Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016
gepubliceerd op 14 april 2016

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2016031261
pub.
14/04/2016
prom.
24/03/2016
ELI
eli/besluit/2016/03/24/2016031261/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 MAART 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 8, eerste lid;

Gelet op de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, gewijzigd door de ordonnantie van 28 mei 2015, de artikelen 4, 5, 1°, laatste lid en 2°, a) en c), 5/1, 6, §§ 3 en 4, 7, §§ 2 tot 4, 8, §§ 2, 4 en 5, 10, §§ 2 tot 4, 12, §§ 2 tot 4, 13, §§ 2 tot 4, 16, §§ 1, 2/1 en 3, 18, 19, lid 2, 21, lid 4, 22, § 1, 24, 25, § 2, 26, §§ 1 en 2, 27 en 28;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 17 september 2015;

Gelet op de gendertest van 2 juli 2015 uitgevoerd in toepassing van artikel 13, § 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juli 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juli 2015;

Gelet op het advies nr. 58.640/1 van de Raad van State, gegeven op 18 januari 2016, krachtens artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister van Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit besluit zet de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en van de Europese Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt gedeeltelijk om. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° ordonnantie: de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies;2° gemeubileerde vakantiewoning: elk toeristisch logies voorbehouden aan het uitsluitend gebruik door de huurder, uitgerust met het nodige meubilair voor een verblijf behalve kookfaciliteiten;3° minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme;4° bestuur: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;5° directeur-diensthoofd Economie: de directeur-diensthoofd Economie van het bestuur of iedere door hem aangeduide ambtenaar van niveau A onderworpen aan zijn hiërarchisch gezag, alsook, in zijn afwezigheid, de directeur-generaal van het bestuur;6° burgemeester: de burgemeester van de gemeente waar het toeristische logies gelegen is;7° basiscapaciteit: het aantal personen waarvoor een toeristisch logiesverstrekkende inrichting is ontworpen en wordt verhuurd;8° maximumcapaciteit: de basiscapaciteit verhoogd met het aantal toeristen die kunnen overnachten in logeerbedden;9° samengetelde capaciteit: de optelsom van de maximumcapaciteiten van de toeristische logies gelegen in eenzelfde gebouw;10° logieseenheid: een hotelkamer, een gastenkamer of elke ruimte van een toeristisch logies waar een of meer toeristen verblijven;11° basisnormen: de federale bepalingen inzake de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen;12° specifieke veiligheidsnormen: de veiligheidsnormen inzake brandbescherming die eigen zijn aan de toeristisch logiesverstrekkende inrichtingen;13° gebouwgedeelte: elk deel van een bouwwerk dat een overdekte ruimte vormt die toegankelijk is voor personen, met een eigen ingang naar buiten, waarvan de muren één uur lang vuurbestendig zijn en waarvan de openingen binnenshuis worden gesloten door middel van onderdelen die een half uur lang vuurbestendig zijn. Afdeling 2. - Algemene bepalingen met betrekking tot de termijnen

Art. 3.De krachtens de ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen bepaalde termijnen zijn uitgedrukt in kalenderdagen. Deze termijnen gaan in op de dag na de dag van de handeling.

De dag waarop de termijn verstrijkt, wordt in de termijn meegerekend.

Indien deze dag echter op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, wordt hij naar de eerstvolgende werkdag verschoven.

Voor een ter post aangetekend schrijven geldt de poststempel als bewijs. Afdeling 3. - Bijkomende categorieën en subcategorieën

Art. 4.§ 1. In de categorie "toerismeverblijf" bedoeld in artikel 3, 6° van de ordonnantie, wordt er een subcategorie genaamd "gemeubileerde vakantiewoning" gecreëerd. § 2. Het gebruik van de benaming "gemeubileerde vakantiewoning", van een gelijkgestelde benaming of van een andere door de directeur-diensthoofd Economie gelijkwaardig geachte benaming, van een vertaling of een schrijfwijze waardoor verwarring zou kunnen ontstaan met de benaming "gemeubileerde vakantiewoning" is voorbehouden aan de exploitant van een logies dat overeenkomstig artikel 16 van de ordonnantie werd geregistreerd en voldoet aan de specifieke voorwaarden van de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning", bepaald door en krachtens de ordonnantie. § 3. De exploitant van een toeristisch logies geregistreerd in de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning" brengt het identificatielogo aan van de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning". HOOFDSTUK III. - Bijkomende specifieke exploitatievoorwaarden

Art. 5.§ 1. De bijkomende specifieke exploitatievoorwaarden bedoeld in de artikels 6 tot 8, 10, 12 en 13 van de ordonnantie worden bepaald: 1° voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "hotel", door bijlage 1;2° voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "aparthotel", door bijlage 2;3° voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "toerismeverblijf" en de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning", door bijlage 3;4° voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "logies bij de bewoner", door bijlage 4;5° voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "verblijfscentrum voor sociaal toerisme", door bijlage 5;6° voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "kampeerterrein", door bijlage 6. § 2. De minister kan de in de eerste paragraaf bedoelde bijlagen aanpassen wanneer dat om technische redenen noodzakelijk blijkt. HOOFDSTUK IV. - Voorafgaande aangifte en registratie Afdeling 1. - Procedure voor voorafgaande aangifte

Art. 6.§ 1. De exploitant dient zijn aangifte in bij de directeur-diensthoofd Economie, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven, hetzij via e-mail, door middel van het formulier voor voorafgaande aangifte opgesteld door het bestuur.

Wanneer de aangever niet de in artikel 3, 10° van de ordonnantie bedoelde exploitant is, krijgt de eerste door deze laatste hiertoe een mandaat. § 2. Het in § 1 bedoelde formulier vermeldt minstens de volgende gegevens: 1° de naam, de voornaam en het adres van de exploitant;2° als de exploitant een rechtspersoon is, de naam en de voornaam van de natuurlijke persoon belast met het dagelijkse beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;3° in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de exploitant;4° het adres en de beschrijving van de plaats en van de diensten die door de toeristische logiesverstrekkende inrichting worden aangeboden;5° de handelsnaam van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;6° de basiscapaciteit en de maximumcapaciteit van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;7° de instemming van de exploitant met de controle als voorzien in artikel 16, § 3 van de ordonnantie;8° de gevraagde categorie of subcategorie met het oog op de registratie.

Art. 7.§ 1. Aan de voorafgaande aangifte worden de volgende documenten toegevoegd: 1° het bewijs van de identiteit van de exploitant en, wanneer de exploitant een rechtspersoon is, een afschrift van de geldende gecoördineerde statuten;2° in voorkomend geval, het bewijs van de aanstelling van de natuurlijke persoon belast met het dagelijkse beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;3° in voorkomend geval, het bewijs van het in artikel 6, § 1, lid 2 bedoelde mandaat;4° een afschrift van de verzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 5, 1°, c) van de ordonnantie en een bewijs van betaling van de premie voor het lopende jaar;5° het afschrift van het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing voor het gebouw waarin het toeristische logies gelegen is of, als de exploitant niet de eigenaar of de mede-eigenaar van het gebouw is, een afschrift van het huurcontract;6° wanneer de exploitant niet de eigenaar is van het gebouw waarin het toeristische logies is gelegen, een schriftelijk akkoord van de eigenaar met betrekking tot de uitbating van dit gebouw als toeristisch logies;7° wanneer het gebouw een mede-eigendom is, een schriftelijk akkoord van de Algemene vergadering van mede-eigenaars met betrekking tot de uitoefening van de uitbatingsactiviteit voor toeristische logies in het gebouw. Bij twijfel over de mogelijkheid om het gebouw aan te wenden voor een activiteit van toeristisch logies kan de directeur-diensthoofd Economie vragen om eender welk bijkomend bewijsstuk voor te leggen dat deze twijfel kan wegnemen; 8° een uittreksel uit het strafregister bestemd voor een openbaar bestuur en afgeleverd sinds minder dan drie maanden op naam van de exploitant, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon;9° als de exploitant een rechtspersoon is, een uittreksel uit het strafregister bestemd voor een openbaar bestuur en afgeleverd sinds minder dan drie maanden in naam van de persoon die belast is met het dagelijkse beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;10° het brandveiligheidsattest bedoeld in artikel 5, 2°, a) van de ordonnantie of, indien artikel 27 van toepassing is, het vereenvoudigde controleattest;11° het attest bedoeld in artikel 5, 2°, b) van de ordonnantie dat aantoont dat de toeristische logiesverstrekkende inrichting de wettelijke bepalingen betreffende de ruimtelijke ordening en de stedenbouw naleeft;12° een plan op een schaal 1/100, 1/200 of 1/500 van de toeristische logiesverstrekkende inrichting, behalve voor de inrichtingen van de categorie "toerismeverblijf" en "logies bij de bewoner" waarvoor een plan zonder schaal mag worden voorgelegd, op voorwaarde dat de maximumcapaciteit van de inrichting kleiner is dan tien personen en de exploitant er zijn hoofdverblijf heeft gevestigd; Het plan op schaal duidt minstens het volgende aan: a) de verdiepingen van de inrichting waarop de activiteit aangaande het toeristische logies betrekking heeft;b) de exacte bestemming van elke verdieping van de betrokken inrichting;c) de plaatsen die enkel toegankelijk zijn voor de toeristen;d) de eventuele privéruimtes;13° de foto's van de toeristische logiesverstrekkende inrichting ter illustratie van de inlichtingen bedoeld in artikel 6, § 2, 4°. § 2. De minister kan de in § 1 bedoelde lijst van voor te leggen stukken aanpassen zodra het voor het bestuur in rechte en technisch mogelijk is om een of meer van de stukken rechtstreeks bij de bevoegde instellingen te verkrijgen.

Art. 8.§ 1. Binnen veertien dagen na ontvangst van de aangifte bevestigt de directeur-diensthoofd Economie aan de aangever de ontvangst van zijn dossier. Deze bevestiging wordt bij een ter post aangetekend schrijven of via e-mail verstuurd, naargelang van de manier waarop de aangifte werd ingediend.

Als het dossier onvolledig is, verduidelijkt de directeur-diensthoofd Economie dat de aangifte voorlopig onontvankelijk is en voegt hij bij zijn schrijven de kennisgeving van de ontbrekende stukken en gegevens. § 2. De aangever van wie het dossier onvolledig is, beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de verzendingsdatum van de in § 1 bedoelde kennisgeving van de ontbrekende stukken en gegevens om zijn dossier te vervolledigen. Hij bezorgt de vermelde stukken aan de directeur-diensthoofd Economie via e-mail of bij een ter post aangetekend schrijven.

Binnen veertien dagen na de ontvangst van de ontbrekende documenten, stukken of gegevens bevestigt de directeur-diensthoofd Economie: 1° de voornoemde ontvangst, met vermelding van de datum;2° de volledigheid van het dossier. Indien de directeur-diensthoofd Economie na het verstrijken van de termijn van dertig dagen zoals bedoeld in deze paragraaf, Directeur-diensthoofd niet beschikt over alle stukken, wordt de aangifte definitief onontvankelijk verklaard. Hij stelt de aangever hiervan in kennis. Afdeling 2. - Registratieprocedure

Art. 9.§ 1. Binnen dertig dagen na de verzending van het ontvangstbewijs van het volledige dossier onderzoekt de directeur-diensthoofd Economie de conformiteit van het dossier door de geldigheid van de stukken waaruit het dossier is samengesteld te controleren. Hij kan hiervoor een beroep doen op de tussenkomst van de ambtenaren bedoeld in artikel 24 van de ordonnantie. § 2. Wanneer de directeur-diensthoofd Economie vaststelt dat het dossier conform is, bezorgt hij de aangever het registratienummer dat hem werd toegewezen. Hij voegt er het identificatielogo bij van de categorie of subcategorie van de benaming waaronder de toeristische logiesverstrekkende inrichting werd geregistreerd.

Indien het registratienummer niet binnen de in § 1 voorziene termijn wordt verzonden, wordt de registratie als geweigerd beschouwd. § 3. Wanneer de directeur-diensthoofd Economie vaststelt dat het dossier niet conform is of de aangever het overeenkomstig § 1 te verrichten onderzoek verhindert, geeft hij bij een ter post aangetekend schrijven kennis van zijn weigering om tot de registratie over te gaan. Hij duidt daarbij aan welke stukken uit het dossier ongeldig zijn of niet konden worden onderzocht.

In de kennisgeving van de weigeringsbeslissing worden de beroepsmogelijkheden, de bevoegde instanties om dit beroep te onderzoeken, de geldende vormvereisten en de na te leven termijnen verduidelijkt. Afdeling 3. - Wijziging van de registratie

Art. 10.De elementen die aanleiding kunnen geven tot een wijziging van de registratie zijn: 1° de aanpassingen van de gegevens en de inlichtingen bedoeld in de artikels 6 en 7;2° de wijzigingen die aanleiding geven tot de vernieuwingsverplichting van het brandveiligheidsattest of het vereenvoudigde controleattest, zoals bedoeld in de artikels 25, § 2 en 33, § 2;3° de wijzigingen die niet van die aard zijn dat de brandveiligheid van het gebouw van het toeristische logies in vraag zou kunnen worden gesteld, en die betrekking hebben op: a) de installatie of de aanpassing van de leidingen en gastoestellen en vaste LPG-tanks;b) de installatie of de aanpassing van de rookgasafvoerleidingen van de verwarmingstoestellen;c) de installatie, de aanpassing of de uitbreiding van een elektriciteitsnetwerk.

Art. 11.Om te kunnen overgaan tot de wijziging van de registratie geregeld in artikel 22 van de ordonnantie, dient de exploitant zijn verzoek in bij de directeur-diensthoofd Economie, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven, hetzij via e-mail, door middel van het door het bestuur opgesteld formulier.

Het formulier vermeldt minstens de volgende gegevens: 1° het registratienummer van de betrokken toeristische logiesverstrekkende inrichting;2° de lijst van gegevens en inlichtingen, zoals bedoeld in de artikels 6 en 7, waarop de exploitant aanduidt of invult welke gegevens zijn gewijzigd. In de in artikel 10, 3° bedoelde gevallen voegt de exploitant bij het formulier de door een erkend organisme afgeleverde conformiteitsattesten toe met betrekking tot de aangepaste installaties en uitrusting.

Art. 12.§ 1. Binnen veertien dagen na de ontvangst van de aanvraag tot wijziging van de registratie bezorgt de directeur-diensthoofd Economie aan de exploitant het overzicht van de stukken en documenten die hem moeten worden bezorgd met het oog op de wijziging van de registratie. § 2. De exploitant beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de datum van verzending van het overzicht van de stukken zoals bedoeld in paragraaf § 1 om de stukken en documenten via e-mail of bij een ter post aangetekend schrijven in te dienen.

De in § 1 bedoelde termijn van dertig dagen wordt verlengd als het verzoek tot wijziging van de registratie wordt gedaan in het kader van aanpassingen, zoals bedoeld in de artikels 25, § 2 en 33, § 2.

Om de in het tweede lid bedoelde verlenging te genieten, bezorgt de exploitant aan de directeur-diensthoofd Economie het afschrift van het door de burgemeester verstuurde ontvangstbewijs van de aanvraag voor het brandveiligheidsattest of voor het vereenvoudigde controleattest. Afdeling 4. - Beroep tegen een beslissing van weigering,

schorsing of intrekking van het registratienummer

Art. 13.Het beroep zoals bedoeld in artikel 21 van de ordonnantie, wordt bij een ter post aangetekend schrijven ingediend bij de minister. De exploitant zet er zijn argumenten in uiteen.

Binnen veertien dagen bevestigt de directeur-diensthoofd Economie de ontvangst en het al dan niet ontvankelijk karakter ervan.

De termijn van 90 dagen waarover de minister beschikt om zich uit te spreken over het beroep, gaat in vanaf de datum van verzending van het ontvangstbewijs zoals bedoeld in het eerste lid.

In geval van een weigering zoals bedoeld in artikel 9, § 2, tweede lid, begint de in artikel 21, eerste lid bedoelde termijn van de ordonnantie te lopen bij het verstrijken van de termijn van dertig dagen bedoeld in artikel 9, § 1. HOOFDSTUK V. - Informatieverplichtingen Afdeling 1. - Aan de toeristen te bezorgen informatie

Art. 14.§ 1. Onverminderd de artikels 22 en 23 van de ordonnantie van 19 mei 2011 tot gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt de exploitant de volgende informatie ter beschikking van de toeristen die gebruik zouden kunnen maken van zijn inrichting: 1° de contactgegevens van het bestuur;2° het registratienummer. § 2. De exploitant stelt de volgende informatie ter beschikking van de toeristen die gebruik maken van zijn inrichting: 1° als de exploitant een rechtspersoon is, de contactgegevens van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;2° de openingsuren van de toeristische logiesverstrekkende inrichting. Deze informatie wordt op een voor de toeristen zichtbare en toegankelijke plaats uitgehangen. Ze kan ook aan de toeristen worden voorgelegd via de overhandiging van een schriftelijk document. § 3. Naast de in paragrafen 1 en 2 vermelde informatie brengt de exploitant van een kampeerterrein op een zichtbare plaats, dichtbij de hoofdingang of het onthaal, een plattegrond aan van het terrein waarop minstens de volgende gegevens worden vermeld: 1° de ligging en nummering van de kampeerplaatsen;2° de ligging van het onthaal;3° de plaats die bestemd is voor de inzameling van afval;4° de plaats waar zich de brandbeveiligingsuitrusting bevindt;5° de parkeerplaatsen voor bezoekers;6° de parkeerplaatsen op het terrein die zijn voorbehouden aan toeristen;7° de sanitaire voorzieningen en installaties;8° de waterafname- en lozingspunten;9° de zone die bestemd is voor sport, spel en recreatie, alsook de recreatievoorzieningen;10° een huishoudelijk reglement waarin minstens het verbod om wagens te parkeren op de toegangs-, hoofd- en zijwegen is opgenomen;11° de verplichting om de goede zeden, de openbare orde en de nachtrust te respecteren;12° de dagelijkse openings- en sluitingsuren van het terrein en de jaarlijkse sluitingsperiode. Afdeling 2. - Te leveren informatie voor statistische doeleinden

Art. 15.De exploitant bezorgt het Nationaal Instituut voor de Statistiek de volgende statistische gegevens betreffende de afgelopen maand in de vorm, binnen de termijn en volgens de regelmaat zoals voorgeschreven en toegepast door dit instituut: 1° het aantal overnachtingen;2° de gemiddelde verblijfsduur;3° het gemiddeld aantal aankomsten en overnachtingen, volgens het land van herkomst;4° het aantal logieseenheden;5° als de toeristische logiesverstrekkende inrichting is geregistreerd onder de categorie "kampeerterrein", het aantal plaatsen voor kortkampeerders, gebouwde plaatsen en het totaal. HOOFDSTUK VI. - Logo

Art. 16.De minister bepaalt de modellen voor de logo's zoals bedoeld in de ordonnantie, respectievelijk in: 1° artikel 6, § 3, lid 2;2° artikel 7, § 3, lid 2;3° artikel 8, § 4, lid 2;4° artikel 10, § 3, lid 2;5° artikel 12, § 3;6° artikel 13, § 3. Het identificatielogo vermeldt minstens de benaming van de categorie van toeristisch logies die het identificeert, de geregistreerde benaming en het registratienummer van het toeristische logies waarvoor het werd toegewezen.

Art. 17.Het logo wordt zichtbaar aangebracht in de buurt van de ingang van de toeristische logiesverstrekkende inrichting.

Art. 18.Het logo blijft de eigendom van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het staat de geregistreerde toeristische logiesverstrekkende inrichting of haar partners aan wie het een communicatie- of reclameopdracht heeft toevertrouwd vrij om het logo te reproduceren in elke communicatie of reclame voor toeristen en derden met betrekking tot de uitbating van de inrichting, ongeacht de vorm ervan.

Bij intrekking van het registratienummer of bij stopzetting van de activiteit wordt het logo terugbezorgd bij een ter post aangetekend schrijven, binnen dertig dagen vanaf de datum van verzending van de kennisgeving van de intrekkingsbeslissing van het registratienummer of binnen dertig dagen vanaf de datum van stopzetting van de activiteit.

In die gevallen verliest de inrichting haar gebruiks- en reproductierechten van het logo, zoals bedoeld in het tweede lid. HOOFDSTUK VII. - Brandbescherming Afdeling 1. - Brandveiligheidsattest

Art. 19.De minister bepaalt het model van het brandveiligheidsattest.

Onderafdeling 1. - Procedure voor de toekenning van het brandveiligheidsattest

Art. 20.De aanvraag van het brandveiligheidsattest of tot vernieuwing van dit attest wordt bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de burgemeester door middel van het door het bestuur opgestelde formulier.

Een aanvraag kan betrekking hebben op meerdere gebouwen. De aanvrager dient voor elke in zijn inrichting uitgebate categorie van logies een aanvraag van brandveiligheidsattest in. De burgemeester onderzoekt deze aanvragen samen.

Art. 21.Binnen veertien dagen na de ontvangst van de aanvraag van het brandveiligheidsattest: 1° bezorgt de burgemeester een afschrift van de aanvraag aan Brussel - Preventie & Veiligheid, die deze onverwijld doorstuurt naar de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulpverlening;2° verzendt hij een ontvangstbewijs naar de aanvrager.

Art. 22.Binnen zestig dagen na de ontvangst van het afschrift van de attestaanvraag bezorgt Brussel - Preventie & Veiligheid het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, zoals bedoeld in het artikel 5, 2°, a) van de ordonnantie, aan de burgemeester.

Art. 23.Binnen dertig dagen na de ontvangst van het door Brussel - Preventie & Veiligheid afgeleverde advies doet de burgemeester uitspraak over de aanvraag van het brandveiligheidsattest. Wanneer de burgemeester afwijkt van dit advies, geeft hij de redenen daarvoor op.

De burgemeester stelt de aanvrager bij een ter post aangetekend schrijven onmiddellijk in kennis van zijn beslissing. Hij voegt het advies van Brussel - Preventie & Veiligheid bij zijn schrijven.

Zodra de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken, wordt de aanvraag van het brandveiligheidsattest als geweigerd beschouwd.

Art. 24.De weigeringsbeslissing van de burgemeester vermeldt de beroepsmogelijkheden, de bevoegde instanties om dit beroep te onderzoeken, de geldende vormvereisten en de na te leven termijnen.

Onderafdeling 2. - Geldigheid van het brandveiligheidsattest

Art. 25.§ 1. Het brandveiligheidsattest is vijf jaar geldig.

De geldigheidsduur van het brandveiligheidsattest wordt echter verlengd tot aan het einde van het onderzoek van de aanvraag tot vernieuwing van dit attest, voor zover deze aanvraag werd ingediend binnen de zes maanden voorafgaand aan de datum waarop zijn geldigheid verstrijkt. § 2. In afwijking van de eerste paragraaf vervalt het bestaande brandveiligheidsattest en moet er een nieuw attest worden verkregen wanneer er in het gebouw, het gebouwgedeelte of zijn uitrusting aanpassingen zijn gebeurd die de brandveiligheid in het gedrang zouden kunnen brengen, zoals: 1° de inrichting van nieuwe ruimtes voor de toeristen, zoals kamers, vergaderzalen, keukens, salons;2° de wijziging of de reorganisatie van de evacuatiewegen;3° ruwbouwwerken voor de installatie van een personen- of goederenlift;4° elke verbouwing waarvoor een bouwvergunning is vereist. De geldigheidsduur van het bestaande brandveiligheidsattest wordt echter verlengd tot aan het einde van het onderzoek van de aanvraag van een nieuw attest, voor zover deze aanvraag uiterlijk dertig dagen na het einde van de werken werd ingediend. Indien de werken worden onderbroken wordt, om deze verlenging te kunnen genieten, de aanvraag ingediend binnen dertig dagen na deze onderbreking. Afdeling 2. - Specifieke veiligheidsnormen

Art. 26.De normen inzake brandveiligheid zoals bedoeld in artikel 5, 2°, a) van de ordonnantie waaraan de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen moeten voldoen met het oog op het verkrijgen van een brandveiligheidsattest, worden voor elk van de categorieën en subcategorieën voor toeristisch logies, bepaald volgens de verdeling die is vastgelegd in bijlage 7. Afdeling 3. - Vereenvoudigd controleattest

Art. 27.§ 1. Met het oog op de registratie onder de categorieën bedoeld in artikel 3, 6° of 7° van de ordonnantie, kan de toeristische logiesverstrekkende inrichting het voorwerp uitmaken van een vereenvoudigd controleattest: 1° als de maximumcapaciteit van het logies lager is dan tien personen en er zich in hetzelfde gebouw geen enkele andere logies bevindt;2° of als de inrichting zich in een gebouw bevindt waar verschillende toeristische logies zijn ondergebracht waarvan de samengetelde capaciteit lager is dan tien personen. § 2. In afwijking van § 1 maakt het toeristische logies dat wordt uitgebaat door een exploitant die meer dan vijf logies tegelijk uitbaat, het voorwerp uit van een brandveiligheidsattest met het oog op zijn registratie onder de categorie bedoeld in artikel 3, 6° van de ordonnantie.

Art. 28.De minister bepaalt het model van het vereenvoudigde controleattest.

Onderafdeling 1. - Procedure voor de toekenning van het vereenvoudigde controleattest

Art. 29.De aanvraag van het vereenvoudigde controleattest of tot vernieuwing van dit attest wordt bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de burgemeester door middel van het door het bestuur opgestelde formulier.

De aanvrager voegt bij zijn aanvraag de door een erkend organisme afgeleverde conformiteitsattesten voor de toeristische logiesverstrekkende inrichting met betrekking tot: 1° de elektrische installatie;2° de verwarmingsinstallatie met inbegrip van schouwen en rookkanalen;3° de gasinstallatie en -leidingen, met inbegrip van de hierop aangesloten toestellen. De conformiteitsattesten mogen niet meer dan twee jaar vóór de indiening van de aanvraag van het vereenvoudigde controleattest zijn uitgereikt. Er mag geen enkele aanpassing zoals bedoeld in artikel 33, § 2 zijn uitgevoerd sinds de aflevering van deze attesten.

Art. 30.Binnen veertien dagen na de ontvangst van de aanvraag van het vereenvoudigde controleattest bezorgt de burgemeester een ontvangstbewijs aan de aanvrager.

Art. 31.§ 1. Binnen dertig dagen na de datum van verzending van het ontvangstbewijs stelt de burgemeester de aanvrager in kennis van zijn beslissing bij een ter post aangetekend schrijven. § 2. Als de aanvrager na het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn geen beslissing van de burgemeester heeft ontvangen, wordt de aanvraag als geweigerd beschouwd.

Art. 32.Wanneer de burgemeester het vereenvoudigde controleattest weigert toe te kennen, vermeldt hij de beroepsmogelijkheden, de bevoegde instanties om dit beroep te onderzoeken, de geldende vormvereisten en de na te leven termijnen.

Onderafdeling 2. - Geldigheid van het vereenvoudigde controleattest

Art. 33.§ 1. Het vereenvoudigde controleattest is vijf jaar geldig.

De geldigheidsduur van het vereenvoudigde controleattest wordt echter verlengd tot aan het einde van het onderzoek van een aanvraag tot vernieuwing van dit attest, voor zover de aanvraag ten minste zes maanden vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn wordt ingediend. § 2. In afwijking van § 1 vervalt het vereenvoudigde controleattest en moet een nieuw attest worden bekomen wanneer: 1° de voorwaarden bedoeld in artikel 27 niet langer vervuld zijn;2° het gebouw of zijn uitrusting aanpassingen hebben ondergaan die de brandveiligheid ervan in het gedrang kunnen brengen, zoals: a) de inrichting van nieuwe ruimtes voor de toeristen, zoals kamers of keukens;b) elke verbouwing waarvoor een bouwvergunning is vereist;c) de installatie of de aanpassing van de leidingen en gastoestellen en vaste LPG-tanks;d) de installatie of de aanpassing van de rookgasafvoerkanalen van de verwarmingstoestellen;e) de installatie, de aanpassing of de uitbreiding van een elektriciteitsnetwerk. De geldigheidsduur van het bestaande vereenvoudigde controleattest wordt echter verlengd tot aan het einde van het onderzoek van de aanvraag van een nieuw vereenvoudigd controleattest, of, in het geval zoals bedoeld in lid 1, 1°, voor een brandveiligheidsattest, voor zover deze aanvraag uiterlijk binnen dertig dagen na het einde van de werken werd ingediend. Indien de werken worden onderbroken wordt, om deze verlenging te kunnen genieten, de aanvraag ingediend binnen dertig dagen na deze onderbreking. Afdeling 4. - Beroep

Art. 34.§ 1. De aanvrager die in kennis werd gesteld van een weigeringsbeslissing van de burgemeester, kan binnen dertig dagen na ontvangst van die kennisgeving bij de minister een gemotiveerd beroep instellen tegen die beslissing.

Bij een weigering zoals bedoeld in artikel 31, § 2 begint de in lid 1 bedoelde termijn te lopen vanaf de vervaldatum van de in artikel 31, § 1 bedoelde termijn.

In het beroep kan de aanvrager om een afwijking van bepaalde veiligheidsnormen verzoeken waaraan naar oordeel van de burgemeester niet is voldaan. Hij kan ook vragen om te worden gehoord door de brandveiligheidscommissie, zoals bedoeld in afdeling 5. § 2. Het beroep is niet opschortend. Wanneer het beroep echter wordt ingediend tegen een weigeringsbeslissing om het attest te vernieuwen, wordt de geldigheidsduur van het bestaande attest verlengd tot aan de uitspraak in beroep.

Art. 35.Het beroep wordt bij een ter post aangetekend schrijven verstuurd naar de directeur-diensthoofd Economie.

Bij het beroep worden de volgende documenten gevoegd: 1° de oorspronkelijke aanvraag van het brandveiligheidsattest of het vereenvoudigde controleattest;2° in voorkomend geval, het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp afgeleverd door Brussel - Preventie & Veiligheid;3° de betwiste beslissing.

Art. 36.Binnen veertien dagen na de ontvangst van het beroep wordt door de directeur-diensthoofd Economie: 1° een ontvangstbewijs gericht aan de aanvrager bij een ter post aangetekend schrijven;2° een afschrift van het beroep en van de bijlagen ervan bezorgd aan de voorzitter van de brandveiligheidscommissie, zoals bedoeld in de afdeling 5;3° de burgemeester ingelicht.

Art. 37.§ 1. Binnen veertien dagen na de ontvangst van de kennisgevingen bedoeld in artikel 36, 1° en 3°, kunnen de aanvrager en de burgemeester vragen om te worden gehoord door de brandveiligheidscommissie.

Deze aanvraag wordt ingediend bij het secretariaat van de commissie, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven, hetzij via e-mail. § 2. De commissie kan de aanvrager en de burgemeester op eigen initiatief oproepen. § 3. Het secretariaat van de commissie verzendt de oproepingsbrieven ten minste acht dagen vóór de vastgelegde datum van de hoorzitting.

De aanvrager en de burgemeester kunnen zichzelf laten vertegenwoordigen of bijstaan door personen van hun keuze.

Art. 38.Binnen zestig dagen na de ontvangst van het beroepsdossier door de voorzitter brengt de brandveiligheidscommissie een gemotiveerd advies uit, in voorkomend geval na de aanvrager of de burgemeester te hebben gehoord.

De commissie bezorgt het advies en, in voorkomend geval, een afschrift van het proces-verbaal van de hoorzitting aan: 1° de directeur-diensthoofd Economie, samen met elk document dat de aanvrager heeft bezorgd;2° de aanvrager.

Art. 39.§ 1. Binnen zestig dagen na de ontvangst van het advies door de directeur-diensthoofd Economie of na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 38 indien de commissie geen uitspraak heeft gedaan, neemt de minister een beslissing omtrent het beroep.

De minister geeft onverwijld kennis van zijn beslissing aan de verzoeker bij aangetekend schrijven. Hij richt een afschrift van zijn beslissing aan de burgemeester. § 2. Indien de minister binnen de in § 1 bepaalde termijn geen beslissing neemt, wordt het beroep als verworpen beschouwd.

Art. 40.Wanneer de minister aan de verzoeker een afwijking van bepaalde specifieke veiligheidsnormen toekent, blijft deze afwijking geldig zolang de situatie waarvoor ze werd toegekend niet verandert, zelfs als het brandveiligheidsattest is verstreken. Afdeling 5. - Brandveiligheidscommissie

Art. 41.Er wordt een brandveiligheidscommissie opgericht die belast is met het uitbrengen van adviezen aan de minister over de beroepen die werden ingesteld krachtens artikel 34.

Art. 42.§ 1. De commissie is samengesteld uit de volgende leden: 1° een voorzitter;2° twee effectieve leden, deskundigen op het gebied van verblijven met een bestemming als toeristische logies;3° twee effectieve leden, experten van de brandweerdiensten. Ten hoogste twee derde van de leden van de commissie behoren tot dezelfde taalrol.

De leden van de commissie mogen geen actieve operatoren zijn in de sector van het toeristische logies of concurrenten in een aanverwante sector. Als een lid opnieuw actief wordt in de sector van het toeristische logies of in een aanverwante sector, vervalt zijn mandaat in de commissie van rechtswege. § 2. De minister benoemt de commissieleden voor een mandaat van vijf jaar.

Voor elk effectief lid benoemt hij een plaatsvervangend lid.

Elk mandaat is hernieuwbaar. § 3. Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door het bestuur.

Art. 43.Het lid dat ophoudt zijn mandaat uit te oefenen vóór de datum waarop zijn mandaat normaliter verstrijkt, wordt vervangen door het plaatsvervangend lid van de instelling, die het mandaat voltooit. In dat geval wordt er een nieuwe plaatsvervanger aangewezen.

Art. 44.In afwijking van artikel 42, § 2 eindigt het mandaat van een lid van rechtswege in geval van verlies van de hoedanigheid krachtens dewelke het lid werd benoemd.

De minister kan de benoeming van een commissielid herroepen als de voorwaarden die zijn vastgelegd in dit besluit of in het overeenkomstig artikel 47 opgestelde huishoudelijk reglement niet worden nageleefd, inzonderheid in de volgende gevallen: 1° bij kennelijk wangedrag;2° bij partijdigheid;3° bij een schending van het vertrouwen;4° bij een ernstige tekortkoming aan de plichten die voortvloeien uit zijn opdracht;5° bij afwezigheid op meer dan drie opeenvolgende zittingen, behoudens in het geval van overmacht. Alvorens iemand wordt afgezet, wordt de persoon in kwestie gehoord door de minister of zijn vertegenwoordiger.

Art. 45.§ 1. Geen enkel commissielid mag zetelen in de commissie wanneer hij of zij een rechtstreeks of onrechtstreeks belang heeft bij het onderwerp van de beraadslaging.

De commissie beraadslaagt geldig wanneer de voorzitter, een lid zoals bedoeld in artikel 42, § 1, 2° en een lid zoals bedoeld in artikel 42, § 1, 3° aanwezig zijn.

Het advies van de commissie is geldig uitgebracht bij een gewone meerderheid van stemmen.

De voorzitter beschikt over een doorslaggevende stem in geval van een staking van stemmen.

Art. 46.De leden van de commissie hebben recht op een presentiegeld van zeventig euro per zitting waarop ze aanwezig zijn en per uitgevoerde technische schouwing.

Ze hebben recht op een vergoeding ter compensatie van de gemaakte verplaatsingskosten ter gelegenheid van hun aanwezigheid.

Art. 47.De commissie stelt een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de minister. HOOFDSTUK VIII. - Controle

Art. 48.§ 1. De ambtenaren bedoeld in de artikels 24 en 26, § 1 van de ordonnantie zijn de inspecteurs van de directie Economische Inspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel die door de secretaris-generaal of de adjunct-secretaris-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel bij name zijn aangesteld voor de uitoefening van inspectiefuncties. § 2. Het model van de legitimatiekaart zoals bedoeld in artikel 25, § 2, lid 1 van de ordonnantie is opgenomen in bijlage 8. HOOFDSTUK IX. - Overgangsbepalingen

Art. 49.§ 1. De volgende inrichtingen beschikken over een termijn van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van de ordonnantie om hun aangifte in te dienen met het oog op hun registratie overeenkomstig de artikels 4 en 16 van de ordonnantie: 1° de vergunde hotelinrichtingen krachtens artikel 4 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 9 november 1990 betreffende de voorwaarden voor de uitbating van de logiesverstrekkende inrichtingen en de hotelinrichtingen;2° de vergunde gastenkamers krachtens artikel 4 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 14 januari 1999 betreffende de erkenning van de gastkamers en de toelating om de benaming "gastkamers" te gebruiken;3° de toeristische logies die vergund zijn krachtens artikel 3 van het decreet van het Vlaams Parlement van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies. Indien echter binnen de termijn van twee jaar, zoals bedoeld in lid 1, het brandveiligheidsattest van een inrichting, zoals bedoeld in 1° en 3°, of een van de conformiteitsattesten van een inrichting van gastenkamers, zoals bedoeld in 2° is verstreken, dienen de betrokken inrichtingen vóór de vervaldatum van de voornoemde documenten, een voorafgaande aangifte in met het oog op hun registratie.

In de gevallen voorzien in lid 2, mag de directeur-diensthoofd Economie tijdens de overgangsperiode zoals bedoeld in deze paragraaf, de in lid 2 bedoelde registratie koppelen aan een tijdelijke afwijking van een of meer specifieke voorwaarden voorzien door of krachtens de ordonnantie. De directeur-diensthoofd Economie verduidelijkt de termijn waarin de exploitant zich moet aanpassen aan de vereisten van de ordonnantie.

Indien binnen de door de afwijking vastgelegde termijn niet is voldaan aan de vereisten, trekt de directeur-diensthoofd Economie het registratienummer in, overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 20 van de ordonnantie. § 2. De toeristische logiesverstrekkende inrichtingen zoals bedoeld in § 1 mogen hun exploitatie voortzetten tot op het moment van de definitieve uitspraak over hun aangifte door de overheidsinstanties.

Art. 50.§ 1. De toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die niet worden beoogd door artikel 49 § 1, die actief zijn vóór de inwerkingtreding van de ordonnantie en waarvan het bewijs van hun exploitatie is vastgesteld overeenkomstig § 2 mogen, na overdracht van de documenten zoals bedoeld in § 2 aan de directeur-diensthoofd Economie, hun exploitatie voortzetten tot de overheidsinstanties een definitieve uitspraak hebben gedaan over hun aangifte.

Deze inrichtingen beschikken over een termijn van twaalf maanden om met het oog op hun registratie een aangifte te doen overeenkomstig de artikels 4 en 16 van de ordonnantie. § 2. Binnen negentig dagen na de inwerkingtreding van de ordonnantie levert de exploitant met alle rechtsmiddelen het bewijs van de exploitatie van zijn inrichting aan de directeur-diensthoofd Economie.

Dit bewijs gaat vergezeld van: 1° een uittreksel uit het strafregister bestemd voor een openbaar bestuur en afgeleverd sinds minder dan drie maanden in naam van de exploitant of, in voorkomend geval, in naam van de persoon die belast is met het dagelijkse beheer van de inrichting;2° het bewijs dat de exploitatie-inkomsten van de inrichting werden aangegeven als beroepsinkomsten of, in voorkomend geval, als roerende en onroerende inkomsten;3° het veiligheidsattest, afgeleverd in toepassing van artikel 2 van het decreet van 9 november 1990 betreffende de voorwaarden voor de uitbating van de logiesverstrekkende inrichtingen en de hotelinrichtingen, of conformiteitsattesten afgeleverd door een erkend organisme met betrekking tot: a) de elektrische installatie;b) de verwarmingsinstallatie;c) de gasinstallatie, met inbegrip van de hierop aangesloten toestellen. Deze conformiteitsattesten mogen niet meer dan twee jaar vóór de indiening van de aanvraag van het vereenvoudigde controleattest zijn uitgereikt. Er mag geen enkele aanpassing zoals bedoeld in artikel 33, § 2 zijn uitgevoerd sinds de aflevering van deze attesten. § 3. De directeur-diensthoofd Economie bezorgt de exploitant binnen veertien dagen na de ontvangst van de documenten een ontvangstbewijs.

Binnen dertig dagen na de datum van verzending van het ontvangstbewijs zoals bedoeld in lid 1, bevestigt de directeur-diensthoofd Economie dat de exploitant de overgangsmaatregelen mag genieten zoals bedoeld in § 1.

Art. 51.Wanneer de toeristische logiesverstrekkende inrichting beschikt over een brandveiligheidsattest dat geldig is op de datum van de indiening van de voorafgaande aangifte, mag dat worden bijgevoegd in plaats van het brandveiligheidsattest bedoeld in artikel 7, § 1,10°. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 52.De ordonnantie treedt in werking tien dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 53.De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 maart 2016.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek, de Haven van Brussel en Openbare Netheid, R. VERVOORT

BIJLAGE 1 Bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "hotel" 1. Wanneer het hotel een of meer bijgebouwen telt, moeten de bijgebouwen aan dezelfde voorwaarden voldoen als het hoofdgebouw.2. Het aantal slaapplaatsen in de kamer komt overeen met de aangegeven capaciteit van de kamer.3. Aan de ingang van de kamer bevindt zich een hoofdlichtschakelaar. De hoofdverlichting kan ook vanuit de bedden worden bediend. 4. De ramen zijn voorzien van ondoorschijnende overgordijnen of een uitrusting met een gelijkaardige functie en van doorschijnende gordijnen of een uitrusting met een gelijkaardige functie.5. Met een autonome instelinrichting van het verwarmingssysteem van de kamer kan de kamertemperatuur worden geregeld.De kamertemperatuur kan zodanig worden geregeld dat ze continu 20° C bereikt. 6. In de kamer is minstens één stopcontact beschikbaar.7. De bedden zijn voorzien van een matras, een matrasbeschermer, een hoofdkussen en aan de afmetingen van de bedden aangepast beddengoed.8. De kamer beschikt over het volgende meubilair: a) een kast of een als hangkast en commode ingerichte ruimte;b) een zitplaats per persoon - als de kamer een maximumcapaciteit van meer dan twee personen heeft, volstaan twee zitplaatsen;c) een tafel en een stoel - de stoel wordt beschouwd als een zitplaats zoals bedoeld in punt b;d) een prullenmand.9. De sanitaire voorzieningen, de badkamer en het toilet zijn met de kamer verbonden en vanuit de kamer bereikbaar.10. De toilethoek mag deel uitmaken van dezelfde ruimte als de badkamer.11. De toilethoek is uitgerust met een wc-pot met bril en waterspoeling, toiletpapier (minimaal 1 nieuwe reserverol) en een vuilnisbakje.12. De toilethoek heeft voldoende elektrische verlichting (100 lx).13. De toilethoek beschikt over een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem.14. De badkamer beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting (100 lx).15. De badkamer beschikt over een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem.16. De badkamer is uitgerust met een bad of douche met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7).Het bad is uitgerust met een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem. 17. De badkamer is uitgerust met wastafel met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7).18. De badkamer beschikt ook over de volgende elementen: a) bergruimten bij de wastafel;b) een wastafelspiegel;c) elektrische wastafelverlichting (ongeveer 200 lx);d) een beker of glas per logeergast;e) een handdoek per logeergast (minimale afmetingen: 0,45 x 0,85 m);f) een badlaken per logeergast (minimale afmetingen: 0,63 x 1,26 m);g) onthaalproducten: zeep en shampoo;h) een vuilnisbakje.19. Bij de wastafelspiegel bevindt zich een stopcontact met aanduiding van de voltage. 20. Wanneer de badkamer een raam heeft, moet de inkijk tijdelijk kunnen worden afgeschermd d.m.v. een met het raam verbonden systeem. 21. De sanitaire voorzieningen ter hoogte van de hoofdingang van de inrichting of de hogere of lagere verdiepingen beschikken over minstens een dames- en herentoilet met gescheiden wastafels voor elk toilet.Er zijn ook haakjes voorzien om kleren aan op te hangen en een vuilnisbakje. 22. De toegang tot de in punt 21 bedoelde sanitaire voorzieningen is aangeduid en de hele nacht verlicht.23. Het hotel beschikt over een onthaalruimte.24. Het onthaal werkt 7 dagen op 7, eventueel met een interactieve informatiezuil en de fysieke aanwezigheid van een receptionist(e) van 08u00 tot 19u00 - Telefonische permanentie 7d/7 24u/24.25. Het hotel beschikt over een ruimte, eventueel in het onthaal, met een aantal zetels, waar het mogelijk maar niet verplicht is om iets te consumeren.26. Als het andere maaltijden dan het ontbijt serveert, beschikt het hotel hiervoor over een daartoe ingerichte ruimte die is gescheiden van de in- en uitstroom van klanten en van het personeel.27. Het hotel biedt een continentaal ontbijt aan dat wordt opgediend in een daartoe ingerichte ruimte, die is gescheiden van de in- en uitstroom van klanten en van het personeel.Als het hotel niet over een dergelijke ruimte beschikt of als de klant het vraagt, wordt het ontbijt in de kamer geserveerd. 28. De klant kan vragen om zijn handdoeken te vervangen en er bijkomende vragen.29. De informatie in het hotel is beschikbaar in het Nederlands en in het Frans.Daarnaast is ze minstens in het Engels vertaald.

Gezien om bijgevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016, de bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "hotel", zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 1°.

Brussel, 24 maart 2016.

De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme, R. VERVOORT

BIJLAGE 2 Bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristisch logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "aparthotel" 1. Wanneer het aparthotel een of meer bijgebouwen telt, moeten de bijgebouwen aan dezelfde voorwaarden voldoen als het hoofdgebouw.2. Alle logieseenheden, appartement of flat/studio hebben een onderscheiden ingangsdeur die op slot kan worden gedaan.3. Het aantal slaapplaatsen in de logieseenheid komt overeen met de aangegeven capaciteit van de eenheid.4. Elke logieseenheid beschikt over een of meer slaapkamers of -hoeken, een leefruimte, een ingerichte ruimte om te koken, een eethoek en sanitaire voorzieningen.Met uitzondering van de sanitaire voorzieningen kan een ingerichte ruimte in de logieseenheid verschillende bestemmingen krijgen op voorwaarde dat ze beantwoordt aan de voorwaarden die voor elke van die bestemmingen gelden. 5. De hoofdlichtschakelaar bevindt zich aan de ingang van de logieseenheid.In elk vertrek van het appartement bevindt zich minstens één hoofdlichtschakelaar. 6. Elk vertrek van de logieseenheid heeft minstens één raam.Als er geen airco- of verluchtingssysteem aanwezig is, moeten de ramen kunnen worden geopend. 7. De ramen zijn voorzien van ondoorschijnende overgordijnen of een gelijkaardige uitrusting en van doorschijnende gordijnen of een gelijkaardige uitrusting.8. Met een autonome instelinrichting van het verwarmingssysteem van de logieseenheid kan de kamertemperatuur worden geregeld.De kamertemperatuur van de logieseenheid kan zodanig worden geregeld dat ze continu 20° C bereikt. 9. In de logieseenheid is een communicatiesysteem aanwezig om het onthaal te bereiken.10. In elk vertrek van de logieseenheid is minstens één stopcontact beschikbaar.11. De bedden zijn voorzien van een matras, een matrasbeschermer, een hoofdkussen en aan de afmetingen van de bedden aangepast beddengoed.12. Elke kamer beschikt over een kast of een als hangkast en commode ingerichte ruimte.13. De sanitaire voorzieningen, de badkamer en het toilet zijn door minstens een tussenwand gescheiden van de rest van de ruimte.14. De badkamer beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting (100 lx).15. De badkamer beschikt over een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem.16. De badkamer is uitgerust met een bad of douche met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/u, 7d/7).Het bad is uitgerust met een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem. 17. De badkamer is uitgerust met wastafel met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7).18. De badkamer beschikt ook over de volgende elementen: a) bergruimten bij de wastafel;b) een wastafelspiegel;c) elektrische wastafelverlichting (ongeveer 200 lx);d) een beker of glas per logeergast;e) een handdoek per logeergast (minimale afmetingen: 0,45 x 0,85 m);f) een badlaken per logeergast (minimale afmetingen: 0,63 x 1,26 m);g) onthaalproducten: zeep en shampoo;h) een vuilnisbakje.19. Bij de wastafelspiegel bevindt zich een stopcontact met aanduiding van de voltage. 20. Wanneer de badkamer een raam heeft, moet de inkijk tijdelijk kunnen worden afgeschermd d.m.v. een met het raam verbonden systeem. 21. De toilethoek mag deel uitmaken van dezelfde ruimte als die van de badkamer.22. De toilethoek is uitgerust met een wc-pot met bril en waterspoeling, toiletpapier (minimaal 1 nieuwe reserverol) en een vuilnisbakje.23. De toilethoek beschikt over voldoende verlichting (100 lx).24. De toilethoek beschikt over een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem.25. De leefruimte beschikt over een zitplaats per logeergast en een salontafel - als de logieseenheid een maximumcapaciteit van meer dan twee personen heeft, volstaan twee zitplaatsen.De stoelen bedoeld in punt 26 worden in dat geval beschouwd als een zitplaats voor de leefruimte. 26. De eetruimte beschikt over een tafel en een aan de capaciteit van de logieseenheid aangepast aantal stoelen.27. De kookruimte beschikt over: a) een werkblad of een vergelijkbare voorziening waarop de maaltijden kunnen worden bereid;b) minstens een vrij stopcontact in de buurt van het werkblad;c) een gootsteen met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater en een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem;d) een kookplaat met minstens twee pitten;e) een afzuigkap of verluchting in de buurt van de kookplaat;f) een branddeken in de onmiddellijke omgeving van de kookplaat;g) een koelkast waarvan het volume is aangepast aan de vermelde maximumcapaciteit van de logieseenheid; vaatwerk, bestek, schotels, pannen, kookpotten en kookgerei in hoeveelheden aangepast aan de vermelde maximumcapaciteit van de logieseenheid; h) een keukenkast of een vergelijkbare voorziening waarin het vaatwerk en kookgerei kunnen worden opgeborgen;i) een voorraadkast of een vergelijkbare voorziening waarin de eetwaren kunnen worden bewaard;j) een vuilnisbak met deksel voor het huishoudelijk afval;k) een voorraad vuilniszakken;l) een spons.28. Een basisschoonmaakkit wordt op verzoek ter beschikking gesteld van de klant.De schoonmaakkit bestaat uit minstens een vuilnisblik, een handveger en een borstel, een emmer en een dweil. 29. Een dienst die wordt georganiseerd door de inrichting, haalt minstens één keer per week het huishoudelijk afval op.De inrichting bevordert en moedigt het sorteren van afval aan. 30. De inrichting beschikt over een onthaal met balie en stoelen om de klanten met hun bagage te verwelkomen.31. De uitbater van de inrichting maakt de logieseenheid schoon en vervangt de badhanddoeken en het beddengoed minstens één keer per week.32. Op vraag van de klant kan het schoonmaken en het vervangen van de lakens en/of handdoeken vaker gebeuren. Gezien om bijgevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016, de bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "aparthotel", zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 2°.

Brussel, 24 maart 2016.

De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme, R. VERVOORT

BIJLAGE 3 Bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "toerismeverblijf" en de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning" 1. Wanneer het toerismeverblijf de hoofdverblijfplaats van de exploitant is, wordt de uitbating maximaal 4 maanden (120 dagen) per jaar uitgevoerd.2. Wanneer het toerismeverblijf een of meer bijgebouwen telt, moeten de bijgebouwen aan dezelfde voorwaarden voldoen als het hoofdgebouw.3. Het aantal slaapplaatsen in het toerismeverblijf stemt overeen met de aangegeven capaciteit.Een slaapbank, een stapelbed, een vast opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden ook als een slaapplaats beschouwd. 4. De dragers waarop de veiligheidsvoorschriften en de informatie over de prijzen van de eventuele diensten worden vermeld, zijn zichtbaar, schoon en in goede staat.De informatie is beschikbaar in het Nederlands en in het Frans. Daarnaast is ze minstens in het Engels vertaald. 5. De toegangsdeur van het toerismeverblijf is duidelijk herkenbaar en kan op slot worden gedaan.6. Het toerismeverblijf heeft algemene elektrische verlichting.Er bevindt zich minstens een lichtschakelaar in de buurt van de toegangsdeur van het toerismeverblijf. 7. Het toerismeverblijf beschikt over: a) een leefruimte, b) een kookruimte, c) een eetruimte, d) slaapkamers of een ruimte met een gelijkaardige functie;e) en sanitaire voorzieningen. Voor de gemeubileerde vakantiewoningen zijn punten b) en c) niet van toepassing.

Met uitzondering van de sanitaire voorzieningen kan een ruimte of een deel van een toerismeverblijf verschillende bestemmingen krijgen op voorwaarde dat ze beantwoorden aan de voorwaarden die voor elk van die bestemmingen gelden. 8. Het toerismeverblijf is uitgerust met een vaste verwarmingsinstallatie.9. Elke slaapkamer of ruimte met een gelijkaardige functie voldoet aan de volgende voorwaarden: a) een raam zorgt voor natuurlijke verlichting, rechtstreeks of onrechtstreeks.De ramen zijn voorzien van ondoorschijnende overgordijnen of een gelijkaardige uitrusting en, in geval van inkijk, van lichtdoorlatende gordijnen of een gelijkaardige uitrusting; b) als de ramen kunnen worden geopend, is er een mechanisch verluchtingssysteem aanwezig;c) elk vertrek beschikt over minstens één stopcontact;d) de bedden zijn voorzien van een matras, een hoofdkussen en een deken;e) er is een als hangkast en commode ingerichte ruimte met minstens twee kleerhangers per persoon.10. De badkamer is ingericht in een ruimte die kan worden gesloten.11. De badkamer is uitgerust met een wastafel met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater.12. De badkamer beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting.13. In de badkamer is er een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem.14. De badkamer is uitgerust met een bad of douche met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7).Het bad is uitgerust met een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem. 15. De badkamer beschikt ook over de volgende elementen: a) bergruimten bij de wastafel;b) een wastafelspiegel;c) elektrische wastafelverlichting (ongeveer 200 lx);d) een vuilnisbakje.16. Bij de wastafelspiegel bevindt zich minstens een stopcontact met aanduiding van de voltage. 17. Wanneer de badkamer een raam heeft, moet de inkijk tijdelijk kunnen worden afgeschermd d.m.v. een met het raam verbonden systeem. 18. De toilethoek mag deel uitmaken van dezelfde ruimte als die van de badkamer.19. De toilethoek is minstens uitgerust met een wc-pot met bril en waterspoeling, toiletpapier (minimaal 1 nieuwe reserverol) en een vuilnisbakje.20. De toilethoek beschikt over voldoende elektrische verlichting.21. De toilethoek beschikt over een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem.22. Wanneer de gemeubileerde vakantiewoning over eigen sanitaire voorzieningen beschikt, zijn de badkamer en de toilethoek hetzij rechtstreeks met de kamer verbonden, hetzij ingericht in een ruimte van de woning of in een bijgebouw ervan dat kan worden gesloten.23. Wanneer de gemeubileerde vakantiewoning geen eigen sanitaire voorzieningen heeft, moet het gemeenschappelijke voorzieningen hebben. In dat geval beschikt het verblijf over minstens een toilethoek. 24. Aan het begin van hun verblijf treffen de gasten die gebruik moeten maken van een gemeenschappelijke badkamer en de uitbater een regeling om per vakantiewoning gebruiksmomenten voor de badkamer te reserveren uitsluitend voor de klanten.25. De leefruimte biedt een aantal zitplaatsen dat overeenstemt met de vermelde maximumcapaciteit van het toerismeverblijf.26. Met uitzondering van de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning" beschikt de eetruimte over een tafel en een aan de vermelde capaciteit van de logieseenheid aangepast aantal stoelen.27. Met uitzondering van de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning" beschikt de kookruimte over de volgende voorzieningen: a) een werkblad of vergelijkbare voorziening waarop de maaltijden kunnen worden bereid;b) minstens een vrij stopcontact bij het werkblad;c) een gootsteen met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater en een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem;d) een kookplaat met minstens twee pitten;e) een afzuigkap of verluchting in de buurt van de kookplaat;f) een branddeken in de onmiddellijke omgeving van de kookplaat (indien niet opgenomen in de veiligheidsnormen);g) een koelkast waarvan het volume is aangepast aan de vermelde maximumcapaciteit van het toerismeverblijf;h) vaatwerk, bestek, schotels, pannen, kookpotten en kookgerei in hoeveelheden aangepast aan de vermelde maximumcapaciteit van de logieseenheid;i) een keukenkast of een vergelijkbare voorziening waarin het vaatwerk en het kookgerei kunnen worden opgeborgen;j) een voorraadkast of een vergelijkbare voorziening waarin de eetwaren kunnen worden bewaard;k) een vuilnisbak met deksel voor het huishoudelijk afval;l) een voorraad vuilzakken (PMD - papier - huishoudelijk afval);m) afwasmiddel en een spons. Elk toerismeverblijf beschikt over de volgende schoonmaakartikelen: a) een vuilnisblik, een handveger en een bezem;b) een emmer en een dweil;c) een vloerwisser;d) een stofzuiger. Na elk verblijf wordt het toerismeverblijf schoongemaakt en verlucht.

Gezien om bijgevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016, de bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristisch logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "toerismeverblijf" en in de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning", zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 3°.

Brussel, 24 maart 2016.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme, R. VERVOORT

BIJLAGE 4 Bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "logies bij de bewoner" In deze voorwaarden omvat de term exploitant de notie van wettelijke vertegenwoordiger van de exploitant. Als de exploitant een rechtspersoon is, dient hieronder te worden verstaan de aangestelde voor het dagelijkse beheer van de rechtspersoon. 1. De exploitant begroet de klanten bij hun aankomst. De exploitant is de hele dag beschikbaar/bereikbaar voor de klanten gedurende hun hele verblijf. 2. Naast de kamer is er nog een ruimte in de woning van de exploitant of een aan die woning aanpalend bijgebouw toegankelijk voor de klanten.In die ruimte staat de exploitant ter beschikking van de klanten. 3. Alle uitgebate kamers hebben een onderscheiden ingangsdeur die op slot kan worden gedaan.4. In de kamers moeten de dragers waarop de veiligheidsvoorschriften en de informatie over de prijzen van de eventuele diensten worden vermeld, zichtbaar, schoon en in goede staat zijn.De informatie is beschikbaar in het Nederlands en in het Frans. Daarnaast is ze minstens in het Engels vertaald. 5. Het aantal voor logies bij de bewoner gereserveerde slaapplaatsen stemt overeen met de aangegeven capaciteit.Een slaapbank, een stapelbed, een vast opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden als slaapplaats beschouwd. 6. Alle uitgebate kamers en de voor de toeristen toegankelijke ruimten in de inrichting beschikken over voldoende algemene elektrische verlichting (100 lx).7. Alle uitgebate kamers beschikken over een hoofdlichtschakelaar vlak bij de toegangsdeur van kamer.Indien er geen bedlampje is, moet de hoofdverlichting vanuit de bedden kunnen worden bediend. 8. De kamer heeft minstens één raam.Als er geen airco- of verluchtingssysteem is, moeten de ramen kunnen worden geopend. De ramen zijn voorzien van ondoorschijnende overgordijnen of een gelijkaardige uitrusting en, in geval van inkijk, van lichtdoorlatende gordijnen of een gelijkaardige uitrusting. 9. In de kamer is minstens één stopcontact beschikbaar.10. De bedden zijn voorzien van een matras, een matrasbeschermer, een hoofdkussen en aan de afmetingen van de bedden aangepast beddengoed.11. De kamer beschikt over het volgende meubilair: a) een kast of een vergelijkbare en als hangkast of linnenkamer ingerichte ruimte, met minstens twee kleerhangers per persoon;b) een zitplaats per persoon.Als de kamer een maximumcapaciteit van meer dan twee personen heeft, volstaan twee zitplaatsen; c) als de inrichting niet over een ontbijtruimte beschikt, wordt er voor een tafel en een stoel per persoon gezorgd.De stoel wordt beschouwd als een zitplaats zoals bedoeld in punt b; d) een prullenmand.12. Wanneer de kamer over eigen sanitaire voorzieningen beschikt, zijn de badkamer en de toilethoek hetzij rechtstreeks met de kamer verbonden, hetzij ingericht in een ruimte van de woning of in een bijgebouw ervan dat kan worden gesloten.Als ze niet rechtstreeks met de kamer verbonden zijn, moeten ze herkenbaar zijn en worden aangeduid met een goed zichtbaar pictogram dat ze duidelijk aan de kamer linkt. 13. De eigen badkamer van de kamer beschikt minstens over de volgende voorzieningen: a) voldoende algemene elektrische verlichting (100 lx);b) een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem;c) een bad of douche met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7).Het bad is uitgerust met een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem; d) een wastafel met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7);e) een wastafelspiegel;f) elektrische wastafelverlichting (ongeveer 200 lx);g) een beker of glas per logeergast;h) een handdoek per logeergast;i) een badlaken per logeergast;j) een vuilnisbakje; k) wanneer de badkamer een raam heeft, moet de inkijk tijdelijk kunnen worden afgeschermd d.m.v. een met het raam verbonden systeem. 14. De eigen toilethoek mag deel uitmaken van dezelfde ruimte als die van de eigen badkamer.15. De toilethoek is minstens uitgerust met een wc-pot met bril en waterspoeling, toiletpapier (minimaal 1 nieuwe reserverol) en een vuilnisbakje.16. De toilethoek beschikt over voldoende elektrische verlichting (100 lx).17. De toilethoek beschikt over een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem.18. Wanneer de kamer geen eigen sanitaire voorzieningen heeft, moet het verblijf gemeenschappelijke voorzieningen hebben.In dat geval beschikt het verblijf over minstens een toilethoek. 19. De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen zijn voor maximaal 3 kamers bedoeld.Deze voorzieningen kunnen met de eigenaar worden gedeeld. 20. Er is een regeling getroffen tussen de gebruikers van de kamers die afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke badkamer en de exploitant met betrekking tot het gebruik hiervan.21. Elke gemeenschappelijke badkamer beschikt minstens over de volgende voorzieningen: a) voldoende algemene elektrische verlichting (100 lx);b) een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem;c) een bad of douche met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7).Het bad is uitgerust met een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem; d) een wastafel met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7);e) een wastafelspiegel;f) elektrische wastafelverlichting (ongeveer 200 lx);g) een vuilnisbakje. 22. Wanneer de badkamer een raam heeft, moet de inkijk tijdelijk kunnen worden afgeschermd d.m.v. een met het raam verbonden systeem. 23. De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen worden dagelijks schoongemaakt.24. Elke inrichting beschikt over een verbanddoos.25. Als het logies bij de bewoner gebruik maakt van het label "gastenkamer" serveert de exploitant of de met het dagelijkse beheer belaste persoon het ontbijt van de toeristen in de kamer, in de woning van de exploitant of in een aanpalend bijgebouw.Als de inrichting over een ontbijtruimte beschikt, moet die ruimte over minstens een stoel per slaapplaats en over een of meer bijpassende tafels beschikken.

Gezien om bijgevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016, de bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "logies bij de bewoner", zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 4°.

Brussel, 24 maart 2016.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme, R. VERVOORT

BIJLAGE 5 Bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "verblijfscentrum voor sociaal toerisme" 1. De buitenomgeving is schoon en in goede staat.2. De verlichting is aangepast en in goede staat.3. Het centrum beschikt over een onthaal met balie en stoelen om de klanten met hun bagage te verwelkomen.4. De onthaaldienst werkt 7 dagen op 7, eventueel met een interactieve informatiezuil en de fysieke aanwezigheid van een receptionist(e) van 08u00 tot 19u00.5. De klanten hebben 7d/7 24u/24 toegang tot het centrum.6. Telefonische permanentie 7d/7, 24u/24.7. Permanente verlichting in goede staat in de gangen (100 lx), doorlopen en gemeenschappelijke lokalen.8. Als er meer dan twee verdiepingen zijn, moet er minstens een lift zijn die vanop de benedenverdieping (niet beschouwd als een verdieping) alle voor het logies van klanten bestemde niveaus bedient.9. De algemene culturele en toeristische informatie van het Gewest moet beschikbaar zijn in verschillende talen, waaronder het Engels en de twee talen van het Gewest. 10 In de kamers moeten de dragers waarop de veiligheidsvoorschriften en de informatie over de prijzen van de diensten worden vermeld, zichtbaar, schoon en in goede staat zijn. De informatie is beschikbaar in het Nederlands en in het Frans. Daarnaast is ze minstens in het Engels vertaald. 11. Alle kamers hebben een onderscheiden ingangsdeur die op slot kan worden gedaan.12. Ten minste één raam zorgt voor de natuurlijke verlichting, rechtstreeks of onrechtstreeks.13. Als er geen airco- of verluchtingssysteem is, moeten de ramen kunnen worden geopend.De ramen zijn voorzien van ondoorschijnende overgordijnen of een gelijkaardige uitrusting en van doorschijnende gordijnen of een gelijkaardige uitrusting. 14. Hoofdverlichting met schakelaar aan de ingang van de kamer.15. Gemakkelijk bereikbaar stopcontact in de dubbele kamers.16. Minstens twee gemakkelijk bereikbare stopcontacten in de gemeenschappelijke kamers.17. Een tafel.18. Een stoel per klant.19. Een kapstok of een gelijkaardige voorziening.20. De bedden zijn voorzien van een matras, een matrasbeschermer, een hoofdkussen en aan de afmetingen van de bedden aangepast beddengoed.21. Een vanuit het bed bedienbaar nachtlampje.22. Bijkomend deken op aanvraag.23. Er is een als hangkast en commode ingerichte ruimte met minstens twee kleerhangers per persoon.24. Wekelijkse vervanging van de lakens.25. Afzonderlijk toilet in de kamers voor vier en meer personen bestemde kamers of in de buurt.26. De toilethoek is minstens uitgerust met een wc-pot met bril en waterspoeling, toiletpapier (minimaal 1 nieuwe reserverol) en een vuilnisbakje.27. Elke badkamer beschikt minstens over de volgende voorzieningen: a) voldoende algemene elektrische verlichting (100 lx);b) een raam of een verluchtingsrooster die kunnen worden geopend, of een mechanisch verluchtingssysteem;c) een bad of douche met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7).Het bad is uitgerust met een leegloopdop of een vergelijkbaar systeem; d) een wastafel met permanent beschikbaar warm en koud drinkbaar leidingwater (24u/24, 7d/7);e) een voorziening in de buurt van de wastafel met opbergruimte;f) een wastafelspiegel;g) elektrische wastafelverlichting (van 200 lx);h) een stoel of een vergelijkbare uitrusting waarop men kan zitten;i) een vuilnisbakje;j) een verwarmingstoestel in de badkamer;k) een stopcontact met vermelding van de voltage vlakbij de wastafelspiegel.28. Mogelijkheid om een handdoek per persoon te verkrijgen.29. Mogelijkheid om een badlaken per persoon te verkrijgen.30. Een affiche die de klanten aanspoort om spaarzaam om te gaan met water, energie en linnen.31. Wekelijkse vervanging van de handdoeken.32. Ontbijt in de eetzaal geserveerd.33. Drankautomaat.34. Salon/bar met kleurentelevisie met internationale zenders, afstandsbediening en radiokanalen.35. Internethoek met computer en printer.36. Beschikbaarheid van een kamer per module van 50 kamers voor personen met een beperkte mobiliteit die is uitgerust met een badkamer die voldoet aan de PBM-normen.37. Wekelijkse schoonmaak van de kamer.38. Rechtstreeks aangesloten telefoon voor uitgaande gesprekken.39. Ter beschikking gestelde keukenhoek.40. Mogelijkheid om op aanvraag 's middags en/of 's avonds groepsmaaltijden te verkrijgen.41. Wasmachine en droogkast.42. Afzonderlijke vuilnisbakken om het afval te sorteren per verdieping.43. Mogelijkheid om de lakens en handdoeken af te geven per verdieping.44. Strijkplank en -ijzer. Gezien om bijgevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016, de bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "verblijfscentrum voor sociaal toerisme", zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 5°.

Brussel, 24 maart 2016.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme, R. VERVOORT

BIJLAGE 6 Bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "kampeerterrein" 1. Gedurende de openingsperiode staat de exploitant of de persoon die is belast met het dagelijkse beheer, in voor het toezicht op het kampeerterrein.Deze persoon is op elk moment bereikbaar. 2. Het kampeerterrein is gelegen in een gezonde omgeving.3. Het kampeerterrein is uitgerust met voorzieningen voor de inzameling van afval bestaande uit ofwel van een deksel voorziene vuilnisbakken, ofwel plastic zakken, ofwel gesloten containers die te allen tijde operationeel dienen te zijn.4. Het kampeerterrein beschikt over een gesloten intern rioleringsnet waarop minstens de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen zijn aangesloten.Dit interne rioleringsnet is aangesloten op het openbare rioleringsnet. 5. Het kampeerterrein beschikt over een systeem voor drinkwaterbevoorrading dat aan de volgende voorwaarden voldoet: a) het is zo ontworpen dat het verdeelde water niet kan worden verontreinigd;b) het garandeert een dagelijks minimumwaterdebiet van honderd liter per standplaats en per geheel van vijftien standplaatsen of een breukdeel daarvan;het bevat minstens één tappunt in hard materiaal waar de lozing van afvalwater mogelijk is; c) het gebruik van ondrinkbaar water is alleen toegestaan voor de werking van de toiletten, de lozingspunten voor chemische toiletten en voor reinigingswerken.Bij de aftappunten die ondrinkbaar water leveren, wordt er een goed zichtbare en duidelijke waarschuwing aangebracht. 6. Het kampeerterrein is uitgerust met gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen die zijn ondergebracht in een of meer gesloten en overdekte gebouwen. Die installaties moeten minstens bestaan uit: a) een toilet voorzien van een bril en waterspoeling, en een wastafel met wandspiegel en plankje, per geheel van tien standplaatsen of een breukdeel ervan;b) een urinoir met spoelsysteem per geheel van tien standplaatsen of een breukdeel ervan;c) een douche met stromend warm en koud drinkbaar water per geheel van tien standplaatsen of een breukdeel ervan;d) een afvoer voor chemische toiletten per sanitair gebouw. Het aantal sanitaire installaties voor mannen en vrouwen is gelijk verdeeld. 7. De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen omvatten gescheiden delen en ingangen voor mannen en vrouwen die goed zichtbaar en duidelijk worden aangegeven met een pictogram.8. De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen worden goed onderhouden en moeten beschikken over een efficiënt verluchtingssysteem.9. De sanitaire voorzieningen die 's nachts toegankelijk zijn, beschikken over elektrisch verlichting. Gezien om bijgevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016, de bijkomende exploitatievoorwaarden voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen in de categorie "kampeerterrein", zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 6°.

Brussel, 24 maart 2016.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme, R. VERVOORT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^