Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 april 2017
gepubliceerd op 04 mei 2017

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Brandveiligheidscommissie, bedoeld in artikel 41 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016 houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017011902
pub.
04/05/2017
prom.
28/04/2017
ELI
eli/besluit/2017/04/28/2017011902/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2017. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Brandveiligheidscommissie, bedoeld in artikel 41 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies


De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Toerisme, Gelet op de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, gewijzigd door de ordonnantie van 28 mei 2015 ;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, de artikelen 41 en 47 ;

Gelet op het huishoudelijk reglement aangenomen door de Brandveiligheidscommissie, bedoeld in artikel 41 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, op 26 april 2017, Besluit :

Artikel 1.Het in de bijlage gevoegde huishoudelijk reglement van de Brandveiligheidscommissie, bedoeld in artikel 41 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, aangenomen door deze commissie op 26 april 2017, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 28 april 2017.

Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT

Huishoudelijk reglement van de Brandveiligheidscommissie Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit huishoudelijk reglement regelt de werking van de Brandveiligheidscommissie, opgericht door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, hierna de Commissie genoemd.

Samen met de secretaris zien de leden toe op de naleving van dit reglement.

Art. 2.Tenzij anders bepaald, worden de termijnen van dit reglement in kalenderdagen berekend.

Opdracht van de Commissie

Art. 3.Artikel 41 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies bepaalt dat de Commissie belast is met het uitbrengen van adviezen aan de minister bevoegd voor Toerisme over de beroepen die worden ingesteld tegen beslissingen tot weigering van brandveiligheidsattesten van de burgemeesters. Bij dit beroep kan de indiener ook om een afwijking van bepaalde veiligheidsnormen verzoeken waarvan de burgemeester heeft geoordeeld dat er niet aan voldaan wordt.

Bijgevolg kan de Commissie zich enkel uitspreken over de aflevering van het brandveiligheidsattest en over het toestaan van afwijkingen van de veiligheidsnormen.

Zetel, voorzitterschap en secretariaat van de Commissie

Art. 4.De zetel van de Commissie is gevestigd bij de Gewestelijk Overheidsdienst Brussel.

Art. 5.De vergaderingen van de Commissie vinden plaats op de zetel, tenzij de secretaris in samenspraak met de voorzitter anders beslist.

Art. 6.Alle officiële briefwisseling en communicatie met de Commissie worden naar de voorzitter gezonden, op het adres van het secretariaat.

De secretaris brengt de andere commissieleden en de directeur-diensthoofd van de dienst Economie hiervan op de hoogte.

Alle communicatie in naam van de Commissie gebeurt via het secretariaat.

Elke communicatie tussen de voorzitter, de andere effectieve leden, de plaatsvervangende leden, het secretariaat en de directeur-diensthoofd van de dienst Economie verloopt in principe digitaal.

Art. 7.De voorzitter zorgt voor de goede werking van de Commissie.

Art. 8.De voorzitter opent, schorst en beëindigt de zitting. Hij leidt de vergadering. Hij zorgt ervoor dat enkel de punten die op de agenda staan, worden besproken. Hij kan de spreektijd van een agendapunt beperken. Hij mag op elk ogenblik aan de aanwezigen voorstellen de bespreking van een agendapunt te verdagen.

Bij verhindering van de voorzitter wordt hij vervangen door het oudste effectieve lid.

Het beleggen van de vergaderingen Afdeling 1. - Vergaderrooster

Art. 9.De leden kunnen de voor de zittingen meest geschikte weekdag overeenkomen.

Art. 10.In samenspraak met de secretaris stelt de voorzitter de datum van de vergadering van de Commissie vast. ln principe wordt de datum van de eerstvolgende commissievergadering aan het einde van de zitting vastgelegd. Tijdens de zitting kan de Commissie een vergaderrooster voor verschillende vergaderingen vastleggen.

Als de Commissie een adviesverzoek ontvangt, kan de voorzitter in samenspraak met de secretaris de eerder vastgelegde vergaderdatum afhankelijk van de haar toegekende adviestermijn verplaatsen. Afdeling 2. - Agenda

Art. 11.In samenspraak met de voorzitter bereidt het secretariaat de agenda voor.

Art. 12.§ 1. Elk commissielid kan vragen dat een punt op de agenda wordt ingeschreven. Idealiter gaat een voorgesteld agendapunt gepaard met een korte inhoudelijke toelichting. Opdat het punt op de volgende vergadering zou kunnen worden besproken, moet het voorstel ten laatste tien werkdagen voor die vergadering het secretariaat bereiken.

Bij spoed kunnen een agendapunt en zijn begeleidende documenten tot twee dagen voor de zitting worden toegevoegd. § 2. De goedkeuring van de agenda en de behandelingsvolgorde van de andere punten vormen het eerste agendapunt. § 3. Om gemotiveerde dringende redenen kan de Commissie uitzonderlijk beslissen onderwerpen te bespreken die niet op de agenda van de vergadering staan.

Art. 13.Als de agenda van een vergadering niet volledig wordt afgehandeld, kan de Commissie de bespreking van bepaalde agendapunten verdagen of beslissen haar voort te zetten op een andere datum.

Afhankelijk van de adviestermijn waarover ze beschikt, kan ze een specifieke vergadering beleggen om de overblijvende agendapunten te behandelen. Afdeling 3. - Uitnodiging

Art. 14.Ten minste acht dagen voor de vergadering roept de secretaris de Commissie op verzoek van de voorzitter bijeen. Samen met de uitnodiging worden de agenda van de vergadering en alle nuttige documenten aan de leden en aan de directeur-diensthoofd van de dienst Economie meegedeeld.

De uitnodigingen worden naar de effectieve leden van de Commissie verstuurd. De plaatsvervangers ontvangen een kopie ter inlichting.

Art. 15.De effectieve leden kunnen zich laten vervangen door hun plaatsvervangers.

Behalve in geval van overmacht brengt het effectieve lid dat niet aanwezig kan zijn de plaatsvervanger en de secretaris minstens vijf dagen voor de zitting op de hoogte.

Art. 16.De leden en de secretaris tekenen de aanwezigheidslijst op elke zitting.

Art. 17.De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar.

Voorbereiding van de adviezen

Art. 18.De ontvangst door het secretariaat van het overeenkomstig artikel 36, 2° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten door de directeur-diensthoofd van de dienst Economie bezorgde dossier, staat gelijk aan een adviesverzoek aan de Commissie in verband met een beroep, met of zonder een vraag tot afwijking.

Art. 19.Uiterlijk de vijfde dag die volgt op de ontvangst van het door de directeur-diensthoofd van de dienst Economie bezorgde dossier, duidt de voorzitter het commissielid aan dat het dossier moet voorbereiden en op de Commissie brengen. Het secretariaat bezorgt het dossier meteen aan het door de voorzitter aangeduide lid.

Enkel volledig dossiers kunnen op de agenda van commissievergaderingen worden geplaatst.

Als het in het eerste lid bedoelde commissielid meent dat het dossier onvolledig is, bezorgt het binnen de acht dagen van de ontvangst van het dossier een volledige lijst met inlichtingen, documenten, attesten, certificaten, plannen of foto's aan het secretariaat, dat vervolgens die stukken bij de beroepsindiener opvraagt om het dossier aan te vullen, met vermelding van de termijn waarover hij beschikt.

Art. 20.Voorafgaand aan de beraadslaging kunnen de Commissie of een of meer leden ter plaatse de exploitatie van het toeristische logies bezoeken dat het voorwerp vormt van een beroep.

Art. 21.Om de informatie te vervolledigen, kan de Commissie de beroepsindiener om elk document, attest of plan en om elke foto verzoeken.

Die vragen van de Commissie worden via het secretariaat gesteld. De secretaris verzamelt de door de beroepsindiener bezorgde aanvullende informatie en maakt die over aan de commissieleden.

Art. 22.Onverminderd artikel 17 en om aan een of meer vergaderingen deel te nemen, kan de Commissie uitzonderlijk personen uitnodigen die geen lid maar wel expert zijn. Deze experten verlaten de vergadering op het ogenblik van de beraadslagingen en de stemmingen.

Uiterlijk vijf werkdagen voor de vergadering waarvoor ze zullen worden uitgenodigd, delen de commissieleden de identiteit van die experten mee aan het secretariaat.

Hoorzitting

Art. 23.§ 1. Het secretariaat belegt de hoorzitting als bedoeld in de artikelen 34, 37 en 38 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies.

In samenspraak met de voorzitter plant het secretariaat de hoorzittingen. § 2. Het secretariaat kan de uitnodigingen digitaal versturen. § 3. Het secretariaat stelt de notulen van de hoorzitting op.

Art. 24.Als de aanvrager van de hoorzitting aan de Commissie documenten of argumenten wil voorleggen of een presentatie wil geven, bezorgt hij het secretariaat deze stukken uiterlijk drie werkdagen voor de dag van de hoorzitting.

Art. 25.De Commissie gaat over tot beraadslaging en geeft een gemotiveerd advies nadat de betrokkene zijn standpunt heeft uiteengezet en de zaal heeft verlaten.

Beraadslaging en stemming

Art. 26.Bij beraadslaging over een beroepsdossier opent de voorzitter het debat.

Het overeenkomstig artikel 19 door de voorzitter aangeduid commissielid brengt het dossier op de Commissie.

Elk lid heeft nadien de mogelijkheid om vragen te stellen en zijn standpunt kenbaar te maken, in het bijzonder over de beslissingen in ontwerpfase. De voorzitter streeft een gemeenschappelijk standpunt na dat ieders goedkeuring kan wegdragen.

Art. 27.De stemming gebeurt bij handopsteking. Als minstens een derde van de leden erom verzoekt, kan de stemming geheim zijn.

Schriftelijke procedure

Art. 28.In dringende gevallen, in geval van noodzaak of als het quorum, bedoeld in artikel 45 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2016 pub. 14/04/2016 numac 2016031261 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies sluiten, niet wordt behaald, kan de voorzitter beslissen dat het advies via een schriftelijke procedure zal worden uitgebracht. De voorzitter bepaalt de termijn waarbinnen de leden hun advies moeten uitbrengen. Deze termijn bedraagt minstens drie dagen.

De leden die binnen de door de voorzitter vastgelegde termijn geen ongunstig advies hebben uitgebracht of niet de wil hebben geuit zich te onthouden, worden geacht stilzwijgend een gunstig advies te hebben uitgebracht.

Adviezen

Art. 29.De Commissie brengt over elk voorgelegd beroepsdossier een advies uit.

De secretaris stelt het advies op.

Het advies bevat de overwegingen en de motivering van de beslissing.

Het advies is uitdrukkelijk gunstig of ongunstig.

Als het advies voorwaardelijk is, worden de voorwaarden helder, zorgvuldig en ondubbelzinnig verwoord. De voorwaarden moeten haalbaar zijn en het aantal moet binnen de perken blijven, zodat het geheel van de voorwaarden niet tegenstrijdig is met de eindstrekking van het advies.

Het advies wordt door de voorzitter van de zitting en door de secretaris gedateerd en ondertekend.

Art. 30.De adviezen worden niet bekendgemaakt.

De secretaris bezorgt de adviezen aan de minister.

Notulen

Art. 31.Het secretariaat stelt de notulen op waarin de besprekingen bondig worden samengevat. Ze bevatten ook de uitgebrachte adviezen met hun motivering. De notulen maken eveneens melding van de eventuele minderheidsstandpunten met hun motivering.

Uiterlijk op de tweede werkdag voor de eerstvolgende zitting bezorgen de leden hun schriftelijke opmerkingen op de ontwerpnotulen aan het secretariaat. Het secretariaat brengt de nodige aanpassingen aan. De ontwerpnotulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende zitting.

Art. 32.De inhoud van de debatten en de notulen van de zittingen zijn vertrouwelijk. Ze mogen in geen enkel geval en op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk aan derden worden bekendgemaakt.

Enkel de voorzitter en, bij zijn afwezigheid, de secretaris mogen over de door de Commissie uitgebrachte adviezen communiceren.

Onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid

Art. 33.Bij een persoonlijk belangenconflict ten aanzien van een beroepsdossier verwittigt het betrokken lid onmiddellijk de voorzitter.

Het vermoeden van belangenconflict is onweerlegbaar als het lid: - tot en met de vierde graad verwant is aan de persoon die wettelijk verantwoordelijk is voor, of die belast is met het dagelijkse beheer van de onderneming waarop het beroep betrekking heeft; - op het ogenblik van het beroep in een rechtszaak verwikkeld is met de persoon die wettelijk verantwoordelijk is voor, of die belast is met het dagelijkse beheer van de onderneming waarop het beroep betrekking heeft.

In geval van een belangenconflict voor een van de leden van de Commissie, wordt het onderzoek van het dossier verdaagd opdat dit door de Commissie zou kunnen worden behandeld met zijn plaatsvervanger als zetelend lid.

Art. 34.De leden en de andere aanwezigen zijn ertoe gehouden zowel bij aanvang als tijdens het verdere verloop van de zitting elk mogelijk belangenconflict in verband met een agendapunt te melden.

Art. 35.Bij een mogelijk belangenconflict neemt de voorzitter de passende maatregelen, waaronder: - Tijdelijke uitsluiting van de vergadering; of, - Verwittiging van de minister door de directeur-diensthoofd van de dienst Economie, wegens een wezenlijke onverenigbaarheid met het mandaat bij de Commissie.

Art. 36.Bij de aanvang van zijn mandaat ondertekent elk lid een onpartijdigheids- en vertrouwelijkheidsverklaring waarin het verklaart: - zijn mandaat als onafhankelijke en onpartijdige deskundige bij de Commissie uit te oefenen; - zich bewust te zijn van de vertrouwelijke aard van alle algemene of individuele gegevens die het meegedeeld zullen worden of waarvan het rechtstreeks of onrechtstreeks kennis krijgt tijdens of naar aanleiding van de uitoefening van zijn mandaat bij de Commissie; - zich ertoe te verbinden de vertrouwelijkheid van al deze informatie in acht te nemen en niets ervan bekend te maken aan derden, zelfs niet gedeeltelijk, om welke reden ook.

Van deze verklaringen, die op het secretariaat worden bewaard, wordt een kopie naar de minister verzonden.

Presentiegelden en reisvergoedingen

Art. 37.De leden vullen om de zes maanden een schuldvordering in waarvan de secretaris het model bezorgt. De ingevulde schuldvorderingen worden overgemaakt aan de secretaris, die ze naar de boekhouding verstuurt.

Ontslag

Art. 38.Elk lid kan per brief of e-mail zijn ontslag indienen bij de voorzitter. Als de Commissie het ontslag, het overlijden of een drievoudige ongewettigde afwezigheid vaststelt, of als het lid niet meer aan de aanstellingsvoorwaarden voldoet, vervangt zij het lid door zijn plaatsvervanger zolang er geen nieuw lid is aangesteld.

Slotbepalingen

Art. 39.Elke wijziging van het huishoudelijk reglement wordt na goedkeuring door de Commissie ter goedkeuring aan de minister voorgelegd.

Art. 40.De Commissie heeft dit huishoudelijk reglement aangenomen op haar vergadering van 26 april 2017. Het treedt in werking op de dag van zijn goedkeuring door de minister.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 28 april 2017 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Brandveiligheidscommissie.

^