 december 2018;

Gelet op het advies van de gemeenteraden, verstrekt op de volgende datums: - Anderlecht, op 20 december 2018 - Elsene, op 20 december 2018 Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 14 november 2018;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad, gegeven op 14 november 2018;

Gelet op het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, gegeven op 12 december 2018;

Gelet op het advies van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie, gegeven op 12 december 2018;

Gelet op het advies van Leefmilieu Brussel, gegeven op 9 november 2018;

Houdende vaststelling dat het advies van de gemeente Ukkel dd. 21 januari 2019 en dat van de gemeente Sint-Pieters Woluwe dd. 22 januari 2019 zijn ingediend na het verstrijken van de termijn;

Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, uitgebracht op 31 januari 2019;

Gelet op het evaluatieverslag betreffende de gelijke kansen, "gelijkekansentest" genoemd, zoals vereist door artikel 2, § 1, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest en door artikel 1, § 1, van het besluit van 22 november 2018 tot uitvoering van deze ordonnantie (verslag met de "gendertest" zoals vereist door artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de evaluatie "handistreaming", vereist door artikel 4, § 3, van de ordonnantie van 8 december 2016 betreffende de integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis heeft genomen op 4 april 2019;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen die op 1 maart 2019 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

I. Memorie van toelichting A. Algemeen kader De Europese Commissie heeft bij het Hof van Justitie van de Europese Unie een verzoekschrift wegens niet-nakoming ingediend tegen België voor het niet meedelen van de omzettingsmaatregelen voor de Richtlijn 2014/61.

De Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid had omgezet moeten zijn tegen 1 januari 2016 (met toepassing op 1 juli 2016).

Deze Richtlijn beoogt de ontplooiing van elektronische netwerken met hoge snelheid gemakkelijker te maken en aan te moedigen door de kosten te verminderen die zijn verbonden aan de aanleg hiervan.

Het ontwerpbesluit, dat de gewestelijke stedenbouwkundige verordening gedeeltelijk wijzigt, is de laatste tekst die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient goed te keuren met het oog op de omzetting van de Richtlijn 2014/61.

B. Voornaamste doelen Het ontwerpbesluit beoogt de omzetting van artikel 8 van de Richtlijn 2014/61/UE van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid.

II. Motivering Overeenkomstig artikel 89 van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening, motiveert de Regering haar beslissingen wanneer ze afwijkt van het advies van de GOC. Het besluit motiveert dus niet de wijzigingen die worden aangebracht aan het ontwerp van GSV wanneer de Regering de voorstellen van de reclamanten en het advies van de GOC volgt.

A. Algemene opmerkingen De KCML heeft vragen bij de wijze waarop aan de Europese Commissie (en idealiter aan de bevoegde besturen) de eventuele afwijkingen moeten worden bekendgemaakt die door de Richtlijn worden toegestaan, inzonderheid wanneer een vrijstelling verantwoord is omdat het goed staat ingeschreven op de bewaarlijst, beschermd is of het voorwerp uitmaakt van een bewarings- of beschermingsprocedure, aangezien de procedures hiervoor niet vermeld staan in het ontwerpreglement ; en dat de Commissie adviseert hiervan melding te maken, ook bij werken die zijn vrijgesteld van een vergunning.

Hierbij dient opgemerkt dat het ontwerpbesluit zo goed als helemaal paragraaf 4 van artikel 8 van de Richtlijn overneemt. Bovendien vermeldt de Richtlijn dat de belanghebbende partijen over de mogelijkheid beschikken om opmerkingen te formuleren bij het ontwerp van afwijking, wat gebeurd is tijdens het openbaar onderzoek.

Leefmilieu Brussel stelt zich vragen bij de eventuele noodzaak om het begrip « toegangspunt in het gebouw » op te nemen in titel II van de GSV (toegankelijkheid van het lokaal, minimumgrootte, enz.) Daartoe beoogt de voorgestelde definitie in dit ontwerpbesluit dit begrip, dat voorkomt in de Richtlijn 2014/61/EU, te verduidelijken.

Bovendien dient erop gewezen dat er momenteel een algemene wijziging van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening loopt. Het antwoord van Leefmilieu Brussel op de opmerking strekt ertoe aan te sluiten bij deze globale wijziging om het risico op tegenspraak uit de weg te gaan.

B. Bijzonere opmerkingen Artikel 2 De KCML geeft er de voorkeur aan een nauwkeuriger omschrijving te geven van de begrippen "nieuwbouw" en "recent opgetrokken meergezinswoningen" Daarbij moet worden opgemerkt dat deze begrippen rechtstreeks uit de Richtlijn 2014/61/EU zijn overgenomen en gelezen dienen te worden in het licht van hun gebruikelijke betekenis.

Overwegende dat de KCML er de voorkeur aan geeft het begrip "belangrijke renovatiewerken" nauwkeuriger te omschrijven en benadrukt dat de Franse "rénovation de grande ampleur" en Nederlandse tekst "belangrijke renovatiewerken" (= rénovation importante) een weinig oordeelkundig nuanceverschil vertonen dat verbeterd zou moeten worden.

Hierbij moet worden opgemerkt dat dit begrip rechtstreeks is overgenomen en vertaald uit de Richtlijn 2014/61//EU. Bovendien vermeldt ook het Vlaams omzettingsbesluit voor de Richtlijn dit begrip ( Besluit van de Vlaamse Regering van 9 juni 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/06/2017 pub. 11/07/2017 numac 2017040342 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband sluiten houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband).

De verstrekte definitie is voldoende nauwkeurig en technisch en stemt ten volle overeen met de definitie die wordt gegeven in het Waals decreet van 24 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/05/2018 pub. 06/06/2018 numac 2018202802 bron waalse overheidsdienst Decreet tot omzetting van Richtlijn 2014/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten en tot wijziging van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning wat betreft de dematerialisatie en de administratieve vereenvoudiging en diverse bepalingen type decreet prom. 24/05/2018 pub. 04/06/2018 numac 2018202793 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid in gebouwen sluiten "relatif au déploiement des réseaux de communications à haut débit à l'intérieur des immeubles visant à transposer en Région wallonne cette directive européenne".

Artikel 15 Leefmilieu Brussel heeft vragen bij de eventuele noodzaak om de stedenbouwkundige kenmerken van het toegangspunt buiten het gebouw op te nemen in de verordening : mag dit geplaatst worden in de achteruitbouwstrook? Op het dak? En zo ja met welke afmetingen? Hierbij moet worden opgemerkt dat de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie eveneens heeft aanbevolen te vermelden dat de aangepaste fysieke infrastructuur niet van die aard mag zijn dat ze de esthetiek van het gebouw schaadt. Artikel 15 van Titel I van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening bepaalt dat de aansluitingen niet zichtbaar mogen zijn aangebracht of wanneer dit wel zo is, in de structuur verwerkt moeten zijn en deel uitmaken van het bouwwerk. Een vergelijkbare vermelding wordt voorgesteld in dit ontwerp met de toevoeging van de volgende zin: "Deze infrastructuur wordt geïntegreerd in de bouwwerken zodat zij de esthetiek van het gebouw niet schaadt.". Bovendien omschrijft artikel 6 van Titel I van de GSV de toegestane dakelementen, inzonderheid § 3, die technische en andere verdiepingen betreft. Artikel 11 daarentegen betreft de achteruitbouwstroken en de inrichtingsmogelijkheden. Ook dient erop gewezen dat er momenteel een algemene wijziging van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening loopt. Het antwoord op deze opmerking strekt ertoe aan te sluiten bij deze globale wijziging om het risico op tegenspraak uit de weg te gaan.

Rapport met als conclusie er geen wezenlijke effecten zijn op het leefmilieu Een indiener van een bezwaar betreurt dat de GOC geen advies heeft uitgebracht over het gebrek aan wezenlijke effecten en vraagt zich af waarom: acht de GOC zich onbevoegd om hierover een advies uit te brengen? waren de termijnen te kort? Desbetreffend antwoordde de GOC in haar advies van 31 januari 2019 dat zij volledig in beslag werd genomen door een ander dossier van groot belang.

Een indiener van een bezwaar heeft vragen bij de termijnen die de instanties worden toegekend om een advies uit te brengen over het ontbreken van wezenlijke effecten en vraagt zich af wat precies de dringendheid verantwoordde ? Hij benadrukt dat bovendien dezelfde vraag is gesteld door de Economische en Sociale Raad in diens advies dd. 14 november 2018 Hierbij moet worden opgemerkt dat de proceduretermijnen, en dan in het bijzonder de voorgeschreven termijnen voor de adviezen van bevoegde overheden en instanties, zijn vastgesteld door artikel 89/2 van het BWRO, een wetsbepaling waaraan zowel de instanties als de Regering onderworpen zijn voor de uitwerkingsprocedure van de GSV. Op voorstel van de Minister-President, belast met Territoriale ontwikkeling;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit beoogt de omzetting van artikel 8 van Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid.

Art. 2.In titel I, artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/11/2006 pub. 19/12/2006 numac 2006031598 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot goedkeuring van de Titels I tot VIII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, van toepassing op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten tot goedkeuring van de Titels I tot VIII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, van toepassing op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden volgende wijzigingen aangebracht: in definitie 27. wordt het punt vervangen door een puntkomma; de definities 28. tot 31. worden ingevoegd, luidend als volgt: "28. Fysieke binnenhuisinfrastructuur: fysieke infrastructuur of installaties op de locatie van de eindgebruiker, met inbegrip van elementen die gemeenschappelijk eigendom zijn, die bestemd is om vaste en/of draadloze toegangsnetwerken onder te brengen, voor zover die netwerken elektronische communicatiediensten kunnen leveren en door middel waarvan het toegangspunt van het gebouw kan worden aangesloten op het aansluitpunt van het netwerk; 29. Voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur: fysieke binnenhuisinfrastructuur die bestemd is om elementen van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid onder te brengen of het leveren van die netwerken mogelijk te maken;30. Belangrijke renovatiewerken : "bouwwerkzaamheden of civieltechnische werken op de locatie van de eindgebruiker die de gehele fysieke binnenhuisinfrastructuur of een aanzienlijk deel daarvan structureel wijzigen en waarvoor een bouwvergunning is vereist";31. Toegangspunt : "een in of buiten het gebouw gelegen fysiek punt dat toegankelijk is voor ondernemingen die openbare communicatienetwerken aanbieden of waaraan een vergunning is verleend om openbare communicatienetwerken aan te bieden, en waar het netwerk kan worden aangesloten op de voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur".

Art. 3.In dezelfde titel van hetzelfde besluit wordt artikel 15, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 wordt, aangevuld met een paragraaf 2 en een paragraaf 3, luidend als volgt: " § 2. Nieuwe gebouwen worden uitgerust, op de locatie van de eindgebruiker, met inbegrip van elementen daarvan in gezamenlijk eigendom, met een voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur tot de netwerkaansluitpunten. Dezelfde verplichting geldt in geval van belangrijke renovatiewerken. Deze infrastructuur wordt geïntegreerd in de bouwwerken zodat zij de esthetiek van het gebouw niet schaadt. § 3. Nieuw opgetrokken meergezinswoningen, in of buiten het gebouw worden uitgerust met een toegangspunt. Dezelfde verplichting geldt in geval van belangrijke renovatiewerken voor meergezinswoningen. § 4. Eengezinswoningen en belangrijke renovatiewerken zijn vrijgesteld van de verplichtingen vermeld in § 2 in gevallen waarin deze beperkingen buiten proportie inhouden wegens: 1° het feit dat het betrokken gebouw: a) hetzij staat ingeschreven op de bewaarlijst, beschermd is of het voorwerp uitmaakt van een bewaar- of beschermingsprocedure; b) hetzij een militair gebouw is of gebruikt wordt met het oog op de nationale veiligheid, 2° de overduidelijk bovenmatige kosten die deze verplichtingen meebrengen gelet op de omvang van het project voor individuele eigenaars en voor mede-eigenaars." 3° Hetzij bij ingrijpende renovatiewerken die geen rechtstreeks verband houden met de lokalen waar de fysieke infrastructuur aangepast aan hoge snelheid zich moet bevinden.

Art. 4.Dit besluit is van toepassing op de aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen en attesten die zijn ingediend na de inwerkingtreding van dit besluit en waarvoor nog geen ontvangst van een volledig en ontvankelijk dossier bevestigd werd.

Art. 5.De Minister die bevoegd is voor territoriale ontwikkeling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussels, 4 april 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT .