gepubliceerd op 22 juni 2007
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ten einde de voorwaarden te bepalen waaronder de mandatarissen bij het ministerie worden aangewezen, ter uitvoering van artikel 30 bis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
26 APRIL 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ten einde de voorwaarden te bepalen waaronder de mandatarissen bij het ministerie worden aangewezen, ter uitvoering van artikel 30 bis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Bijzondere Wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd door de besluiten van 25 april 2002, van 19 september 2002 en deze van 26 september 2002 en de besluiten van 30 april 2003, 3 juli 2003, 24 maart 2005 en 23 februari 2006, inzonderheid artikel 30bis;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 28 maart 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 17 mei 2006;
Gelet op het protocol nr. 2006/10 van Sector XV van 17 augustus 2006;
Gelet op het advies nr. 41.792/4 van de Raad van State, gegeven op 21 februari 2007;
Op voorstel van de Minister van Ambtenarenzaken, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;2° statuut van het ministerie : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° het ministerie : het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° externe kandidaten : de kandidaten bedoeld in artikel 30bis, tweede lid van het statuut van het ministerie. HOOFDSTUK II. - Toegankelijkheidsvoorwaarden van de mandaatbetrekkingen
Art. 2.De mandaatbetrekkingen van het ministerie die overeenstemmen met de graden van rang A4, A5, A6 en A7 zijn toegankelijk voor externe kandidaten als bedoeld in artikel 1 van dit besluit bij beslissing van de Regering. HOOFDSTUK III. - Toelatingsvoorwaarden van de kandidaturen
Art. 3.Om zich kandidaat te stellen voor een mandaatbetrekking van het ministerie, moeten de externe kandidaten als bedoeld in artikel 1. van dit besluit, voldoen aan de volgende voorwaarden : - voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden als bedoeld in artikel 25bis, § 2, 1° tot 3°, van het statuut van het ministerie; - houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot niveau A; - ten minste zes jaar ervaring hebben in een leidinggevende functie.
Onder leidinggevende ervaring wordt verstaan ervaring inzake het beheer in een overheidsdienst of in een organisatie uit de privé-sector. HOOFDSTUK IV. - Selectieprocedure
Art. 4.De mandaatbetrekkingen van het ministerie worden door de Regering toegekend aan de externe kandidaten als bedoeld in artikel 1. van dit besluit volgens dezelfde voorwaarden en dezelfde regels vastgelegd in boek 1, titel IV, hoofdstuk III, van het statuut van het ministerie, artikelen 81 tot 93, met uitzondering van artikelen 85, alinéa 1, 86, alinéa 3, 87, 88, alinéa 1, en 88bis, § 4. HOOFDSTUK V. - Regime van het mandaat Afdeling 1. - Regime onder arbeidscontract
Art. 5.Een arbeidscontract wordt afgesloten tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door haar regering, en de mandataris aangeduid ter uitvoering van dit besluit.
Het contract wordt afgesloten voor onbepaalde duur. Het wordt verbroken ingeval van zware fout van de mandataris of wanneer het mandaat wordt afgebroken bij vrijwillig ontslag, afwezigheid door ziekteverlof langer dan zes maanden, na een evaluatie "ongunstig" bedoeld in artikel 129, § 1, tweede lid, van het statuut van het ministerie of bij de niet-verlenging van het mandaat bedoeld in artikel 129, § 2, derde en vierde lid van het statuut van het ministerie. Afdeling 2. - Arbeidsregime
Art. 6.De mandatarissen aangeduid volgens de regels van dit besluit worden onderworpen aan dezelfde regels van het statuut van het ministerie als degene die worden toegepast op de statutaire mandatarissen van het bovengenoemd ministerie, met uitzondering van het artikel 325bis van het geldelijk statuut en de regels die betrekking hebben op het ziekteverlof.
Ze beschikken over dezelfde rechten en prerogatieven verbonden aan deze functie als degene die worden toegekend aan de statutaire mandatarissen van het ministerie.
Ze moeten de verplichtingen en arbeidsvoorwaarden respecteren die op het ministerie worden opgelegd, onder andere de plichten, onverenigbaarheden, uurroosters en verlofregime.
Ze worden eveneens onderworpen aan de evaluatieregels die toepasbaar zijn op de houders van een mandaat bij het ministerie.
Indien de geselecteerde kandidaten reeds personeelslid zijn van een overheidsdienst, behouden zij de geldelijke anciënniteit die ze hebben verkregen in hun oorspronkelijke instelling, maar ze verliezen hun voordelen, van welke aarde deze ook moge zijn en die werden toegepast in hun oorspronkelijke instelling. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 7.De Minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 april 2007.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VAN HENGEL