Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2018
gepubliceerd op 25 april 2018

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een toelage van maximaal 300.000,00 EUR aan de gemeente Jette in het kader van haar gemeentelijk reglement betreffende de forfaitaire schadevergoeding van handelaars waarvan de activiteit op een uitzonderlijke wijze werd belemmerd door de gewestelijke werf in uitvoering op het Koningin Astridplein

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2018030872
pub.
25/04/2018
prom.
29/03/2018
ELI
eli/besluit/2018/03/29/2018030872/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MAART 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een toelage van maximaal 300.000,00 EUR aan de gemeente Jette in het kader van haar gemeentelijk reglement betreffende de forfaitaire schadevergoeding van handelaars waarvan de activiteit op een uitzonderlijke wijze werd belemmerd door de gewestelijke werf in uitvoering op het Koningin Astridplein


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de artikelen 39 en 108 van de Grondwet;

Gelet op het artikel 6, 1ste § , VI, 1°, en X, eerste lid, 1° en 8°, en het artikel 20 van de speciale wet op de institutionele hervormingen van 8 augustus 1980;

Gelet op de artikel 8, 1ste lid van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen;

Gelet op de artikelen 92 tot 95 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;

Gelet op de ordonnantie van 15 december 2017 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2018;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 januari 2018;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 21 maart 2018;

Overwegende dat de beheersovereenkomst van de MIVB voor de periode 2013-2017 de realisatie voorziet van een nieuwe tramlijn 9 tussen Simonis en het noordoosten van Jette, evenals de inrichting van gevel tot gevel van de publieke ruimte van het Gewest;

Overwegende dat er binnen het kader van dit project werd voorzien om ter hoogte van het Astridplein in eerste instantie een ondergrondse parking aan te leggen en in een tweede fase de publieke ruimte heraan te leggen;

Overwegende dat dit gedeelte van de werf op zich uitzonderlijk is door de duur van de werkzaamheden, waarvan de eerste fase anderhalf jaar tijd in beslag neemt en de tweede fase zes maanden;

Dat de eerste fase van start is gegaan in mei 2016, en dat, om de negatieve effecten van de werf op de wijk zoveel mogelijk in te perken, de ondergrondse parking gebruiksklaar diende te zijn in december 2017 om vanaf het begin van de tweede fase in januari 2018 de afschaffing van de bovengrondse parkeerplaatsen die deze tweede fase met zich meebrengt te compenseren;

Overwegende dat de eerste uitvoeringsfase hoe dan ook drie maanden achterstand heeft opgelopen en dat het opstarten van de tweede fase niet kan worden uitgesteld, en bijgevolg de bovengrondse parkeerplaatsen moesten worden afgeschaft zonder te kunnen wachten totdat de ondergrondse parking gebruiksklaar was;

Overwegende dat gezien het uitzonderlijke karakter van de duur van de werkzaamheden en de achterstand die de eerste fase hiervan heeft opgelopen, hierbij nog komt dat het Astridplein een belangrijke commerciële kern van de gemeente Jette is, waarvan de activiteit reeds zwaar werd aangetast door de werf en dit nog meer door de afschaffing van parkeerplaatsen die tot december 2017 hadden kunnen worden behouden;

Overwegende dat de gemeente Jette bij de vaststelling van deze opeenstapeling van uitzonderlijke omstandigheden en de weerslag hiervan op de leefbaarheid van de commerciële activiteiten rond het Astridplein op 28 februari 2018 het reglement heeft aangenomen betreffende de schadevergoeding aan de handelaars waarvan de activiteit op uitzonderlijke wijze werd beïnvloed door deze gewestelijke werkzaamheden uitgevoerd op het Astridplein en dit met het oog op het ondersteunen van de betrokken handelaars;

Overwegende dat de werf die aan de grondslag ligt van de goedkeuring van dit reglement een gewestelijke werf is;

Dat bijgevolg, hoewel het huidige gewestelijke wettelijke kader de Regering niet toelaat om rechtstreeks in te grijpen op dit gemeentelijke plein, de Regering van mening is dat het Gewest de financiële last van het mechanisme dat door het gemeentelijk reglement wordt geïnstalleerd, dient te dragen (met dien verstande dat bovendien de mogelijkheden om deze kost geheel of gedeeltelijk te recupereren bij de onderneming die verantwoordelijk is voor de vertraging van de werf zullen worden onderzocht);

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken en de Minister van Economie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Een subsidie van een bedrag van maximum 300.000,00 euro wordt toegekend aan de Gemeente Jette.

Deze subsidie is bestemd om de uitgaven te dekken die door de Gemeente Jette worden gedaan binnen het kader van haar reglement van 28 februari 2018 betreffende de forfaitaire schadevergoeding van handelaars waarvan de activiteit op een uitzonderlijke wijze werd belemmerd door de gewestelijke werf in uitvoering op het Koningin Astridplein.

Art. 2.De subsidie wordt aangerekend op het artikel BA 17.002.27.01.4322 van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 2018 en 2019, binnen de grenzen van de beschikbare kredieten.

De subsidie wordt beheerd door de Directie Coördinatie van de Bouwplaatsen, Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel Mobiliteit, CCN, Vooruitgangstraat 80, bus 1, te 1035 Brussel.

Art. 3.Er zal melding gemaakt worden van de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen alle communicatie omtrent het gemeentelijk besluit van 28 februari 2018 en het huidig besluit, in het bijzonder in de communicatie naar de media.

Elke schriftelijke communicatie zal het logo van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dragen, met inachtneming van de huisstijl van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel van augustus 2014.

Art. 4.§ 1. De betaling van de subsidie bedoeld in het 1ste artikel gebeurt in twee schijven, op de bankrekening van de gemeentelijke administratie BE92 0910 0015 4623 : 1° een eerst schijf van 180.000,00 euro wordt onmiddellijk betaald na de bekendmaking aan de gemeente van het huidig besluit; 2° het saldo van maximum 120.000,00 euro wordt betaald na verificatie door de bevoegde rekenplichtige van een door de gemeente opgelegde schuldvordering, vergezeld van de in de § 3 bedoelde bewijsstukken. § 2. De schuldvordering is opgesteld op papier met briefhoofd en wordt gedateerd en ondertekend door een persoon die ertoe gemachtigd is de gemeente te verbinden met melding van : - de reden van de betaling, - het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, - het visumnummer voor vastlegging, - het bankrekeningnummer waarop dit bedrag moet worden gestort.

Indien bankgegevens gecreëerd of gewijzigd worden, dient een schriftelijk attest van de gemeente via een apart schrijven naar volgend adres te worden verstuurd : Master Data - Brussel Financiën en Begroting CCN - 8e verdieping (bureau 8.119), Vooruitgangstraat 80 bus 1, 1035 Brussel. § 3. De bewijsstukken bestaan uit een lijst van betaalde dossiers met de naam van elke begunstigde van de gemeentelijke vergoeding en het bedrag van elke schadevergoeding die door de gemeente werd gestort in uitvoering van haar reglement van 28 februari 2018 betreffende de forfaitaire schadevergoeding van handelaars waarvan de activiteit op een uitzonderlijke wijze werd belemmerd door de gewestelijke werf in uitvoering op het Koningin Astridplein. § 4. De schuldvordering en de verantwoordingsstukken worden in één origineel exemplaar verzonden naar de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Directie Boekhouding - CCN - Lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80/1, te 1035 Brussel, of rechtstreeks in PDF-formaat naar invoice@sprb.brussels.

De gemeente verzendt, per post of per elektronische wijze, een kopie van deze documenten naar de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel Mobiliteit, Directie Administratieve Ondersteuning, CCN, 5de verdieping, Vooruitgangstraat 80/1, te 1035 Brussel, t.a.v. de Directeur. § 5. De gemeente zal erop toezien dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend.

Geen enkel bijkomend stuk zal worden aanvaard na 31 maart 2019.

De controle van deze bewijsstukken door de beherende administratieve dienst moet toelaten om vast te stellen of de verrichte uitgaven daadwerkelijk gebeurd zijn volgens het gemeentelijk reglement van 28 februari 2018 betreffende de forfaitaire schadevergoeding van handelaars waarvan de activiteit op een uitzonderlijke wijze werd belemmerd door de gewestelijke werf in uitvoering op het Koningin Astridplein.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Mobiliteit en openbare Werken of zijn Administratie kan de gemeente om alle bijkomende informatie verzoeken die nodig is voor de behandeling van het dossier en kunnen ter plaatse elke daartoe aangewezen stap ondernemen om deze te bekomen.

Art. 6.De Minister bevoegd voor Mobiliteit en openbare Werken wordt belast met de uitvoering van het huidige besluit.

Brussel, 29 maart 2018.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Mobiliteit en openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Economie, D. GOSUIN

^