19 MAART 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de toelating aan het Gewestelijke Agentschap voor Netheid om percelen gelegen op het grondgebied van de gemeente Vorst te onteigenen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de richtlijn 2008/98/CE van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende het afval en tot intrekking van bepaalde richtlijnen;

Gelet op de speciale wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993 en 16 juli 1993, met name de artikels 6, § 1, X, 1° en 79;

Gelet op de speciale wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, met name artikel 38;

Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen van openbaar nut doorgevoerd of toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve;

Gelet op de ordonnantie van 22 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijke Agentschap voor Netheid;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake de onteigening ten algemene nutte;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering;

Overwegende dat de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid voorziet, in artikel 4, dat het Gewestelijk Agentschap voor Netheid met name de bevoegdheden uitvoert van de stad inzake de ophaling en de verwerking van huishoudelijk afval, en « gericht is op de ontwikkeling, in de meest ruime zin, van de functies en de beroepen met betrekking tot de openbare netheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met name door middel van opleiding, voortdurende vorming en vervolmaking »;

Dat het Gewestelijk Agentschap voor de netheid, samen met andere publieke- en privépartners, subsidies van het EFRO heeft aangevraagd om het project « Ecopôle » te lanceren;

Dat men met dit project een centrum voor sociale economie wil oprichten in het domein van de recuperatie van afval, en in het bijzonder huishoudelijk afval;

Dat wordt overwogen het grof huisvuil, informaticamateriaal en materiaal te verwerken en parallel hiermee een onderzoekcentrum op te richten voor hergebruik- en recyclagetechnieken, met als doel het volume van verbrand afval te verkleinen;

Dat het « Ecopôle » centrum het Gewestelijk Agentschap voor Netheid zal toelaten haar acties te optimaliseren in het kader van de terugnameplicht van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering;

Dat de sorteer-verwerkings- en ontmantelingsactiviteiten van het afval zullen worden uitgevoerd in dit centrum, door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid en door zijn publieke- en privépartners;

Dat de realisatie van het « Ecopôle » centrum de voorafgaande inrichting en renovatie veronderstelt van de site waar zij zal worden gevestigd;

Dat het te onteigenen goed gelegen is langs de prioritaire interventiezone vermeld in het operationeel programma voorgesteld door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als doelstelling ERFO « Gewestelijk concurrentievermogen en werkgelegenheid voor de periode 2007-2013 »;

Dat het « Ecopôle » centrum zal toelaten laaggeschoold werk te creëren op het grondgebied van het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van het hierboven vermelde operationeel programma;

Overwegende dat de Richtlijn 2008/98/CE van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende het afval en tot intrekking van bepaalde richtlijnen verplichtingen oplegt aan de lidstaten inzake recyclage;

Dat het project « Ecopôle » het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal toelaten deze noodzakelijke doelstellingen bepaald in bovenbedoelde richtlijnen te vervullen;

Dat er dient aan herinnerd te worden dat het beheer van huishoudelijk afval, met inbegrip van de verwerking ervan na de ophaling, waarmee het Agentschap Net Brussel belast is op het grondgebied van het Gewest, een economische dienst is van algemeen belang;

Dat het « Ecopôle » centrum zal toelaten de vermindering aan de bron, het hergebruik en de recyclage van het afval te bevorderen overeenkomstig de afvalhiërarchie bedoeld in artikel 4 van de Richtlijn 2008/98/CE;

Dat het blijkt dat het gekadastreerde perceel te Vorst, 2e afdeling, sectie c, 2 B 3, werd ingeschreven in het Gewestelijk Bestemmingsplan inzake de gebieden voor stedelijke industrie;

Dat dit perceel door zijn oppervlakte, vorm, ligging en stedenbouwkundige bestemming zich dus in het bijzonder leent tot de realisatie van het project « Ecopôle »;

Dat het genoemde perceel, momenteel voorwerp van een geschil tussen twee immobiliënmaatschappijen wat betreft het eigendom, sedert verscheidene maanden niet in gebruik is;

Dat het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, tengevolge van de advertentie langs verschillende kanalen van de verkoop van het goed, zijn interesse voor dit gebouw heeft geuit en sedert mei 2008 contact heeft opgenomen met het gevolmachtigde immobiliënagentschap van de vermeende eigenaar van het gebouw;

Dat echter gebleken is dat deze vermeende eigenaar geen enkele authentieke aankoopakte van dit goed heeft ondertekend, en dat hij hierover een geschil heeft met de officiële eigenaar, waarmee hij beweert een verkoopovereenkomst te hebben afgesloten;

Dat dit feit slechts in de loop van februari 2009 aan het Gewestelijk Agentschap voor Netheid werd meegedeeld, zodat er vele maanden van onderhandeling zijn verloren gegaan;

Dat sedertdien het Agentschap Net Brussel geïnformeerd werd over het bestaan van een gerechtelijke procedure tussen de twee maatschappijen, die loopt op de Handelsrechtbank van Brussel, in eerste aanleg, Dat zowel de immobiliënmaatschappij die de officiële eigenaar is, als de immobiliënmaatschappij, die de vermeende aankoper is van het goed, tot doel hadden het perceel en het niet-geëxploiteerde gebouw te verkopen, zodanig dat, in hun hoofde, geen enkele bedoeling bestond tot industriële exploitatie betreffende het te onteigenen goed;

Dat het project Ecopôle werd geselecteerd door de Brusselse Regering om subsidies te genieten van het EFRO, in het kader van het operationeel programma voorgesteld door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als doelstelling « Gewestelijk concurrentievermogen en werkgelegenheid voor de periode 2007-2013 »;

Dat dit project het bereik zal bevorderen van de doelstellingen bepaald door de Richtlijn 2008/98/CE van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende het afval en tot intrekking van bepaalde richtlijnen die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest oplegt inzake recyclage, in het bijzonder van huishoudelijk afval;

Dat de realisatie van dit project eveneens in de lijn ligt van het Gewestelijk ontwikkelingsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest goedgekeurd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002 en in het bijzonder prioriteit nr. 2, namelijk « Het geheel van de Brusselse economische sectoren dynamiseren met het oog op de ontwikkeling van de lokale tewerkstelling en hierbij rekening houden met het milieu en de levenskwaliteit in de stad »;

Dat de onteigening van dit perceel in het belang van het domein van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid als dusdanig het algemeen belang en het openbaar nut dient;

Overwegende dat een onmiddellijke inbezitneming het Gewestelijk Agentschap voor Netheid zal toelaten het inrichtingsproject van het « Ecopôle » centrum zo snel mogelijk uit te voeren;

Dat het Gewestelijk Agentschap momenteel over geen enkel terrein beschikt dat geschikt zou kunnen zijn om dit project onder te brengen;

Dat er op de immobiliënmarkt in de huidige situatie geen enkel industrieel gebouw wordt aangeboden dat gelijkaardige kenmerken bezit wat betreft de ligging (prioritaire interventiezone in het kader van het programma EFRO), de oppervlakte en de bestemming;

Dat het hangende geschil tussen de twee maatschappijen die eigenaar menen te zijn van het goed slechts in eerste aanleg zal worden beslecht in juni 2009, zodanig dat het vele maanden, zelfs jaren zal duren eer een gerechtelijke beslissing in kracht van gewijsde zal worden uitgesproken;

Dat het onderzoek van andere terreinen en gebouwen die gelijkaardige kwaliteiten bezitten, dat volledig opnieuw zou dienen te worden gestart, terwijl de onderhandelingen met de vermeende eigenaar van het terrein waarvan de onteigening wordt verzocht reeds een jaar lopen, geen garantie geeft op een goed resultaat, te veel tijd zou vragen, het project « Ecopôle » en in het bijzonder het verkrijgen van de Europese subsidies, definitief in het gedrang zou kunnen brengen;

Dat rekening houdend met de termijnen voor het verkrijgen van de vereiste stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen voor de inrichting van het « Ecopôle » centrum, het noodzakelijk is dat het Gewestelijk Agentschap voor Netheid zo spoedig mogelijk eigenaar kan worden van het goed;

Dat er geen grote kosten kunnen worden aangegaan voor de aanvragen van deze vergunningen indien geen enkele zekerheid bestaat over het feit of het eigendom van het terrein kan worden verworven, en zeker aangezien het gebouw ontoegankelijk is geworden zodanig dat geen enkele technische voorbereiding voor de vergunningsaanvragen mogelijk is;

Dat eveneens dient rekening gehouden te worden met het feit dat op de terreinen risicoactiviteiten werden uitgevoerd in de zin van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer van de bodemverontreiniging, zodanig dat de eventuele verontreiniging die aanwezig is op de terreinen en de eventuele bijhorende verplichting om deze te behandelen de aanvang van de werken nog meer dreigt te vertragen;

Dat elke vertraging in de procedure een stijging met zich mee dreigt te brengen van de speculaties rond het te onteigenen perceel;

Dat indien de percelen niet spoedig in bezit kunnen genomen worden, en bij afwezigheid van een aanvaardbaar alternatief, het risico bestaat dat het project « Ecopôle » niet kan worden uitgevoerd, wat negatieve gevolgen zal hebben op sociaal vlak, voor de begroting en voor het milieu;

Dat een onteigening zou toelaten in het bezit te komen van het goed zonder vooraf te moeten overgaan tot het uitvoeren van de studies vermeld in voorgenoemde ordonnantie, terwijl deze mogelijkheid niet bestaat in het geval van onderhandse aankoop;

Dat het bijgevolg aangewezen is de onteigeningsprocedure onmiddellijk te starten;

Dat het volgen van een andere procedure dan deze bepaald in de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemene nutte niet zou toelaten de doelstelling te bereiken van een snelle ingebruikname van de terreinen door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;

Dat het bijgevolg aangewezen is het Gewestelijk Agentschap voor Netheid toe te laten onmiddellijk over te gaan tot de onteigeningsprocedure van de nodige percelen, bij gebreke van minnelijke afstand;

Dat zich bijgevolg de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden opdringt om de voorziene onteigening te kunnen uitvoeren, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Het Gewestelijk Agentschap voor Netheid krijgt de toelating om, bij gebreke van minnelijke afstand, over te gaan tot de onteigening van de percelen bedoeld in artikel 3 bij toepassing van de procedure voorzien in de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemene nutte.

Art. 3.Voor het algemeen nut dient het gekadastreerde perceel te Vorst, 2e afdeling, sectie c, 2 B 3, gelegen op het grondgebied van de stad Vorst, zoals het voorgesteld wordt op plan hier bijgevoegd, onmiddellijk in bezit te worden genomen.

Art. 4.De Minister die de Openbare Netheid in hun bevoegdheid hebben wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 maart 2009.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE