gepubliceerd op 24 september 2015
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen
17 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;
Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen;
Gelet op titel VI (artikels 138 tot 144) van de ordonnantie van 17 juli houdende de Brusselse Huisvestingscode gewijzigd op 26 juli 2013 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 29 juni 2015;
Gelet op het advies van de BGHM van 13 juli 2015;
Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting van 6 juli 2015;
Gelet op de op 17 juli 2015 aan de Raad van State gerichte vraag voor advies binnen een termijn van 30 dagen, van rechtswege verlengd met 15 dagen, in toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de afwezigheid van mededeling van advies binnen deze termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, 2e lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het akkoord van de minister van Begroting van 16 juli 2015;
Op voordracht van de minister bevoegd voor Huisvesting, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1, lid 2, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen : `Het is niet toepasbaar op de verhuur van gebouwen of gedeelten ervan die bestemd zijn voor hetzij commercieel gebruik, hetzij een openbare dienst, hetzij woningen beschouwd als dienstwoning. Het is ook niet van toepassing op de verhuur van garages.'
Art. 2.Artikel 2, lid 1, 9°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen : `9° Gehandicapte persoon : de persoon erkend als gehandicapte overeenkomstig artikel 135, eerste lid, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Bovendien wordt de persoon die door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid is erkend als persoon met een handicap voor meer dan 66 % na de leeftijd van 65 jaar erkend als persoon met een handicap voor de toepassing van de artikelen 3, 2°, 4, § 1 en 9, § 1, 4° '.
Art. 3.Artikel 2, lid 1, 10°, 3e streepje, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen : `- het kind erkend als gehandicapte wordt geteld als twee kinderen ten laste'.
Art. 4.Artikel 2, lid 1, 16° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen : `16° Geactualiseerde kostprijs : de kostprijs van de woning die jaarlijks aangepast wordt op 1 januari volgens de gezondheidsindex'.
Art. 5.Artikel 2, lid 1, 19° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen : `19° Solidariteitsbijdrage : het bedrag, betaald door de huurders van wie de inkomsten hoger zijn dan de toelatingsinkomens van toepassing op hun gezin, dat gevoegd wordt bij de reële huurprijs die overeenkomstig dit besluit vastgelegd wordt'.
Art. 6.§ 1. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het volgende punt ingevoegd : `30° Verwerping : operatie die erin bestaat om een kandidatuur voor een sociale woning in een maatschappij op te heffen. In het geval dat de maatschappij die tot de verwerping overgaat, de referentiemaatschappij van de kandidaat-huurder is, brengt deze verwerping de schrapping van de kandidatuur met zich' § 2. De punten 30, 31, 32, 33 en 34 van artikel 2 van hetzelfde besluit moeten daarom opnieuw genummerd worden en worden de punten 31, 32, 33, 34 en 35.
Art. 7.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het volgende punt ingevoegd : `36° Patrimoniumoverdracht : elke willekeurige juridische handeling tussen openbare vastgoedmaatschappijen die de overheveling van sociale woningen van de ene openbare vastgoedmaatschappij naar een andere beogen.'
Art. 8.§ 1. Artikel 3, lid 1, 2°, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `2° twee slaapkamers voor een gehuwd of samenwonend koppel waarvan een van de leden een persoon erkend als gehandicapt is voor zover de kandidaat-huurder hierom verzocht heeft' § 2. Artikel 3, lid 1, 3°, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `één bijkomende slaapkamer per kind : voor twee kinderen van hetzelfde geslacht die jonger zijn dan 15 jaar of twee kinderen van verschillend geslacht die beide jonger zijn dan 12 jaar, volstaat echter één kamer op voorwaarde dat de kamer een oppervlakte van minstens 6 m2 heeft, voor zover zij niet als gehandicapt zijn erkend;' § 3. Artikel 3, lid 2, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Bij de toekenning van de woningen kan de maatschappij, na akkoord van de sociaal afgevaardigde, afwijken van de hierboven vastgestelde normen ten voordele van de kandidaat-huurder die hierom verzocht heeft.' § 4. In artikel 3, lid 4, van hetzelfde besluit, worden de bewoordingen `van 678, 41' vervangen door de bewoordingen `vastgesteld op 1 januari 2015 op 678, 55 '.
Art. 9.Paragraaf 6 van artikel 3bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 10.§ 1. In artikel 4, § 1, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de bewoordingen `van 21.370, 09 ' vervangen door de bewoordingen `op 1 januari 2015 op 21.374,36' § 2. In artikel 4, § 1, lid 2, van hetzelfde besluit worden de bewoordingen `op 23.744,56 ' vervangen door de bewoordingen `op 1 januari 2015 op 23.749,31 § 3. In artikel 4, § 1, lid 3, van hetzelfde besluit worden de bewoordingen `op 27.136,66 ' vervangen door de bewoordingen `op 1 januari 2015 op 27.142,09 ' § 4. Artikel 4, § 1, lid 4, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Deze bedragen worden op 1 januari 2015 met 2.035,65 EUR verhoogd per kind ten laste en met 4.071,31 EUR per gehandicapte volwassen persoon die deel uitmaakt van het gezin.' § 5. Artikel 4, § 7, lid 2, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Indien de kandidaat-huurder aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarde niet kan voldoen, dan kan hij aan de referentiemaatschappij van zijn keuze zijn intentie meedelen om achteraf een aanvraag voor een sociale woning bij haar voor de maatschappijen van zijn keuze in te dienen, als minstens één van de gezinsleden, dat niet de hoedanigheid van kind ten laste bezit, hetzij : - in het bezit is van een attest van immatriculatie; - een bevel gekregen heeft het grondgebied te verlaten dat hetzij niet vervallen, hetzij verlengd is; - in het bezit zijn van een bijlage 35 afgeleverd krachtens de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; - in het bezit is van een nog niet vervallen aankomstverklaring, zoals bedoeld in bijlage 3 afgeleverd krachtens de Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; - het bewijs kan voorleggen dat bij de Raad van State een beroep werd ingesteld tegen een maatregel tot verwijdering van het grondgebied, genomen op grond van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.' § 6. Artikel 4, § 7, lid 4, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Op straffe van nietigheid van deze verklaring dient het gezin ze op eigen initiatief om de twee jaar te hernieuwen en de referentiemaatschappij binnen twee maanden op de hoogte te stellen van elke adreswijziging.'
Art. 11.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt een § 2ter ingevoegd : `In geval van overheveling van het totale patrimonium van een maatschappij naar een andere, behoudt de kandidaat-huurder zijn referentiemaatschappij zoals bepaald in artikel 5 § 2, van dit besluit, onverminderd de toepassing van § 2bis van hetzelfde artikel.
Onverminderd de mogelijkheid om van referentiemaatschappij te veranderen zoals bepaald in artikel 5, § 2bis van dit besluit, heeft de kandidaat-huurder die, ingevolge de overheveling van het patrimonium van zijn referentiemaatschappij naar andere maatschappijen die een impact op de keuze van zijn referentiemaatschappij heeft, binnen een termijn van twee maanden vanaf de verzending van de aanvraag de mogelijkheid om een nieuwe referentiemaatschappij te kiezen volgens de procedure vastgelegd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. Bij afwezigheid van een antwoord binnen deze termijn krijgt de betrokken kandidaat-huurder van rechtswege als nieuwe referentiemaatschappij die toegewezen die het grootste deel van het overgehevelde vastgoedpatrimonium op zich neemt.'
Art. 12.§ 1er. Artikel 6, § 2, lid 3, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Op ieder ogenblik, kan de kandidaat het aantal gemeenten en/of maatschappijen waar hij een woning wenst uitbreiden. De datum van inwerkingtreding van elke uitbreiding van de keuze van gemeentes en/of van maatschappijen is de datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijke kandidatuur als bedoeld in artikel 5, § 3, lid 2 van dit besluit. Hij kan dit aantal verkleinen ook voorafgaand aan de toepassing van de in artikel 15.1 van dit besluit bedoelde bepalingen.De kandidaturen die binnen drie maanden na de aanvraag om bevestiging onbevestigd blijven, worden uit het register geschrapt.' § 2. Artikel 6, § 4, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Iedere beslissing tot schrapping wordt behoorlijk gemotiveerd en gedateerd aan de kandidaat-huurder meegedeeld binnen de dertig werkdagen bij een ter post aangetekende brief. Overeenkomstig artikel 76 van de ordonnantie kan de kandidaat binnen zes maanden volgend op de dag van verzending van de aangetekende brief een klacht indienen bij de OVM tegen deze beslissing. De OVM kan op eider ogenblik, mits akkoord van de sociaal afgevaardigde, de schrapping van de kandidaat-huurder opzeggen. De geschrapte kandidaat kan zich binnen een periode van zes maanden niet opnieuw inschrijven in een maatschappij.'
Art. 13.§ 1. In de Franstalige tekst van artikel 7, 4°, van hetzelfde besluit wordt het woord "aide" door het woord "action" vervangen. § 2. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt een 10° ingevoegd : `"wanneer de toewijzing gebeurt in het kader van een overeenkomst afgesloten met een erkend opvangtehuis voor personen die het slachtoffer van intrafamiliaal en/of partnergeweld zijn."
Art. 14.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `Onverminderd de toepassing van artikel 10 en de herhuisvesting van huurders van woningen die gerenoveerd zullen worden, is de maatschappij ertoe gehouden om, wanneer een of meerdere van haar woningen beschikbaar zijn voor verhuring, ze toe te wijzen op basis van een jaarlijks percentage dat ter advies voorgelegd wordt aan de sociaal afgevaardigde en vervolgens door de Regering gevalideerd wordt : - met voorrang aan haar huurders van bovenmatige woningen; - nadien, aan haar huurders van ondermatige woningen in zover ze er de aanvraag voor ingediend hebben overeenkomstig wat bepaald is in de volgende leden van dit besluit; - tot slot voor de huurders van woningen met een kamer te veel.
Elke huurder kan een aanvraag tot mutatie indienen in zover hij gebonden is door een huurcontract afgesloten met de maatschappij voor de woning die hij minstens sinds twee jaar bewoont en waarvan hij de verplichtingen heeft vervuld met betrekking tot de staat van de gehuurde ruimten, de regelmatige betaling van de huurprijs en van de huurlasten.
De maatschappij kan niettemin van de in het voorgaande lid opgesomde voorwaarden afwijken, meer bepaald wanneer de aanvraag betrekking heeft op een woning waarvan de huurprijs lager is dan die van de oorspronkelijke woning.'
Art. 15.Artikel 9, § 2, 4°, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Het gezin dat minstens een persoon erkend als gehandicapte telt'.
Art. 16.Artikel 9, § 4, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Elke gezin dat kandidaat-huurder is, geniet bovendien op de eerste verjaardag van de datum van inwerkingtreding van zijn oorspronkelijke kandidatuur bij zijn referentiemaatschappij één voorkeurrecht op het einde van het eerste jaar en per daaropvolgend jaar telkens van twee voorkeurrechten.'
Art. 17.Artikel 10, lid 3, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `De gewraakte beslissing die voortvloeit uit het feit dat bij de bedoelde maatschappij een inschrijving niet is gebeurd of dat bij een inschrijving niet alle in artikel 8 en 9 van dit besluit bepaalde voorkeurrechten in rekening werden gebracht, moet bij de referentiemaatschappij aangevochten worden binnen een termijn van zes maanden, in het eerste geval te rekenen vanaf het verstrijken van de in artikel 5 bepaalde termijn en in het tweede geval vanaf de betekening van de gewraakte beslissing'.
Art. 18.Artikel 13bis wordt ingevoegd na artikel 13 van hetzelfde besluit : ` § 1. De maatschappij sluit een of meerdere overeenkomsten van prioritaire toewijzing van woningen af die op minstens 3% van het totaal van toewijzingen van het voorgaande jaar betrekking hebben, met erkende opvangtehuizen die personen onderdak geven uit hoofde van geweldfeiten tussen partners of intrafamiliaal geweld.
De quota vastgesteld in het eerste lid wordt herzien op voorstel van of middels akkoord van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. § 2 De maatschappij maakt de overeenkomst(en) ten laatste op 30 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de overeenkomst is afgesloten aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij over. § 3 De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij beschikt over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen vanaf de ontvangst van de ontwerpovereenkomst om een advies over deze overeenkomst uit te brengen. § 4 Deze termijn kan op vraag van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij op zestig dagen gebracht worden wanneer dit verantwoord is door de noodzaak om verduidelijkingen te bekomen of een aanpassing van het ontwerp dat haar werd voorgelegd overeen te komen. § 5 De aldus gesloten overeenkomsten worden, ten laatste zeven dagen nadat de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een advies heeft uitgebracht, ter goedkeuring aan de Regering overgemaakt. De Regering beschikt over dertig dagen om zich uit te spreken. Wanneer deze termijn verstreken is, worden de overeenkomsten geacht goedgekeurd te zijn. § 6 In afwijking op § 2 kunnen de overeenkomsten die op het jaar van inwerkingtreding van dit artikel betrekking hebben op elk moment ingediend worden.'
Art. 19.In artikel 14, § 1, lid 4, van hetzelfde besluit worden de bewoordingen `meer dan 3.392,11 EUR' vervangen door de bewoordingen `van meer dan 3.392,79 op 1 januari 2015.'
Art. 20.Artikel 14bis van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `In geen geval mag het op grond van de artikelen 11, 13, 13bis en 14 toegewezen cumulatieve aandeel van de woningen 40 % van het totaal aantal toewijzingen van het voorgaand jaar overschrijden'.
Art. 21.De leden 3 en 4 van artikel 14 ter van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende tekst : `De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij beschikt over een termijn van vijfenveertig dagen na ontvangst van het plan om zich uit te spreken. Deze termijn kan op vraag van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij op zestig dagen gebracht worden wanneer dat verantwoord is door de noodzaak om voor het haar voorgelegde plan verduidelijkingen te bekomen of aanpassingen overeen te komen. Het plan wordt geacht goedgekeurd te zijn door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij wanneer deze zich niet binnen de gestelde termijn uitgesproken heeft.
De sociaal afgevaardigde verricht een a priori controle van elk van de toewijzingen die te maken hebben met de herhuisvesting van de betrokken gezinnen. De toewijzingen in verband met de herhuisvesting van de betrokken personen mogen niet in het percentage van de in artikel 14bis bepaalde 40% meegerekend worden.'
Art. 22.Lid 3 van § 2 van artikel 15.1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `Indien zijn kandidatuur niet meer voldoet aan de hierboven vermelde toelatingsvoorwaarden, wordt deze naargelang het geval verworpen of uit het register geschrapt'
Art. 23.§ 4 van artikel 15.2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `Indien de kandidaat-huurder geen gevolg heeft gegeven aan de oproepingsbrief stuurt de maatschappij hem per aangetekend schrijven een herinneringsbrief met een aanzegging van vijftien dagen en waarschuwt zij hem dat het uitblijven van een antwoord binnen veertien dagen na het versturen van het aangetekend schrijven leidt tot verwerping van de inschrijving bij die maatschappij.'
Art. 24.§ 5 van artikel 15.2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `De beslissing van verwerping bij de betrokken maatschappij wordt aan de kandidaat-huurder meegedeeld met vermelding van motivering en datum'
Art. 25.9° van artikel 15. 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `Een woning die niet beschikt over de minimale vereiste oppervlakte in functie van het aantal bewoners, zoals bepaald door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 september 2003 tot bepaling van de elementaire verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen.'
Art. 26.In artikel 15.3 van hetzelfde besluit wordt een 10° ingevoegd : `een woning waarvan de oppervlakte van de kamer voorzien voor 2 kinderen van hetzelfde geslacht of van verschillend geslacht in toepassing van artikel 3, 1e lid, 3° van dit besluit lager dan 6m2 is.'
Art. 27.
Artikel 15.17 van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Overeenkomstig artikel 142, § 3, van de ordonnantie, krijgt de huurder van wie op het einde van de termijn van de huurovereenkomst van negen jaar of van het verstrijken van de termijn van elke verlenging van drie jaar, blijkt dat hijzelf of één van zijn gezinsleden ondertussen werd erkend als een persoon met een handicap overeenkomstig artikel 2, 9° van dit besluit, een huurovereenkomst van onbepaalde duur aangeboden. Hiertoe bezorgt de huurder het bewijs van die erkenning aan de maatschappij.
De maatschappij moet die huurovereenkomst van onbepaalde duur voorstellen ongeacht de opzeg die eventueel werd betekend ingevolge het overeenkomstig artikel 15.10 van dit besluit uitgevoerde nazicht.
Deze huurovereenkomst van onbepaalde duur kan niet ingaan alvorens de huurovereenkomst van negen jaar of van de termijn van verlenging met drie jaar is afgelopen.'
Art. 28.Lid 2 van artikel 15.19 van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen : `Die negen en drie jaar worden bepaald naargelang de verandering van woning plaatsvindt in de loop van de oorspronkelijke periode van negen jaar of in de loop van een latere periode van drie jaar.'
Art. 29.§ 2 van artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `De coëfficiënt van de inkomsten wordt verkregen door de inkomsten van de gezinnen in het referentiejaar te delen door het referentie-inkomen vastgesteld op 1 januari 2015 op 18.515,32 EUR'.
Art. 30.§ 3bis van artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `De huurder geniet van een vermindering van de reële huurprijs gelijk aan 20% van de basishuurprijs per volwassene erkend als gehandicapte die deel uitmaakt van zijn gezin.'
Art. 31.§ 1er. § 1 van artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `De reële huurprijs mag na toepassing van artikel 18 niet lager zijn dan de helft van de basishuurprijs.
Wanneer de helft van de basishuurprijs echter hoger is dan een bedrag van : - 1.354,83 op 1 januari 2015 voor de woningen met een enkele slaapkamer alsmede voor de flats of studio's; - 1.655,90 op 1 januari 2015 voor de woningen met twee slaapkamers; - 2.107,51 op 1 januari 2015 voor de woningen met drie slaapkamers; - 2.408,58 op 1 januari 2015 voor de woningen met vier slaapkamers of meer wordt de benedengrens evenwel tot deze bedragen teruggebracht.' § 2. § 2 van artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `De reële huurprijs mag na toepassing van artikel 18 : 1° in geen geval lager zijn dan 1.017,82 EUR. Dit bedrag vastgesteld op 1 januari 2015 wordt herzien op data en volgens de modaliteiten voorzien in artikel 24; 2° niet hoger zijn dan 20 % van de inkomsten uit het gezin voor zover ze lager zijn dan de referentie-inkomens en het gezin geen woning met minstens één slaapkamer meer dan wat de norm, bepaald bij artikel 3 van dit besluit, voorschrijft betrekt, tenzij het een aanvraag tot mutatie heeft ingediend zonder dat het een aangepaste woning werd voorgesteld. Het gezin verliest het recht op de begrenzing van zijn huurprijs tot 20% van zijn inkomen indien hij de woning weigert die hem voorgesteld wordt in het kader van zijn aanvraag tot mutatie. Deze woning moet overeenkomstig artikel 140 van de ordonnantie, de volgende eigenschappen vertonen : - gelijkaardig comfort; - gelegen in een straal van 5 kilometer of in dezelfde gemeente; - waarvan de huurprijs niet 15 % hoger ligt dans de oude huurprijs.
De huurprijs kan niet tot minder dan de helft van de basishuurprijs, noch in geen enkel geval lager dan het bedrag bedoeld in punt 1° verlaagd worden. 2° bis niet hoger zijn dan 22 % van de inkomsten uit het gezin voor zover ze zich situeren tussen de referentie-inkomens en het toegangsinkomen en het gezin geen woning met minstens één slaapkamer meer dan wat de norm, bepaald bij artikel 3 van dit besluit, voorschrift betrekt, tenzij het een aanvraag tot mutatie heeft ingediend zonder dat het een aangepaste woning werd voorgesteld. Het gezin verliest het recht op de begrenzing van zijn huurprijs tot 22 % van zijn inkomen indien hij de woning weigert die hem voorgesteld wordt in het kader van zijn aanvraag tot mutatie. Deze woning moet overeenkomstig artikel 140 van de ordonnantie, de volgende eigenschappen vertonen : - gelijkaardig comfort; - gelegen in een straal van 5 kilometer of in dezelfde gemeente; - waarvan de huurprijs niet 15 % hoger ligt dans de oude huurprijs.
De huurprijs kan niet tot minder dan de helft van de basishuurprijs, noch in geen enkel geval lager dan het bedrag bedoeld in punt 1° verlaagd worden. 3° niet hoger zijn dan de normale huurwaarde van de woning die jaarlijks vastgesteld wordt op basis van een coëfficiënt toegepast op de basishuurprijs en die varieert tussen 110 en 300 %, afhankelijk van de beslissing van de raad van bestuur van de maatschappij.»
Art. 32.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : `De bedragen waarvan sprake in de artikelen 3, vierde lid, 4, § 1, 14 § 1, 16 § 3, 17 § 2 en 20 § 1, § 2, 1°, 22bis en 26 § 2, en in bijlage 4 worden gekoppeld aan de gezondheidsindex.
Ze worden elk jaar op 1 januari aangepast in functie van de stijging of de daling van de index in procenten uitgedrukt van de prijzen van de gezondheidsindex van de maand augustus van het jaar dat de herziening ten opzichte van de gezondheidsindex van de maand augustus van het voorgaande jaar voorafgaat'.
Art. 33.§ 1. Titel IV genaamd `Einde van de huurovereenkomst' van hetzelfde besluit wordt opgeheven. § 2. Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : ` § 1. De maatschappijen mogen slechts de gegevens inzamelen die strikt noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de bepalingen van dit besluit, van toepassing op de huurders. § 2. Geen enkele mededeling over individuele informatie ingezameld door de OVM betreffende de huurders mag zonder schriftelijk en voorafgaandelijk akkoord van hen gebeuren.'
Art. 34.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 35.§ 1. Een afdeling 3 met de benaming `Rechten van de huurder' wordt ingevoegd in Hoofdstuk 2 van Titel III van hetzelfde besluit. `Afdeling 3. - Rechten van de huurder
Artikel 38.De huurder kan op elk ogenblik per aangetekende brief een einde maken aan de overeenkomst mits inachtneming van een voorafgaande opzeg van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin hij de opzeg aankondigde
Artikel 39.De maatschappij-verhuurder kan bij gemotiveerde aangetekende brief haar beslissing mededelen om een einde te maken aan de overeenkomst.' § 2. De artikelen 39 en 40 van Titel V met de benaming `Slotbepalingen' van hetzelfde besluit worden opnieuw genummerd en worden de artikelen 42 en 43.
Art. 36.Een titel IV met de benaming `Toezichtscomité' wordt ingevoegd : `TITEL IV. - Toezichtscomité
Artikel 40.Er wordt een toezichtscomité tot stand gebracht om de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen te garanderen betreffende het overmaken van de gegevens van de kandidaat-huurders en van de huurders alsook de bepalingen in verband met de inzameling van de gegevens van de huurders. Het comité wordt voorgezeten door de minister of door zijn vervanger. Het is bovendien samengesteld uit 3 vertegenwoordigers van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en uit 4 personen die door de Regering op voordracht van de representatieve federaties van de maatschappijen benoemd zijn. Het comité stelt zijn werkingsregels op. Zij worden op advies van de Raad van bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij door de Regering goedgekeurd. Het secretariaat van het comité wordt door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij verzorgd. »
Art. 37.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.
De artikelen 12, § 1 en 16 van dit besluit treden in werking op 1 november 2015.
De artikelen 8, § 2, 13, § 2, 18 en 26 van dit besluit treden in werking op 1 januari 2016.
Art. 38.§ 1 De bepalingen van artikel 2; § 1, van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 november 2014 die artikel 3, 1e lid, 3°, van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 wijzigen, worden nietig verklaard voor de huurders die in deze hoedanigheid in een maatschappij vóór 1 januari 2015 ingetreden zijn en die op deze datum geen woning meer zouden betrekken die aan de samenstelling van hun gezin aangepast is ingevolge de inwerkingtreding van de bepalingen die de definitie van aangepaste woning wijzigen. § 2. Aan artikel 22bis, laatste lid van het besluit van 26 september 1996 wordt het volgende streepje toegevoegd : "wanneer op 1 januari 2016 de woning volgens de van kracht zijnde normen vóór 1 januari 2015 als aangepast beschouwd werd en in zover deze normen verder nageleefd worden." § 3. Aan artikel 3, eerste lid, van het besluit van 26 september 1996 wordt het toegevoegd : "Voor de toepassing van dit besluit wordt de woning als aangepast beschouwd wanneer op 1 januari 2016 de woning volgens de van kracht zijnde normen vóór 1 januari 2015 als aangepast beschouwd werd en in zover deze normen verder nageleefd worden."
Art. 39.De ingevoerde wijzigingen in de artikelen 6, § 2, lid 3 en 9, § 4, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 zijn, voor de kandidatendossiers actief op de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingen, ook van toepassing op elke uitbreiding in de keuze van gemeenten en/of maatschappijen die vóór de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingen is opgetreden.
Art. 40.De vorm en kennisgevingstermijn van een schrapping waartoe door een maatschappij in toepassing van artikel 6 § 4 van het BBHR van 26/09/1996 beslist is, zijn slechts van toepassing op de schrappingen beslist vanaf 1 januari 2015.
De indieningstermijn van een klacht tegen een schrapping is slechts van toepassing op klachten met betrekking tot de schrappingen waartoe vanaf 1 januari 2015 besloten en kennis van gegeven werd.
Art. 41.§ 1. Bijlage 3 met de benaming `Standaardhuurovereenkomst met onbepaalde duur' is vervangen door de tekst die in bijlage 1 van dit besluit opgenomen is. § 2. Bijlage 6 met de benaming `Standaardhuurovereenkomst met bepaalde duur' wordt vervangen door de tekst in bijlage 2 van dit besluit.
Brussel, 17 september 2015.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme en Haven van Brussel, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT Bijlage 3 TYPE-HUURCONTRACT VAN ONBEPAALDE DUUR Tussen de ondergetekenden : a. de C.V./N.V. . . . . ., openbare vastgoedmaatschappij ingeschreven onder het ondernemingsnummer bij de Rechtbank van Koophandel van ...................., waarvan de vennootschapszetel gelegen is te ...................., en vertegenwoordigd door, . . . . . en optredend overeenkomstig artikel ...... van de statuten, hierna "de maatschappij-verhuurder" genoemd, enerzijds en b. de heer ......................... (Naam + voornamen) + rijksregisternummer + geboorteplaats en -datum.
Mevrouw ......................... (Naam + voornamen) + rijksregisternummer + geboorteplaats en -datum.
Verblijvend te . . . . . (volledig adres) hierna "de huurder" genoemd, anderzijds, is het volgende overeengekomen : I. VOORWERP VAN HET HUURCONTRACT EN BESTEMMING Artikel 1 De maatschappij-verhuurder geeft aan de huurder, die aanvaardt onder de voorwaarden van deze overeenkomst, een woning in huur, gelegen te ...
Deze woning is goed gekend door de huurder, die verklaart ze in ontvangst te hebben genomen in de staat die beschreven staat in de gedetailleerde plaatsbeschrijving die op tegenspraak opgesteld is en die ondertekend is voor het in het genot treden.
Deze plaatsbeschrijving blijft aan deze overeenkomst gehecht.
Deze woning bestaat uit kelder(s), hal(s), garage(s), keuken(s), woonkamer(s), badkamer(s), slaapkamer(s), WC(s), zolder(s), stookplaats(en), terras(sen), ... (1) Artikel 2 De woning wordt verhuurd voor privé gebruik, zijnde bewoning.
De huurder mag deze bestemming niet wijzigen, zonder de voorafgaande uitdrukkelijke en geschreven toestemming van de maatschappij-verhuurder, goedgekeurd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij.
De huurder moet de woning effectief betrekken.
II. DUUR Artikel 3 Deze overeenkomst treedt in werking op ....
De woning zal evenwel slechts ter beschikking van de huurder gesteld worden nadat hij de plaatsbeschrijving, waarvan sprake is in artikel 1, ondertekend heeft.
Het contract wordt afgesloten voor onbepaalde duur.
III. BEWIJS VAN HUURCEEL EN REGISTRATIE Artikel 4 De huurovereenkomst moet schriftelijk vastgesteld zijn.
Artikel 5 De zegel- en registratiekosten van deze overeenkomst worden gelijk verdeeld over de partijen.
IV. VERPLICHTINGEN EN RECHTEN VAN DE VERHUURDER 1. VERPLICHTINGEN a) Verplichting tot overhandiging Artikel 6 De maatschappij-verhuurder moet het verhuurde goed overhandigen met inachtneming van artikelen 1719, 1°, en 1720, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek.b) Verplichting tot onderhoud en herstellen Artikel 7 De maatschappij-verhuurder moet alle uitgaven doen voor onderhoud en herstellingen van het goed die nodig zijn om het in de staat te houden waarop het goed verkeerde op de dag van het sluiten van het huurcontract, overeenkomstig de artikelen 1719, 2°, en 1720 van het Burgerlijk Wetboek. De huurder moet onmiddellijk elke schade aan de maatschappij-verhuurder signaleren die ten hare laste valt.
Bij verzuim van het verwittigen van de maatschappij-verhuurder, wordt de huurder verantwoordelijk gesteld voor elke verergering van de schade en kan hij verantwoordelijk gesteld worden om uit dien hoofde de maatschappij-verhuurder schadeloos te stellen. c) Verplichtingen om het ongestoord genot te verzekeren Artikel 8 § 1.De maatschappij-verhuurder moet de huurder het ongestoord genot van het goed verzekeren. § 2. De huurder verplicht er zich toe om de maatschappij-verhuurder binnen drie dagen in te lichten over alle feitelijke en rechtelijke stoornissen met betrekking tot de woning. 2. RECHTEN a) Bezoekrecht Artikel 9 De afgevaardigden van de maatschappij-verhuurder en van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij hebben het recht om de woning te bezoeken in de aanwezigheid van de huurder of van de persoon die door hem is aangeduid, om de goede uitoefening van de verplichtingen van de huurder en van de staat van de verhuurde goederen te controleren.b) Recht om dringende herstellingen uit te voeren Artikel 10 § 1.De maatschappij-verhuurder mag elke dringende herstelling uitvoeren die ten hare laste valt. § 2. In afwijking van artikelen 1724 van het Burgerlijk Wetboek, moet de huurder, zonder schadevergoeding, de uitvoering van alle werken aanvaarden die de maatschappij-verhuurder nuttig acht om uit te voeren binnen het kader van een plan van renovatie of verbouwing, goedgekeurd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, zelfs wanneer die werken langer duren dan 40 dagen. Wanneer de werken als gevolg hebben dat de huurder gedeeltelijk beroofd wordt van het genot kan de maatschappij-verhuurder een tijdelijke huurverlaging toestaan.
V. VERPLICHTINGEN EN RECHTEN VAN DE NEMER 1. VERPLICHTINGEN a) Verplichting om het gehuurde goed te beheren als een goede huisvader overeenkomstig zijn bestemming Artikel 11 § 1.De huurder bewoont en gebruikt de gehuurde vertrekken als een goede huisvader, overeenkomstig artikel 1728 van het Burgerlijk Wetboek. Hij mag geen enkele wijziging aan het gehuurde goed uitvoeren zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van de openbare vastgoedmaatschappij. In het tegenovergestelde geval kan de maatschappij de herstelling van de ruimten in de vorige staat vereisen en indien de huurder op een ingebrekestelling niet zou reageren, kan ze zelf hiertoe overgaan ten kosten van de huurder. § 2. De kosten met betrekking tot het reinigen van de putten en van de secreten vallen ten laste van de huurder. § 3. Wanneer de huurder niet tijdig onderhoud- en herstellingswerkzaamheden laat uitvoeren die volgens het gemeen recht ten zijne lasten vallen, kan de maatschappij-verhuurder, na een ingebrekestelling per aangetekende brief, die werkzaamheden zelf uitvoeren of ze door een derde laten uitvoeren voor rekening van de huurder die aan de maatschappij-verhuurder het bedrag van de door haar aangegane kosten moet betalen.
Artikel 12 § 1. De bevestiging van elk voorwerp op het dak, op de buitenmuren of op eender welke ander buitenste gedeelte van de woning of het gebouw waarin de woning is gelegen, vereist het voorafgaande schriftelijk akkoord van de maatschappij-verhuurder.
In geval van overtreding van deze bepaling door de huurder heeft de maatschappij-verhuurder het recht, na hem tevergeefs in gebreke gesteld te hebben, om de ruimten in de vorige staat te herstellen, elk omstreden voorwerp te doen verwijderen en alle bijkomende werken te doen verrichten ten koste van de huurder. § 2. Storende en/of gevaarlijke dieren worden niet in de woning toegelaten.
Artikel 13 De huurder zal de maatschappij-verhuurder schriftelijk inlichten over elke wijziging in zijn situatie die een weerslag kan hebben op het huurcontract.
Wanneer de maatschappij-verhuurder vaststelt dat er fraude gepleegd is inzake de aangifte alsook inzake de samenstelling van het gezin of dat bepaalde gezinsinkomsten niet aangegeven werden, kan zij op elk ogenblik de huurprijs verhogen tot de normale huurprijs van de woning, vermeerderd met het maximumbedrag van de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is. Deze verhoging is onmiddellijk van toepassing tot bij de volgende herziening. Zij kan eveneens toegepast worden voor elke periode gedurende de welke een vermindering van de reële huurprijs onterecht verkregen werd.
Artikel 14 Wanneer de huurder of een lid van zijn gezin volle eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker wordt van een onroerend goed bestemd als woning of gebruikt voor beroepsdoeleinden [...], moet hij ten laatste binnen een maand de maatschappij-verhuurder schriftelijk inlichten. b) Verplichting om de huur en de lasten alsmede de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is, te betalen Artikel 15 Overeenkomstig de geldende reglementering in de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij wordt de basishuurprijs vastgesteld op ... euro per maand. De reële huurprijs (reële huurprijs = basishuurprijs verhoogd of verminderd op basis van de inkomsten en de samenstelling van het gezin, geen rekening houdend met subsidies, verminderingen en/of toelagen die aan de huurder en/of een lid van zijn gezin verleend zouden worden krachtens een specifieke reglementering) wordt vastgesteld op ... euro, voor de eerste maand en moet betaald worden bij het in voege treden van de overeenkomst.
De maatschappij-verhuurder verwittigt de huurder per eenvoudige brief van elke wijziging van de basishuurprijs of van de reële huurprijs.
Wanneer de nieuwe reële huurprijs hoger is dan de vorige, moet deze slechts door de huurder betaald worden vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de kennisgeving.
Wanneer hij echter minder hoog is, treedt hij in werking op het ogenblik dat bepaald wordt door de geldende reglementering. Wanneer deze huurverlaging het gevolg is van een feit of van een omstandigheid die, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst, meegedeeld moet worden door de huurder aan de maatschappij-verhuurder, treedt de verminderde huurprijs evenwel in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin deze kennisgeving gebeurde.
De huur moet op voorhand betaald worden vóór de tiende dag van elke maand op rekeningnummer ... van de instelling die door de maatschappij-verhuurder wordt aangeduid. Enkel deze wijze van betaling is delgend. De kosten voor de storting of de overschrijving vallen ten laste van de huurder. De huurder moet het bewijs leveren van zijn betalingen op eenvoudige vraag van de maatschappij-verhuurder .
Artikel 16 De bijdragen en de huurlasten alsmede de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is, die de huurder overeenkomstig de geldende reglementering te zijne lasten vallen, worden door de huurder gelijktijdig met de huur betaald.
Artikel 17 De huurprijs, de bijdragen en de huurlasten alsmede de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is, moeten door de huurder betaald worden tot op de dag van de overhandiging van de sleutels of, bij ontstentenis, tot op de datum van verstrijken van de huuropzegging, zelfs wanneer de huurder de woning vroeger verlaten heeft.
Artikel 18 De sommen die de huurder betaald heeft bovenop diegene die hij verschuldigd was door de toepassing van de geldende wetgeving of door deze overeenkomst, worden hem op zijn vraag terugbetaald. De maatschappij-verhuurder zal onverwijld de huurder inlichten over elke overbodige betaling die zij heeft vastgesteld.
De terugbetaling is echter slechts invorderbaar voor de vervallen bedragen die betaald werden in de loop van de vijf jaar die de aanvraag voorafgaan. De eis tot invordering verjaart na twaalf maanden te rekenen vanaf het versturen van het verzoek om terugbetaling.
Artikel 19 Ingeval van niet-betaling van de huurprijs en/of van de bijdragen en huurlasten binnen vijftien werkdagen na de vervaldag en bij ontstentenis van loonafstand die in een aparte akte betekend wordt, past de maatschappij-verhuurder na een ingebrekestelling, een verhoging van 10 % van de achterstallige bedragen toe.
Artikel 20 De onroerende voorheffing valt ten laste van de maatschappij-verhuurder. De aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing waarop de huurder recht heeft in de hoedanigheid van gezinshoofd krachtens artikel 257 van het Wetboek Inkomensbelastingen, wordt door de maatschappij-verhuurder ingevuld en ingeleid bij de Administratie van de Directe Belastingen. c) Verplichting tot meubileren van de gehuurde goederen Artikel 21 Overeenkomstig artikel 1752 van het Burgerlijk Wetboek moet de huurder de gehuurde woning van genoegzaam huisraad voorzien om de maatschappij-verhuurder een waarborg te verlenen betreffende de betaling van de huur.d) Verantwoordelijkheid van de huurder in geval van brand Artikel 22 § 1.De huurder verbindt er zich toe om bij een verzekeringsmaatschappij een brandpolis te onderschrijven van het type « globale-brand », die zowel de gebouwen, zijn inboedel als de aansprakelijkheid van de huurder dekt en dit gedurende de volledige duur van de huur. § 2. De volgende risico's moeten gedekt zijn : - brand en bijkomende gevaren, eventuele slopings- en evacuatiekosten; - storm en hagel, waterschade, glasbraak en burgerlijke aansprakelijkheid voor het gebouw. § 3. De verzekerde kapitalen moeten een volledige schadeloosstelling waarborgen ingeval van schade.
Op elke vraag van de maatschappij-verhuurder moet de huurder haar een afschrift van de onderschreven verzekeringspolis voorleggen en de betaling van de premies bewijzen, zonder dat deze controle voor de maatschappij-verhuurder ook maar enige verantwoordelijkheid met zich meebrengt. § 4. Wanneer de maatschappij-verhuurder een verzekeringspolis onderschreven heeft van het type « globale-brand », die een clausule bevat van afstand van verhaal op de huurder, moet deze laatste slechts zijn inboedel en het verhaal van de buren waarborgen.
In dit laatste geval mag de maatschappij-verhuurder aan de huurder de terugbetaling van de premie met betrekking tot deze afstand van verhaal vragen. § 5. Bij de ondertekening van het huurcontract deelt de maatschappij-verhuurder de huurder mede of ze de in de voorafgaande verzekeringspolis onderschrijft. e) Huurwaarborg Artikel 23 Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen stort de huurder aan de maatschappij een som die gelijk is aan twee of drie keer het bedrag van de in artikel 15 bedoelde reële huurprijs, afhankelijk van de vorm van de waarborg gekozen door de huurder en bepaald in artikel 10, § 1, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek. Wanneer de huurder ook vennoot van de maatschappij-verhuurder, kunnen de volgestorte bedragen van de maatschappelijke aandelen die hij in deze maatschappij-verhuurder bezit, mits instemming van de maatschappij-verhuurder, dienen als huurwaarborg. In dat geval moet de volstorting van de aandelen ten minste gelijk zijn aan het minimumbedrag bepaald in artikel 26, § 2, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen.
Overeenkomstig artikel 26 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, mag de voornoemde waarborg evenwel niet lager dan 356 en niet hoger dan 1.068 zijn.
De voornoemde waarborg is : - ofwel gelijk aan twee maal het bedrag van de reële huurprijs bedoeld in artikel 15 hierboven. Hij wordt op initiatief van de maatschappij-verhuurder op een individuele rekening op naam van de huurder geplaatst bij... (vermelding van de gekozen instelling) en de interesten zullen ten bate van de huurder gekapitaliseerd worden.
Door de plaatsing wordt het actief van de rekening eerst aangewend voor elke schuld die voortvloeit uit het volledige of gedeeltelijke niet vervullen van de verplichtingen van de huurder. - ofwel gelijk aan drie maal het bedrag van de reële huurprijs bedoeld in artikel 15 hierboven en wordt gesteld in de vorm van een bankwaarborg die geleidelijk aan weder samengesteld moet worden. Bij de ondertekening van deze overeenkomst verbindt de huurder zich ertoe de huurwaarborg volledig weder samen te stellen door middel van vaste maandelijkse bedragen van ..... euro gedurende .... maanden (maximum 36 maanden). - ofwel gelijk aan drie maal het bedrag van de reële huurprijs bedoeld in artikel 15 hierboven en wordt gesteld in de vorm van een bankwaarborg die voortvloeit uit een standaardovereenkomst tussen een OCMW en een financiële instelling.
In het kader van dit contract beloopt dit bedrag ... euro. f) Keuze van de woonplaats Artikel 24 De huurder kiest zijn woonplaats in de gehuurde woning tot bij het verstrijken van de huurovereenkomst.Elke berichtgeving op dit adres is geldig, zelfs wanneer de huurder de woning verlaten heeft zonder zijn nieuw adres officieel aan de maatschappij-verhuurder mee te delen. 2. RECHTEN a) Afstand van het huurcontract en onderverhuring Artikel 25 Behalve ingeval van voorafgaande en uitdrukkelijke geschreven toelating van de maatschappijverhuurder, mag de woning slechts betrokken worden door de personen die deel uitmaken van het gezin van de huurder (gezin = alleenwonende of personen die dezelfde woning delen zelfs indien zij niet de betrokken woning gedomicilieerd zijn). Het gezin is op het ogenblik van het in voege treden van deze overeenkomst als volgt samengesteld : Naam Voornaam Verwantschap Andere inlichtingen . . . . . . . . . . . . . . .
Elke wijziging van deze situatie gedurende de huurperiode moet onmiddellijk schriftelijk meegedeeld worden aan de maatschappij-verhuurder. De huurder mag noch geheel of gedeeltelijk afzien van zijn huurrechten, noch de woning geheel of gedeeltelijk onderverhuren. b) Recht op een aangepaste woning Artikel 26 De huurder wiens woning niet meer aangepast is aan de samenstelling van zijn gezin heeft het recht om een huuraanvraag in te dienen voor een aangepaste woning.In dit geval moet de maatschappij-verhuurder hem met absolute voorrang de eerste beschikbare aangepaste woning toekennen, volgens de bepalingen van artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen. c) Recht tot toegang tot informatie Artikel 27 Onverminderd de bepalingen van de ordonnantie van 30.03.1995 betreffende de openbaarheid in de besturen kan de huurder op zijn vraag van de maatschappij-verhuurder alle informatie krijgen betreffende de berekeningswijze van de huurprijs, de bijdragen en de huurlasten.
Hij heeft bovendien - binnen de perken van de toegepaste reglementering - toegangsrecht tot zijn persoonlijk dossier op de zetel van de maatschappij-verhuurder. De huurder kan tegen betaling een afschrift krijgen van elk nuttig document.
Artikel 27bis De ondergetekenden geven de toestemming aan de maatschappij-verhuurder om van de bevoegde openbare diensten alle noodzakelijke gegevens te bekomen voor het nazicht van de elementen die dienen voor de berekening van de huurprijs alsook elk ander element betreffende hun huurdersdossier.
VI. EINDE VAN DE HUUROVEREENKOMST Artikel 28 § 1. De huurder kan op elk ogenblik per aangetekende brief een einde maken aan de overeenkomst, mits een opzeggingstermijn van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de kennisgeving. § 2. De maatschappij-verhuurder moet de opzegging die zij per aangetekende brief betekent, met redenen omkleden. Die opzeggingstermijn gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de kennisgeving. § 3. De overeenkomst eindigt mits de betekening van een opzeg van 6 maanden door de maatschappij-verhuurder indien de huurder of een lid van zijn gezin een onroerend goed bestemd als woning of gebruikt voor beroepsdoeleinden, in volle eigendom, erfpacht of vruchtgebruik verwerft. Deze bepaling is ook van toepassing wanneer de huurder of een lid van zijn gezin inkomsten geniet uit vastgoed, behalve in geval van afwijking toegekend door de maatschappij, overeenkomstig de wettelijke bepalingen die ter zake van toepassing zijn. § 4. De overeenkomst eindigt mits de betekening van een opzeg van 6 maanden door de maatschappij-verhuurder wanneer de huurder de maandelijkse solidariteitsbijdrage niet betaalt, wanneer deze verschuldigd is. § 5. De overeenkomst eindigt van rechtswege bij het overlijden van de overlevende huurder. In dat geval moet de woning ten laatste binnen drie maanden ontruimd worden.
Artikel 28bis De huurovereenkomst van de huurder die op 1 januari 2013 of op een latere datum in de maatschappij ingetreden is, wordt middels een opzegtermijn van zes maanden beëindigd, als blijkt dat de erkenning als persoon met een handicap van de huurder of van één van zijn gezinsleden na 1 januari 2013 afliep.
De maatschappij-verhuurder betekent die opzegtermijn van zes maanden aan de huurder en vermeldt daarbij de datum waarop de opzegtermijn afloopt.
In dat geval stelt de maatschappij-verhuurder een huurovereenkomst van bepaalde duur van negen jaar aan de huurder voor.
Artikel 28ter De huurovereenkomst van de huurder die op 1 januari 2013 of op een latere datum in de maatschappij ingetreden is, wordt middels een opzegtermijn van zes maanden beëindigd, als persoon met een handicap erkende persoon die deel uitmaakt van het gezin na 1 januari 2013 overlijdt of als deze na 1 januari 2013 geen deel meer uitmaakt van de door de maatschappij-verhuurder gekende gezinssamenstelling.
De maatschappij-verhuurder betekent die opzegtermijn van zes maanden aan de huurder en vermeldt daarbij de datum waarop de opzegtermijn afloopt.
In dat geval stelt de maatschappij-verhuurder een huurovereenkomst van bepaalde duur van negen jaar aan de huurder voor.
Artikel 29 Naast het gemeen recht kan de maatschappij-verhuurder, overeenkomstig artikel 3, zesde lid, van het besluit van 26 september 1996 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, per gemotiveerde aangetekende brief haar beslissing mededelen om een einde te maken aan de overeenkomst, mits een opzegging van zes maanden wanneer de huurder weigert een aangepaste woning te huren die voorzien is van een gelijkaardig comfort, gelegen in dezelfde gemeente of in een strall van 5 km en waarvan de huurprijs niet 15 % hoger is dan de op dit ogenblik verschuldigde huurprijs en die het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorstel tot toewijzing in toepassing van artikel 8 van voornoemd besluit.
Artikel 30 Gedurende elke opzeggingstermijn heeft de maatschappij-verhuurder het recht om de woning twee dagen per week a rato van twee opeenvolgende uren vrij te laten bezoeken door kandidaat-huurders.
Artikel 31 Gedurende de opzeggingstermijn komen de partijen de dag en het uur overeen waarop de contradictoire plaatsbeschrijving wordt opgesteld bij het verlaten van de woning. Deze plaatsbeschrijving wordt getekend door de huurder of door zijn vertegenwoordiger voorzien van een schriftelijke toelating.
Wanneer de partijen niet akkoord gaan over de dag en het uur waarop de plaatsbeschrijving moet opgesteld worden, wordt dit door de maatschappij-verhuurder bepaald en minstens acht dagen op voorhand aan de huurder meegedeeld per aangetekende brief.
Artikel 32 De waarborg en de eventuele interesten zullen aan de huurder, of ingeval van overlijden aan zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, teruggestort worden bij de beëindiging van de overeenkomst, nadat hij zijn verplichtingen tegenover de maatschappij-verhuurder heeft vervuld. De terugbetaling van de waarborg brengt geenszins eender welke verantwoordelijkheid van de maatschappij-verhuurder met zich mee.
Indien de huurder zijn verplichtingen niet heeft nageleefd, houdt de maatschappij-verhuurder de waarborg en de eventuele interesten geheel of gedeeltelijk in. Wanneer de waarborg niet volstaat voor een volledige schadeloosstelling van de maatschappijverhuurder, moet de huurder het supplement betalen.
VII. SLOTBEPALINGEN Artikel 33 De wet met betrekking tot de huurcontracten is van toepassing op deze overeenkomst in die mate dat er niet wordt van afgeweken door de specifieke wetgeving en de reglementering van de Brusselse Huisvestingsmaatschappij en haar openbare vastgoedmaatschappijen, evenals door de bepalingen van deze overeenkomst, die zij niet verbiedt.
Artikel 34 Een huishoudelijk reglement wordt bij deze overeenkomst gevoegd en maakt er integraal deel van uit. huurder moet zich schikken naar de eventuele wijzigingen van of aanvullingen op dit reglement, die hem door de maatschappij-verhuurder worden meegedeeld. De bepalingen van dit reglement die met de voor de verhuring van een sociale woning toepasselijke reglementering en met deze overeenkomst in tegenspraak zijn, worden beschouwd als onbestaand.
Artikel 35 Noch de maatschappij-verhuurder, noch de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij zijn bevoegd om als scheidsrechter op te treden bij buurgeschillen.
Artikel 36 In het energieprestatiecertificaat (EPB) wordt melding gemaakt van de volgende energieklasse en jaarlijkse CO2-uitstoot van de woning . . . . .
Dat certificaat gaat als bijlage bij dit contract.
Opgemaakt in zoveel originelen als er partijen zijn die een onderscheiden belang hebben, waarbij een bijkomend exemplaar bestemd voor de registratie.
Elk origineel moet vermelden hoeveel originelen er werden opgemaakt.
Op ........................... (dag/maand/jaar) Voor de maatschappij-verhuurder, De huurder, (handtekeningen) Naam van de ondertekenaars (Hoofdletters) Naam van de ondertekenaars (Hoofdletters) (Of stempel) (1) Schrappen wat niet past. Bijlage 6 TYPE-HUURCONTRACT VAN BEPAALDE DUUR Tussen de ondergetekenden : a. de C.V./N.V. Mevrouw ......................... (Naam + voornamen) + rijksregisternummer + geboorteplaats en -datum. Verblijvend te . . . . . (volledig adres) hierna "de huurder" genoemd, anderzijds, is het volgende overeengekomen : I. VOORWERP VAN HET HUURCONTRACT EN BESTEMMING Artikel 1 De maatschappij-verhuurder geeft aan de huurder, die aanvaardt onder de voorwaarden van deze overeenkomst, een woning in huur, gelegen te . . . . . Deze woning is goed gekend door de huurder, die verklaart ze in ontvangst te hebben genomen in de staat die beschreven staat in de gedetailleerde plaatsbeschrijving die op tegenspraak opgesteld is en die ondertekend is voor het in het genot treden. Deze plaatsbeschrijving blijft aan deze overeenkomst gehecht. Deze woning bestaat uit kelder(s), hal(s), garage(s), keuken(s), woonkamer(s), badkamer(s), slaapkamer(s), WC(s), zolder(s), stookplaats(en), terras(sen), ... (1) Artikel 2 De woning wordt verhuurd voor privé gebruik, zijnde bewoning. De huurder mag deze bestemming niet wijzigen, zonder de voorafgaande uitdrukkelijke en geschreven toestemming van de maatschappij-verhuurder, goedgekeurd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. De huurder moet de woning effectief betrekken. II. DUUR Artikel 3 Deze overeenkomst treedt in werking op ............................... (dag/maand/jaar) De woning zal evenwel slechts ter beschikking van de huurder gesteld worden nadat hij de plaatsbeschrijving, waarvan sprake is in artikel 1, ondertekend heeft. Het contract wordt gesloten voor een bepaalde duur van negen jaar die ingaat op de inwerkingtreding van het contract. Het contract wordt beëindigd na verloop van negen jaar. (dag/maand/jaar) Het contract kan met periodes van 3 jaar verlengd worden nadat de maatschappij-verhuurder heeft nagegaan of de huurder aan de voorwaarden voor die verlenging voldoet overeenkomstig de bepalingen van artikel 142 van de Brusselse Huisvestingscode en de artikelen 15.1 en volgende van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen. Als de huurder aan die voorwaarden niet voldoet, loopt het huurcontract af middels een opzegtermijn van 6 maanden die overeenkomstig de artikelen 28, 28bis, 28ter en/of 28quater van dit contract door de maatschappij-verhuurder wordt betekend. Het contract wordt afgesloten in toepassing van artikel 15.19 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 voor een bepaalde duur van ...te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding. Het neemt een einde op ........................................................... III. BEWIJS VAN HUURCEEL EN REGISTRATIE Artikel 4 De huurovereenkomst moet schriftelijk vastgesteld zijn. Artikel 5 De zegel- en registratiekosten van deze overeenkomst worden gelijk verdeeld over de partijen. IV. VERPLICHTINGEN EN RECHTEN VAN DE VERHUURDER 1. VERPLICHTINGEN a) Verplichting tot overhandiging Artikel 6 De maatschappij-verhuurder moet het verhuurde goed overhandigen met inachtneming van artikelen 1719, 1°, en 1720, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek.b) Verplichting tot onderhoud en herstellen Artikel 7 De maatschappij-verhuurder moet alle uitgaven doen voor onderhoud en herstellingen van het goed die nodig zijn om het in de staat te houden waarop het goed verkeerde op de dag van het sluiten van het huurcontract, overeenkomstig de artikelen 1719, 2°, en 1720 van het Burgerlijk Wetboek. De huurder moet onmiddellijk elke schade aan de maatschappij-verhuurder signaleren die ten hare laste valt. Bij verzuim van het verwittigen van de maatschappij-verhuurder, wordt de huurder verantwoordelijk gesteld voor elke verergering van de schade en kan hij verantwoordelijk gesteld worden om uit dien hoofde de maatschappij-verhuurder schadeloos te stellen. c) Verplichtingen om het ongestoord genot te verzekeren Artikel 8 § 1.De maatschappij-verhuurder moet de huurder het ongestoord genot van het goed verzekeren. § 2. De huurder verplicht er zich toe om de maatschappij-verhuurder binnen drie dagen in te lichten over alle feitelijke en rechtelijke stoornissen met betrekking tot de woning. 2. RECHTEN a) Bezoekrecht Artikel 9 De afgevaardigden van de maatschappij-verhuurder en van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij hebben het recht om de woning te bezoeken in de aanwezigheid van de huurder of van de persoon die door hem is aangeduid, om de goede uitoefening van de verplichtingen van de huurder en van de staat van de verhuurde goederen te controleren.b) Recht om dringende herstellingen uit te voeren Artikel 10 § 1.De maatschappij-verhuurder mag elke dringende herstelling uitvoeren die ten hare laste valt. § 2. In afwijking van artikelen 1724 van het Burgerlijk Wetboek, moet de huurder, zonder schadevergoeding, de uitvoering van alle werken aanvaarden die de maatschappij-verhuurder nuttig acht om uit te voeren binnen het kader van een plan van renovatie of verbouwing, goedgekeurd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, zelfs wanneer die werken langer duren dan 40 dagen. Wanneer de werken als gevolg hebben dat de huurder gedeeltelijk beroofd wordt van het genot kan de maatschappij-verhuurder een tijdelijke huurverlaging toestaan. V. VERPLICHTINGEN EN RECHTEN VAN DE NEMER 1. VERPLICHTINGEN a) Verplichting om het gehuurde goed te beheren als een goede huisvader overeenkomstig zijn bestemming Artikel 11 § 1.De huurder bewoont en gebruikt de gehuurde vertrekken als een goede huisvader, overeenkomstig artikel 1728 van het Burgerlijk Wetboek. Hij mag geen enkele wijziging aan het gehuurde goed uitvoeren zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van de openbare vastgoedmaatschappij. In het tegenovergestelde geval kan de maatschappij de herstelling van de ruimten in de vorige staat vereisen en indien de huurder op een ingebrekestelling niet zou reageren, kan ze zelf hiertoe overgaan ten kosten van de huurder. § 2. De kosten met betrekking tot het reinigen van de putten en van de secreten vallen ten laste van de huurder. § 3. Wanneer de huurder niet tijdig onderhouds- en herstellingswerkzaamheden laat uitvoeren die volgens het gemeen recht ten zijne lasten vallen, kan de maatschappij-verhuurder, na een ingebrekestelling per aangetekende brief, die werkzaamheden zelf uitvoeren of ze door een derde laten uitvoeren voor rekening van de huurder die aan de maatschappij-verhuurder het bedrag van de door haar aangegane kosten moet betalen. Artikel 12 § 1. De bevestiging van elk voorwerp op het dak, op de buitenmuren of op eender welke ander buitenste gedeelte van de woning of het gebouw waarin de woning is gelegen, vereist het voorafgaande schriftelijk akkoord van de maatschappij-verhuurder. In geval van overtreding van deze bepaling door de huurder heeft de maatschappij-verhuurder het recht, na hem tevergeefs in gebreke gesteld te hebben, om de ruimten in de vorige staat te herstellen, elk omstreden voorwerp te doen verwijderen en alle bijkomende werken te doen verrichten ten koste van de huurder. § 2. Storende en/of gevaarlijke dieren worden niet in de woning toegelaten. Artikel 13 De huurder zal de maatschappij-verhuurder schriftelijk inlichten over elke wijziging in zijn situatie die een weerslag kan hebben op het huurcontract. Wanneer de maatschappij vaststelt dat er fraude gepleegd is inzake de aangifte alsook inzake de samenstelling van het gezin of dat bepaalde gezinsinkomsten niet aangegeven werden, kan zij op elk ogenblik de huurprijs verhogen tot de normale huurprijs van de woning, vermeerderd met het maximumbedrag van de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is. Deze verhoging is onmiddellijk van toepassing tot bij de volgende herziening. Zij kan eveneens toegepast worden voor elke periode gedurende dewelke een vermindering van de reële huurprijs onterecht verkregen werd. Artikel 14 Wanneer de huurder of een lid van zijn gezin volle eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker wordt van een onroerend goed bestemd als woning of gebruikt voor beroepsdoeleinden [...], moet hij ten laatste binnen een maand de maatschappij-verhuurder schriftelijk inlichten. b) Verplichting om de huur en de lasten alsmede de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is, te betalen Artikel 15 Overeenkomstig de geldende reglementering in de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij wordt de basishuurprijs vastgesteld op ... euro per maand. De reële huurprijs (reële huurprijs = basishuurprijs verhoogd of verminderd op basis van de inkomsten en de samenstelling van het gezin, geen rekening houdend met subsidies, verminderingen en/of toelagen die aan de huurder en/of een lid van zijn gezin verleend zouden worden krachtens een specifieke reglementering) wordt vastgesteld op ... euro, voor de eerste maand en moet betaald worden bij het in voege treden van de overeenkomst. De maatschappij-verhuurder verwittigt de huurder per eenvoudige brief van elke wijziging van de basishuurprijs of van de reële huurprijs. Wanneer de nieuwe reële huurprijs hoger is dan de vorige, moet deze slechts door de huurder betaald worden vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de kennisgeving. Wanneer hij echter minder hoog is, treedt hij in werking op het ogenblik dat bepaald wordt door de geldende reglementering. Wanneer deze huurverlaging het gevolg is van een feit of van een omstandigheid die, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst, meegedeeld moet worden door de huurder aan de maatschappij-verhuurder, treedt de verminderde huurprijs evenwel in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin deze kennisgeving gebeurde. De huur moet op voorhand betaald worden vóór de tiende dag van elke maand op rekeningnummer ... van de instelling die door de maatschappij-verhuurder wordt aangeduid. Enkel deze wijze van betaling is delgend. De kosten voor de storting of de overschrijving vallen ten laste van de huurder. De huurder moet het bewijs leveren van zijn betalingen op eenvoudige vraag van de maatschappij-verhuurder . Artikel 16 De bijdragen en de huurlasten alsmede de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is, die de huurder overeenkomstig de geldende reglementering te zijne lasten vallen, worden door de huurder gelijktijdig met de huur betaald. Artikel 17 De huurprijs, de bijdragen en de huurlasten alsmede de solidariteitsbijdrage, wanneer deze verschuldigd is, moeten door de huurder betaald worden tot op de dag van de overhandiging van de sleutels of, bij ontstentenis, tot op de datum van verstrijken van de huuropzegging, zelfs wanneer de huurder de woning vroeger verlaten heeft. Artikel 18 De sommen die de huurder betaald heeft bovenop diegene die hij verschuldigd was door de toepassing van de geldende wetgeving of door deze overeenkomst, worden hem op zijn vraag terugbetaald. De maatschappij-verhuurder zal onverwijld de huurder inlichten over elke overbodige betaling die zij heeft vastgesteld. De terugbetaling is echter slechts invorderbaar voor de vervallen bedragen die betaald werden in de loop van de vijf jaar die de aanvraag voorafgaan. De eis tot invordering verjaart na twaalf maanden te rekenen vanaf het versturen van het verzoek om terugbetaling. Artikel 19 Ingeval van niet-betaling van de huurprijs en/of van de bijdragen en huurlasten binnen vijftien werkdagen na de vervaldag en bij ontstentenis van loonafstand die in een aparte akte betekend wordt, past de maatschappij-verhuurder na een ingebrekestelling, een verhoging van 10 % van de achterstallige bedragen toe. Artikel 20 De onroerende voorheffing valt ten laste van de maatschappij-verhuurder. De aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing waarop de huurder recht heeft in de hoedanigheid van gezinshoofd krachtens artikel 257 van het Wetboek Inkomensbelastingen, wordt door de maatschappij-verhuurder ingevuld en ingeleid bij de Administratie van de Directe Belastingen. c) Verplichting tot meubileren van de gehuurde goederen Artikel 21 Overeenkomstig artikel 1752 van het Burgerlijk Wetboek moet de huurder de gehuurde woning van genoegzaam huisraad voorzien om de maatschappij-verhuurder een waarborg te verlenen betreffende de betaling van de huur.d) Verantwoordelijkheid van de huurder in geval van brand Artikel 22 § 1.De huurder verbindt er zich toe om bij een verzekeringsmaatschappij een brandpolis te onderschrijven van het type « globale-brand », die zowel de gebouwen, zijn inboedel als de aansprakelijkheid van de huurder dekt en dit gedurende de volledige duur van de huur. § 2. De volgende risico's moeten gedekt zijn : - brand en bijkomende gevaren, eventuele slopings- en evacuatiekosten; - storm en hagel, waterschade, glasbraak en burgerlijke aansprakelijkheid voor het gebouw. § 3. De verzekerde kapitalen moeten een volledige schadeloosstelling waarborgen ingeval van schade. Op elke vraag van de maatschappij-verhuurder moet de huurder haar een afschrift van de onderschreven verzekeringspolis voorleggen en de betaling van de premies bewijzen, zonder dat deze controle voor de maatschappij-verhuurder ook maar enige verantwoordelijkheid met zich meebrengt. § 4. Wanneer de maatschappij-verhuurder een verzekeringspolis onderschreven heeft van het type « globale-brand », die een clausule bevat van afstand van verhaal op de huurder, moet deze laatste slechts zijn inboedel en het verhaal van de buren waarborgen. In dit laatste geval mag de maatschappij-verhuurder aan de huurder de terugbetaling van de premie met betrekking tot dit afstand van verhaal vragen. § 5. Bij de ondertekening van het huurcontract deelt de maatschappij-verhuurder de huurder mede of ze de in de voorafgaande verzekeringspolis onderschrijft. e) Huurwaarborg Artikel 23 Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen stort de huurder aan de maatschappij-verhuurder een som die gelijk is aan twee of drie keer het bedrag van de in artikel 15 bedoelde reële huurprijs, afhankelijk van de vorm van de waarborg gekozen door de huurder en bepaald in artikel 10, § 1, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek. Wanneer de huurder ook vennoot van de maatschappij-verhuurder, kunnen de volgestorte bedragen van de maatschappelijke aandelen die hij bezit, mits instemming van de maatschappij-verhuurder, dienen als huurwaarborg. In dat geval moet de volstorting van de aandelen ten minste gelijk zijn aan het minimumbedrag bepaald in artikel 26, § 2, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen. Overeenkomstig artikel 26 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, mag de voornoemde waarborg evenwel niet lager dan 356 en niet hoger dan 1.068 zijn. De voornoemde waarborg is : - ofwel gelijk aan twee maal het bedrag van de reële huurprijs bedoeld in artikel 15 hierboven. Hij wordt op initiatief van de maatschappij-verhuurder op een individuele rekening op naam van de huurder geplaatst bij... (vermelding van de gekozen instelling) en de interesten zullen ten bate van de huurder gekapitaliseerd worden. Door de plaatsing wordt het actief van de rekening eerst aangewend voor elke schuld die voortvloeit uit het volledige of gedeeltelijke niet vervullen van de verplichtingen van de huurder. - ofwel gelijk aan drie maal het bedrag van de reële huurprijs bedoeld in artikel 15 hierboven en wordt gesteld in de vorm van een bankwaarborg die geleidelijk aan weder samengesteld moet worden. Bij de ondertekening van deze overeenkomst verbindt de huurder zich ertoe de huurwaarborg volledig weder samen te stellen door middel van vaste maandelijkse bedragen van ..... euro gedurende ..... maanden (maximum 36 maanden). - ofwel gelijk aan drie maal het bedrag van de reële huurprijs bedoeld in artikel 15 hierboven en wordt gesteld in de vorm van een bankwaarborg die voortvloeit uit een standaardovereenkomst tussen een OCMW en een financiële instelling. In het kader van dit contract beloopt dit bedrag ... euro. f) Keuze van de woonplaats Artikel 24 De huurder kiest zijn woonplaats in de gehuurde woning tot bij het verstrijken van de huurovereenkomst.Elke berichtgeving op dit adres is geldig, zelfs wanneer de huurder de woning verlaten heeft zonder zijn nieuw adres officieel aan de maatschappij-verhuurder mee te delen. 2. RECHTEN a) Afstand van het huurcontract en onderverhuring Artikel 25 Behalve ingeval van voorafgaande en uitdrukkelijke geschreven toelating van de maatschappijverhuurder, mag de woning slechts betrokken worden door de personen die deel uitmaken van het gezin van de huurder (gezin = alleenwonende of personen die dezelfde woning delen zelfs indien zij niet de betrokken woning gedomicilieerd zijn). Het gezin is op het ogenblik van het in voege treden van deze overeenkomst als volgt samengesteld : Naam Voornaam Verwantschap Andere inlichtingen . . . . . . . . . . . . . . . Elke wijziging van deze situatie gedurende de huurperiode moet onmiddellijk schriftelijk meegedeeld worden aan de maatschappij-verhuurder. De huurder mag noch geheel of gedeeltelijk afzien van zijn huurrechten, noch de woning geheel of gedeeltelijk onderverhuren. b) Recht op een aangepaste woning Artikel 26 De huurder wiens woning niet meer aangepast is aan de samenstelling van zijn gezin heeft het recht om een huuraanvraag in te dienen voor een aangepaste woning.In dit geval moet de maatschappij-verhuurder hem met absolute voorrang de eerste beschikbare aangepaste woning toekennen, volgens de bepalingen van artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen. c) Recht tot toegang tot informatie Artikel 27 Onverminderd de bepalingen van de ordonnantie van 30.03.1995 betreffende de openbaarheid in de besturen kan de huurder op zijn vraag van de maatschappij-verhuurder alle informatie krijgen betreffende de berekeningswijze van de huurprijs, de bijdragen en de huurlasten. Hij heeft bovendien - binnen de perken van de toegepaste reglementering - toegangsrecht tot zijn persoonlijk dossier op de zetel van de maatschappij-verhuurder. De huurder kan tegen betaling een afschrift krijgen van elk nuttig document. Artikel 27bis De ondergetekenden geven de toestemming aan de maatschappij-verhuurder om van de bevoegde openbare diensten alle noodzakelijke gegevens te bekomen voor het nazicht van de elementen die dienen voor de berekening van de huurprijs alsook elk ander element betreffende hun huurdersdossier. VI. EINDE VAN DE HUUROVEREENKOMST Artikel 28 § 1. De huurder kan op elk ogenblik per aangetekende brief een einde maken aan de overeenkomst, mits een opzeggingstermijn van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de kennisgeving. § 2. De maatschappij-verhuurder moet de opzegging die zij per aangetekende brief betekent, met redenen omkleden. Die opzeggingstermijn gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de kennisgeving. § 3. De overeenkomst eindigt mits de betekening van een opzeg van 6 maanden door de maatschappij-verhuurder indien de huurder of een lid van zijn gezin een onroerend goed bestemd als woning of gebruikt voor beroepsdoeleinden, in volle eigendom, erfpacht of vruchtgebruik verwerft. Deze bepaling is ook van toepassing wanneer de huurder of een lid van zijn gezin inkomsten geniet uit vastgoed, behalve in geval van afwijking toegekend door de maatschappij, overeenkomstig de wettelijke bepalingen die ter zake van toepassing zijn. § 4. De overeenkomst eindigt mits de betekening van een opzeg van 6 maanden door de maatschappij-verhuurder wanneer de huurder de maandelijkse solidariteitsbijdrage niet betaalt, wanneer deze verschuldigd is. § 5. De overeenkomst eindigt van rechtswege bij het overlijden van de overlevende huurder. In dat geval moet de woning ten laatste binnen drie maanden ontruimd worden. Artikel 28bis Naast de in artikel 28 van dit contract bepaalde situaties, loopt dit contract af middels een door de maatschappij-verhuurder betekende opzegtermijn van zes maanden als de maatschappij-verhuurder ingevolge het overeenkomstig artikel 142 § 2 van de Brusselse Huisvestingscode uitgevoerde nazicht van het inkomen van de huurder vaststelt dat het inkomen van de huurder het voor de situatie van het gezin toepasselijke toegangsinkomen met 150 % overstijgt. Die opzegtermijn van zes maanden moet per aangetekende brief worden betekend. In dat geval moet de opzegtermijn aflopen wanneer het negende jaar van de huurovereenkomst afloopt of, bij verlenging, wanneer de periode van drie jaar afloopt. Artikel 28ter Dit contract loopt af middels een door de maatschappij-verhuurder betekende opzegtermijn van zes maanden als de maatschappij-verhuurder ingevolge het overeenkomstig artikel 142 § 2, 2° van de Brusselse Huisvestingscode uitgevoerde nazicht van de gezinssamenstelling van de huurder vaststelt dat de huurder een bovenmatige woning betrekt en een aan zijn nieuwe gezinssamenstelling aangepaste woning met een gelijkaardig comfort en gelegen in dezelfde gemeente of in een straal van 5 km heeft geweigerd. Die opzegtermijn van zes maanden moet per aangetekende brief worden betekend. In dat geval moet de opzegtermijn aflopen wanneer het negende jaar van de huurovereenkomst afloopt of, bij verlenging, wanneer de periode van drie jaar afloopt. Artikel 28quater Dit contract loopt af middels een door de maatschappij-verhuurder per aangetekende brief betekende opzegtermijn van drie maanden als de huurder instemt met een aan zijn nieuwe gezinssamenstelling aangepaste woning op basis van een voorstel dat de maatschappij-verhuurder deed ingevolge het overeenkomstig artikel 142 § 2, 2° van de Brusselse Huisvestingscode uitgevoerde nazicht van de gezinssamenstelling van de huurder. In dat geval wordt voor de nieuwe woning een huurovereenkomst voor een bepaalde periode van drie jaar gesloten. Artikel 29 Naast het gemeen recht kan de maatschappij-verhuurder, overeenkomstig artikel 3, zesde lid, van het besluit van 26 september 1996 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, per gemotiveerde aangetekende brief haar beslissing mededelen om een einde te maken aan de overeenkomst, mits een opzegging van zes maanden wanneer de huurder weigert een aangepaste woning te huren die voorzien is van een gelijkaardig comfort, gelegen in dezelfde gemmente of in een straal van 5 km en waarvan de huurprijs niet 15 % hoger is dan de op dit ogenblik verschuldigde huurprijs en die het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorstel tot toewijzing in toepassing van artikel 8 van voornoemd besluit. Artikel 30 Gedurende elke opzeggingstermijn heeft de maatschappij-verhuurder het recht om de woning twee dagen per week a rato van twee opeenvolgende uren vrij te laten bezoeken door kandidaat-huurders. Artikel 31 Gedurende de opzeggingstermijn komen de partijen de dag en het uur overeen waarop de contradictoire plaatsbeschrijving wordt opgesteld bij het verlaten van de woning. Deze plaatsbeschrijving wordt getekend door de huurder of door zijn vertegenwoordiger voorzien van een schriftelijke toelating. Wanneer de partijen niet akkoord gaan over de dag en het uur waarop de plaatsbeschrijving moet opgesteld worden, wordt dit door de maatschappij-verhuurder bepaald en minstens acht dagen op voorhand aan de huurder meegedeeld per aangetekende brief. Artikel 32 De waarborg en de eventuele interesten zullen aan de huurder, of ingeval van overlijden aan zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, teruggestort worden bij de beëindiging van de overeenkomst, nadat hij zijn verplichtingen tegenover de maatschappij-verhuurder heeft vervuld. De terugbetaling van de waarborg brengt geenszins eender welke verantwoordelijkheid van de maatschappij-verhuurder met zich mee. Indien de huurder zijn verplichtingen niet heeft nageleefd, houdt de maatschappij-verhuurder de waarborg en de eventuele interesten geheel of gedeeltelijk in. Wanneer de waarborg niet volstaat voor een volledige schadeloosstelling van de maatschappijverhuurder, moet de huurder het supplement betalen. VII. SLOTBEPALINGEN Artikel 33 De wet met betrekking tot de huurcontracten is van toepassing op deze overeenkomst in die mate dat er niet wordt van afgeweken door de specifieke wetgeving en de reglementering van de Brusselse Huisvestingsmaatschappij en haar openbare vastgoedmaatschappijen, evenals door de bepalingen van deze overeenkomst, die zij niet verbiedt. Artikel 34 Een huishoudelijk reglement wordt bij deze overeenkomst gevoegd en maakt er integraal deel van uit. De huurder moet zich schikken naar de eventuele wijzigingen van of aanvullingen op dit reglement, die hem door de maatschappij-verhuurder worden meegedeeld. De bepalingen van dit reglement die met de voor de verhuring van een sociale woning toepasselijke reglementering en met deze overeenkomst in tegenspraak zijn, worden beschouwd als onbestaand. Artikel 35 Noch de maatschappij-verhuurder, noch de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij zijn bevoegd om als scheidsrechter op te treden bij buurgeschillen. Artikel 36 In het energieprestatiecertificaat (EPB) wordt melding gemaakt van de volgende energieklasse en jaarlijkse CO2-uitstoot van de woning : . . . . . Dat certificaat gaat als bijlage bij dit contract. Opgemaakt in zoveel originelen als er partijen zijn die een onderscheiden belang hebben, waarbij een bijkomend exemplaar bestemd voor de registratie. Elk origineel moet vermelden hoeveel originelen er werden opgemaakt. Op ...........................(dag/maand/jaar) Voor de maatschappij-verhuurder, De huurder, (handtekeningen) Naam van de ondertekenaars (Hoofdletters) Naam van de ondertekenaars (Hoofdletters) (Of stempel) (1) Schrappen wat niet past.