gepubliceerd op 23 april 2018
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de stedenbouwkundige inlichtingen
29 MAART 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de stedenbouwkundige inlichtingen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen;
Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), artikel 275 gewijzigd door de ordonnantie van 30 november 2017 en de artikelen 276 en 276/1, ingevoegd door de ordonnantie van 30 november 2017;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 1992 betreffende de stedenbouwkundige inlichtingen;
Overwegende dat aangezien dit besluit geen aanzienlijke impact heeft op de ontwikkeling van het Gewest in de zin van artikel 7 van het BWRO, het ontwerpbesluit niet ter advies is voorgelegd aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie; dat dit besluit immers enkel de bepalingen van het regeringsbesluit van 3 juli 1992 betreffende de stedenbouwkundige inlichtingen aanpast op grond van de wijzigingen die aan het BWRO zijn aangebracht door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het BWRO en de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen;
Overwegende evenwel dat het omwille van het aantal aanpassingen die voortvloeien uit de bijwerking van het regeringsbesluit van 3 juli 1992, gerechtvaardigd is een nieuw besluit goed te keuren in plaats van een wijzigingsbesluit aan te nemen;
Gelet op advies 62.913/4 van de Raad van State, uitgebracht op 28 februari 2018, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het evaluatieverslag van de impact op vrouwen en mannen, "gendertest" genaamd, vereist door artikel 3, 2° van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en door artikel 13 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/04/2014 pub. 24/02/2015 numac 2015031089 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/04/2014 pub. 16/09/2014 numac 2014031457 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, betreffende de EPB-certificatie sluiten houdende de uitvoering van die ordonnantie, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis heeft genomen op 18 januari 2018;
Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling en inzonderheid Ruimtelijke Ordening en Monumenten en Landschappen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De aanvraag van stedenbouwkundige inlichtingen wordt gericht tot het college van burgemeester en schepenen door middel van een formulier dat overeenstemt met bijlage I van dit besluit.
De gemeente stelt de aanvrager dat formulier ter beschikking op haar website.
Art. 2.§ 1. Als de aanvraag van stedenbouwkundige inlichtingen wordt ingediend door de houder van een zakelijk recht die van plan is het onroerend goed waarop dat recht betrekking heeft, te verkopen of voor langer dan negen jaar te verhuren of die op dat goed erfpacht- of opstalrecht wil vestigen, worden er de inlichtingen over de aan dat recht verbonden titel bijgevoegd. § 2. Als de aanvraag van stedenbouwkundige inlichtingen wordt ingediend door een gemandateerde van de houder van een zakelijk recht zoals bedoeld in § 1, wordt er, naast de stukken bedoeld in § 1, een afschrift van het mandaat bijgevoegd.
Gerechtsmandatarissen, notarissen en advocaten zijn vrijgesteld van het voorleggen van een afschrift van het mandaat. § 3. Als de aanvraag van stedenbouwkundige inlichtingen ingediend wordt door de houder van een zakelijk recht die van plan is het onroerend goed waarop dat recht betrekking heeft te verkopen of voor langer dan negen jaar te verhuren of die op dat goed een administratief erfpacht- of opstalrecht wil vestigen, of door een persoon die de houder daarvoor een mandaat geeft, wordt er een beknopte beschrijving van het goed, waarvan de inhoud verduidelijkt is in artikel 3, bijgevoegd.
Art. 3.§ 1. De beknopte beschrijving bestaat uit een woordelijke omschrijving en één of meerdere schetsen of plannen. Al die stukken samen moeten de feitelijke toestand van het goed volmaakt weergeven.
Zij mag beperkt blijven tot een woordelijke beschrijving, enkel en alleen indien die volstaat voor een volmaakt begrip van de feitelijke toestand van het goed.
Bij de beknopte beschrijving mag een fotoreportage met een legende en vermelding van de plaatsen waar de foto's genomen zijn, gevoegd worden.
De beknopte beschrijving wordt gedateerd en ondertekend door diegene die haar heeft opgesteld. § 2. De beknopte beschrijving omvat ten minste de volgende elementen : 1)het juiste adres van het beschreven goed en het nummer van het of de kadastrale percelen; 2) de eigenschappen van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte en van de bedaking;3) de bestemming of het gebruik van elk bouwwerk of deel van een bouwwerk als de bestemming of het gebruik ervan verschillend zijn;4) het aantal wooneenheden in het goed en de indeling daarvan;5) het aantal parkeerplaatsen. Als het goed waarop de aanvraag betrekking heeft, meerdere bouwwerken omvat, wordt elk bouwwerk afzonderlijk beschreven.
Art. 4.De stedenbouwkundige inlichtingen worden verstrekt binnen dertig dagen en bij hoogdringendheid binnen vijf werkdagen na ontvangst van de volledige aanvraag.
De hoogdringendheid wordt verondersteld in geval van een gerechtelijke verkoop.
Het college van burgemeester en schepenen verstrekt de stedenbouwkundige inlichtingen op een formulier dat overeenstemt met bijlage II van dit besluit. Die inlichtingen mogen via elektronische weg worden bezorgd. Ze worden opgesteld rekening houdend met de elementen vermeld in de beknopte beschrijving bedoeld in artikel 3.
Van die inlichtingen wordt, vanaf de dag waarop ze aan de aanvrager zijn verstrekt, een digitale kopie ter beschikking gehouden van de gemachtigde ambtenaar.
Art. 5.De aanvraag van stedenbouwkundige inlichtingen is pas volledig, in het geval bedoeld in artikel 276/1 van het BWRO, als er een beknopte beschrijving van het goed conform artikel 3 is bijgevoegd, evenals het bewijs dat de vergoeding die opgelegd is voor het verstrekken van de stedenbouwkundige inlichtingen betaald is. Zo niet brengt de gemeente de aanvrager daarvan binnen 15 dagen na ontvangst van de aanvraag op met redenen omklede wijze op de hoogte, met het verzoek de aanvraag te vervolledigen. In dat geval gaat de termijn van dertig of vijf dagen bedoeld in artikel 275, § 1 van het BWRO pas in vanaf de indiening van de beknopte beschrijving overeenkomstig artikel 3.
Art. 6.§ 1. Voor de toepassing van § 2, 1° van artikel 275 van het BWRO verstaat men onder "toelating" de bouwtoelatingen uitgereikt door de bevoegde overheid vóór de inwerkingtreding van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw waardoor de "bouwvergunning" werd ingevoerd, evenals de toelatingen uitgereikt door de Regering op grond van de ordonnantie van 4 maart 1993 inzake het behoud van het onroerende erfgoed.
Als een gebouw volledig is afgebroken voordat het werd heropgebouwd, worden de toelatingen, vergunningen en attesten van vóór de afbraak en heropbouw niet vermeld. § 2. Voor de toepassing van § 2, 2° van artikel 275 van het BWRO vermelden de stedenbouwkundige inlichtingen, naast de datum en het voorwerp, de gemeentelijke en gewestelijke referenties en het notitienummer van het parket van de eventuele processen-verbaal van overtreding met betrekking tot het goed.
Wat betreft het gevolg dat verleend wordt aan de in het vorige lid bedoelde processen-verbaal, vermelden de inlichtingen of al naargelang het geval overgegaan wordt tot een strafrechtelijke of burgerlijke procedure, zoals bepaald in de artikelen 307 en 310 van het BWRO, een administratieve geldboeteprocedure, zoals bepaald in de artikelen 313/1 en volgende van het BWRO, of een procedure tot uitvoering van ambtswege, zoals bepaald in de artikelen 305 of 308 van het BWRO, evenals de termijnen die verbonden zijn aan de door de bevoegde overheid getroffen maatregelen om een einde te stellen aan de vastgestelde overtreding of overtredingen.
Art. 7.Het gewestelijk bestuur belast met stedenbouw stelt een formulier voor de aanvraag van stedenbouwkundige inlichtingen en een formulier voor de door de gemeenten verstrekte stedenbouwkundige inlichtingen, die overeenstemmen met de bijlagen I en II van dit besluit, ter beschikking van de gemeenten en maakt die beschikbaar op zijn website.
De gemeenten maken die formulieren beschikbaar op hun website.
Art. 8.Het regeringsbesluit van 3 juli 1992 betreffende de stedenbouwkundige inlichtingen wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit is van toepassing op de aanvragen van stedenbouwkundige inlichtingen die ingediend worden vanaf de dag waarop het in werking treedt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en Monumenten en Landschappen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 maart 2018.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld