gepubliceerd op 17 juli 2017
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 5.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten voor het jaar 2017 om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werkverplaatsingskosten van hun personeelsleden
29 JUNI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 5.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten voor het jaar 2017 om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werkverplaatsingskosten van hun personeelsleden
DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, Gelet op de ordonnantie van 23 december 2016 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2017, inzonderheid op het beschikbare krediet ingeschreven op basisallocatie 10.005.27.17.43.22;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de minister van Begroting;
Overwegende het protocol 2016/01 afgesloten in het comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat het nodig is om de gemeenten ondersteuning te bieden bij hun mobiliteitsbeleid;
Overwegende dat de gemeenten een financiële impuls moeten krijgen voor het versterken van de beleidsinstrumenten die de zachte mobiliteit van hun personeelsleden aanmoedigen;
Overwegende dat daartoe krachtens het protocol 2016/01 gewestelijke middelen moeten worden vrijgemaakt;
Overwegende dat de personeelsuitgaven belangrijke en terugkerende lasten zijn;
Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die hiertoe zijn ingeschreven op de basisallocatie 10.005.27.17.43.22 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het dienstjaar 2017, wordt een subsidie van 5.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten toegekend om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werkverplaatsingskosten van het gemeentepersoneel.
Art. 2.De gemeente komt in aanmerking voor de subsidie als zij de reglementaire wijzigingen met betrekking tot haar tegemoetkoming in de verplaatsingskosten heeft doorgevoerd en als zij de uitgaven met betrekking tot haar tegemoetkoming heeft opgenomen in haar begroting voor het jaar 2018 inzake woon-werkverplaatsingskosten van haar personeelsleden, waarin de volgende minimumbasis inbegrepen is, waarbij de verschillende posten niet noodzakelijk cumulatief zijn: a) voetgangerspremies, ter hoogte van 0,2/km;b) fietspremies, ter hoogte van 0,2/km;c) MIVB-abonnementen voor 100 % mits een derdebetalersovereenkomst;d) De NMBS-abonnementen ter hoogte van de voorziene bedragen krachtens het koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.
Art. 3.Enkel de onderstaande posten kunnen door de subsidie worden gefinancierd: a) de voetgangerspremies, ter hoogte van 0,2/km;b) de fietspremies, ter hoogte van 0,2/km;c) de MIVB-abonnementen. Wanneer het personeelslid verschillende vervoersmiddelen gebruikt, worden enkel de kosten in verband met het voornaamste vervoersmiddel in beschouwing genomen.
Het maximale subsidiebedrag zoals bedoeld in artikel 2 voor elke gemeente wordt beperkt naar rata van het aantal voltijdse equivalenten bij de gemeente op 30 juni 2017.
Art. 4.§ 1. De betaling van de in artikel 1 bedoelde subsidie gebeurt in een enkele keer: - na ontvangst en analyse van de in § 3 bedoelde verantwoordingsstukken. - tegen overlegging van een schuldvordering gericht aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel volgens de modaliteiten bepaald in § 2, binnen de termijn van 15 dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde rekenplichtige heeft ontvangen.
Na de controle van de bewijsstukken beschikt de begunstigde, vanaf de ontvangst van de brief van de rekenplichtige over 15 dagen tijd om zijn argumenten voor te leggen indien hij niet akkoord gaat met de voorgestelde bedragen.
De bevoegde rekenplichtige neemt de eindbeslissing na analyse van de verweermiddelen van de begunstigde. § 2. De schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel - Directie Comptabiliteit - CCN - Lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80 bus 1, 1035 Brussel.
De schuldvordering vermeldt: - de reden van de betaling, - het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, - het visumnummer voor vastlegging, - het bankrekeningnummer waarop dit bedrag gestort moet worden.
Bovendien moet deze schuldvordering opgesteld worden op papier met briefhoofd, gedateerd en ondertekend door een persoon die gemachtigd is de begunstigde te binden.
Indien bankgegevens gecreëerd of gewijzigd worden, dient een schriftelijk attest van de begunstigde via een apart schrijven naar volgend adres gestuurd te worden: Master Data - Brussel Financiën en Begroting CCN - 8e verdieping (bureau 8.119), Vooruitgangsstraat 80 bus 1, 1035 Brussel. § 3. De bewijsstukken bestaan uit: - het voorleggen van de gewijzigde reglementen alsook elk document dat aantoont dat de kosten met betrekking tot de tegemoetkoming in de verplaatsingskosten wel degelijk opgenomen werden in de begroting 2018 zoals omschreven in artikel 2; - de lijst van de personeelsleden die een tegemoetkoming in hun verplaatsingskosten hebben gekregen, met vermelding van het soort kosten dat in aanmerking werd genomen (MIVB-abonnement, voetgangerspremie en fietspremie) alsook het terugbetaalde bedrag; - een kopie van de MIVB-facturen en van het betalingsbewijs; - een kopie van de verklaringen op erewoord voor de terugbetaling van de voetgangerspremies en fietspremies, ondertekend door de hiërarchische overste van het personeelslid en door de gemeenteontvanger.
De bewijsstukken moeten verplicht ten laatste op 29 juni 2018 ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel Plaatselijke Besturen - Directie Gesubsidieerde Initiatieven, City Center, Kruidtuinlaan 20, 1ste verdieping, 1035 Brussel.
De begunstigde gemeenten moeten ervoor zorgen dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend.
Geen enkel bijkomend stuk zal aanvaard worden na de hierboven vermelde datum.
De controle van deze bewijsstukken door de beherende administratieve dienst moet toelaten vast te stellen of de verrichte uitgaven daadwerkelijk zijn aangegaan voor de verwezenlijking van de acties waarin dit besluit voorziet.
Art. 5.De minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen of zijn Administratie mag de begunstigde alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en mag alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.
Art. 6.De directie Gesubsidieerde Initiatieven van Brussel Plaatselijke Besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel is aangewezen als de administratieve dienst die toeziet op het goed beheer van de door dit besluit toegekende kredieten.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2017.
Art. 8.De minister die bevoegd is voor de Plaatselijke Besturen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 juni 2017.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT