Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 februari 2017
gepubliceerd op 20 maart 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het bodemattest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017011174
pub.
20/03/2017
prom.
16/02/2017
ELI
eli/besluit/2017/02/16/2017011174/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het bodemattest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems, artikelen 11, derde lid, en 12, § 4, tweede lid;

Gelet op het besluit van 24 september 2010 betreffende het bodemattest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën en van het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting; gegeven op 30 mei 2016;

Gezien de gendertest van de respectieve situatie van vrouwen en mannen, zoals bepaald in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen, uitgevoerd op 31 augustus 2016;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu gegeven op 9 november 2016;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad gegeven op 24 november 2016;

Gelet op advies nr. 60.693/1 van de Raad van State, gegeven op 20 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inhoud van het bodemattest

Artikel 1.Definities 1° ordonnantie : ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems 2° bodemattest : attest bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie 3° Instituut : het Brussels Instituut voor Milieubeheer 4° Perceel : kadastraal perceel, of bij ontstentenis van een kadastrale referentie, zone afgebakend door elke andere door het Instituut bepaalde identificerende eenheid 5° Inventaris : Inventaris van de bodemtoestand zoals bepaald in de ordonnantie 6° Risicoactiviteit : risicoactiviteit zoals bepaald in het besluit van 16/7/2015 betreffende de lijst van de risicoactiviteiten 7° Provisie : bedrag gestort op de rekening van het Instituut, bij wijze van provisie om de bodemattesten vooraf te betalen Art.2. Het bodemattest vermeldt alle gegevens bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie, tenzij ze niet beschikbaar zijn. In voorkomend geval vermeldt het Instituut dit in het bodemattest. HOOFDSTUK II. - Aanvraagmodaliteiten voor een bodemattest Afdeling I. - Aanvraag via elektronische weg

Art. 3.§ 1 De aanvraag voor een bodemattest voor een kadastraal perceel, kan bij het Instituut via elektronische weg worden ingediend d.m.v. een digitaal formulier, ontwikkeld en ter beschikking gesteld door het Instituut. Dit formulier bevat een digitale versie van het kadasterplan en voorziet de mogelijkheid tot betaling van de vergoeding. De vergoeding kan ofwel online betaald worden, ofwel via overschrijving, ofwel via het gebruik van een provisie die wordt vastgelegd bij het Instituut.

Indien het om een aanvraag gaat voor een niet-gekadastreerd perceel of een perceel waarvan de kadastrale referenties zich niet op het kadasterplan van de kaart van het digitaal formulier bevinden, dient de aanvraag vergezeld te zijn van een uittreksel uit de kadastrale legger voor het perceel bedoeld in de aanvraag of, indien dat niet beschikbaar is, de kadastrale sectie of afdeling alsook een plan dat de ligging van het perceel aanduidt, de omtrek en eventueel een identificatie.

Bij gebrek aan een kadastrale referentie, bepaalt het Instituut het gebied aan de hand van elke andere identificatie op basis van, onder meer, de gegevens verstrekt door de aanvrager. § 2 Elke aanvrager kan een provisie aanleggen op de rekening van het Instituut voor een bedrag naar zijn eigen keuze. § 3 Indien de aanvrager geen gebruik kan maken van een provisie, of van een online betaling, maakt hij de vergoeding over op de rekening van het Instituut met vermelding van zijn naam en het perceel waarvoor hij een aanvraag indient. Hij voegt in bijlage aan het elektronische formulier een bewijs van betaling toe. Afdeling II. - Aanvraag via aangetekend schrijven

Art. 4.§ 1 De aanvraag voor een bodemattest voor een perceel, bij het Instituut ingediend d.m.v. een aangetekend schrijven omvat : - het standaardformulier beschikbaar op de website van het Instituut, behoorlijk ingevuld - een bewijs van betaling van de vergoeding - een kadastraal uittreksel van het perceel voorwerp van de aanvraag of, bij gebrek, de sectie of kadastrale afdeling Bij gebrek aan een kadastrale referentie, voegt de aanvrager een plan toe dat de lokalisatie, de omtrek en eventueel een identificatie van het perceel aanduidt. Het Instituut bepaalt de identificatie van het gebied op basis van, onder meer, de gegevens verstrekt door de aanvrager. § 2 De aanvrager maakt de vergoeding over op de rekening van het Instituut, met vermelding van zijn naam en het perceel waarvoor hij een aanvraag indient (zoals aangegeven in het aanvraagformulier). Afdeling III. - Onontvankelijkheid

Art. 5.§ 1 Het Instituut verklaart de aanvraag onontvankelijk welke niet beantwoordt aan de bepalingen zoals beschreven in artikel 3 of 4 § 2 De onontvankelijkheidsverklaring wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen 10 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag. § 3 De aanvrager kan de eventuele vereiste aanvullende elementen nog meedelen binnen 60 dagen na de kennisgeving van de beslissing van onontvankelijkheid.

Worden deze aanvullende elementen niet meegedeeld, dan kan de aanvrager de terugbetaling van de betaalde vergoeding vragen. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de vergoeding voor een bodemattest

Art. 6.§ 1 Het basistarief van de vergoeding voor een bodemattest is vastgelegd op 36 €. § 2 Indien de aanvraag niet werd ingediend via het elektronische formulier zoals beschreven in § 1 van artikel 3 van dit besluit, wordt een meerprijs van 60 € toegevoegd aan het basistarief. § 3 Indien de aanvraag een niet-gekadastreerd perceel betreft, wordt een meerprijs van 60 € toegevoegd aan het basistarief. § 4 Indien de aanvrager wenst dat zijn aanvraag dringend wordt behandeld zoals bepaald in artikel 7 § 2 van dit besluit, wordt een meerprijs van 500 € toegevoegd aan het basistarief. § 5 Het basistarief wordt vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, één keer om de twee jaar aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen : het vigerende bedrag wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller overeenstemt met het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van aanpassing van het vigerende bedrag en waarvan de noemer overeenstemt met het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het vigerende bedrag is vastgesteld. Het geïndexeerde bedrag wordt afgerond naar de volgende eenheid en wordt door het Instituut aangekondigd op zijn website. HOOFDSTUK IV. - Uitreikingsmodaliteiten voor een bodemattest

Art. 7.§ 1 Overeenkomstig artikel 12, § 4, eerste lid, van de ordonnantie, reikt het Instituut het bodemattest uit binnen een termijn van 20 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag conform artikel 3 of 4. § 2 Het Instituut reikt het bodemattest uit binnen een termijn van 5 werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van een dringende aanvraag conform artikel 3, met uitzondering van de werkdagen tijdens de jaarlijkse sluiting van het Instituut tussen 25 december en 1 januari. § 3 Het bodemattest wordt door het Instituut afgeleverd langs elektronische weg of per aangetekend schrijven indien de aanvrager niet over een elektronisch adres beschikt. § 4 Het Instituut reikt een bodemattest uit voor elk perceel. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur van een bodemattest

Art. 8.§ 1 Wanneer een bodemattest aangeeft dat een perceel in de inventaris van de bodemtoestand is opgenomen in één van de categorieën beschreven in artikel 3, ° 15 van de ordonnantie, hangt de geldigheidsduur van dat attest af van de bodemcategorie waarin het betreffende perceel is ingedeeld : - Categorie 0 : het bodemattest blijft maximaal 1 jaar geldig te rekenen vanaf de datum van uitreiking; - Categorie 1 en 2 : het bodemattest blijft onbeperkt geldig; - Categorie 3 : het bodemattest blijft maximaal 1 jaar geldig te rekenen vanaf de datum van uitreiking; - Categorie 4 : het bodemattest blijft maximaal 1 jaar geldig te rekenen vanaf de datum van uitreiking. § 2 Wanneer categorie 0 samenvalt met categorie 1, 2, 3 of 4, blijft het bodemattest maximaal 1 jaar geldig na de datum van uitreiking. § 3 Als het perceel waarvoor de aanvraag wordt ingediend niet is opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand, blijft het bodemattest maximaal 1 jaar geldig na de datum van uitreiking. § 4 In afwijking van §§ 1, 2 en 3 is het bodemattest niet langer geldig indien er zich één van volgende veranderingen heeft voorgedaan : - Actuele of voormalige uitbating van andere risicoactiviteiten dan diegene die in het bodemattest vermeld worden, of verderzetting van de risicoactiviteiten tot na de datum vermeld op het bodemattest, of stopzetting van de op het bodemattest vermelde risicoactiviteiten - Toevallige ontdekking van bodemverontreiniging gedurende uitgravingswerken, andere dan de ontdekkingen van bodemverontreiniging die reeds vermeld worden op het bodemattest; - Elke gebeurtenis die bodemverontreiniging kan veroorzaken, behalve de risicoactiviteiten en de motieven die een vermoeden van verontreiniging rechtvaardigen die al vermeld zijn op het bodemattest; - De administratieve gegevens van het perceel, met name de afperking, de kadastrale referentie en de bestemming; - Het niet respecteren van of een verandering in de voorwaarden vermeld in de gelijkvormigheidsverklaringen of slotverklaringen zoals bepaald in de artikelen 15, 27, 31, 35, 40, 43 en 48 van de ordonnantie en vermeld op het bodemattest; § 5 Indien het bodemattest dat werd afgeleverd voor een terrein in categorie 0 of een categorie die overlapt met de categorie 0 nog steeds geldig is, en er na het afleveren ervan bodemstudies of -werken werden uitgevoerd, dan vervolledigen de gelijkvormigheidsverklaring en de slotverklaring van deze studies of werken de inhoud van het bodemattest en doen deze de geldigheid ervan niet vervallen. § 6 Een bodemattest is slechts voor één enkele vervreemding van zakelijke rechten of één enkele overdracht van milieuvergunning met risicoactiviteiten geldig. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 9.De ontvankelijke bodemattestaanvragen die voor de inwerkingtreding van dit besluit werden aangevraagd, worden geacht conform te zijn met de bepalingen van dit besluit.

De bodemattesten die voor de inwerkingtreding van dit besluit werden uitgereikt en die op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit geldig zijn, worden geacht conform te zijn met de bepalingen van dit besluit. Deze attesten zijn geldig voor de duur die erop vermeld staat.

Art. 10.Het besluit van 24 september 2010 betreffende het bodemattest wordt opgeheven.

Art. 11.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 februari 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor leefmilieu, C. FREMAULT

^