Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 februari 2011
gepubliceerd op 01 maart 2011

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de certificateurs voor het opstellen van een EPB-certificaat of een EPB-certificaat Openbaar gebouw

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031105
pub.
01/03/2011
prom.
17/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/17/2011031105/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de certificateurs voor het opstellen van een EPB-certificaat of een EPB-certificaat Openbaar gebouw


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;

Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen Gelet op de ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, de artikelen 22, § 2, 1° en 2°, 22, § 3, 23bis en 24 gewijzigd door de ordonnantie van 14 mei 2009.

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 13 september 2010;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 21 september 2010;

Gelet op het advies van de Inspectie Financiën, gegeven op 29 juni 2010;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 8 juli 2010;

Gelet op het advies 48.981/3 van de Raad van State, gegeven op 21 december 2010 in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister voor Leefmilieu, Energie, Stadsvernieuwing en Bijstand aan Personen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities en doelstelling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° Ordonnantie : De ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen.2° Personeelslid : in overeenstemming met de bepalingen van artikel 4 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu aangeduide personeelslid van het Instituut.

Art. 2.Dit besluit beoogt de certificateurs voor het opstellen van de EPB-certificaten voor wooneenheden, de EPB-certificaten voor tertiaire eenheden en de EPB-certificaten Openbaar gebouw te erkennen. Voor elk type EPB-certificaat volgt de certificateur een erkende specifieke opleiding. HOOFDSTUK 2. - Over de certificateurs Afdeling 1. - Erkenning van de certificateurs

Art. 3.§ 1 De erkenning als certificateur wordt toegekend aan natuurlijke personen die aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° houder zijn van een geldig opleidingsgetuigschrift, bedoeld in artikel 4;2° zich ertoe verbinden de in artikel 6 bedoelde verplichtingen na te leven;3° niet ontzet zijn uit hun burgerlijke of politieke rechten; § 2. De erkenning als certificateur wordt toegekend aan rechtspersonen die aan de volgende voorwaarden voldoen : a) Opgericht zijn overeenkomstig de Belgische wetgeving of de wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte;b) overeenkomstig artikel 22, § 2, 1° van de ordonnantie, op elk moment, een natuurlijke persoon tewerkstellen die erkend is als certificateur.

Art. 4.Een opleidingsgetuigschrift is geldig voor zover het wordt afgeleverd na de krachtens artikel 15 erkende opleiding met succes gevolgd te hebben, en het op het ogenblik van het indienen van de erkenningsaanvraag minder dan zes maanden oud is.

Art. 5.§ 1. De erkenning wordt toegekend voor een periode van vijf jaar. De erkenning kan met periodes van vijf jaar worden verlengd. § 2. De aanvraag tot verlenging dient uiterlijk drie maanden voor het verval van de erkenning gericht te worden aan het Instituut. § 3 Indien een krachtens artikel 17 erkende bijscholing wordt georganiseerd ten laatste zes maanden voor het verval van de erkenning, wordt het geactualiseerde vormingsgetuigschrift bij de aanvraag gevoegd, nadat genoemde bijscholing met vrucht werd gevolgd.

Art. 6.Bij de uitvoering van zijn opdrachten dient de certificateur de volgende verplichtingen na te leven : 1° Hij gebruikt de formulieren ter beschikking gesteld door het Instituut en volgt de in het protocol voorgeschreven regels met het oog op de opstelling van EPB-certificaten en EPB-certificaten Openbaar gebouw;dit protocol is een door het Instituut opgestelde en ter beschikking gestelde handleiding die de richtlijnen bepaalt die door de certificateurs bij hun plaatsbezoeken gevolgd moeten worden; 2° Hij vergewist zich ervan dat de EPB-certificaten en de EPB-certificaten Openbaar gebouw geen enkel commercieel voorstel in verband met de energiebevoorrading van de woning of de aanbevolen energiebesparingsmaatregelen bevatten.De certificaten worden onafhankelijk en objectief opgesteld en worden niet beïnvloed door eventuele commerciële belangen; 3° Hij oefent zijn opdracht volledig onafhankelijk uit.Hij wordt niet gemachtigd om EPB-certificaten op te maken waarop hij een zakelijk of persoonlijk recht heeft of waarvoor hij in welke hoedanigheid ook in het kader van een vastgoedtransactie tussenbeide komt, onder de voorwaarden bepaald onder artikel 18, § 2, van de ordonnantie; 4° Hij geeft geen ruchtbaarheid aan de informatie of feiten, waarvan hij kennisneemt bij de vervulling van zijn opdracht en ten aanzien waarvan hij een geheimhoudingsplicht heeft;5° Hij aanvaardt een controle van de kwaliteit van zijn prestaties door de personeelsleden of de kwaliteitscontrole-instelling aangeduid door het Instituut en verleent zijn medewerking bij controles, onderzoek of verificaties van afgeleverde EPB-certificaten en EPB-certificaten Openbaar gebouw;6° hij zal de bijscholing voor certificateurs volgen;7° Hij beschikt over de gepaste technische en informaticamiddelen om zijn verplichtingen na te komen;8° Hij bezorgt het Instituut schriftelijk zijn nieuwe gegevens;9° Gedurende een periode van vijf jaar bewaart hij een kopie van de gevraagde bewijsstukken en de ingezamelde gegevens voor elk afgeleverd EPB-certificaat of EPB-certificaat Openbaar gebouw.Hij maakt deze over aan het Instituut op eenvoudig verzoek; 10° Hij komt de verplichtingen na, die hem door de sociale en fiscale wetgeving opgelegd worden en deelt aan het Instituut de naam en het ondernemingsnummer van de onderneming namens dewelke hij zijn activiteit van certificateur uitoefent mee, voor de uitvoering van de eerste handeling waarvoor hij erkend is;11° Hij sluit een verzekering « Beroepsaansprakelijkheid » ten aanzien van derden voor fouten of nalatigheden begaan bij de uitoefening van zijn activiteit van certificateur af.12° Hij bezorgt de in artikel 18, § 4 van de ordonnantie bedoelde persoon het origineel van het EPB-certificaat, en op eenvoudig verzoek van deze persoon, een kopie van het formulier van inzameling van de nuttige gegevens verwerkt voor het opstellen van het EPB-certificaat. Afdeling 2. - Over de erkenningsprocedure

Art. 7.§ 1. De aanvraag tot erkenning wordt in één exemplaar aan het Instituut gericht, hetzij aangetekend of per drager, hetzij elektronisch.

Het Instituut verstrekt onmiddellijk een ontvangstbewijs voor de indiening van de aanvraag. § 2. De aanvraag dient de volgende elementen te bevatten : 1° Indien het gaat om een natuurlijke persoon : a) het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier voor aanvraag van erkenning, waarvan het model ter beschikking gesteld wordt door het Instituut.b) Een kopie van het geldige opleidingsgetuigschrift bedoeld in artikel 4, onder voorbehoud van de toepassing van paragraaf 3, 4° van huidig artikel.c) Een kopie van het bewijs van betaling van de bij artikel 28 van de ordonnantie bedoelde dossierrechten;d) Een uittreksel uit het strafregister;2° Indien het gaat om een rechtspersoon : a) Zijn juridische vorm, zijn naam of handelsnaam, het ondernemingsnummer, zijn maatschappelijke zetel en de hoedanigheid van de ondertekenaar van de aanvraag;b) een kopie van de publicatie van de statuten van de rechtspersoon en van de laatste benoemingsaktes van de bestuurders, of een kopie van de aanvraag tot publicatie van de statuten;c) Een kopie van de overeenkomst tussen de rechtspersoon en de natuurlijke persoon die erkend is als certificateur, die zijn erkenningsnummer vermeldt;d) Een kopie van het bewijs van betaling van de bij artikel 28 van de ordonnantie bedoelde dossierrechten. § 3. Indien de aanvraag tot erkenning wordt ingediend door een natuurlijke persoon die houder is van een gelijkwaardige zijnde titel die in een ander gewest of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte afgeleverd werd, bevat de erkenningsaanvraag : 1° een kopie van het document houdende de titel afgeleverd door de bevoegde overheidsdiensten van het gewest of van de lidstaat van de Europese Unie;2° indien nodig, een vertaling naar het Nederlands of het Frans van de reeds verkregen titel;3° elk element dat de aanvrager in staat stelt om aan te tonen dat de voorwaarden van de reeds ontvangen titel gelijkaardig zijn aan de voorwaarden opgelegd in artikel 3;4° een attest volgens hetwelk de reglementaire module en de evaluatiemodule waarvan de inhoud bepaald is in bijlage 1 met vrucht werden gevolgd;5° Een kopie van het bewijs van betaling van de bij artikel 28 van de ordonnantie bedoelde dossierrechten.

Art. 8.§ 1. Het Instituut stuurt een ontvangstbewijs van het volledig of onvolledig verklaarde dossier naar de aanvrager op binnen de tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag tot erkenning.

Als het dossier onvolledig is, deelt het Instituut de aanvrager mee, welke documenten en inlichtingen nog ontbreken. Binnen de tien werkdagen na ontvangst van de ontbrekende documenten stuurt het Instituut een ontvangstbewijs van het volledig of onvolledig verklaarde dossier op.

Het ontvangstbewijs van het volledig of onvolledig verklaarde dossier vermeldt de behandelingstermijnen van het dossier en de beroepsmiddelen tegen de beslissing. § 2. Het Instituut oordeelt over de aanvraag tot erkenning, rekening houdende met de elementen in het volledig verklaarde dossier. Het Instituut betekent zijn beslissing aan de aanvrager bij aangetekend schrijven binnen de dertig werkdagen na de datum van verzending van het ontvangstbewijs van het volledig verklaard dossier. § 3. Bij gebrek aan betekening van de beslissing binnen de in § 2 voorziene termijn kan de aanvrager bij aangetekend schrijven een herinnering sturen aan het Instituut.

Indien de aanvrager bij het verstrijken van een nieuwe termijn van vijftien werkdagen vanaf de neerlegging van de aangetekende zending houdende de herinnering geen beslissing heeft ontvangen, wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn.

Art. 9.§ 1. De erkenning wordt bekendgemaakt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad en op de online portaalsite van het Instituut. § 2. Alle aktes die in het kader van de activiteit waarvoor de persoon erkend werd, opgesteld worden, vermelden het erkenningnummer van de natuurlijke persoon en, in voorkomend geval, het erkenningnummer van de rechtspersoon. Afdeling 3 - Over de schorsing en de intrekking van de erkenning

Art. 10.§ 1 Het Instituut kan de erkenning schorsen als de houder zijn verplichtingen bedoeld onder artikel 6 niet nakomt. § 2. Indien de houder van de erkenning niet langer voldoet aan de in dit besluit beoogde erkenningvoorwaarden, dan moet hij dat aan het Instituut laten weten en zich in regel stellen binnen een termijn van vijftien dagen.

Het Instituut kan de erkenning schorsen, als het vaststelt dat de houder van de erkenning niet langer aan de erkenningvoorwaarden voldoet. § 3. Van de houder van een erkenning die het voorwerp uitmaakte van twee schorsingen, kan het Instituut de erkenning intrekken.

Art. 11.§ 1 Elke beslissing tot schorsing wordt genomen na de houder van de erkenning de mogelijkheid te hebben geboden om zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk te bezorgen.

Elke beslissing tot intrekking wordt genomen na betekening aan de houder van de erkenning van tenminste één waarschuwing en na hem de mogelijkheid te hebben geboden om zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk te bezorgen. § 2 Een beslissing tot schorsing of intrekking wordt bij aangetekend schrijven betekend aan de houder van de erkenning. Ze wordt bekendgemaakt bij uittreksel in het Belgisch staatsblad en op de online portaalsite van het Instituut, van zodra aan één van de volgende twee voorwaarden is voldaan : 1° de termijn voor het instellen van het beroep voorzien in artikel 12 is verstreken.2° de beslissing werd bevestigd of wordt geacht te zijn bevestigd, na het voorwerp te hebben uitgemaakt van het beroep voorzien in artikel 12. § 3. Binnen dezelfde termijn dient de houder van de erkenning wiens erkenning werd geschorst of ingetrokken, aan zijn klanten kennis te geven dat hij niet langer erkend is. Afdeling 4. - Over de beroepprocedure

Art. 12.§ 1. In uitvoering van artikel 24 van de ordonnantie kan elke persoon aan wie de erkenning geweigerd werd, wiens erkenning geschorst of ingetrokken werd of die geen beslissing ontving binnen de bij artikel 8, § 3 beoogde termijn, hiertegen beroep aantekenen bij het Milieucollege. § 2. De beroepstermijn van dertig dagen begint te lopen vanaf de kennisgeving van de in artikel 8, § 2 of in artikel 11, § 2 beoogde beslissing of het verstrijken van de bij artikel 8, § 3 beoogde termijn. § 3. Binnen de vijf dagen vanaf de ontvangst van het beroep stuurt het Milieucollege een kopie ervan naar het Instituut. § 4. Binnen de tien dagen vanaf de ontvangst van de kopie van het beroep stuurt het Instituut een kopie van het dossier naar het Milieucollege. § 5. De indiener of zijn raadsman, evenals het Instituut of zijn afgevaardigde worden, op hun verzoek, door het Milieucollege gehoord.

Wanneer een partij vraagt om gehoord te worden, worden de andere partijen uitgenodigd om te verschijnen. HOOFDSTUK 3. - Over het systeem van kwaliteitscontrole

Art. 13.De aanwijzing door het Instituut als kwaliteitscontrole-instelling wordt toegekend aan personen die aan de volgende voorwaarde voldoen : Natuurlijke personen in zijn midden hebben aangeduid die houder zijn van het bij artikel 4 beoogde geldige opleidingsgetuigschrift en die beschikken over een praktijkervaring op het vlak van de energieprestatie van gebouwen.

Art. 14.§ 1. De kwaliteitscontrole-instelling voert op verzoek van het Instituut de volgende opdrachten uit : 1° De controle van de verplichtingen voorzien in artikel 6;2° De opstelling van rapporten over de uitgevoerde kwaliteitscontroles en de verzending ervan naar het Instituut. § 2. Mocht uit de bij § 1, 1° beoogde controle blijken dat de certificateur zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat deze tekortkoming een nieuwe controle in aanwezigheid van de betrokken partijen noodzakelijk maakt, zullen de kosten voor deze nieuwe controle voor rekening van de in gebreke gebleven certificateur zijn. § 3. De resultaten van de controle bedoeld onder § 1, 1° kunnen door het Instituut worden gebruikt om de erkenning op te schorten of in te trekken. HOOFDSTUK 4. - De erkenning van de opleidingen voor certificateurs

Art. 15.§ 1. De erkenning van een opleiding voor certificateur wordt toegekend aan de opleidingen die aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° De opleiding omvat verschillende modules : reglementaire, theoretische, praktische en een evaluatie waarvan de minimale inhoud in bijlage 1 wordt bepaald.2° De opleiding wordt gegeven in een geschikte infrastructuur voor de organisatie van de opleiding.3° De opleiding wordt verstrekt door opleiders die beschikken over een praktische ervaring op het vlak van de energieprestatie van gebouwen. § 2. Iedere opleidingsinstelling waarvan de opleiding door het Instituut is erkend is gemachtigd een geldig opleidingsgetuigschrift uit te reiken. § 3. Het Instituut informeert desgevallend de opleidingsinstellingen over de vrijgestelde gelijkwaardige opleidingen in een ander gewest of een andere lidstaat, en geeft hen de toestemming om elke natuurlijke persoon die een bewijs van deelname aan de voornoemde gelijkwaardige opleiding voorlegt, vrij te stellen van een of meerdere modules, met uitzondering van de reglementaire module en de evaluatiemodule.

Art. 16.§ 1 De aanvraag tot erkenning van de opleiding voor certificateur wordt in één exemplaar aangetekend of bij koerier naar de zetel van het Instituut of elektronisch tot het Instituut gericht.

De aanvraag bevat minstens de gegevens opgenomen in het formulier dat overeenkomt met het model in bijlage 2 en wordt vergezeld van de documenten vermeld in deze bijlage.

Het Instituut bezorgt onmiddellijk een ontvangstbewijs voor de indiening van de aanvraag. § 2. De aanvraag tot erkenning zal in overeenstemming met de in de artikelen 8 en 9 beschreven procedure onderzocht worden.

Art. 17.De bijscholing wordt door het Instituut erkend, als de inhoud ervan het voorwerp uitmaakt van een voorstel dat een gunstig advies van het Instituut ontving binnen een termijn van tien werkdagen na ontvangst van het voorstel. Mocht een dergelijk advies binnen de voorziene termijn uitblijven, mag dit als gelijkwaardig aan een gunstig advies worden beschouwd.

Art. 18.De instelling waarvan de opleiding erkend wordt, komt de volgende verplichtingen na : 1° ze deelt aan het Instituut de opleidingsdata mee, minstens vijftien werkdagen op voorhand.Het Instituut heeft vrije toegang tot de opleidingen; 2° ze bezorgt het Instituut jaarlijks een activiteitenrapport waarin ze de georganiseerde erkende opleidingen beschrijft en evalueert, een lijst van de afgeleverde opleidingsgetuigschriften opneemt en verklaart dat de opleiding nog steeds de erkenningsvoorwaarden vervult;3° op vraag van het Instituut bezorgt ze het pedagogische ondersteuningsmateriaal van de opleiding;4° ze werkt volgens de aanwijzingen van het Instituut de inhoud van het pedagogische ondersteuningsmateriaal bij;5° op basis van de aanwijzingen van het Instituut bedoeld onder 4° organiseert ze een bijscholing;6° ze deelt aan het Instituut elke wijziging mee betreffende elk gegeven aanwezig in het erkenningsdossier.

Art. 19.Het Instituut kan mits naleving van de procedure bedoeld in artikel 11 beslissen om de erkenning op te schorten of in te trekken : 1° als niet langer voldaan wordt aan de erkenningsvoorwaarden of;2° als de instelling waarvan de opleiding erkend werd haar verplichtingen bedoeld in artikel 18 niet nakomt.

Art. 20.De bepalingen met betrekking tot de beroepsprocedure voorzien in artikel 12 zijn van toepassing op huidig hoofdstuk. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 21.De opleidingen voor certificateurs die door het Instituut georganiseerd worden overeenkomstig de inhoud van bijlage 1 zijn erkend.

Art. 22.De Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die het Energiebeleid tot zijn bevoegdheden telt is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 februari 2011.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister voor Leefmilieu, Energie, Stadsvernieuwing en Bijstand aan Personen, Mevr. E. HUYTEBROECK

Bijlage 1. - Minimum inhoud van de opleidingen met het oog op de erkenning van de certificateur

Opleiding voor EPB-certificaat van wooneenheden

Opleiding voor EPB-certificaat van tertiaire eenheden

Reglementaire module

EPB-ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten betreffende de EPB-certificaten voor wooneenheden, tertiaire eenheden en openbare gebouwen Brusselse huisvestingscode Controle van de EPB-certificaten

EPB-ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten betreffende de EPB-certificaten voor wooneenheden, tertiaire eenheden en openbare gebouwen Aansprakelijkheden, verzekeringen Controle van de EPB-certificaten

Theoretische module

Basiskennis van bouwfysische aspecten van het gebouw.

De thermische isolatie en de specifieke eigenschappen van de vier bouwelementen (muren, dak, vloeren, ramen) Basiskennis over de technische uitrusting en in het bijzonder over ventilatie en de warmteproductie-installaties Certificatiemethodologie : - berekeningsmethode

Basiskennis van bouwfysische aspecten van het gebouw.

De thermische isolatie en de specifieke eigenschappen van de vier bouwelementen (muren, dak, vloeren, ramen) Basiskennis over de technische uitrusting en in het bijzonder over ventilatie, verlichting en de warmteproductie-installaties Certificatiemethodologie : - berekeningsmethode

Praktische module

Gebruik van de berekeningssoftware die het Instituut ter beschikking stelt Certificatiemethodologie : - certificatieprocedure - protocol - aanbevelingen

Gebruik van de berekeningssoftware die het Instituut ter beschikking stelt Certificatiemethodologie : - certificatieprocedure - protocol - aanbevelingen Ter plaatse opstellen van EPB-certificaten en debriefing

Evaluatiemodule

Technische proef die de noodzakelijke kennis aantoont aangaande : - de Brusselse regelgeving - de gebouwen, de bouwsystemen, de technische uitrusting, de bouwmaterialen en -producten; - het gebruik van de regels die het beschermde volume bepalen; - de opmetingsstaat van elementen van het gebouw.

Praktische proef : simulatie van een certificering van de kandidaat en nagaan van de bekwaamheid om een certificaat voor energieprestatie op te stellen aan de hand van de geleverde software en in navolging van de regels uitgevaardigd in het protocol.

Theoretische en praktische proef


Opleiding voor EPB-certificaat Openbaar gebouw

Reglementaire module

Algemeen overzicht van de EPB-ordonnantie Reglementaire inhoud van de ordonnantie inzake certificatie Besluit EPB-certificaat Openbaar gebouw Controle van de EPB-certificaten

Theoretische module

Basiskennis van bouwfysische aspecten van het gebouw en de energieboekhouding Berekeningsmethode : voorstelling en uitleg van de in te zamelen gegevens en de manier waarop ze verrekend worden REG-principes en aanbevelingen

Praktische module

Voorstelling van de berekeningssoftware Bezoek ter plaatse en analyse van een praktijkgeval met ingeven van de gegevens en visualisering van het certificaat

Evaluatiemodule

Technische proef die de noodzakelijke kennis aantoont aangaande : - de Brusselse regelgeving - de gebouwen, de bouwsystemen, de technische uitrusting, de bouwmaterialen en -producten; - de opmetingsstaat van elementen van het gebouw.

Praktische proef : simulatie van een certificering van de kandidaat en nagaan van de bekwaamheid om een certificaat voor energieprestatie op te stellen aan de hand van de geleverde software en in navolging van de regels uitgevaardigd in het protocol.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 februari 2011 betreffende de erkenning van de certificateurs voor het opstellen van een EPB-certificaat of een EPB-certificaat Openbaar gebouw.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister voor Leefmilieu, Energie, Stadsvernieuwing en Bijstand aan Personen, Mevr. E. HUYTEBROECK

Bijlage 2. - Model van aanvraag tot erkenning van een opleiding voor certificateurs Aanvraag tot erkenning van een opleiding voor : - Residentieel certificateur - Tertiaire certificateur - Certificateur voor Openbaar gebouw Hoe moet dit formulier opgestuurd worden ? Stuur dit formulier op naar het volgende adres : Brussels Instituut voor Milieubeheer - Leefmilieu Brussel Departement EPB Gulledelle 100 1200 Brussel Mail : XXX@ibgebim.be Administratieve gegevens over de opleidingsinstelling 1. Gelieve onderstaande gegevens voor de opleidingsinstelling in te vullen. Officiële naam van de opleidingsinstelling : . . . . . Straat en nummer . . . . .

Postcode/gemeente . . . . .

Telefoonnummer . . . . .

Faxnummer . . . . .

E-mailadres . . . . .

Website . . . . .

Naam en voornaam van de directeur . . . . .

Naam en voornaam van de opleidingsverantwoordelijke . . . . . 2. Gelieve aan het formulier alle volgende bewijsstukken toe te voegen. O Een kopie van de publicatie van de statuten van de rechtspersoon en van de laatste benoemingsakten van de bestuurders, of een kopie van de aanvraag tot publicatie van de statuten;

O De lijst met de namen van de bestuurders, zaakvoerders of personen die de rechtspersoon, waarvoor de erkenningsaanvraag wordt ingediend, kunnen verbinden;

O de erkenningen die eventueel door de bevoegde overheidsdiensten van een ander gewest of in het buitenland toegekend werden.

Infrastructuur Een nota die de technische infrastructuur met het oog op de organisatie van de opleiding beschrijft : deze dient meer bepaald de volgende zaken te vermelden : O De locatie waar de opleidingen zullen plaatsvinden;

O Een beschrijving van de lokalen en de voorzieningen;

O Het type van pedagogische ondersteuning.

Lesgevers O De lijst van de lesgevers met hun naam, voornaam, titel, diploma's en opleidingsgetuigschriften;

O Het curriculum vitae van de lesgevers;

O Een kopie van de diploma's, titels en opleidingsgetuigschriften van de lesgevers;

Pedagogische omkadering Een nota die de personen aanduidt, die verantwoordelijk en bevoegd zijn voor de kwaliteitscontroleactiviteiten met betrekking tot de opleiding en die de middelen beschrijft, die gebruikt worden om de pedagogische en wetenschappelijke kwaliteit van de opleiding te verzekeren, alsook de wijze waarop de kwaliteit ervan beoordeeld wordt.

Opleidingsprogramma Gedetailleerd programma van de gegeven stof voor een standaard opleidingscyclus (die ten minste de 4 modules dient te omvatten) in de vorm van een tabel die de volgende zaken vermeldt : O De titels van de cursussen;

O Het aantal uren dat eraan besteed wordt;

O De naam van de respectieve lesgever(s) ;

Inhoud van de stof O Alle pedagogische ondersteuningsmaterialen met de inhoud van de stof die in de verschillende modules vervat zit.

O Een beschrijving van de evaluatiemodule (schriftelijke of mondelinge evaluatie, representatieve vragenlijst, jury,...).

Praktische organisatie van de opleidingen O Het ontwerp van kalender van de opleidingscycli voor een standaardjaar;

O Het maximum toegelaten aantal deelnemers per opleidingscyclus;

O Het taalstelsel per opleidingscyclus;

O Het inschrijvingsrecht voor de opleiding.

Toelaten van de kandidaten O Een beschrijving van de eventuele toelatingscriteria voor de cursisten.

O Een verklaring die aangeeft of het organisme al dan niet de bedoeling heeft een vrijstelling voor de technische module te verlenen aan de kandidaten die dat vragen, volgens de bepalingen zoals die vervat zitten in artikel 15, § 3 van dit besluit.

Afleveren van het attest aan de kandidaten Gezien het opleidingsgetuigschrift na een erkende opleiding met succes te hebben gevolgd wordt afgeleverd overeenkomstig artikel 4 van dit besluit : O Een beschrijving van het criterium « een opleiding met succes te hebben gevolgd ».

Het criterium betreffende de evaluatiemodule bevat : O De slaagcriteria van de evaluatiemodule, O De voorwaarden voor de eventuele inhaallessen, Handtekening Ik verklaar dat de in dit formulier gegeven informatie correct is.

Plaats Datum (dd/mm/jjjj) Handtekening Naam/voornaam . . . . .

Hoedanigheid . . . . .

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 februari 2011 betreffende de erkenning van de certificateurs voor het opstellen van een EPB-certificaat of een EPB-certificaat Openbaar gebouw.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister voor Leefmilieu, Energie, Stadsvernieuwing en Bijstand aan Personen, Mevr. E. HUYTEBROECK

^