Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 08 mei 2014
gepubliceerd op 07 juli 2014

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 13 november 2008 tot bepaling van de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, van het advies van de gemachtigde ambtenaar, van de gemeente, van de koninklijke commissie voor monumenten en landschappen, van de overlegcommissie evenals van de speciale regelen van openbaarmaking of van de medewerking van een architect

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2014031546
pub.
07/07/2014
prom.
08/05/2014
ELI
eli/besluit/2014/05/08/2014031546/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 MEI 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 13 november 2008 tot bepaling van de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, van het advies van de gemachtigde ambtenaar, van de gemeente, van de koninklijke commissie voor monumenten en landschappen, van de overlegcommissie evenals van de speciale regelen van openbaarmaking of van de medewerking van een architect


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het artikel 98, § 2, vierde lid, van het Brussels Wetboek van ruimtelijke ordening van 9 april 2004;

Gelet op het besluit van 13 november 2008 tot bepaling van de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, van het advies van de gemachtigde ambtenaar, van de gemeente, van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, van de overlegcommissie evenals van de speciale regelen van openbaarmaking of van de medewerking van een architect;

Gelet op advies 55.924/4 van de Raad van State, gegeven op 29 april 2014, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 10 januari 2014;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 8 mei 2014;

Op voorstel van de Minister-president belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Minister belast met Mobiliteit en Openbare Werken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In hoofdstuk III het besluit van 13 november 2008 tot bepaling van de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, van het advies van de gemachtigde ambtenaar, van de gemeente, van de Koninklijke commissie voor monumenten en landschappen, van de overlegcommissie evenals van de speciale regelen van openbaarmaking of van de medewerking van een architect, wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende : (...) "

Artikel 7/1.De voorafgaande verklaring zoals bedoeld in artikel 98 § 2, vierde lid, van het Brussels Wetboek van ruimtelijke ordening van 9 april 2004 bevat minstens het volgende : 1° een document, opgesteld en ondertekend door de aangever, en dit houdt in : - de identiteit van de aangever; - de plaatsbepaling van het project; - desgevallend, de lijnen van openbaar vervoer, boven- of ondergronds; - in voorkomend geval, de aard en de oppervlaktes van de vernieuwde bekleding; - desgevallend, de aanwezigheid van bomen. 2° een beschrijving van de werken met inbegrip van een weergave van de toestand zowel voor als na de werken, meer specifiek : - de beschrijving van de huidige toestand; - de beschrijving van de geplande toestand; - de verklaring van de doelstellingen van het ontwerp; - de beschrijving met betrekking tot de aard en de staat van de eventuele delen van het wegennet die bestaan en onderhouden blijven en die niet betrokken zijn bij de geplande werken; - de gegevens met betrekking tot het verkeersregime, voor de huidige toestand en de geplande toestand. 3° het plan en een doorsnede van de bestaande en geplande toestand, met inbegrip van de markeringen en signalisatie, op een schaal die voldoende is om de geplande werken goed te kunnen begrijpen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2014.

Art. 3.De Minister bevoegd voor Mobiliteit, en de Minister bevoegd voor Ruimtelijke ordening ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 mei 2014.

Voor de Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, Mevr. B. GROUWELS

^