gepubliceerd op 10 januari 2011
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Evere tot totale opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Van Ruusbroeck », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 18 december 1961
16 DECEMBER 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Evere tot totale opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Van Ruusbroeck », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 18 december 1961
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening, voornamelijk op de artikelen 58 tot 61;
Gelet op het Gewestelijk Bestemmingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;
Gelet op het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;
Gelet op het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Van Ruusbroeck », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 18 december 1961;
Gelet op het overleg van de Gemeenteraad van 29 april 2010, waarbij de Gemeente Evere het ontwerp goedkeurt voor de totale opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Van Ruusbroeck »;
Gelet op het verslag gevoegd bij dit ontwerp dat de totale opheffing rechtvaardigt van het bijzonder bestemmingsplan in plaats van de wijziging ervan;
Gelet op het advies van de Overlegcommissie, uitgebracht tijdens de zitting van 17 juni 2010;
Gelet op het overleg van de gemeenteraad van 23 september 2010, waarbij de gemeente Evere de beslissing tot totale opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Van Ruusbroeck » definitief goedkeurt;
Overwegende dat uit het dossier gevoegd, bij dit overleg, volgt dat de formaliteiten bepaald door de artikelen 59 en 60 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, werden vervuld;
Overwegende dat de belangrijkste doelstellingen van het bijzonder bestemmingsplan, namelijk het behoud van het groengebied langsheen de spoorweg en de verstedelijking van het driehoekig huizenblok gevormd door de spoorweg, de G. Kurthstraat en de J. Van Ruusbroeckstraat werden bereikt;
Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan bij de niet gerealiseerde doelstellingen een ambachtelijk gebied voorzag in het binnenterrein van het huizenblok;
Overwegende dat dit ambachtelijk gebied in het binnenterrein van het huizenblok zowel indruist tegen de wil van de gemeente voor een verbetering van de woonkwaliteiten van haar wijken, als tegen het algemeen voorschrift 0.6 van het gewestelijk bestemmingsplan dat bepaalt dat « in alle gebieden verbeteren de handelingen en werken bij voorrang, de groene, en nadien de minerale, esthetische en landschapskwaliteit van de binnenterrein van huizenblokken en bevorderen zij er de instandhouding of de aanleg van oppervlakken in volle grond »;
Overwegende dat het regeringsbesluit van 26 maart 2009 tot totale opheffing van de bijzondere bestemmingsplannen nr. 6, 6bis en 6ter bepaalt dat het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Van Ruusbroeck » moet opgeheven worden, gelet op de overlapping van de plannen nrs. 6 en 8 over een geringe oppervlakte;
Overwegende dat de gemeente zich verbonden heeft tot de opmaak van nieuwe rooilijnplannen;
Overwegende dat bij afwezigheid van een bijzonder bestemmingsplan, de mogelijke bestemmingsproblemen geregeld zullen worden door de bepalingen van de hogere plannen en dat deze aangaande de inplanting, het bouwprofiel en de esthetische aard zullen moeten voldoen aan de voorschriften van de gewestelijke en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, alsmede aan de regels inzake de goede plaatselijke aanleg;
Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Wordt goedgekeurd de beslissing van de gemeente Evere tot totale opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Van Ruusbroeck », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 18 december 1961 en begrensd door de G. Kurthstraat, J. Van Ruusbroeckstraat en de spoorlijn nr. 26 van de NMBS.
Art. 2.De Minister die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 december 2010.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld