4 MEI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake de bezoldigingsregeling en de weddeschalen van het gemeentepersoneel.

DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, Gelet op artikel 145, § 5, 4°, van de nieuwe gemeentewet, vervangen bij de ordonnantie van 27 februari 2014;

Gelet op het protocol van syndicale onderhandeling nr. 2016/01 van het Comité C, gesloten op 9 mei 2016;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, "gendertest" genaamd, ingevuld op 2 september 2016;

Gelet op advies 59.977/4 van de Raad van State, gegeven op 19 oktober 2016;

Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd voor Plaatselijke Besturen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De bezoldigingsregeling van het gemeentepersoneel voorziet in de toepassing van de functionele loopbaan voor de personeelsleden die houder zijn van een graad in de rangen 1 en 2.

Art. 2.De functionele loopbaan bestaat erin dat het personeelslid, zonder van graad te veranderen, een weddeschaal geniet die een of twee schalen hoger ligt dan de weddeschaal die verbonden is aan zijn graad, zolang hij voldoet aan de eisen die het statuut stelt inzake anciënniteit, evaluatie en vorming. HOOFDSTUK 2. - Functionele loopbaan

Art. 3.Onverminderd art. 5, wordt de verhoging in de rangen E2, D2, C2, B2 en A2 toegekend aan de personeelsleden die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° zes jaar graadanciënniteit tellen;2° over een laatste evaluatievermelding "gunstig" beschikken.

Art. 4.Onverminderd art. 6 wordt de verhoging in de rangen E3, D3, C3, B3 en A3 toegekend aan de personeelsleden die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° vijftien jaar graadanciënniteit tellen;2° over een laatste evaluatievermelding "gunstig" beschikken.

Art. 5.De verhoging in de rangen E2, D2, C2, B2 en A2 wordt toegekend aan de personeelsleden die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° zes jaar graadanciënniteit tellen;2° geëvalueerd zijn en niet over een laatste evaluatievermelding "onvoldoende" beschikken;3° een functie bekleden van de lijst met kritieke functies die door Actiris is bekendgemaakt.

Art. 6.De verhoging in de rangen E3, D3, C3, B3 en A3 wordt toegekend aan de personeelsleden die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° vijftien jaar graadanciënniteit tellen;2° geëvalueerd zijn en niet over een laatste evaluatievermelding "onvoldoende" beschikken;3° een functie bekleden van de lijst met kritieke functies die door Actiris is bekendgemaakt. HOOFDSTUK 3. - Overgang naar een hoger niveau

Art. 7.Onverminderd artikel 8 behoudt het personeelslid zijn graadanciënniteit en rang bij de overgang naar een hoger niveau.

Art. 8.Wanneer een personeelslid met een betrekking van rang 4 of 5 overgaat naar een hoger niveau, dan behoudt hij zijn graadanciënniteit en krijgt hij in dit hogere niveau rang 3 toegekend. Hij krijgt een wedde die minstens gelijk is aan de wedde die hij voordien kreeg.

Art. 9.De weddeschalen die in de gemeenten van kracht zijn bij de inwerkingtreding van dit besluit worden per niveau gekoppeld aan de verschillende rangen die in elk niveau zijn voorzien en waarbij de bestaande codes 1, 2, 3 en 4 respectievelijk gelijkgesteld worden met de rangen 1, 2, 3 en 4.

Art. 10.De minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit, dat van kracht wordt op 30.06.2020.

Brussel, 4 mei 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering