26 MEI 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 06/05/2004 pub. 28/06/2004 numac 2004031315 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling sluiten betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikels 27, § 2, eerste lid en 28, § 1, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 06/05/2004 pub. 28/06/2004 numac 2004031315 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling sluiten betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2007 houdende vaststelling van de modaliteiten voor de toekenning van labels van garantie van oorsprong en houdende bepaling van de plichten opgelegd aan de leveranciers;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 juni 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 8 juli 2010;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 21 september 2010;

Gelet op het advies van Brugel, gegeven op 24 september 2010;

Gelet op het advies 49.464/3 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de promotie van het gebruik van energie geproduceerd door hernieuwbare energiebronnen;

Op voorstel van de minister van Energie, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 06/05/2004 pub. 28/06/2004 numac 2004031315 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling sluiten betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekracht-koppeling worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°de punten 3° en 9°, worden opgeheven; 2° in punt 11° wordt het cijfer « 30 » vervangen door het cijfer « 15 »;3° de punten 14°, 15°, 16° en 17° worden ingevoegd, luidend als volgt : « 14° « vermogen van een decentrale productie-installatie » : a) in kWp : het piekvermogen van de fotovoltaïsche installatie, b) in kW : het maximale AC-vermogen van de installatie, dat kan worden ontwikkeld op de polen van de alternator of van de omvormer(s), uitgedrukt in kW, gebaseerd op de gegevens van de constructeur;15° « goede dimensionering van een warmtekrachtkoppelingsinstallatie » : een installatie die afgestemd is op de totale thermische behoefte van de site, rekening houdende met een eventuele vermindering ingevolge geplande maatregelen voor een rationeel energiegebruik, waarvan de omvang het toelaat om meer dan 90 % van de maximale thermische productie via warmtekrachtkoppeling te produceren.De warmtekrachtkoppelingsinstallatie kan uit verschillende eenheden zijn samengesteld voor de productie van warmtekrachtkoppeling; 16° "vloeibare biomassa" : vloeibare brandstof voor energiedoeleinden andere dan vervoer, waaronder elektriciteit, verwarming en koeling, die geproduceerd is uit biomassa;17° « vaste biomassa » : een vaste brandstof die voor energiedoeleinden andere dan vervoer, inclusief elektriciteitsproductie, verwarming en koeling, wordt gebruikt en uit biomassa is geproduceerd.».

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bestaande tekst, die paragraaf 2 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 1, luidend als volgt : « § 1.De certifiëringsprocedure wordt, naar keuze van de aanvrager, opgestart hetzij per post, hetzij via het internet. Door zijn keuze wordt de aanvrager geacht te willen dat de procedure voortgezet wordt langs hetzelfde kanaal. »; 2° in paragraaf 2, lid 1, wordt het woord « hij » vervangen door het woord « haar »;3° in paragraaf 2 worden ingevoegd de punten 8°, 9° en 10°, luidend als volgt : « 8° het attest van conformiteit van de installatie met het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties;9° een kopie van het bewijs van ontvangst door de netwerkbeheerder van de aanvraag tot aansluiting van een elektriciteitsproductiesysteem dat elektriciteit in het net kan injecteren;10° het geheel van de informatie die nodig is om van de in artikel 17 bedoelde vermenigvuldigings-coëfficiënt gebruik te kunnen maken.».

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid van paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « Van dit bezoek wordt een verslag opgemaakt volgens de door de Commissie bepaalde modellen in functie van de gebruikte technologieën. Deze modellen worden gepubliceerd op de website van de Commissie. »; 2° een paragraaf 3 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 3.Voor de fotovoltaïsche installaties waarvan het vermogen kleiner is dan of gelijk is aan 10 kWp, certificeert de Commissie de installatie echter, zodra ze vaststelt dat de aanvraag volledig is overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, § 2. ».

Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : « Voor de fotovoltaïsche installaties waarvan het vermogen kleiner is dan of gelijk is aan 10 kWp, worden de controlebezoeken echter vervangen door een aselecte controle van één tiende van de installaties per jaar. De installaties waarvan de productie aanleiding geeft tot de toekenning van « labels van garantie van oorsprong » worden één keer om de vijf jaar gecontroleerd. »

Art. 5.In artikel 11, § 1, lid 2 van hetzelfde besluit worden de woorden : « - wind; - zonne-energie; - aardwarmte; - golfenergie; - getijdenenergie; - waterkracht; - biomassa; - stortgas; - rioolwaterzuiveringsgas; - biogas; » vervangen door de woorden « wind, zon, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogassen ».

Art. 6.In artikel 12, § 7, lid 2, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Unie » worden vervangen door de woorden « Europese Economische Ruimte »;2° de woorden « op basis van objectieve, transparante en niet discriminerende criteria.» worden vervangen door de woorden « als zij gegronde twijfels heeft omtrent de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of waarachtigheid daarvan. De Commissie stelt de Europese Commissie van deze weigering en de motivering ervan in kennis. ».

Art. 7.In artikel 13 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de laatste werkdag van elk trimester » worden vervangen door de woorden « tijdens de laatste maand van elk trimester van het kalenderjaar »;2° in de Nederlandse versie van het tekst wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie » 3° een lid wordt ingevoegd, luidend als volgt : « Voor de fotovoltaïsche installaties waarvan het vermogen kleiner is dan of gelijk is aan 10 kWp, wordt, indien de meterstand toegezonden wordt per post, per e-mail of per fax, deze meterstand jaarlijks meegedeeld tussen 1 en 30 september inbegrepen.»

Art. 8.In artikel 14 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « het betreffende trimester » worden vervangen door de woorden « het betreffende trimester of de betreffende trimesters, naargelang het geval;»; b) het punt 1° wordt vervangen als volgt : « 1° minder dan tien jaar zijn verlopen nadat de installatie werd gecertificeerd »;c) een punt 3° wordt ingevoegd, luidend als volgt : "3° de vloeibare biomassa en de vaste biomassa, gebruikt in voorkomend geval door de installatie, voldoen aan de in bijlage IV van dit besluit bepaalde duurzaamheidscriteria." 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Op eenzelfde productielocatie kan, ingeval van significante renovatie van oude installaties of ingeval van plaatsing van nieuwe installaties, de termijn van tien jaar, waarvan sprake is in de eerste paragraaf, punt 1° van dit artikel, met tien bijkomende jaren verlengd worden voor de gerenoveerde installatie of voor de nieuwe installatie.

Een renovatie is significant wanneer : 1° het bedrag van de investering dat aan de renovatie wordt besteed ten minste gelijk is aan het bedrag van de oorspronkelijke investering voor de posten die bij de renovatie betrokken zijn : 2° het bruto elektrisch rendement van de gerenoveerde installatie groter is na de renovatie;3° het bruto elektrisch rendement van de gerenoveerde installatie ten minste gelijk is aan het bruto elektrisch rendement van de beste nieuwe installaties met dezelfde technologie en uit hetzelfde vermogensgamma. Het bruto elektrisch rendement is de verhouding tussen het vermogen van de gedecentraliseerde productie-installatie en het vermogen aan primaire energie van deze installatie. » 3° een paragraaf 4 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 4.De minister kan de duurzaamheidscriteria van bijlage IV en de procedures van de audit en de controle voor het naleven van de duurzaamheidscriteria preciseren. De Minister kan bovendien de verificatieprocedures van de duurzaamheidscriteria, overeenkomstig de door de Europese Commissie opgelegde beslissingen krachtens artikel 18, § 4 van de Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de promotie van het gebruik van energie geproduceerd door hernieuwbare energiebronnen, preciseren. »

Art. 9.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : « Het certificaat wordt toegekend tot aan het tiende;het bekomen cijfer na berekening wordt afgerond tot het lagere tiende indien het 0,05 niet bereikt, en tot het hogere tiende indien het dit bereikt. »; 2° paragraaf 2 wordt aangevuld met vijf leden, luidende : « Voor de fotovoltaïsche installaties die na 1 juli 2011 in dienst gesteld zijn, bedraagt de vermenigvuldigingscoëfficiënt van het aantal toegekende groenestroomcertificaten 2,75.Voor rechtspersonen en de overheid bedraagt de vermenigvuldigingscoëfficiënt van het aantal toegekende groenestroomcertificaten 3,85, indien het elektrisch vermogen kleiner is dan of gelijk aan 5 kWp.

De minister past voor 1 oktober van het lopende jaar en met ingang op 1 januari van het volgende jaar de met twee cijfers afgeronde waarde van het toegekende aantal groenestroomcertificaten voor de fotovoltaïsche installaties aan om een forfaitaire terugwintijd van 7 jaar te handhaven door de parameters van de volgende formule te wijzigen :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De parameters van de formule worden op de volgende manier gedefinieerd : - « coefficient » staat voor de vermenigvuldigingscoëfficiënt van het aantal toegekende groenestroomcertificaten; - « investFV » is de gemiddelde eenheidskost van een fotovoltaïsch systeem (euro inclusief btw/kWp); - « Premies » is de financiële investeringshulp (euro/kWp) die beschikbaar is voor een fotovoltaïsch systeem; - « Prijselek » is de aankoopprijs van elektriciteit op het netwerk (euro/MWh); - « PrijsGSC » is de prijs voor de doorverkoop van groenestroomcertificaten op de markt (euro/GSC).

De waarde van deze parameters voor fotovoltaïsche installaties waarvan het vermogen onder 5 kWp ligt en voor fotovoltaïsche installaties waarvan het vermogen hoger dan 5 kWp is, wordt door de Commissie aan de minister meegedeeld.

Indien de variatie van de parameters in de loop van het jaar tot een variatie leidt in het aantal volgens de bovenvermelde formule toe te kennen groenestroomcertificaten die hoger is dan of gelijk is aan 20 % in vergelijking met het huidig toegekende aantal, past de minister de vermenigvuldigingscoëfficiënt van het aantal toegekende groenestroomcertificaten aan vóór de vervaldatum van 1 oktober met een ingang van minimum 3 maanden na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. » 3° een paragraaf 3 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 3.Voor de kwaliteitswarmtekrachtkoppelings-installaties op aardgas die na 1 januari 2011 in dienst gesteld worden en die nuttige warmte leveren, in termen van geleverde MWh, aan een geheel van meer dan 75 % residentiële eindafnemers, wordt voor het aantal toegekende groenestroomcertificaten een vermenigvuldigings-coëfficiënt van 2 toegepast indien het totale elektrische vermogen van de installatie of installaties van de locatie lager is dan of gelijk is aan 50 kW en een vermenigvuldigingscoëfficiënt van 1.5 indien het totale elektrische vermogen van de installatie of installaties van de locatie hoger is dan 50 kW. Tijdens de certificering van de installatie zal de vermenigvuldigingscoëfficiënt slechts toegekend worden op voorwaarde dat het bewijs van de goede dimensionering van de kwaliteitswarmtekrachtkoppeling aan de Commissie geleverd wordt. « 4° paragraaf 3 wordt paragraaf 4;5° in paragraaf 4 die paragraaf 5 wordt, zijn de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden 'beperkt tot 2 groenestroomcertificaten' worden vervangen door de woorden 'beperkt tot 1 groenestroomcertificaat' b) de woorden 'wanneer het totaal elektrisch vermogen' worden vervangen door de woorden 'voor de totale elektrische vermogensschijf';c) het woord 'is' voor de woorden 'dan 1 MW' wordt geschrapt;d) )het woord 'of' wordt vervangen door de woorden 'en het aantal toegekende groenestroomcertificaten beperkt tot 1 groenestroomcertificaat per opgewekte netto MWh elektriciteit voor de gehele productie'.6° een paragraaf 6 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 6.De regels voor de berekening van de toekenning van groenestroomcertificaten, in werking op de datum van certificering, zijn geldig voor 10 jaar na de datum van certificering. »

Art. 10.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het vierde lid wordt het woord « voorleggen » vervangen door het woord 'afgeven'.2° In het vijfde lid wordt het woord « voorgelegd » vervangen door het woord « afgegeven ».

Art. 11.In artikel 26 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bestaande tekst, die paragraaf 1 zal vormen, worden de woorden « bedoeld in artikel 19, lid 1 » ingevoegd tussen het woord « gegevensbank » en het woord « geannuleerd »;2° een paragraaf 2 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 2.Elk « label van garantie van oorsprong » dat wordt afgegeven aan de Commissie, wordt geannuleerd in de gegevensbank bedoeld in artikel 12, § 2, eerste lid. ».

Art. 12.In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit, wordt een afdeling VI ingevoegd genaamd « Compensatie », dat het artikel 26bis bevat, luidend als volgt : « Afdeling VI. - Compensatie

Art. 26bis.De eindafnemer bij wie een installatie wordt geplaatst voor de productie van groene elektriciteit met een vermogen kleiner dan of gelijk aan 5 kW, kan genieten van de compensatie tussen de hoeveelheden elektriciteit die werden afgenomen van het distributienet en de hoeveelheden die werden geïnjecteerd in dit net ter hoogte van het leveringspunt.

Indien de eindafnemer kiest om ervan te genieten, geven de hoeveelheden die werden geïnjecteerd in het distributienet, geen recht op « labels van garantie van oorsprong ».

Deze compensatie wordt, per meterregister, berekend tussen twee meteropnames. Zij heeft betrekking op de hoeveelheid elektriciteit die in het distributienet wordt geïnjecteerd ten belope van maximum de hoeveelheid die van dit net wordt afgenomen. »

Art. 13.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt een punt 6° ingevoegd luidend als volgt : « 6° toegekend geweest zijn, in het geval van installaties die vloeibare biomassa en vaste biomassa gebruiken, na controle van het respecteren van de duurzaamheidscriteria voorzien in bijlage IV van dit huidige besluit. »

Art. 14.Het opschrift van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Overgangs- en slotbepalingen ».

Art. 15.In hetzelfde besluit, wordt artikel 29 vervangen als volgt : «

Art. 29.De inbreuken op artikel 7 worden bestraft met een geldboete van 1,24 tot 495 euro. »

Art. 16.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 30.De certifiëringsaanvraag, bedoeld in artikel 4, § 2, mag op elektronische wijze pas ingediend worden vanaf de eerste dag van de zevende maand na de inwerkingtreding van deze bepaling. »

Art. 17.In hetzelfde besluit wordt een bijlage IV ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.

Art. 18.Het huidige besluit treedt in werking de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 8, § 1, b) en artikel 9, § 4 van dit besluit die van kracht gaan de 1 juli 2011 voor de installaties waarvan de indienststellingsdatum na 1 juli 2011 valt.

Art. 19.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 mei 2011.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, Mevr. E. HUYTEBROECK

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld