Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 09 december 2010
gepubliceerd op 28 april 2011

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de veilige opslag van metallisch kwik en van andere kwikverbindingen en -mengsels

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031184
pub.
28/04/2011
prom.
09/12/2010
ELI
eli/besluit/2010/12/09/2011031184/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de veilige opslag van metallisch kwik en van andere kwikverbindingen en -mengsels


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, met name artikel 6, gewijzigd door de ordonnanties van 19 juli 2007 en 13 januari 2008 en door het besluit van 3 juni 2004;

Overwegende het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bevestigd door de wet van 16 juni 1989, artikel 3, § 3;

Overwegende dat de genoemde verordening ten uitvoer gelegd moet worden voor wat de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, in het bijzonder inzake de opslaginrichtingen voor de genoemde stoffen, verbindingen en mengsels;

Overwegende dat de bestaande nomenclatuur van de ingedeelde inrichtingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (inzonderheid rubriek 215) het Brussels Instituut voor Milieubeheer toelaat om toe te zien op de naleving van de materiële regels die door de genoemde verordening afgekondigd zijn, zoals de behandeling of de definitieve verwijdering van de voorraden kwik en gelijkgestelde stoffen;

Overwegende immers dat de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu het Brussels Instituut voor Milieubeheer machtigt om elke overtreding van de uitbatingsvoorwaarden van de milieuvergunningen die genomen zijn overeenkomstig de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen administratief te bestraffen;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 9 juni 2010;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad, gegeven op 20 mei 2010;

Gelet op het advies nr. 48.535/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : Toepassingsgebied en doelstelling

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de ingedeelde inrichtingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar één of meerdere opslagactiviteiten van kwik worden uitgevoerd in de zin van de Verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik.

Het legt deze verordening ten uitvoer en in het bijzonder de artikelen 5, 6 en 7 voor wat de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft.

Rapportageverplichtingen van de uitbaters

Art. 2.In de zin van de artikelen 5.3, 6.1, 6.2 en 6.3 van de genoemde verordening is het Brussels Instituut van Milieubeheer de bevoegde autoriteit bij wie de communicatieverplichtingen moeten worden uitgevoerd door de bedoelde uitbaters die onder het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ressorteren.

Deze uitbaters bezorgen de in het vorige lid bedoelde communicatie ook aan de Europese Commissie.

Slotbepaling

Art. 3.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 december 2010.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu, Mevr. E. HUYTEBROECK

^