19 JULI 2012. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de ordonnantie van 4 september 2008 ertoe strekkende een diversiteitsbeleid te bewerkstelligen in het Brussels ambtenarenapparaat

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 4 september 2008 ertoe strekkende een diversiteitsbeleid te bewerkstelligen in het Brussels ambtenarenapparaat, artikelen 3, 6 en 7;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 februari 2012;

Gelet op het akkoord van de Minister van de Begroting, gegeven op 16 maart 2012;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2012, in toepassing van artikel 84, § 1, alinea 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de ordonnantie van 16 december 2011 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2012, inzonderheid op de basisallocatie 10.005.27.07.43.21;

Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid,

Artikel 1.Binnen de perken van de begrotingskredieten van het Gewest zal ieder jaar een eenmalige subsidie worden toegekend aan de lokale besturen die tijdens het kalenderjaar minstens 10 % werkzoekenden aanwerven die hun woonplaats hebben in de in artikel 2 van de ordonnantie bedoelde statistische sectoren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De subsidie bedraagt maximaal 3.000 EUR per ambtenaar, afkomstig uit de in artikel 3 van de ordonnantie bedoelde wijken, die voltijds wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur. Voor een deeltijdse aanwerving staat het bedrag van de subsidie in verhouding tot de werktijd.

De subsidie bedraagt maximaal 1.000 EUR per ambtenaar, afkomstig uit de in artikel 2 van de ordonnantie bedoelde wijken, die voltijds wordt aangeworven met een contract van bepaalde duur. Voor een deeltijdse aanwerving staat het bedrag van de subsidie in verhouding tot de werktijd.

Het minimumpercentage moet 10 % bedragen van de contractuele aanwervingen waartoe in de loop van het kalenderjaar is overgegaan.

Art. 2.De diversiteitsconsulenten van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling vermeld in artikel 6 van de ordonnantie hebben de volgende opdrachten voor de lokale besturen : 1° Sensibiliseren en informeren over de voordelen en de moeilijkheden inzake diversiteit in een profesioneel milieu;2° Bijstaan van de lokale besturen in de voorbereiding, de opstelling, de uitvoering en de evaluatie van de diversiteitsplannen.

Art. 3.Met het oog op de opstelling, de uitvoering en verdere opvolging van het diversiteitsplan bepaald in artikel 7 van de ordonnantie stelt elk lokaal bestuur, na een oproep tot kandidatuurstelling, een personeelslid aan belast met deze taken. De aanwijzing gebeurt voor een hernieuwbare periode van zes jaar.

Overeenkomstig artikel 6 van de ordonnantie kan dit personeelslid zich in alle stadia laten bijstaan door de diversiteitsconsulenten van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor de hen toegewezen taken vermeld in artikel 2 van dit besluit.

Art. 4.De inhoud van het diversiteitsplan vermeld in artikel 7 van de ordonnantie bevat op zijn minst vier hoofdlijnen waarop het lokaal bestuur een diagnose moet stellen van haar huidige stand van zaken betreffende diversiteit.

Deze vier hoofdlijnen zijn de volgende : 1° de hoofdlijn « human ressources management », namelijk de interne informatie en communicatie, de werving en selectie, het onthaal en de integratie, de vorming en sensibilisering, de loopbaan en evaluatie;2° de hoofdlijn « algemene gebruiken inzake organisatie van het werk », namelijk de werkomstandigheden en het verbreken van de werkverbanden;3° de hoofdlijn « organisatiecultuur », te weten de positionering van het lokaal bestuur, wat betreft waarden ten opzichte van diversiteit en bestrijding van discriminatie;4° de hoofdlijn « externe positionering en benadering van de burgers, gebruikers en cliënten ».

Art. 5.§ 1. Naar aanleiding van de gestelde diagnose, definieert het lokaal bestuur de algemeen te bereiken doelstellingen inzake bevordering van diversiteit, op basis van de in artikel 4 van dit besluit vermelde hoofdlijnen. § 2. Het lokaal bestuur zorgt voor de tijdslijn, de begroting en de middelen, bestemd voor het actieplan.

Het diversiteitsplan duurt twee jaar. Het begint op 1 januari van het beschouwde jaar. § 3 Het lokale bestuur gaat over tot de evaluatie van het diversiteit plan na afloop van de periode van twee jaar.

Het personeelslid belast met het diversiteitsplan stelt een evaluatieverslag op. Deze evaluatie vormt de basis van de diagnose van het nieuwe actieplan.

Art. 6.Het diversiteitsplan wordt voor advies voorgelegd aan de overlegorganen en bekrachtigd door de beslissingsorganen van het lokale bestuur, ten laatste op 31 december van het jaar voorafgaand aan de concrete uitvoering. Het diversiteitsplan moet worden opgenomen in de strategie van het lokaal bestuur.

Het diversiteitsplan wordt door het lokaal bestuur aan de diversiteitsconsulenten overhandigd met het oog op hun verslag zoals voorzien in artikel 8 van de ordonnantie.

Art. 7.De Minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2012.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE